Voor Amsterdammers deed Düsseldorf van een jaar of tien geleden zeer vertrouwd aan: men bouwde er een metro. Het was bijna ondoenlijk om het operahuis van de Deutsche Oper am Rhein te bereiken. Alles was op de schop, een doorgang was moeilijk te vinden, je struikelde over de blokken en de stenen, kreeg zand in de ogen en het lawaai maakt edat je zowat doof werd. Met één woord: chaos.
Het operahuis zelf (bouwjaar 1875) heeft ook een ‘make-over’ ondergaan. Eerst werd het huis grondig verbouwd en gemoderniseerd en toen stapte de volledige leiding op. Het seizoen 2009/2010 is dus het eerste van de Generalintendant Christoph Meyer en Generalmusikdirektor Axel Kober.
Zij mogen tevreden zijn. Het huis ziet er na verbouwing prachtig uit. Modern en toch klassiek, met heel erg veel licht. Je kan er in de pauze dineren en de prosecco (4 euro per glas, geen rijen) vloeit er rijkelijk.
Het publiek is jong. Op de door mij bezochte voorstelling van Un Ballo in Maschera was zeker de helft van de bezoekers rond de dertig. En de zaal was tot de laatste plaats gevuld.
De productie zelf komt niet op het conto van de huidige leiders: het is een herneming uit 2006. Dat is maar goed ook voor hen, want de Noorse regisseur Stein Winge maakt er een potje van. Wat ik hem voornamelijk kwalijk neem, is het gebrek aan logica. Nergens wil hij iets echt duidelijk maken. Er is zelfs geen ‘concept’ te bespeuren. Alsof hij helemaal niet wist wat hij ermee aan moest. Modern? Of toch maar terug naar de traditie?
Nou ja, Gustavo houdt in ieder geval van Amelia, dat is meegenomen… Maar zijn opkomst! Gekleed in een gele kamerjas en een blauwe broek lijkt hij een vleesgeworden Zweedse vlag. Hoera! Wij zijn in ieder geval goed geografisch bezig.

©Frank Heller
En in de Galgenveldscène, na de ‘ontmaskering’ van Amelia (ze heeft slechts een petje op en haar echtgenoot herkent haar niet?!) trekken de samenzweerders kleine flesjes Absolut Wodka uit hun binnenzakken, die ze op het ritme van de muziek naar binnen gieten. Hoera! Wij zijn nog steeds in Zweden.
Een productie om gauw te vergeten, ware het niet dat Eva-Maria Westbroek de rol van Amelia zong. En eerlijk is eerlijk: zij was de reden dat ik mijn reisje naar Düsseldorf heb ondernomen.
Ze heeft me niet teleurgesteld. Integendeel. Ze zong in de mooiste traditie van de sopranen van weleer: haar portamenti en de manier hoe ze haar stem naar boven liet ‘bloeien’ waren van een ouderwetse schoonheid, waardoor ze mij aan Zinka Milanov liet denken.

©Frank Heller
De rest van de cast was zo zo. Mario Malagnini (Gustavo) irriteerde niet, hij haalde zijn noten, was betrokken, maar af en toe had ik het idee dat zijn keel dichtgeknepen werd. Maar hij was beslist niet slecht.
Dat was Boris Statsenko (Renato) ook niet. Zijn stem is zeer zeker indrukwekkend, alleen had ik de indruk dat hij in de verkeerde opera was beland. Was het een Rigoletto dan was ik zeker onder de indruk. De kern zat er in, maar voor Renato miste hij de lyriek.

©Frank Heller