Turandot

TOP TIEN van Neil van der Linden

1 Moby Dick, or, The Whale Een draaikolk van totaaltheater, – muziek, -beeldende kunst, – film waarin alle thema’s in Herman Melvilles klassieker uit de opkomende industriële maatschappij van de negentiende eeuw die nog steeds een rol spelen, uitbuiting, verpaupering en racisme, maar ook obsessiviteit en queer-erotiek aan bod komen. Muziek Caroline Shaw, Andrew Yee, Asma Maroof, regie Wu Tsang, tekst Sophia Al-Maria, dirigent Kevin Griffiths.

EMA8WG Extreme Close-Up Eye Of Baby Sperm Whale (Physeter Macrocephalus) Captive D1940

2 Widmann eclectische en toch geheel eigen Arche NTR ZaterdagMatinee totaaltheater en toch concertante op het podium van het Concertgebouw.

3 And here I am/a Lonely Woman van Huba de Graaff. Het unieke werk en leven van de Iraanse dichteres Foroukh Foroukhzad verklankt in punk-rock band stijl, verweven met met beelden uit Foroukhzads indringende experimentele film The House is Black over een lepra-oord.

4 NOMAD Sidi Larbi Cherkaoui eigenlijk al een voorstelling van drie jaar ervoor, maar door corona opgehouden. Ik heb nooit mooiere woestijnen, donderwolken, stortbuien en vloedgolven gezien op het toneel, realistisch en toch theatraal, in een meeslepende voorstelling over mensen op drift

5 Le Vin Herbé Ulrike Quade Capella Amsterdam Emio Greco. Frank Martins indringende versie van Tristan und Isolde, op het toneel zo eenzaam gemaakt als ze in Frank Martins opera zijn, midden in Corona tijd in verplicht halflege zalen, verbeeld als tragikomische poppenopera. Wanneer komt Ulrike Quade iets uitvoeren bij De Nationale Opera?

6 Ex aequo twee nieuwe Amerikaanse opera’s bij DNO, waartussen ik niet kan kiezen; gelukkig maar. Blue met muziek van Jeanine Tesori, libretto Tazewell Thompson, dirigent Kwamé Ryan. Barber meets Ellington meets Puccini meets Grant Still in een overtuigend verklankt en verbeeld eigentijds drama over raciale thema’s die niet alleen in de VS actueel zijn. En Denis en Katya, muziek Philip Venables, libretto en regie Ted Huffmann, over twee jeugdige Russen die na dood en verderf te hebben gezaaid zelf de dood verkiezen. Kwam bij toeval uit kort na de Russische inval in Oekraïne, en de somberte van het werk kreeg daardoor een huiveringwekkend actualiteit. Michael Wilmering en Inna Demenkova vulden met hun tweeën het hele immense toneel van de Stopera.

7 Een nog kleinere productie van DNO, Boekman Michiel de Regt, Erik van der Horst DNO, over de vooroorlogse socialistische wethouder cultuur Emanuel Boekman, die, zelf geboren in arme Joodse familie in de Pijp, in zijn functie bij de gemeente dagelijks van zijn huis in Zuid door de Waterloopleinbuurt naar het toenmalige gemeentehuis aan de OZ Voorburgwal fietste, en toen al de wens had Amsterdam van een operagebouw te voorzien. Alleen niet op de plek waar het nu staat, op de plaats van de oude Joodse buurt. Ik zal nooit meer vergeten dat onder elke stap die je in en rond het Stadhuis en het Operagebouw zet de tragische geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Amsterdam te vinden is.

Boekman, Nationale Opera, Spel en tekst: Harpert Michielsen, Muziek en Spel: Erik van der Horst, Regie: Michiel de Regt, Dramaturgie: Wout van Tongeren, Oorspronkelijke muziek (versie2021): Bart Sietsema

8 Der Ring Necati Öziri HF Een hilarische, maar tegelijkertijd oprecht betrokken kijk op Wagners Ring binnen de context van moderne sociale verhoudingen, man-vrouw, patriarchaat, matriarchaat en Wagners ideeën over een nationalistisch ‘wij’ en wie daar dan wel en niet bij mogen horen.

Ik had uit het Holland Festival ook Kein Licht op van teksten Elfriede Jelinek, muziek Philippe Manoury en regie Nicolas Stemann kunnen kiezen, voor mij het derde hoogtepunt van het afgelopen Holland festival.

9 Katia Kabanova Janacek NTR ZaterdagMatinee ook fraai semi-geënsceneerde uitvoering van het werk. Ik had ook L’Italiana in Algeri kunnen kiezen, idem uitgevoerd, maar Janacek is gewoon een stuk substantiëler. Of de Rheingold in authentieke bezetting. Ik vind een goede Wagner altijd geweldig, maar vond het concept voor een deel ook lood om oud ijzer; Boulez’ aanpak was verhelderender. Maar Die Walküre komt er ook aan en daar zal het idee zich echt kunnen bewijzen.

10 Königskinder Humperdinck DNO Half in de vergetelheid geraakt bijna-meesterwerk met een fascinerende ontstaansgeschiedenis en een fascinerend vervolg (Joods Duitsland ontmoet antisemitisch Duitsland), op een overtuigende manier afgestoft, in muzikale aanpak en enscenering.

Er was helaas geen plaats meer The Book of Water Michel van der Aa met Amsterdam Sinfonietta

en Het Barre Land van Sinfonietta/ISH, Layegh, Stravinsky, Berg, Džajkovski, Nyman, Dessner, Avison, Ronner, Karaindrou, Casals, Pärt, Say & Sylvestrov, allebei ook fraai.

Het kan zijn de ingrepen in of eigenlijk juist het weglaten uit Turandot in de productie van DNO de voorstelling in de herinnering zullen doen rijpen. In de nawerking overtuigt het idee dat de voorstelling moest stoppen waar Puccini moest stoppen meer en meer.

Ik heb CDs en concerten buiten beschouwing gelaten, anders had ik het zeker ook moeten hebben over de motetten van Vicente Lusitano op CD door het Marian Consort, kippenvel bij Graindelavoix en het Huelgas Ensemble in het Festival Oude Muziek, klankpracht en sensualiteit met Dallapicola, Respighi en Rick van Veldhuizen bij het KCO en het NedPho, en, een beetje in de lijn van het kerstverhaal zelf, is er ook geen plaats voor het verpletterende kerstconcert als drama met Vox Luminis in de Matinee.

Turandot naar de letter van de geesten.

