Blue

TOP TIEN van Neil van der Linden

1 Moby Dick, or, The Whale Een draaikolk van totaaltheater, – muziek, -beeldende kunst, – film waarin alle thema’s in Herman Melvilles klassieker uit de opkomende industriële maatschappij van de negentiende eeuw die nog steeds een rol spelen, uitbuiting, verpaupering en racisme, maar ook obsessiviteit en queer-erotiek aan bod komen. Muziek Caroline Shaw, Andrew Yee, Asma Maroof, regie Wu Tsang, tekst Sophia Al-Maria, dirigent Kevin Griffiths.

EMA8WG Extreme Close-Up Eye Of Baby Sperm Whale (Physeter Macrocephalus) Captive D1940

2 Widmann eclectische en toch geheel eigen Arche NTR ZaterdagMatinee totaaltheater en toch concertante op het podium van het Concertgebouw.

3 And here I am/a Lonely Woman van Huba de Graaff. Het unieke werk en leven van de Iraanse dichteres Foroukh Foroukhzad verklankt in punk-rock band stijl, verweven met met beelden uit Foroukhzads indringende experimentele film The House is Black over een lepra-oord.

4 NOMAD Sidi Larbi Cherkaoui eigenlijk al een voorstelling van drie jaar ervoor, maar door corona opgehouden. Ik heb nooit mooiere woestijnen, donderwolken, stortbuien en vloedgolven gezien op het toneel, realistisch en toch theatraal, in een meeslepende voorstelling over mensen op drift

5 Le Vin Herbé Ulrike Quade Capella Amsterdam Emio Greco. Frank Martins indringende versie van Tristan und Isolde, op het toneel zo eenzaam gemaakt als ze in Frank Martins opera zijn, midden in Corona tijd in verplicht halflege zalen, verbeeld als tragikomische poppenopera. Wanneer komt Ulrike Quade iets uitvoeren bij De Nationale Opera?

6 Ex aequo twee nieuwe Amerikaanse opera’s bij DNO, waartussen ik niet kan kiezen; gelukkig maar. Blue met muziek van Jeanine Tesori, libretto Tazewell Thompson, dirigent Kwamé Ryan. Barber meets Ellington meets Puccini meets Grant Still in een overtuigend verklankt en verbeeld eigentijds drama over raciale thema’s die niet alleen in de VS actueel zijn. En Denis en Katya, muziek Philip Venables, libretto en regie Ted Huffmann, over twee jeugdige Russen die na dood en verderf te hebben gezaaid zelf de dood verkiezen. Kwam bij toeval uit kort na de Russische inval in Oekraïne, en de somberte van het werk kreeg daardoor een huiveringwekkend actualiteit. Michael Wilmering en Inna Demenkova vulden met hun tweeën het hele immense toneel van de Stopera.

7 Een nog kleinere productie van DNO, Boekman Michiel de Regt, Erik van der Horst DNO, over de vooroorlogse socialistische wethouder cultuur Emanuel Boekman, die, zelf geboren in arme Joodse familie in de Pijp, in zijn functie bij de gemeente dagelijks van zijn huis in Zuid door de Waterloopleinbuurt naar het toenmalige gemeentehuis aan de OZ Voorburgwal fietste, en toen al de wens had Amsterdam van een operagebouw te voorzien. Alleen niet op de plek waar het nu staat, op de plaats van de oude Joodse buurt. Ik zal nooit meer vergeten dat onder elke stap die je in en rond het Stadhuis en het Operagebouw zet de tragische geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Amsterdam te vinden is.

Boekman, Nationale Opera, Spel en tekst: Harpert Michielsen, Muziek en Spel: Erik van der Horst, Regie: Michiel de Regt, Dramaturgie: Wout van Tongeren, Oorspronkelijke muziek (versie2021): Bart Sietsema

8 Der Ring Necati Öziri HF Een hilarische, maar tegelijkertijd oprecht betrokken kijk op Wagners Ring binnen de context van moderne sociale verhoudingen, man-vrouw, patriarchaat, matriarchaat en Wagners ideeën over een nationalistisch ‘wij’ en wie daar dan wel en niet bij mogen horen.

Ik had uit het Holland Festival ook Kein Licht op van teksten Elfriede Jelinek, muziek Philippe Manoury en regie Nicolas Stemann kunnen kiezen, voor mij het derde hoogtepunt van het afgelopen Holland festival.

9 Katia Kabanova Janacek NTR ZaterdagMatinee ook fraai semi-geënsceneerde uitvoering van het werk. Ik had ook L’Italiana in Algeri kunnen kiezen, idem uitgevoerd, maar Janacek is gewoon een stuk substantiëler. Of de Rheingold in authentieke bezetting. Ik vind een goede Wagner altijd geweldig, maar vond het concept voor een deel ook lood om oud ijzer; Boulez’ aanpak was verhelderender. Maar Die Walküre komt er ook aan en daar zal het idee zich echt kunnen bewijzen.

