La Traviata. Een (zeer) korte en beknopte discografie
Het is wellicht de meest gespeelde en opgenomen opera, maar echt goede uitvoeringen zijn schaars.
Sarah Bernhardt als Marguerite Gautier in La Dame aux Camélias
Grotendeels ligt het aan de eisen die Verdi aan de sopraan stelt. In de eerste akte moet ze over soepele coloraturen met erbij behorende hoge noten beschikken, in akte twee moet haar stem voornamelijk lyrisch klinken, met perfecte overgangen. Het is de akte waarin ze van een ietwat ingeslapen, maar zielsgelukkige en liefhebbende vrouw tot een echte opofferingsgezinde heldin transformeert. De akte waarin ze ons moet overtuigen dat er voor haar geen andere uitweg bestaat dan voor het slachtofferrol te kiezen. De derde akte is een ware beproeving, want hier moet ze al haar (voor zover zij erover beschikt) dramatische kwaliteiten als een tragédienne van het kaliber Sarah Bernhardt laten zien. Hoeveel sopranen kunnen hier aan voldoen?
MARIA CALLAS
Maria Callas als Violetta Valéry
Callas? Natuurlijk zong ze de rol meer dan voortreffelijk; het kon ook niet anders, want alles wat ze aanraakte veranderde in goud. En toch …. La Traviata was niet echt haar ‘ding’. Violetta was een courtisane – één van de hoogste klasse, dat wel, maar La Divina had niets met de promiscue vrouwen, ze pasten niet in haar ideale wereldbeeld. Violetta’s opofferingsgezindheid maakte haar in ieder geval sympathieker dan zo’n Tosca of Carmen (aan beide heeft Callas een gruwelijke hekel gehad), vandaar ook dat zowel de tweede als de derde acte haar beter afgaan dan de eerste. Maar ze blijft er koninklijk bij, veel te koninklijk voor mij, want de “echte “ Violetta was meer een meisje dan een vrouw. Een meisje dat al een lange tijd ziek is (haar ziekte begint nog vóór de opera), waardoor haar sterfscène niet uit de lucht valt. Dat ze sterven gaat weten wij al vanaf het begin, al blijven we, tegen beter weten in, hopen op een wonder.
Laatste scene uit Lissabon 1953:
ILEANA COTRUBAS
Eigenlijk zijn er maar twee zangeressen die me van het begin tot het eind overtuigen, althans op cd’s: Ileana Cotrubas en Renata Scotto.
Cotrubas had het geluk om de opera onder Carlos Kleiber op te nemen, orkestraal wellicht de mooiste Traviata ooit (DG 415132). Vanaf het begin is zij voelbaar zwak en ziek, haar overgave aan liefde is totaal, en haar ontgoocheling dodelijk.
Alfredo is, sinds zijn roldebuut op 20-jarige leeftijd in Mexico, altijd Domingo’s paradepaardje geweest. Zijn fluweelachtige, warme tenor leek geschapen om de rollen van goedbedoelende minnaars te zingen. Sherrill Milnes zingt een strenge, autoritaire vader Germont, met wie je niet in discussie gaat, maar die zich in de laatste scènes ook van zijn menselijke kanten laat zien.
RENATA SCOTTO
Renata Scotto heeft (of moet ik zeggen: had?) iets wat weinig andere zangeressen bezaten: een perfecte techniek die haar in staat stelde om met coloraturen te strooien alsof het niets was. Haar hoge noten klonken weliswaar een beetje staalachtig maar waren ontegenzeggelijk loepzuiver. Zij bezat de gave om met haar stem (en niet alleen maar met haar stem!) te acteren, en door haar perfecte articulatie kon je niet alleen letterlijk volgen wat ze zingt, maar het ook begrijpen.
Haar wellicht mooiste (er bestaan meerdere opnames met haar) Violetta nam ze in 1963 op (DG 4350562), onder de zeer spannende leiding van Antonino Votto. Alfredo wordt er gezongen door de zoetgevooisde Gianni Raimondi, en Ettore Bastianini is een warme, inderdaad vaderlijke, Giorgio Germont.
En denk maar niet dat de voorstellingen vroeger, toen alles nog volgens het boekje gebeurde, statisch en saai waren! In 1973 was La Scala op tournee in Japan, en daar, in Tokyo, werd een legendarische voorstelling van La Traviata opgenomen (VAI 4434).