Tekst: Neil van der Linden




Voor het eerst sinds tijden klonk er weer boegeroep in de Stopera. De poging van regisseur Barry Kosky om al het gruwelijks dat in Puccini’s opera gebeurt een zinvolle nieuwe context te geven bleek toch niet in staat iedereen te overtuigen.

Of misschien werd hem vooral kwalijk genomen dat Kosky, samen met dirigent Lorenzo Viotti (die wél volop applaus kreeg!), had besloten de vertrouwde maar apocriefe door Franco Alfano na Puccini’s dood toegevoegde slotscène weg te laten, waardoor de opera eindigt kort na de zelfmoord van Liu en het publiek dus een flink deel van het vertrouwde vocale werk van de officiële sopraan en de tenor-hoofdrollen respectievelijk Turandot en Calaf onthouden wordt. Ook al is dit de versie die Toscanini bij de première van het werk verkoos; pas tijdens volgende opvoeringen dirigeerde hij Alfano’s toevoegingen erbij, in verkorte vorm, omdat hij niet gelukkig was met die toevoegingen.

Wat overblijft is wel een erg duister geheel, met weinig anders dan de zelfopoffering van Calafs trouwe bediende Liu, zonder een bijna Wagneriaanse ‘verlossing’ die de componist blijkens de nagelaten schetsen had voorzien, maar waarmee hij ook blijkens die schetsen sterk worstelde, vermoedelijk mede doordat weinig in het voorgaande vooruitwijst naar de daarvoor vereiste drastische omslag in de gedachten van de tot dan toe uitermate wrede protagoniste Turandot.

Daarvoor krijgen we in het libretto van deze opera ook te weinig te zien van Turandot. Dat laatste heeft regisseur Barry Kosky letterlijk verbeeld door het personage van Turandot alleen maar indirect ten tonele te voeren. We krijgen niets van haar te zien, en de stem van Tamara Wilson in de tot nu tot twee scenes ingeperkte rol klinkt eerst vanuit een enorm doodshoofd in het decor en later vanuit de orkestbak. Ja, inderdaad, Turandot komt nu alleen nog maar in twee scenes voor. Maar ja, dat was bij Toscanini bij de première dus ook het geval.

Vóór de uitvoering, tussen de bedrijven (de opera wordt zonder pauze uitgevoerd) en aan het eind klinken fluisterstemmen met flarden deels aan de tekst van de opera ontleende teksten. “Luister, vreemdeling,” woorden gericht tot de gelukszoekende prins, nu ook gericht tot het publiek. Er wordt gezegd dat de doden doordromen, suggererend dat wat we zien de belevingswereld is van de vele slachtoffers van het wrede regime dat we op het toneel zien. En Turandot bestaat niet, klinkt het aan het eind van de voorstelling.

Intussen zien we een gruwelijke samenleving op het toneel, waarin massa’s zich laten opjutten om de gruwelijke wensen van een kennelijk gemeenschappelijke fata morgana uit te voeren.

Ja, zo kunnen massa’s zijn, leert de geschiedenis, waaraan ook de in het programmaboek geciteerde Elias Canetti refereert, die in zijn Massa en Macht uit 1960 een diepte- en massapsychologische analyse schreef van de massavorming en de wil tot macht waarin hij ook een beeld schetst van de “paranoïde alleenheerser”, mede naar aanleiding van wat hij in de jaren dertig met eigen ogen in Oostenrijk en Duitsland had zien gebeuren.


In dit verband is het interessant te vermelden dat regisseur Barry Kosky onlangs de Prize for Understanding and Tolerance en het zich inzetten voor Joods erfgoed heeft gekregen van het Joodse Museum in Berlijn. Turandot, in 1924 onvoltooid nagelaten, in 1926 in première gegaan onder de later verwoede anti-fascist Toscanini, het ligt allemaal niet zover van die jaren dertig.

De massa, perfect gezongen en uitgebeeld door het koor van de opera, is uniform gekleed in wat deels op Mao-pakken lijkt, maar de uniformiteit is als boodschap belangrijker dan verwijzingen naar de Chinese geschiedenis van de twintigste eeuw. Al zijn in de beelden China en met name Chinoiserie nooit helemaal ver weg.

Dansers voeren choreografieën uit die mede door de veelkleurige kleding de op traditioneel-Chinese esthetiek gebaseerde opera die Puccini voor zich moet hebben gezien verbeelden. Ik vond wel een probleem dat de Oriëntalistische stijlelementen niet goed op het overige toneelbeeld aansluiten, zeker niet in de logica die Kosky in het geheel wil aanbrengen. Stellen dat het allemaal een droom is is dan niet altijd voldoende.

Prachtig kwam in deze opzet naar voren hoe gruwelijk de ‘komische’ personages Ping, Pang en Pong zijn. Uiteindelijk zijn zij het die prins Calaf met geweld willen dwingen zijn naam bekend te maken, en de jonge Liu martelen om haar Calafs naam bekend te laten maken, en haar zo tot zelfmoord dwingen.

En ja, dat is uit lijfsbehoud, en namens de gehele bevolking, als gevolg van het decreet van Turandot dat als die naam niet bekend wordt gemaakt de hele bevolking van Beijing zal worden uitgeroeid. De bevolking komt ook niet in opstand tegen het systeem, dat het in feite zelf in stand houdt.

Van de solisten waren Ping, Pang en Pong ook theatraal de sterren van de show. Met Germán Olvera als prachtige bariton, die als acteur ook heel gemeen kan zijn, en verder Lucas van Lierop als sterke tenor en Ya-Chung Huang als geweldige komiek, wiens gezichtsuitdrukking op 30 meter afstand nog tot in detail te volgen is, én als uitstekende tenor.

De andere hoofdrol is voor koor, dat vrijwel permanent op het toneel staat, of ligt, zoals bij de opening en aan het slot, als het in vaalgrijs licht op de grond ligt, als een massa doden. Waaraan overigens ook in het libretto wordt gerefereerd: ‘Op de glacis ziet men de schimmen van Turandots slachtoffers verschijnen en verdwijnen.’ En ze zingen: “Aarzel niet! Roep haar en zij verschijnt, van wie wij, doden, nog steeds dromen.

Doe haar spreken, zodat we haar horen! Ik hou van haar! Ik hou van haar!”
En dan de prins: “Nee! Nee! Alleen ik hou van haar!”
Ping, Pang en Pong: “Hou je van haar? Wat zeg je? Van wie zeg je? Van
Turandot? Ha! Ha! Ha!”

