Vox_Luminis

TOP TIEN van Neil van der Linden

1 Moby Dick, or, The Whale Een draaikolk van totaaltheater, – muziek, -beeldende kunst, – film waarin alle thema’s in Herman Melvilles klassieker uit de opkomende industriële maatschappij van de negentiende eeuw die nog steeds een rol spelen, uitbuiting, verpaupering en racisme, maar ook obsessiviteit en queer-erotiek aan bod komen. Muziek Caroline Shaw, Andrew Yee, Asma Maroof, regie Wu Tsang, tekst Sophia Al-Maria, dirigent Kevin Griffiths.

EMA8WG Extreme Close-Up Eye Of Baby Sperm Whale (Physeter Macrocephalus) Captive D1940

2 Widmann eclectische en toch geheel eigen Arche NTR ZaterdagMatinee totaaltheater en toch concertante op het podium van het Concertgebouw.

3 And here I am/a Lonely Woman van Huba de Graaff. Het unieke werk en leven van de Iraanse dichteres Foroukh Foroukhzad verklankt in punk-rock band stijl, verweven met met beelden uit Foroukhzads indringende experimentele film The House is Black over een lepra-oord.

4 NOMAD Sidi Larbi Cherkaoui eigenlijk al een voorstelling van drie jaar ervoor, maar door corona opgehouden. Ik heb nooit mooiere woestijnen, donderwolken, stortbuien en vloedgolven gezien op het toneel, realistisch en toch theatraal, in een meeslepende voorstelling over mensen op drift

5 Le Vin Herbé Ulrike Quade Capella Amsterdam Emio Greco. Frank Martins indringende versie van Tristan und Isolde, op het toneel zo eenzaam gemaakt als ze in Frank Martins opera zijn, midden in Corona tijd in verplicht halflege zalen, verbeeld als tragikomische poppenopera. Wanneer komt Ulrike Quade iets uitvoeren bij De Nationale Opera?

6 Ex aequo twee nieuwe Amerikaanse opera’s bij DNO, waartussen ik niet kan kiezen; gelukkig maar. Blue met muziek van Jeanine Tesori, libretto Tazewell Thompson, dirigent Kwamé Ryan. Barber meets Ellington meets Puccini meets Grant Still in een overtuigend verklankt en verbeeld eigentijds drama over raciale thema’s die niet alleen in de VS actueel zijn. En Denis en Katya, muziek Philip Venables, libretto en regie Ted Huffmann, over twee jeugdige Russen die na dood en verderf te hebben gezaaid zelf de dood verkiezen. Kwam bij toeval uit kort na de Russische inval in Oekraïne, en de somberte van het werk kreeg daardoor een huiveringwekkend actualiteit. Michael Wilmering en Inna Demenkova vulden met hun tweeën het hele immense toneel van de Stopera.

7 Een nog kleinere productie van DNO, Boekman Michiel de Regt, Erik van der Horst DNO, over de vooroorlogse socialistische wethouder cultuur Emanuel Boekman, die, zelf geboren in arme Joodse familie in de Pijp, in zijn functie bij de gemeente dagelijks van zijn huis in Zuid door de Waterloopleinbuurt naar het toenmalige gemeentehuis aan de OZ Voorburgwal fietste, en toen al de wens had Amsterdam van een operagebouw te voorzien. Alleen niet op de plek waar het nu staat, op de plaats van de oude Joodse buurt. Ik zal nooit meer vergeten dat onder elke stap die je in en rond het Stadhuis en het Operagebouw zet de tragische geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Amsterdam te vinden is.

Boekman, Nationale Opera, Spel en tekst: Harpert Michielsen, Muziek en Spel: Erik van der Horst, Regie: Michiel de Regt, Dramaturgie: Wout van Tongeren, Oorspronkelijke muziek (versie2021): Bart Sietsema

8 Der Ring Necati Öziri HF Een hilarische, maar tegelijkertijd oprecht betrokken kijk op Wagners Ring binnen de context van moderne sociale verhoudingen, man-vrouw, patriarchaat, matriarchaat en Wagners ideeën over een nationalistisch ‘wij’ en wie daar dan wel en niet bij mogen horen.