10 Königskinder Humperdinck DNO Half in de vergetelheid geraakt bijna-meesterwerk met een fascinerende ontstaansgeschiedenis en een fascinerend vervolg (Joods Duitsland ontmoet antisemitisch Duitsland), op een overtuigende manier afgestoft, in muzikale aanpak en enscenering.

Er was helaas geen plaats meer The Book of Water Michel van der Aa met Amsterdam Sinfonietta

en Het Barre Land van Sinfonietta/ISH, Layegh, Stravinsky, Berg, Džajkovski, Nyman, Dessner, Avison, Ronner, Karaindrou, Casals, Pärt, Say & Sylvestrov, allebei ook fraai.

Het kan zijn de ingrepen in of eigenlijk juist het weglaten uit Turandot in de productie van DNO de voorstelling in de herinnering zullen doen rijpen. In de nawerking overtuigt het idee dat de voorstelling moest stoppen waar Puccini moest stoppen meer en meer.

Ik heb CDs en concerten buiten beschouwing gelaten, anders had ik het zeker ook moeten hebben over de motetten van Vicente Lusitano op CD door het Marian Consort, kippenvel bij Graindelavoix en het Huelgas Ensemble in het Festival Oude Muziek, klankpracht en sensualiteit met Dallapicola, Respighi en Rick van Veldhuizen bij het KCO en het NedPho, en, een beetje in de lijn van het kerstverhaal zelf, is er ook geen plaats voor het verpletterende kerstconcert als drama met Vox Luminis in de Matinee.

Blue, een verpletterende nieuwe bluesopera

Tekst: Neil van der Linden

Met een terecht ovationeel applaus werd maandag 7 november de derde ‘zwarte’ opera van De Nationale Opera verwelkomd. Ik reken de productie enkele jaren geleden van Porgy and Bess erbij. De tweede was Hoe ANANSI de verhalen van de wereld bevrijdde van componist Neo Muyanga en librettist Maarten van Hinte. En nu is er Blue.

Blue gaat over een vrouw en een man en hun zoon in Harlem, New York. De vrouw heeft een succesvol restaurant, de man is politieagent (naast een referentie aan ‘blues’ en blue notes is het verband tussen politie en blauw één van de redenen waarom de opera zo heet).  We zien de moeder in verwachting, moeder en vader met de baby en later het jonge kind, en tenslotte de zoon als adolescent, die overhoop ligt met zijn vader, deels vanwege het beroep van de vader. Moeder en vader waren voor de geboorte al blij met de wetenschap dat ze een zoon zou krijgen. Vriendinnen hadden de moeder al gewaarschuwd dat een zwarte man in New York een levende schietschijf is. De zoon wordt aangenomen op een kunstacademie, maar wordt bij een vreedzame demonstratie tegen racisme doodgeschoten door een collega-agent van de vader. De blijdschap om de geboorte en de baby, de vervreemding tussen kind en ouder op latere leeftijd en de verwerking van de rouw worden allemaal in beeld gebracht.  Verismo ten top, en de muziek is in overeenstemming daarmee.

De muziek is van Jeanine Tesori, die al een aantal opera’s én musicals op haar naam heeft. Dat komt goed uit, we horen inderdaad bijvoorbeeld Puccini of Giordano, maar ook en zeker ook Gershwin, en Bernstein, maar ook Ellington, en ook hoe John Adams Ellington verwerkte, en ook bijvoorbeeld William Grant Still, de Afro-Amerikaanse componist wiens fraaie muziek meer bekendheid verdient.

We horen ook muzikale en tekstuele citaten uit gospelmuziek, bijvoorbeeld uit ‘Down by the Riverside’. Daaruit wordt onder meer een paar keer de frase Ain’t gonna study war no more aangehaald, als een soort Leidmotiv wanneer de tekst handelt over gewelddadig verzet, waartoe de vader geneigd is na de moord op zijn zoon, en dat hem uit het hoofd wordt gepraat door een geestelijke, The Reverend (in de voorstelling uitgebeeld als een Katholieke priester, hoewel de gospel-gemeenschappen veelal Baptist of Evangelical, dus Protestants zijn).

‘Down by the Riverside/ Ain’t gonna study war no more’ door Leadbelly (1888-1949) :

Verder klinken in tekst en muziek verwijzingen naar soulmuziek, zoals Al Greens ‘Take me to the River’ en het ‘Keep on Keeping’ on, een oude uitdrukking uit de Afro-Amerikaanse cultuur, die onder meer Curtis Mayfield gebruikte, maar met name Gladys Knight and the Pips in ‘Got to Use my Imagination’.

Veel van de tekst volgt trouwens Afro-Amerikaans jargon, wat mooi werkt samen met de muziek. Een eclectisch geheel, maar op overtuigende wijze samengesmolten tot een consistent geheel, zowel in de muziek als in de tekst.

Gladys Knight & The Pips – I’ve Got to Use My Imagination:

De tekst is afkomstig van de regisseur, Tazewell Thompson, met de liefde, de hoop en het geloof van de personages als de pijlers. Het is intussen wonderlijk hoe Thompson zowel in zijn tekst als in zijn regie de personages overtuigend weet te maken. Terwijl hij zeker in de scenes rond de geboorte flink de tijd neemt om uit te leggen waarover het gaat, weet hij de personages op het podium daarbij in overeenstemming te brengen. Wat helpt is dat elk van de personages, met name de moeder en haar vriendinnen een enorme podium-presence hebben.