Lagen in het libretto die vaak verborgen blijven als je het werk als een Peking opera uitvoert. En met het beeld van dode geesten is waar de opvoering eindigt. Op het punt waar ook Toscanini de eerste opvoering eindigde, en de woorden sprak: “Hier eindigt de opera, omdat op dit punt de maestro is gestorven.”

Zou de dus wél met applaus overladen dirigent Lorenzo Viotti zich een Puccini- of Toscanini-kapsel mét anno jaren twintig vorige eeuw-snor hebben aangemeten om ons aan die première te herinneren?

Musical direction  Lorenzo Viotti
Stage direction  Barrie Kosky
Set design  Michael Levine
Costume design  Victoria Behr
Lighting design  Alessandro Carletti
Choreography  Otto Pichler
La principessa Turandot  Tamara Wilson
L’imperatore Altoum  Marcel Reijans
Timur  Liang Li
Il principe ignoto (Calaf)  Najmiddin Mavlyanov
Liù  Kristina Mkhitaryan (2, 6, 9, 17, 21 and 28 Dec)
Ping / Un mandarino  Germán Olvera
Pang  Ya-Chung Huang
Pong  Lucas van Lierop

Nederlands Philharmonisch Orkest
Koor van de Nederlandse Opera, koorrepetitor Edward Ananian-Cooper
Nieuw Amsterdams Kinderkoor

Foto’s Monika Rittershaus



Traikler van de productie

Robert Wilson ensceneerde Turandot in Madrid

Tekst Peter Franken

De zeer specifieke stijl van Wilson is algemeen bekend onder operaliefhebbers. Dat betekent overigens wel dat al zijn producties nogal sterk op elkaar lijken, zoiets als bij Giancarlo del Monaco en Otto Schenk, maar dan precies tegenovergesteld. Wilson schuwt elke vorm van naturalisme, houdt zijn producties abstract en ingetogen waardoor ze doen denken aan aan het Japanse Noh theater, ook een kunstvorm met gestileerde gebaren waarin veel aan de verbeelding van de toeschouwer wordt overgelaten.

De productie van Turandot die in 2018 in première ging in Teatro Real Madrid is in alle opzichten een echte Wilson. Het toneelbeeld is sober en wordt vooral bepaald door de belichting en kostumering. Grote schuivende panelen voeren op de achtergrond een ballet uit waardoor steeds een ander beeld ontstaat. Het licht is vooral vele tinten blauw met alleen rood als Turandot verschijnt. Uitgerekend de ijsprinses die zichzelf niet menselijk noemt maar een dochter van de hemel krijgt de kleur van liefde. Zo weten we al direct hoe het gaat aflopen.

In de tweede akte lijken de spelers zich in een rechthoekig blauw vlak te bevinden. Het vergroot het effect van een reusachtige poppenkast dat aansluit bij de wijze waarop Wilson de drie ministers Ping, Pang en Pong ten tonele voert. Dat houdt het midden tussen mime en poppenspel met koddige gebaartjes, sprongetjes, draaien in de rondte en overdreven gelaatsuitdrukkingen.

Goed beschouwd heeft Wilson deze Turandot geënsceneerd als een oratorium. De zangers staat steeds naast elkaar met hun gezicht naar het publiek. Van interactie is geen sprake en men beperkt zich tot wat houterige gebaren, liefst synchroon.Toch is het fascinerend om naar te kijken dankzij de spanning die van de tekst uitgaat en het schitterende lichtpaleis waarin alles in vervat.

De kostuums zijn fantasie oosters chinees en een stel geharnaste figuranten lijkt zo te zijn weggelopen uit het terracottaleger in Xian. De leden van het koor zijn donker gekleed en zingen steeds in een weinig verlicht deel van het toneel. Alleen hun zang mag op de voorgrond treden, overigens Puccini’s enige opera waarin dat nadrukkelijk het geval is.

Yolanda Auyanet mag zich in de sympathie van het publiek verheugen als Liù, een geslaagd optreden. Andrea Mastroni is een adequate Timur. Raúl Giménez als Imperatore Altoum klinkt wat moeizaam.

Verrassend is de casting van de zestiger Gregory Kunde als een onherkenbare Calaf. Dat geldt overigens alle zangers, iedereen is wit geschminkt en helemaal ‘ingepakt’. Kunde is zonder meer voortreffelijk in deze veeleisende rol, echt een genoegen om hem weer eens te horen.

De titelrol is weggelegd voor Irene Theorin. Op zich kan ze de partij goed aan maar het klinkt mij wat te geknepen allemaal. Natuurlijk is het ook onmogelijke muziek, nergens eens een prettige melodische lijn, steeds maar die uithalen.

De overige rollen zijn adequaat bezet, met name de drie ministers die als enigen ook acterend het nodige te doen krijgen.

De instudering van het uitstekende zingende koor komt voor rekening van Andrés Maspero. Nicola Luisotti heeft de muzikale leiding.

Van twee voorstellingen in december 2018 is een opname gemaakt die door BelAir op Blu-ray is uitgebracht, zeer aanbevolen.

Mini disc

Salvatore Licitra als Calaf: moeilijk

Turandot Licitra

Salvatore Licitra courtesy of San Diego Operaren

Moeilijk.

Ik kijk en luister naar Salvatore Licitra en kan mijn tranen niet bedwingen. Hij is nooit mijn geliefde tenor geweest, maar, met de wetenschap dat je kijkt en luistert naar wat waarschijnlijk zijn allerlaatste opname is geweest (in september 2011 kreeg hij een dodelijk ongeluk op zijn geboorte-eiland, Sicilië), maakt het beoordelen, laat staan ‘genieten’ zeer lastig.

Turandot Licitra dvd

En wat moet ik over de productie zelf vertellen? Het is een goede oude Zeffirelli, met alles erop en eraan, al verandert hij her en der wat. Maar de sfeer in Verona is om jaloers op te zijn, zo mooi.

De maan is verlicht en je waant je midden in een sprookje. En zelfs al vind je zijn realistische aanpak en de larger then life decors iets te …. dan een ding kan je hem niet ontzeggen: zijn personenregie is to the point en de interactie is bij hem ook altijd perfect getimed. De beelden zijn ontegenzeggelijk prachtig en het blijft een fascinerend spektakel.

Maria Guleghina was toen de allerheersende Turandot en zij doet het zonder meer goed, maar ook zij is een dagje ouder geworden en er is een soort routine in haar stem en voordracht geslopen. Ik hoor ook een rafelig randje in haar hoogte.