Ik had uit het Holland Festival ook Kein Licht op van teksten Elfriede Jelinek, muziek Philippe Manoury en regie Nicolas Stemann kunnen kiezen, voor mij het derde hoogtepunt van het afgelopen Holland festival.

9 Katia Kabanova Janacek NTR ZaterdagMatinee ook fraai semi-geënsceneerde uitvoering van het werk. Ik had ook L’Italiana in Algeri kunnen kiezen, idem uitgevoerd, maar Janacek is gewoon een stuk substantiëler. Of de Rheingold in authentieke bezetting. Ik vind een goede Wagner altijd geweldig, maar vond het concept voor een deel ook lood om oud ijzer; Boulez’ aanpak was verhelderender. Maar Die Walküre komt er ook aan en daar zal het idee zich echt kunnen bewijzen.

10 Königskinder Humperdinck DNO Half in de vergetelheid geraakt bijna-meesterwerk met een fascinerende ontstaansgeschiedenis en een fascinerend vervolg (Joods Duitsland ontmoet antisemitisch Duitsland), op een overtuigende manier afgestoft, in muzikale aanpak en enscenering.

Er was helaas geen plaats meer The Book of Water Michel van der Aa met Amsterdam Sinfonietta

en Het Barre Land van Sinfonietta/ISH, Layegh, Stravinsky, Berg, Džajkovski, Nyman, Dessner, Avison, Ronner, Karaindrou, Casals, Pärt, Say & Sylvestrov, allebei ook fraai.

Het kan zijn de ingrepen in of eigenlijk juist het weglaten uit Turandot in de productie van DNO de voorstelling in de herinnering zullen doen rijpen. In de nawerking overtuigt het idee dat de voorstelling moest stoppen waar Puccini moest stoppen meer en meer.

Ik heb CDs en concerten buiten beschouwing gelaten, anders had ik het zeker ook moeten hebben over de motetten van Vicente Lusitano op CD door het Marian Consort, kippenvel bij Graindelavoix en het Huelgas Ensemble in het Festival Oude Muziek, klankpracht en sensualiteit met Dallapicola, Respighi en Rick van Veldhuizen bij het KCO en het NedPho, en, een beetje in de lijn van het kerstverhaal zelf, is er ook geen plaats voor het verpletterende kerstconcert als drama met Vox Luminis in de Matinee.

Kerst als drama met Vox Luminis

Tekst: Neil van der Linden

Aanbidding door de Herders, Gerard van Honthorst (1592 – 1656)

Het Concertgebouw was passend in stijl verlicht: zonder kerstkitsch, maar met subtiele gebruikmaking van de bestaande belichting, met name de kroonluchters en de kaarsverlichting langs de zijwanden en speciale verlichting van de rozetten tussen de naamboordjes rondom, aangevuld met twee grote kerstroos-boeketten aan weerszijden van het podium.

Aankondiging aan de herders, Maître des Cortèges ca. 1630

Vox Luminis, opgericht door de in Frankrijk geboren, in Namen woonachtige en momenteel in Brugge werkzame Lionel Meunier, trad aan met een vocaal en instrumentaal ensemble, meet heel veel Frans en Vlaams klinkend namen. Al met al, zoals zou blijken, de goede mix voor de benadering van protestantse Duitse, maar zwaar door vroege Italiaanse barok beïnvloede kerkmuziek. Zoals Matinee-directeur Kees Vlaardingerbroek vertelde werkten er tijdens Schütz’ aanstelling in Dresden (waar de keurvorsten op zeker moment toch weer katholiek werden om het koningschap van Polen in de wacht te kunnen slepen) zowel Duitse als Italiaanse musici. En Schütz schreef zowel muziek op teksten in het Duits als in het Latijn. En trouwens ook in de Protestantse kerkelijke eredienst in Duitsland waren vrouwelijke zangers taboe, en naar verluidt waren aan het hof in Dresden niet alleen jongenssopranen maar zelfs Italiaanse castraten aan het werk.