Terwijl er in het libretto strikt genomen soms een tijd lang niet zoveel nieuws gebeurt weet bijvoorbeeld de Aundi Marie Moore die de moederrol vertolkt toch duidelijk te maken waarom ze daar zo zit, bijvoorbeeld in het eerste bedrijf omdat ze blij en gelukkig is.

Wat dat geloof betreft: dat speelt in grote rol in het libretto, maar net als in bijvoorbeeld Suor Angelica en Dialogue des Carmelites is het duidelijk dat de opera gaat over gelovige mensen, al is het niet uit te sluiten dat het ook een opera is ván gelovige mensen.

De aanblik van deze gelovige mensen draagt er misschien toe bij dat de opera des te ontroerender overkomt. Aan het einde bekruipt je het gevoel dat deze opera zowel gaat over de telkens weer terugkerende persoonlijke tragedies van Zwarte mensen in Amerika als over vergankelijkheid en betrekkelijkheid van het bestaan als gevolg van zulke tragedies in het algemeen.

Met Suor Angelica en Dialogue des Carmelites heeft Blue ook gemeen de raak gedoseerde en met feilloos gevoeld voor klankkleur gecomponeerde orkestrale climaxen. Dit alles wordt voorbeeldig gespeeld door het Residentieorkest, dat ook in de bak formidabel klinkt, onder de van oorsprong Canadese, op Trinidad opgegroeide en in Hongarije en Cambridge, onder meer bij Peter Eötvös afgestudeerde dirigent Kwamé Ryan, die hopelijk vaker terug gaat komen in Nederland.

Ook de zangers zijn muzikaal fenomenaal. In de lange scène waarmee de opera opent waarin de moeder in blijde verwachting is van haar kind zingt Aundi Marie Moore kleurend tussen een puur klassieke dramatische sopraan stem en een licht soul-achtig geluid. Het is beslist niet alleen door haar uiterlijk dat ik moet denken aan hoe Leontyne Price dat ook kon. Intussen vormen haar drie vriendinnen een prachtig zangtrio, waarbij ze geregeld ook virtuoze solo’s geven. Dit vrouwenkwartet wordt gespiegeld in de vaderfiguur met drie vrienden. Elk van de twee viertallen heeft geregeld een adembenemende a capella kwartetpassage.

Verderop in de opera tijdens de begrafenisscene, als alle vrienden uit de buurt in de kerk bijeenkomen, vormen de drie vriendinnen en de drie vrienden samen met de priester een bloedstollend septet in een hartverscheurend laatste eerbetoon aan de zoon van hun vriend en vriendin. De ‘kleinere’ rollen zijn vocaal technisch en dramatisch zeker niet klein.

Opmerkelijk is dat de spectaculaire cast weliswaar voor iets meer dan de helft afkomstig is uit de Verenigde Staten, maar voor de rest uit Zuid-Afrika. Blijkbaar is Zuid-Afrika een opkomend zangersland van formaat. Het zou zeker interessant zijn om na te gaan of een bepaald conservatorium of een bepaalde mentor daarbij de drijvende kracht is, of een in het algemeen blijkbaar gunstig muzikaal klimaat. De castingafdeling van de Nationale Opera verdient hierbij ook complimenten.

En ook het decor, supereenvoudig, muntte uit door overtuigingskracht: één achterwand, op verschillende manieren belicht, verbeeldde het huis, een politiebureau, het ziekenhuis, een mortuarium en de kerk. De schaarse en simpele meubelstukken die elke scene aanduidden werden aan- en afgereden door de zangers zelf; in een interview zei Tazewell Thompson dat hij niet opeens witte theatertechnici in beeld wilde hebben, maar het werkt ook dramaturgisch, door dat het de indruk van betrokkenheid van de personages versterkt.

Ondanks misschien de lengte moet Blue een goede introductie zijn bij nieuw publiek voor opera en serieus muziektheater. De Nationale Opera was er bij de première in elk geval in geslaagd om veel jong publiek de zaal in te krijgen.

BLUE door de Nationale Opera.
Muziek Jeanine Tesori, libretto en regie Tazewell Thompson, muzikale leiding Kwamé Ryan.
The Father Kenneth Kellogg, The Mother Aundi Marie Moore, The Son Darius Gillard, The Reverend Will Liverman
Girlfriend 1 Vuvu Mpofu, Girlfriend 2 Thembinkosi Magagula, Girlfriend 3 Rehanna Thelwel
Policeman 1 Thando Mjandana, Policeman 2 Charles Williamson, Policeman 3               
Martin Mkhize Toddler
Residentie Orkest

Behind the scenes:

Trailer:

Blue op Spotify, door het Washington National Orchestra met Kenneth Kellogg:

Voorstellingfoto’s: © Clarchen en Matthias Baus.

Gezien 7 november 2022 Muziektheater Amsterdam.