Luiz-Ottavio Faria is een zeer ontroerende Timur en Tamar Iveri een mooie, maar niet een echt memorabele Liu.

Het blijft moeilijk.

Giacomo Puccini
Turandot
Maria Guleghina, Salvatore Licitra, Tamar Iveri, Luiz-Ottavio Faria e.a
Coro e Orchestra dell’Arena di Verona onder leiding van Giuliano Carella Regie: Franco Zeffirelli
BelAir BAC066

Busoni en La Nuova Commedia dell’ Arte

Busoni Turandot Arlecchino

Feruccio Dante Michelangelo Benvenuto Busoni is, denk ik, één van de grootste kosmopolitische componisten uit de muziekgeschiedenis. Zijn vader was een Italiaan en zijn moeder een Duitse. Busoni studeerde in Oostenrijk, trouwde met een Russisch-Zweedse en ging in Berlijn wonen. Voornamelijk dan, want hij woonde ook in Wenen, Zürich en Bologna. En, o ja, hij had ook nog eens Joodse wortels. En dan al die voornamen!

Het schijnt dat hij een boekencollectie had die had kunnen concurreren met de meeste bibliotheken: geen wonder dat hij zijn klassieken kende! Busoni was ook een groot kenner en bewonderaar van Carlo Gozzi en na het componeren van de incidentele muziek voor zijn toneelstuk Turandot besloot hij het gegeven tot een opera te verwerken. In dezelfde tijd (1916) componeerde hij ook Arlecchino, een opera gebaseerd op een figuur uit Commedia dell’Arte. De (Duitstalige) libretto’s met veel gesproken dialogen zijn van de hand van de componist zelf.

Busoni Turandot-Arlechino_Premier_Poster_600391

Beide opera’s, die Busoni ‘La Nuova Commedia dell’ Arte’ noemde beleefden hun wereldpremière op 11 mei 1917 in het Stadttheater van Zürich onder leiding van de componist zelf.

In 1992 werden de opera’s in Berlijn opgenomen en nu (voor het eerst?) op de markt gebracht. Joseph Protschka is een warm getimbreerde Kalaf en Linda Plech excelleert als Turandot.  Gerd Albrecht dirigeert zeer betrokken, met veel aandacht voor de partituur.



Feruccio Busoni
Turandot; Arlecchino
Rene Pape, Linda Plech, Joseph Protschka, Celina Lindsley, Peter Matic, Robert Wörle, Siegfried Lorenz e.a.
Radio-Sinfonie-Orchester Berlin olv Gerd Albrecht
Capriccio C5398

Het laatste woord over Turandot is nog niet gezegd

https://c8.alamy.com/comp/C5WMNB/turandot-poster-for-the-1926-production-of-puccinis-opera-at-la-scala-C5WMNB.jpg

WENEN 1983

Turandot Carreras

Harold Prince, met maar liefst 21 Tony Awards op zijn naam één van de grootste (zo niet de grootste) producers/regisseurs van musicals, nam in 1983 ‘Turandot’ (Arthaus Musik 107319) onder handen, met een zeer indrukwekkend resultaat. Hij creëerde een door angst geregeerde schijnwereld, waar de in spetterende kostuums gestoken bewoners zich (en hun ware gevoelens) achter de maskers verschuilen. Schitterend en angstaanjagend tegelijk.

Eva Marton zingt een fenomenale Turandot en Katia Ricciarelli is een broze, meelijwekkende Liù. haar met de mooiste pianissimi uitgesponnen “Signore ascolta” is hartbrekend.

En José Carreras… Ook om hem moet ik huilen, want toen, op zijn 37e, beschikte hij over één van de mooiste (lyrische) stemmen ter wereld. Maar Calaf was zijn rol niet. Hij zingt hem werkelijk prachtig, maar men hoort hem zijn eigen grenzen overschrijden. En toch …. Zijn hopeloze machogedrag, dat tegen elk beter weten ingaat, klopt niet alleen met het regieconcept, het illustreert ook het best Calafs karakter. Althans voor mij

Het orkest uit Wenen staat onder leiding van Lorin Maazel. Niet mijn geliefde dirigent, maar hier heb ik geen reden om te klagen

NEW YORK 1987

Turandot Domingo

Er was een periode dat ik dacht, dat ik het helemaal heb gehad met de larger than live producties van Franco Zefirelli. Dacht ik, want nu kan ik er alleen maar smachtend naar terugverlangen. Des te meer dat het niet alleen maar pracht en praal was: Zefirelli was ontegenzegelijk een zeer goede personenregisseur de interactie was bij hem ook altijd perfect getimed.

Plácido Domingo is een verhaal apart. Zoals velen van u weten (zo niet, dan weet u het nu) is hij mijn absolute hero en idool, maar hij is zo vriendelijk! En lief! Hij zingt de rol beter dan Carreras (overigens – geen van beide heren was een kampioen van de hoge noten). Zijn stem is groter en sterker, maar qua karaktertekening wint Carreras het van hem.

Leona Mitchell (wat is er toch met haar gebeurd?) is een zeer ontroerende Liù. En haar huidskleur maakt dat je haar inderdaad als de slavin (dus niet goed genoeg voor Calaf) kan meebeleven.

VALENCIA 2008

Voor de liefhebbers van sprookjes, bedwelmend mooie en kleurrijke kostuums, overweldigende decors, en van opera ‘zoals opera hoort te zijn’: van de in mei 2008 opgenomen productie uit Valencia gaat je hart sneller kloppen en zelfs met je oren dicht ga je immens genieten.

De beroemde Chinese filmregisseur Chen Kaige (o.a. ‘Farewell to my Concubine’) trekt alle registers open en laat je, al vanaf het allereerste moment, naar adem happen. Aan visuele weldaad geen gebrek aldus, wat niet betekent dat het muzikaal niet goed is.

Maria Guleghina is niet de subtielste van de hedendaagse sopranen. Ze blijft altijd een beetje ongenaakbaar en onderkoeld, maar ze heeft een dijk van een stem en haar hoge noten staan als een huis: ziehier de perfecte vertolkster van de titelrol.

Marco Berti is het prototype van een ‘ouderwets Italiaanse tenor’: rechttoe rechtaan, weinig beweging. Zijn geluid is echter ook onmiskenbaar ‘ouderwets Italiaans’: groots, rinkelend, met een vleugje Bergonzi in zijn timbre en een prachtige hoogte.