Aanbidding door de Wijzen, Leonardo da Vinci (1452 – 1519)

De vroege Duitse barok heeft zowel voor kerst als de goede-vrijdag en pasen een ongekende hoeveelheid aan prachtige muziek opgeleverd. In de lijdensmuziek is de weg vanaf Schütz naar de passies van Bach zonneklaar, al doen we die ontwikkelingsgang met onze eenzijdige nadruk op Bachs passies te kort.

Aanbidding door de Wijzen, Hans Baldung Grien (1484/5 – 1545)

In kerstmuziek is het al helemaal jammer dat we de nadruk laten liggen bij Bachs Weihnachtsoratorium, dat geen oratorium is maar een verzameling tamelijk eenvormige cantates, en bij de Messiah van die nare man Händel. In nog geen half uur weet Schütz in zijn Weihnachtshistorie het hele kerstverhaal uit de doeken te doen. Hammerschmidts Alleluja! Freuet euch en zijn Freude, Freude, grosse Freude zijn ideaal om eens een keer in de plaatste komen van het eeuwige jaarlijkse Jauchzet Frohlocket van Bachs Weihnachtsoratorium.  En qua jubeltoon is er weinig mooiers dan Rosenmüllers Magnificat.

Vlucht naar Egypte, Rembrandt (1606 – 1669)

Bij Schütz (1585, een eeuw dus voor Bach! – 1672, dit jaar is zijn 250e sterfjaar) hoor je al vroeg in zijn oeuvre dat hij naar Venetië was geweest, op zijn 24e, om in 1609 bij Giovanni Gabrieli, de huiscomponist van de San Marco, te studeren, en misschien maakte hij ook kennis met de vroege werken van Monteverdi, wiens operas Orfeo en Arianna in resp. 1607 en 1608 in Mantua in première waren gegaan, en die hij bij een tweede reis naar Italië in 1628/1629 mogelijk ook persoonlijk ontmoette. (Schütz zou in 1627 zelf ook een opera schrijven, Dafne, die helaas net als Monteverdi’s Arianna verloren is gegaan, in dit geval tijdens de Dertigjarige Oorlog.)

In het uitbundige openingsstuk van het concert  Magnificat uit 1650 past Schütz een reeks muziekdramatische effecten toe in de muziek. Vox Luminis voegt daar nog een aantal huiveringwekkende geregisseerde theatrale effecten aan toe. De uitvoering begint met een solo voor orgel waarbij de andere instrumentalisten op het toneel zitten. Van vier kanten komen de zangers op, over de trappen van boven naar beneden rechts en links en vanaf de zaal links en rechts het podium op, als bij het begin van een processie die naar een kerkelijk ritueel leidt.

Heinrich Schütz door Vox Luminis:

Dat theatrale komt echter nog veel sterker tot uiting in de Weihnachtshistorie. In dit werk uit 1660, geschreven dus toen Schütz rond de 75 jaar was, liet Schütz zich duidelijke leiden door een combinatie van folkloristische Duitse kerstspelen en de recitatievenstijl van de Italiaanse opera. Er komen zelfs gedramatiseerde personages voor, met allereerst een grote partij voor de evangelist. De tweede afzonderlijk rol is voor de engel, die namens de hemel aanwijzingen geeft aan het paar Jozef en Maria, de herders in het veld de weg naar de kerststal wijst, de wijzen uit het Oosten instrueert om anders dan ze beloofd hadden op de terugweg van de stal geen rapportage uit te brengen bij de koning Herodes en daarmee de verblijfplaats van het kindeke Jezus te verraden, en die Jozef maant om met Maria en de pasgeboren Jezus naar Egypte te vluchten. Als een derde afzonderlijk personage zien we Herodes, die van plan is de pasgeboren ‘koning de Joden’ te laten vermoorden en voor alle zekerheid alle pasgeboren kinderen in Bethlehem laat doden.

Kindermoord in Bethlehem Giotto (1267 – 1337)

Dit alles werd door Schütz uitgebeeld alsof hij een Orfeo aan het schrijven was, en Vox Luminis laat de zangers solo of in ensemblevorm van achteren naar voren komen en vice versa, en op het podium van het Concertgebouw speelt zich bijna een miniopera af.