De hoofdrollen werden vertolkt door de toen nog ‘volslanke’ Renata Scotto en de 27-jarige (!) José Carreras. DVD vermeldt geen naam van de regisseur, wellicht was er ook geen, en de zangers (en de dirigent) hebben het allemaal zelf gedaan? Hoe dan ook, het resultaat is werkelijk prachtig, ontroerend en to the point. Ik ga er verder niets meer over vertellen, want deze opname is een absolute must voor iedere operaliefhebber.
Finale van de opera:
TERESA STRATAS
Tot slot: wellicht zijn de puristen het niet mee eens, maar de in 1983 gerealiseerde verfilming van de opera door Franco Zefirelli, met Teresa Stratas en Plácido Domingo in de hoofdrollen (DG073 4364), hoort in ieders verzameling thuis. Toegegeven – Zefirelli permitteert zich coupures en kort scènes in, maar zijn sfeertekening en milieuportrettering zijn onnavolgbaar, en de spanning is om te snijden. Wat ook op het conto van de voortreffelijke zangers/acteurs toegeschreven moet worden
PATRICIA CIOFI 2004
De productie uit Venetië in november 2004 in de regie van Robert Carsen werd gemaakt voor de heropening van de acht jaar eerder totaal afgebrande La Fenice. Er werd gekozen voor de eerste versie van de opera, uit 1853. Goed bedacht, daar de (toen mislukte) première van wat Verdi’s meest geliefde opera ooit zal worden, juist daar had plaatsgevonden. De grootste verschillen met de ons bekende, één jaar latere versie zitten in het duet tussen Violetta en vader Germont, en de twee laatste nummers van de derde akte.
Als geen andere opera kán Traviata geactualiseerd worden. Het was overigens Verdi’s wens om haar in hedendaagse kostuums op te voeren. In de regie van Carsen draait alles om geld, en de dollars vallen ook als bladeren van de bomen. Hij verplaatst de tijd van handeling naar de jaren tachtig van de vorige eeuw, de tijd van opkomende megasterren, supermodels, gigaparty’s, maar ook junks, kraakpanden en aids. Zoals altijd bij hem, is alles zeer logisch en consequent doorgevoerd..
Een absoluut hoogtepunt is het beginscène van de laatste acte, waarin de inmiddels totaal (ook letterlijk!) aan de grond geraakte Violetta een video van haar verleden bekijkt. Een video die op bepaald moment stopt en alleen maar “sneeuw” vertoont. De scène grijpt je naar je keel en laat je nooit meer los. Het toppunt van de goede moderne regie.
Violetta wordt zeer aangrijpend vertolkt door de zowel vocaal als scenisch imponerende Patricia Ciofi. Als Alfredo komt de Italiaans-Duitse tenor Roberto Sacca zeer overtuigend over en Dmitri Hvorostovsky is een voortreffelijke vader Germont (Arthaus Musik107227 )
Laatste zeven minuten van de productie:
EVA MEI 2005
In 2005 werd tijdens de Zürcher Festspiele een Traviata in de regie van Jürgen Flimm opgenomen (Arthaus Musik 101247). De prachtige decors van de hand van Erich Wonder zijn spaarzaam, maar er is wel een bed. Waren bij Carsen alle personages voor een deel zelf debet aan het drama, bij Flimm is het duidelijk pappa Germont wiens schuld het allemaal is.
Eva Mei is vocaal bijna net zo goed als Ciofi en Piotr Beczała is een pracht van een Alfredo. Met zijn lyrische tenor die het midden houdt tussen Gedda en Wunderlich klinkt hij veel mooier dan Sacca. Samen met Eva Mei vormen zij een wat romantischer paar dan Sacca en Ciofi, maar die zijn dan weer veel en veel dramatischer. Thomas Hampson zet een zeer onsympathieke papa Germont neer, maar dat was natuurlijk de bedoeling. Zeer spannend.
Eva Mei en Piotr Beczała:
ANGELA GHEORGHIU
Violetta is altijd het paradepaardje van Gheorghiu geweest. Vanaf haar debuut in het Londense ROH in 1994 tot niet zo lang geleden liep de rol als een rode draad door al haar optredens heen.