Alexia Voulgaridou is een zeer ontroerende Liù en de drie ministers zijn buitengewoon overtuigend.

Het orkest (Orquestra de la Comunitat Valenciana) onder maestro Mehta doet zijn best om zo Chinees mogelijk te klinken, wat ze wonderwel lukt (C Major BD 700404/DVD 700308).

ARENA DI VERONA 2010

Turandot Licitra dvd

Hier heb ik het moeilijk mee. Ik kijk en luister naar Salvatore Licitra en kan mijn tranen niet bedwingen. Hij is nooit mijn geliefde tenor geweest, maar, met de wetenschap dat je kijkt en luistert naar wat waarschijnlijk zijn allerlaatste opname is geweest (in september 2011 kreeg hij een dodelijk ongeluk op zijn geboorte eiland, Sicilië), maakt het beoordelen, laat staan ‘genieten’ zeer lastig.

Turandot Licitra

Salvatore Licitra courtesy of San Diego Opera

En wat moet ik over de productie zelf vertellen? Het is een goede oude Zefirelli, met alles erop en eraan, al verandert hij her en der wat. Maar de sfeer in Verona is om jaloers op te zijn, zo mooi.

De maan is verlicht en je waant je midden in een sprookje. De beelden zijn ontegenzeggelijk prachtig en het blijft een fascinerend spektakel, zeker als je daar gevoelig voor bent.

En de uitvoering? Maria Guleghina was toen de allerheersende Turandot en zij doet het zonder meer goed, maar ook zij is een dagje ouder geworden en er is een soort routine in haar stem en voordracht geslopen. Ik hoor ook een rafelig randje in haar hoogte.

Luiz-Ottavio Faria is een zeer ontroerende Timur en Tamar Iveri een mooie, maar niet een echt memorabele Liu. Moeilijk (BelAir BAC066).

ROYAL OPERA HOUSE LONDON 2013

turandot Serban

Heeft u ook zo’n hekel aan Calaf? Voor mij behoort hij tot de meest onsympathieke operahelden: egoïstisch, egocentrisch en belust op geld en macht, in staat om alleen maar van zichzelf te houden. Eenmaal op drift kan hij door niets en niemand worden tegengehouden: noch door de smeekbeden van Liu en zijn vader, noch door de wijze woorden van Ping, Pang en Pong. De wereld waartoe hij wil behoren is er een van glitter en valse schijn, waar alleen maar de buitenkant telt.

Of denkt u werkelijk dat hij verliefd is op Turandot?

Soms verdenk ik Puccini ervan dat hij met opzet zijn opera niet had afgemaakt, want: hoe brouw je een happy end aan een sprookje dat een aaneenschakeling is van martelingen, moorden en zelfmoorden?

Wellicht ben ik de enige niet. Regisseur Andrei Serban laat de opera na de dood van Liu één lange minuut stoppen, waarin alle handelingen bevriezen. Daar ben ik hem bijzonder dankbaar voor, want de hartenkreet van Timur (“word wakker Liu, het is al ochtend”) echoot zo na in je hoofd.

De vijfendertig jaar oude productie – die, na de halve wereld te zijn afgereisd, in 2013 weer eens terugkeerde naar Covent Garden – heeft niets aan pracht verloren en boeit nog steeds van het begin tot het eind. De voorstelling is met zijn prachtige choreografie een lust voor het oog: wervelend en kleurrijk, met een zeer dominante kleur rood.

Marco Berti is een prima hoewel wat statige Calaf en Lise Lindstrom zingt een zonder meer overtuigende Turandot. Iets wat ik helaas niet kan zeggen van Eri Nakamura (Liu).

De jonge Henrik Nánási heeft zo te horen nog een lange weg te gaan voordat hij zich een ‘Puccini-dirigent’ mag noemen. Nu ontbreekt het hem (nog?) aan een dosis gezond sentiment. Maar kundig is hij wel.

Dit is niet de beste uitvoering van Turandot die er is, maar wellicht, voor mij althans, wel één van de mooiste om te zien.

Hieronder trailer van de productie:

EN OP CD

Turandot Cigna

Jarenlang was de opname met Birgit Nilsson, onder leiding van Francesco Molinari-Pradelli (ooit EMI 7693272) mijn absolute favoriet. Beter kon en kan niet, basta. Tot ik een poos geleden een heel erg lang niet meer beluisterde cd met Gina Cigna uit de kast trok (Naxos 8.110193-94) en nu weet ik het niet meer.


Zowel Nilsson als Cigna hebben een dijk van een stem waarmee ze makkelijk de rol aankunnen, maar Cigna beschikt over veel meer ‘italianitá’. Daartegenover staat de ijzige kilte in Nilssons timbre, waardoor ze een personificatie van de ijsprinses lijkt te zijn.

Franco Corelli en Francesco Merli zijn aan elkaar gewaagd: macho en krachtig. Maar Merli klinkt iets afstandelijker dan de warmere en zeer verleidelijke Corelli.

Turandot Scotto

Renata Scotto is een zeer broze en ontroerende Liu, maar dat is de jonge Magda Olivero ook. Moeilijk. Aan u de keuze. Hoewel: wie zegt dat u moet kiezen?


FRANCO ALFANO

Turandot Alfano en Puccini

Franco Alfano met Puccini

Tot slot nog een paar woorden over het ‘Alfano einde’. Een jaar of vijfentwintig geleden (gaat de tijd zo snel!?) werd het in de Vlaamse Opera in Antwerpen opgevoerd en sindsdien ben ik er een echte fan van geworden. Het is zo ontzettend jammer dat het nooit officieel is opgenomen!

Turandot Barstow

Ook de cd met Josephine Barstow, waarop zij met Lando Bartolini de originele Alfano-finale heeft opgenomen (Decca 4302032) is al jaren uit de handel. Het wordt tijd dat het hersteld gaat worden!

Turan Dokht toch, of toch Turandot?

Rosa Raisa: van het getto in Bialystok naar La Scala in Milaan

Rosa Raisa: van het getto in Bialystok naar La Scala in Milaan

rosa-raisa-francesca-da-rimini-copy

Rosa Raisa als Francesca da Rimini

Het is inmiddels best lang geleden dat ik een bezoek bracht aan een zeer dierbare (en zeer zieke) vriendin, die ooit een gevierde operazangeres is geweest. Op haar vraag waar ik nu aan werk, begon ik ‘L’altra notte’ uit Mefistofele van Boito te neuriën. Zij viel mij bij en zong de hele aria voluit, met haar – nog steeds intacte, prachtige, stem. Zij zei: “ja, dat is een fijne aria om te zingen. Je kunt er al je emoties in kwijt”.

