Er zijn van die voorstellingen waar alles perfect op elkaar afgestemd is en waarbij je het gevoel krijgt dat het niet beter kan. Er wordt nog lang over nagepraat en ze verworden tot een legende.
Zo’n voorstelling was Verdi’s Attila in de Weense Staatsoper op 21 december 1980.Het was Giuseppe Sinopoli’s debuut in het huis, zijn naam was nog vrijwel onbekend, maar de aanvankelijke terughoudendheid bij het publiek veranderde in een uitzinnig enthousiasme al bij de eerste maten. Zo warmbloedig, vurig en teder tegelijk heeft men de – toch niet sterkste – score van Verdi niet eerder gehoord.
Nicolai Ghiaurov was een grootse Attila. Met zijn sonore bas gaf hij zijn personage niet alleen de allure van een veldheer maar ook de zachtheid van een liefhebbend man.
In haar rol als Odabella bewees Mara Zampieri dat ze niet alleen een fantastische zangeres is met een stralende hoogte en een dramatisch attaque, maar ook een actrice van formaat
De stretta ‘E gettata la mia sorte’ in de tweede acte verlangt van de bariton de hoge bes. Piero Cappuccilli haalde die met gemak en souplesse, en werd door het uitzinnige publiek gedwongen tot bisseren, iets wat je maar zelden meemaakt in de opera. Een zeldzame ervaring.
Giuseppe Verdi
Attila
Nicolai Ghiaurov, Piero Cappuccilli, Mara Zampieri, Piero Visconti
Chor und Orchester der Wiener Staatsoper olv Giuseppe Sinopoli
Orfeo C 601 0321
Onvergetelijke uitvoering met een bezetting waarvan je tegenwoordig alleen van kunt dromen. Zampieri is voor mij de ultieme Odabella, een stem die snijdt als een Sollinger mes en tegelijk warm en empatisch kan klinken. Ghiaurov is geweldig maar geef mij maar Ramey met zijn erotisch geluid, een Attila waartegen verzet zinloos is bij voorbaat. Sinopoli bewijst hiermee dat hij niets hoefde te vrezen van grootheden als Muti, zijn veel te vroege dood is een ramp geweest voor de muziekwereld.
Onvergetelijke uitvoering met een bezetting waarvan je tegenwoordig alleen van kunt dromen. Zampieri is voor mij de ultieme Odabella, een stem die snijdt als een Sollinger mes en tegelijk warm en empatisch kan klinken. Ghiaurov is geweldig maar geef mij maar Ramey met zijn erotisch geluid, een Attila waartegen verzet zinloos is bij voorbaat. Sinopoli bewijst hiermee dat hij niets hoefde te vrezen van grootheden als Muti, zijn veel te vroege dood is een ramp geweest voor de muziekwereld.
LikeGeliked door 1 persoon