Maar kleine meisjes worden groot en het zingen van zwaardere rollen is niet zo bevorderlijk voor de coloraturen. In 2007 had haar inmiddels een beetje scherpe sopraan veel donkere ondertonen gekregen, wat op zich helemaal niet verkeerd is, en zeker op zijn plaats is in de derde acte.
Gheorghiu is altijd al een zeer overtuigende actrice geweest, en hier, onder de behoedende (en behoudende) oog van de regisseur Liliana Cavani, doet zij wat de componist van haar verlangt en sterft een mooie en dramatische dood.
Ramón Vargas was Alfredo toen al een beetje ontgroeid, maar Roberto Frontali zingt een zeer fraaie Giorgio Germont.
Lorin Maazel is niet de meest sprankelende dirigent die we kennen, maar de productie uit La Scala is ware een lust voor het oog. (Arthaus Musik 101343).
NATALIE DESSAY 2011
Ik ben een groot bewonderaar van Natalie Dessay. Zij is een voortreffelijke zangeres en actrice en weet zowat alles, inclusief het telefoonboek, aannemelijk te maken. Maar zelfs voor haar is er een grens en die houdt wat mij betreft bij Violetta op. Voor de eerste acte zijn haar coloraturen niet meer toereikend en voor de rest moet zij het van haar (toegegeven: grandioos!) toneelspel hebben.
Charles Castronovo zingt mooi, maar moet het voornamelijk van zijn (ja, zeer fraaie, dat geef ik ook toe) uiterlijk hebben. Ludovic Tézier oogt te jong voor de rol van pappa Germont.
Steeds vaker verlang ik naar de tijden van Sutherlands, Caballé’s en Pavarotti’s. Toen kon je het beeld (mocht er een beeld bij zijn) uitzetten en gewoon genieten, tegenwoordig moet je steeds vaker het geluid uitzetten om van mooie mensen te genieten. Kan ik net zo goed naar een soapserie kijken.
Niet aan mij besteed, maar wellicht denkt u er anders over (Virgin Classics 7307989)
BEVERLY SILLS
Een p.s.: mis de prachtige hommage aan Beverly Sills, Made in America (DG 0734299) niet, met een keur aan schitterende archiefbeelden, waaronder ook haar La Traviata met Ettore Bastianini.
Basia ik heb je een verslag van mijn beleving in de Hamburgse Staatsop beloofd. Voorstelling 6-10-2017 van La Traviata:
Violetta : Dinara Alieva
Flora: Nedezhda Karyazina
Annina: Ruzana Grigorian
Alfredo: Liparit Avetisyan
Giorgio: juan jesús Rodriguez
Gastone: Peter Galliard
Muzikale leiding: Chrustoph Gedschold
Philharmonisch Staatsorjest Hamburg
Operakoor Hamburg
De voorstelling begon heel mooi. Er zat een man op het toneel op een accordeon, al op het moment dat de zaal open ging. Bij aanvang deed hij zijn instrument om en speelde heel subtiel de eerste frasen die heel voorzichtig werden overgenomen door violen en daarna hele orkest.
Violetta deed me denken aan de jonge Anna Netrebko. Mooie stem, alles heel soepel en haar spel was voortreffelijk.
Alfredo had een mooie tenor maar vooral in begin fase tov violetta te weinig volume, later werd dat wel iets beter. Maar zijn spel was ook heel goed.
Vader Giorgio had een heel mooie bariton en groot volume.
Koor zong en acteerde prima en alert en het orkest stond onder prima leiding.
Deze voorstelling maakte indruk.
Men wist de zaal mee te nemen in het verhaal. Iedereen zat op het puntje van zijn stoel, het was muisstil. Tegen het eind was de spanning te snijden.
Die spanning ontlaadde zich aan het eind in een daverend applaus en vele Bravo’s en Brava’s.
Fijn om hierbij te kunnen zijn!
Bardzo ciekawy przegląd (odważny komentarz dotyczący Callas, dziękuję za docenienie Ciofi). Niestety nie znam holenderskiego więc przeczytałem wrzucając w google translator
Die Carsen enscenering heb ik destijds op TV gezien. Ik ben al een Carsen-fan en dit is inderdaad één van zijn beste realisaties. Ironisch detail: op die dollarbriefjes staat het hoofd van Verdi! En ook als fan van ‘afwijkende’ versies vind ik dat gebruik van de eerste versie extra interessant.