Het is inderdaad een zeer emotionele aria, geen wonder dus dat zowat iedere sopraan het op haar repertoire had en heeft staan. Callas, Tebaldi, Price, Miricioiu, Gheorghiu ….. allemaal hebben ze het ooit gezongen en of opgenomen. Maar nu wil ik even stilstaan bij de zangeres die ooit wereldvermaard was en nu vrijwel vergeten en wier interpretatie van die aria mij altijd aan mijn – inmiddels overleden – vriendin doet denken: Rosa Raisa.

Raisa nam de aria in 1923 op en het is inmiddels op verschillende labels op de markt verschenen. Haar zingen is intens, volgens de beste veristische tradities, en toch licht. Haar coloraturen en hoge noten zijn voorbeeldig, en toch ontaarden ze nergens in het ‘mooie zingen’ an sich. Geen wonder, dat ze de beste Norma was van haar generatie.

Raisa zingt ‘Casta Diva’  in een opname uit 1920:

TURANDOT

Rosa_Raisa_as_Turandot,_1926

Ik denk dat zelfs de grootste opera-leek Puccini’s Turandot kent. Zo niet de hele opera dan minstens de tenorale wereldhit ‘Nessun Dorma’. De première vond plaats op 25 april 1926 in La Scala in Milaan en de veeleisende rol van de ijskoude Chinese prinses die ontdooit na een warme kus van een onbekende prins werd gecreëerd door de beroemde Italiaanse sopraan Rosa Raisa.

Raisa Turandot poster

Hieronder: Rosa Raisa leert de omroeper hoe je de naam ‘Turandot’ moet uitspreken

Nou ja, Italiaanse …..  Raisa (Raitza Burchstein), dochter van Herschel en Frieda Leia Krasnatawska) werd geboren op 30 mei 1893 in Bialystok. Na de grote pogrom in 1906 (Raisa was toen nog geen veertien jaar oud) lukte het haar om samen met haar neef en zijn familie Polen te ontvluchten en kwam op het eiland Capri terecht. Daar ontmoette zij Dario Ascarelli en zijn vrouw Esther, die niet alleen haar talent hadden ontdekt maar ook haar studie aan het Conservatorium van Napels betaalden.

Op haar twintigste werd zij aangenomen in het operahuis in Parma, waar zij grote successen vierde in o.a. Verdi’s Oberto en Ballo in Maschera. Datzelfde jaar werd zij geëngageerd in Chicago-Philadelphia Opera en met dat gezelschap maakte zij haar debuut als Mimi (La Bohéme) in Philadelphia. Haar partner was de startenor van de Metropolitan Opera in New York, Giovanni Martinelli.

Rosa_Raisa_as_Aida_(1914)

Rosa Raisa als Aida

In 1914 debuteerde zij als Aida in het Royal Opera House in Londen, met aan haar zijde Enrico Caruso. Haar volgende rol daar was Helena van Troje (Boito’s Mefistofele), met Claudia Muzio, John McCormack en Adam Didur.

REPERTOIRE

Rosa Raisa Rachel

Rosa Raisa als Rachel (La Juive)

Haar repertoire was immens, denk alleen maar aan zulke uiteenlopende opera’s (ik noem maar een paar) als Il Trovatore, La Juive, La Fanciulla del West, Suor Angelica, La Battaglia di Legnano, Francesca da Rimini, Falstaff, Don Giovanni, Lohengrin, Tannhäuser, Les Huguenots, Isabeau, Die Fledermaus en La Fiamma. En zij zong liederen.

Hieronder zingt Raisa ‘None by the only heart’ van Tsjaikovsky in een opname uit 1920:

In 1915 ontmoette zij de van oorsprong Joods-Sefardische Italiaanse bariton Giacomo Rimini, met wie zij vijf jaar later trouwde. Samen zongen ze honderden concerten, voornamelijk in de USA. Hun optreden sloten ze altijd af met ‘La ci darem la mano’ (Don Giovanni). Haar soloconcerten eindigde ze steevast met het Jiddische ‘Eili, Eili’.

Hieronder ‘Eili Eili’ en ‘Oyfn pripetshik. Beide opnamen zijn gemaakt in 1918:

 In 1936 zong zij in Detroit de rol van Leah in Il Dibuk van Lodovico Rocca, het was één van haar laatste optredens. Raisa stierf in 1963 aan botkanker. Het is moeilijk om haar stem te beoordelen louter van haar opnamen: men mist het visuele en de magie van haar charisma. Haar tijdgenoten beschreven haar podiumprésence als niet minder dan opwindend.

Raisa boek

Wie meer over haar wil weten kan terecht bij ‘Rosa Raisa. A biography of a Diva’ geschreven door Charles Mintzer.

Hieronder Rosa Raisa in een interview met haar biografer:

Rosa Raisa op Spotify:


Turan Dokht toch, of toch Turandot?

Tekst: Neil van der Linden

turan-dokht-rodrick-estimada-2

De Iraanse componiste Aftab Darvishi en de Nederlandse regisseuse en in dit geval ook librettiste Miranda Lakerveld hebben een muziektheaterstuk geschreven, op kameroperaformaat, gebaseerd op het oerverhaal achter Turandot, in de operawereld vooral bekend van Puccini, maar ook van een opera en een suite van Busoni, en een ouverture van Von Weber.

Als toneelstuk is Turandot bekend van de 18e-eeuwse Italiaanse theatervernieuwer Gozzi, van Schiller en van Brecht. Gozzi liet het verhaal spelen in Perzië, conform vertalingen van Nizami’s teksten uit het Perzisch. Schiller transformeerde het verhaal naar China, en zo kwam het bij Puccini, Busoni en Brecht terecht, hoewel zelfs in Schillers tijd iemand Schiller’s chinoiserie weer terug transponeerde naar Perzië.

De eerste opgeschreven vorm van het verhaal komt uit Haft Pekar, ‘Zeven Kleuren’, van Nizami 1141–1209, die werd geboren in wat nu Azerbeidzjan heet. Die geboorteplaats leidde er toe dat ook Azerbeidzjan de auteur als nationale dichter opeist, ook al spreekt men er een andere taal, en dat Azerbeidzjan een eigen traditie heeft van muziek gebaseerd of Nizami’s Haft Pekar. Uzeyir Hajibeyov schiep een nationale opera-stijl, gebaseerd op een mengvorm van symfonische en lokale traditionele muziek, met onder meer werken gebaseerd op Nizami. Die opera’s worden nog voortdurend uitgevoerd. Een andere Azerbeidzjaanse componit, Gara Garayev, protégé van Shostakovitsj, schreef een geregeld uitgevoerd ballet op Haft Pekar.

Regisseuse Miranda Lakerveld heeft eerder Iraans ritueel theater onderzocht. Ze werkte ook eerder met componiste Aftab Darvishi samen, in de ‘Afro-Arabische barokopera’ Het Offer, een bewerking van het oratorium Jephte van Carissimi, met toevoegingen uit muziek uit gemeenschappen met verschillende migratieachtergronden in Amsterdam, die werd uitgevoerd in theaters in De Baarsjes en Bos en Lommer in Amsterdam.

Photo: Nichon Glerum

© Nichon Glerun

Turan Dokht betekent dochter van Turan, een algemene benaming in het Perzisch voor een prinses; Turan is een half-mythische Centraal-Aziatische rijk direct noordelijk van Iran, wat nu Kazachstan, Oezbekistan, Turkmenistan en Tadzjikistan is. Ik vraag me af of je kunt zeggen dat dat dit werk een ‘interculturele herschrijving’ van Puccini’s Turandot is, zoals het programmaboek vermeldt. Of als de makers dat inderdaad wilden, of dat nodig is. Deze Perzische of eigenlijk deels Centraal-Aziatische Turan Dokht heeft een eigen bestaansrecht, zij het met een knipoog naar Puccini’s opera, waarvan fragmenten worden gebruikt in de muziek, vooral tijdens de hoogtepunten van de amoureuze verwikkelingen.

Aftab Darvishi heeft aan het Haags conservatorium gestudeerd, onder meer bij Yannis Kyriakides, en in Amsterdam is ze afgestudeerd op filmmuziek. De muziek werkt vaak filmisch. Darvishi brengt ook elementen van de Iraanse eigentijdse klassieke muziek, die we in de buurt van eigentijdse Kaukasische en Russische muziek kunnen plaatsen. Dat is allemaal te horen en de muziek zou ook geschikt zijn voor een film. Naast de strijkers, blazers en piano worden voor een soort recitatieven een kemenche (Iraanse staande viool) en slagwerk gebruikt, en de kemenche speler zingt een deel van het verhaal, een rol die tussen die van een epische dichter-zanger uit de Perzische traditie en die van een recitatiefzanger uit een barok-oratorium inligt.

Photo: Nichon Glerum

© Nichon Glerun

De handeling wordt begeleid en vaak geleid door een drietal zingende actrices, Sarah Akbari, Niloofar Nedaei en Tahere Hezave (dezelfde die twee weken geleden in de Operadagen Rotterdam het fraaie Promethe/The Plague uitvoerden met muziek van de dirigent van deze voorstelling Navid Gohardi). Ze leiden de verhaallijn en zingen poëtische teksten over de zeven kleuren en de zeven planeten, in complexe polyfonieën die soms zijn ontleend aan Westerse klassieke harmonieën, soms aan Iraanse folklore.

Dit meerstemmig zingen is in Iran overigens soms een bittere noodzaak. Vrouwen mogen officieel niet solo zingen voor gemengd publiek. (Al wordt daar vaak de hand mee gelicht; Puccini’s Gianni Schicchi tot en met My Fair Lady zijn er onlangs uitgevoerd en ook Humperdincks Hänsel und Gretel. Truc was om in elk geval bij de première af en toe iemand mee te laten neuriën, dan kon zelfs de censuurcommissie, zelf bestaande uit bevriende musici, zeggen dat er niet solo werd gezongen; wel kostte dit op zeker moment toch de Minister van Cultuur – en ‘Islamic Guidance’ – zijn baan. Ook deze Turan Dokht is in Teheran opgevoerd.)

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

©Nichon Glerun

De drie actrices fungeren als een koor uit een Griekse tragedie, maar ze hebben ook iets van schikgodinnen, of misschien wat dichter bij huis djinns. En ze zijn hofdames, vrouwelijke evenknieën van Ping, Pang en Pong, de drie ceremoniemeesters uit de opera van Puccini.

Photo: Nichon Glerum

© Nichon Glerun

Deze Turan Dokht is niet de ijsprinses van Puccini. Wel stelt ze ook hoge eisen aan wie haar benadert, en er wordt gerept van wat voor bloedigs kan gebeuren als huwelijkskandidaten een fout maken. De prinses werd in de Nederlandse première vertolkt door Ekaterina Leventhal, een imposante verschijning, in een soort Oezbeeks gewaad; wel, ze is van Oezbeekse afkomst is, en dus eigenlijk ‘Turaans’.

Photo: Nichon Glerum

© Nichon Glerun

De prins is Arash Roozbehi, een jonge Iraanse bariton die aan de Artez hogeschool heeft gestudeerd, en die er overtuigend uitziet als prins. Een beetje een onhandige prins, maar dat wekt juist de vertedering van de drie ‘schikgodinnen’ annex ‘hofdames’, die hem onmiddellijk onder hun hoede nemen en hem zelfs nog voordat hij Turan Dokht heeft gezien de antwoorden op de vragen die zij altijd stelt verklappen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

©Nichon Glerun

Als de ontmoeting met de prinses dan plaats vindt dreunt hij meteen alle antwoorden op voordat zij nog maar iets heeft kunnen vragen. Hij moet echter nog één raadsel oplossen, haar naam, en wel nadat ze de nacht samen hebben doorgebracht op twee meter van elkaar. Tijdens die nacht besluit zij dat zij hem zelf haar naam zal vertellen door middel van een kus die zij hem bij het krieken van de dag zal geven. Een interessante feministische interpretatie dus. De schikgodinnen/hofdames helpen de prins, en Turan Dokht besluit zelf het heft in handen te nemen en een eind te maken aan al het geheimzinnige gedoe. Goed en wel ontwaakt zingen ze samen nog een stukje Puccini. In het hele land is het feest, de musici op de Iraanse instrumenten spelen folkloristische dansmuziek en dan eindigt de opera.

Er mag nog apart iets worden gezegd over de bijzondere video-animaties, gemaakt door Siavash Naghshbandi, gebaseerd op zeven kleuren, waarin ook de zeven planeten worden verbeeld door middel van fraaie lichtprojecties, op de vloer en tegen de achterwand. Ook fragmenten van Perzische miniaturen worden gebruikt, vermoedelijk afkomstig uit geïllustreerde uitgaven van Nizami’s werk, en geometrische patronen zoals we die van de Perzische tapijtkunst kennen.