En tja, die Zefirelli film… er zijn mooie vondsten, zoals het idee van de hele opera als herinnering van Violetta weer te geven tot aan het laatste bedrijf. Op andere momenten vond ik het geheel toch nogal overladen (de feesten!). Coupures vind ik NOOIT te verantwoorden, ook niet in een operafilm. In zijn Otello-verfilming gaat hij nog verder en laat bv het hele ‘Salce’ lied weg. Ontoelaatbaar!
Stratas is wel zoniet vokaal dan zeker scenisch een gknipte Violetta; om tranen in de ogen te krijgen…
Bedankt voor je reactie, Stefan. Grotendeels mee eens, zeker wat Otello betreft! Ik haat coupures, maar in de Traviata verfilming kon ik ze “dulden’, zeker omdat de rest zo geweldig was en ik moest janken van het begin tot het eind.
Carsen kan ook bij mij geen kwaad doen, bij hem is alles zo ontzettend logisch en vanzelfsprekend!
Basia ik heb je een verslag van mijn beleving in de Hamburgse Staatsop beloofd. Voorstelling 6-10-2017 van La Traviata:
Violetta : Dinara Alieva
Flora: Nedezhda Karyazina
Annina: Ruzana Grigorian
Alfredo: Liparit Avetisyan
Giorgio: juan jesús Rodriguez
Gastone: Peter Galliard
Muzikale leiding: Chrustoph Gedschold
Philharmonisch Staatsorjest Hamburg
Operakoor Hamburg
De voorstelling begon heel mooi. Er zat een man op het toneel op een accordeon, al op het moment dat de zaal open ging. Bij aanvang deed hij zijn instrument om en speelde heel subtiel de eerste frasen die heel voorzichtig werden overgenomen door violen en daarna hele orkest.
Violetta deed me denken aan de jonge Anna Netrebko. Mooie stem, alles heel soepel en haar spel was voortreffelijk.
Alfredo had een mooie tenor maar vooral in begin fase tov violetta te weinig volume, later werd dat wel iets beter. Maar zijn spel was ook heel goed.
Vader Giorgio had een heel mooie bariton en groot volume.
Koor zong en acteerde prima en alert en het orkest stond onder prima leiding.
Deze voorstelling maakte indruk.
Men wist de zaal mee te nemen in het verhaal. Iedereen zat op het puntje van zijn stoel, het was muisstil. Tegen het eind was de spanning te snijden.
Die spanning ontlaadde zich aan het eind in een daverend applaus en vele Bravo’s en Brava’s.
Fijn om hierbij te kunnen zijn!
LikeGeliked door 1 persoon
Bedankt voor je relaas Aafke! Ben heel erg blij dat je hebt genoten± er gaat niets boven een live voorstelling!
LikeLike
Bardzo ciekawy przegląd (odważny komentarz dotyczący Callas, dziękuję za docenienie Ciofi). Niestety nie znam holenderskiego więc przeczytałem wrzucając w google translator
LikeGeliked door 1 persoon
Slicznie dziekuje za komentarz!
LikeLike
Die Carsen enscenering heb ik destijds op TV gezien. Ik ben al een Carsen-fan en dit is inderdaad één van zijn beste realisaties. Ironisch detail: op die dollarbriefjes staat het hoofd van Verdi! En ook als fan van ‘afwijkende’ versies vind ik dat gebruik van de eerste versie extra interessant.
En tja, die Zefirelli film… er zijn mooie vondsten, zoals het idee van de hele opera als herinnering van Violetta weer te geven tot aan het laatste bedrijf. Op andere momenten vond ik het geheel toch nogal overladen (de feesten!). Coupures vind ik NOOIT te verantwoorden, ook niet in een operafilm. In zijn Otello-verfilming gaat hij nog verder en laat bv het hele ‘Salce’ lied weg. Ontoelaatbaar!
Stratas is wel zoniet vokaal dan zeker scenisch een gknipte Violetta; om tranen in de ogen te krijgen…
LikeGeliked door 1 persoon
Bedankt voor je reactie, Stefan. Grotendeels mee eens, zeker wat Otello betreft! Ik haat coupures, maar in de Traviata verfilming kon ik ze “dulden’, zeker omdat de rest zo geweldig was en ik moest janken van het begin tot het eind.
Carsen kan ook bij mij geen kwaad doen, bij hem is alles zo ontzettend logisch en vanzelfsprekend!
LikeLike