Compositie: Aftab Darvishi
libretto, regie: Miranda Lakerveld

zang:
Ekaterina Levental (Turan Dokht),
Arash Roozbehi (De onbekende prins),
Sarah Akbari, Niloofar Nedaei,Tahere Hezave

dirigent: Navid Gohari
video: Siavash Naghshbandi

Gezien 5 juni Muziekgebouw aan t IJ.

 

De man die van vrouwen hield

donnePuccini

Puccini dandy

Zijn uiterlijk was voor hem zeer belangrijk. Hij was altijd elegant gekleed en hield van mooie hoeden, op en top een grand seigneur. Dankzij Giuseppe Adami weten wij hoe hij eruit zag op de dag van Premio del Commercio: hij droeg een elegante, donkergrijze ‘tight’, een bolhoed en een das in dezelfde kleur met een grote parel erop.

 

Puccini door Adami

Hij was een verwoed roker en “met de sigaret tussen zijn lippen, zijn deukhoed even schuin op het hoofd, met iets mannelijks en hartelijkst in zijn intelligent gezicht en in zijn krachtig postuur” (Adami) zag hij er beslist knap en aantrekkelijk uit.

 

puccini-de Dion-Bouton

Dat was ook de bedoeling. Hij hield van auto’s en autorijden en zijn eerste exemplaar kocht hij al in 1901: een De Dion Bouton. Een van de autoritjes werd hem bijna fataal: bij een ongeluk raakte hij bewusteloos en brak zijn been. Het weerhield hem niet van het kopen van steeds nieuwere exemplaren, nog mooier en nog sneller.

Jacht was zijn grootste liefhebberij. Niet, dat hij het zo goed kon – het schijnt, dat hij heel vaak miste en zo het plezier voor de anderen bedierf. Waarom deed hij het dan? “Het jagen had voor hem meer weg van een vertoon van viriliteit, en naarmate hij ouder werd, werd de behoefte zijn mannelijkheid te bewijzen steeds sterker” (van Leeuwen). Zijn mannelijkheid….. ja, hij hield van vrouwen.

Puccini Elvira

Puccini en Elvira Bonturi

Hij trouwde laat, pas in 1904, met de vrouw met wie hij al jarenlang samenwoonde en een zoon had. Van liefde was er geen sprake meer, maar het was fatsoenlijker. Zijn vrouw, Evira Bonturi was zeer jaloers en niet geheel zonder reden. Naast de zovele korte avontuurtjes en slippertjes had hij een jarenlange verhouding met een mysterieuze vrouw uit Turijn, een verhouding die dermate serieus was, dat hij al overwoog om te gaan scheiden.

PUccini Corinna

Maria Anna Coriasco, de mysterieuze ‘La Torinese’. Picture on the tombstome

Waarom en hoe hij de verhouding beëindigde is niet bekend. Wel bekend was een schandaal rond een dienstmeisje, die door de vrouw des huizes onterecht beschuldigd van een verhouding met haar werkgever, zelfmoord pleegde.

PUccini Doria Manfredi

Doria Manfredi

Zijn werken zijn zeer erotisch getint en zijn heldinnen krijgen de mooiste muziek te zingen. Ooit zei hij: “Il giorno in cui non sarò più innamorato fatemi il funerale”  (Op de dag wanneer ik niet meer verliefd ben, begraaf me).

‘Tu, che di gel sei cinta’ uit Turandot is de laatste aria die hij heeft gecomponeerd. Ook de tekst is van hemzelf:

Hij stierf toen hij bezig was met wat het mooiste en het grootste liefdesduet in zijn oeuvre had moeten worden. En tot het laatste moment was hij bezig met zijn uiterlijk: Puccini, de man die van vrouwen hield.

Hieronder de finale van Turandot, in de ‘originele versie’ van Franco Alfano die de opera na de dood van Puccini heeft afgemaakt:

Andrei Serbans productie van Turandot is prachtig om te zien

Turandot

De Turandot-productie van regisseur Andrei Serban voor het Royal Opera House in Londen dateert van 1984, maar heeft allerminst aan pracht en kracht ingeboet. In 2013 heeft Opus Arte de voorstelling op dvd vastgelegd.

Heeft u ook zo’n hekel aan Calaf? Voor mij behoort hij tot de meest onsympathieke operahelden: egoïstisch, egocentrisch en belust op geld en macht, in staat om alleen maar van zichzelf te houden. Of denkt u werkelijk dat hij verliefd is op Turandot?

Soms verdenk ik Puccini ervan dat hij met opzet zijn opera niet had afgemaakt, want: hoe brouw je een happy end aan een sprookje dat een aaneenschakeling is van martelingen, moorden en zelfmoorden?

Wellicht ben ik de enige niet. Regisseur Andrei Serban laat de opera na de dood van Liu één lange minuut stoppen, waarin alle handelingen bevriezen. Daar ben ik hem bijzonder dankbaar voor, want de hartenkreet van Timur (“word wakker Liu, het is al ochtend”) echoot zo na in je hoofd.

De dertig jaar oude productie – die, na de halve wereld te zijn afgereisd, in 2013 weer eens terugkeerde naar Covent Garden – heeft niets aan pracht verloren en boeit nog steeds van het begin tot het eind. De voorstelling is met zijn prachtige choreografie een lust voor het oog: wervelend en kleurrijk, met een zeer dominante kleur rood.

Marco Berti is een prima hoewel wat statige Calaf en Lise Lindstrom zingt een zonder meer overtuigende Turandot. Iets wat ik helaas niet kan zeggen van Eri Nakamura (Liu).

De jonge Henrik Nánási heeft zo te horen nog een lange weg te gaan voordat hij zich een ‘Puccini-dirigent’ mag noemen. Nu ontbreekt het hem (nog?) aan een dosis gezond sentiment. Maar kundig is hij wel.

Dit is niet de beste uitvoering van Turandot die er is, maar wellicht, voor mij althans, wel één van de mooiste om te zien.

Hieronder trailer van de productie:

Giacomo Puccini
Turandot
Lise Lindstrom, Marco Berti, Eri Nakamura, Raymond Aceto e.a
Royal Opera Chorus, Orchestra of the Royal Opera House olv Henrik Nánási
Regie: Andrei Serban
Opus Arte OA 1132 A