Kindermoord in Bethlehem Duits ca. 1350

Uiteindelijk, als Herodes is overleden, laat de engel weten dat de kust weer veilig is en kan de heilige familie naar Jozef en Maria’s geboortestad Nazareth vertrekken. De rest is geschiedenis. In onze tijd waarin vluchtelingen dagelijks in het nieuws zijn krijgt dit verhaal extra dramatiek.

Kindermoord in Bethlehem Pieter Brueghel de Oude, ca 1566, protest tegen de gruweldaden van het Spaanse leger (1564 – 1638)

Kindermoord in Bethlehem Cornelis van Haarlem, ca 1590 (1572 – 1638)

Dat geldt trouwens ook voor de biografieën van de twee andere componisten die in het programma aan bod kwamen. Dat protestantse familie van Andreas Hammerschmidt was uit het katholieke Bohemen gevlucht. Hij kwam terecht in Zittau, tegenwoordig helemaal in het uiterste zuidoosten oostelijk Duitsland, tegen Polen en Tsjechië aan gedrukt.

Freude Freude grotte Freude van Andreas Hammerschmidt door Vox Luminis:

Later bij de zevenjarige oorlog van 1756 tot 1763 van tussen Pruisen en Oostenrijk, dat samen met Spanje en Frankrijk Silezië op Pruisen wilde veroveren, is een deel van Hammerschmidts composities en persoonlijke archieven verloren gegaan. Door dit alles weten weet niemand precies wanneer hij is geboren, waarschijnlijk in 1611 of 1612. Bij zijn dood in 1675 was hij echter beroemd  en heette hij de Orpheus van Zittau. Je hoort hoe Hammerschmidt al lang voor Bach intensief gebruik maakte van dansritmen in de kerkmuziek, wat ook eerder al door Monteverdi was toegepast.

Een geheel aan Hammerschmidt gewijde CD van Vox Luminis:

Dat Bach deze muziek van zijn Duitse voorgangers bewonderde moge ook blijken uit zijn veelvuldig gebruik van hun muziek, zoals het koraal ‘Welt, ade! ich bin dein müde’ in Bachs gelijknamige cantate, een koraal dat oorspronkelijk werd geschreven door de laatste componist in het programma, Johann Rosenmüller.

Bach heeft het koraal overgenomen in cantate BWV 27 :

Bach heeft de tekst ook verwerkt in een aria uit de cantate BWV 15 “Der Friede sei mit dir“, hier uitgevoerd door Dietrich Fischer Dieskau met niemand minder dan Lorin Maazel als dirigent en op viool:

Van Rosenmüller (1619 – 1684) werd het veel vreugdevollere, zij het ook grotendeels in mineurtoonsoorten gecomponeerde achttienstemmig Magnificat ten gehore gebracht. Het werk stoelt op de polyfonie van de Renaissance, maar tegelijkertijd de moderne monodische compositiepraktijk volgt zoals Monteverdi en in diens navolging Schütz dat deden, met instrumentale passages tussendoor.  

Rosenmüllers Welt ade! ich bin dein müde, dat door Bach werd geadopteerd”

Rosenmüller bracht het tot organist en cantor van de Nikolaikirche in Leipzig maar vluchtte Duitsland uit toen hij in 1655 in opspraak raakte wegens homoseksualiteit. Hij week uit naar Venetië en werd organist van niet minder dan de San Marco en was ook verbonden aan de Ospedale della Pietà, waar Vivaldi later werkzaam was. Twee jaar voor zijn dood keerde Rosenmüller terug naar Duitsland. Ondanks alles kreeg hij de bijnaam “Alpha & Omega Musicorum”. In dit Magnificat komen alle Mediterrane en noordelijke elementen samen, en we horen in de ‘Sicut Erat’-passage zowaar een aanzet tot een fuga waarvoor Bach zich niet had hoeven schamen.

Het ensemble 1684 met o.m. Rosenmüllers Magnificat. Het wachten is nu op een opname door Vox Luminis, die het toch nog beter deden.

Na een ovationeel applaus, in de uitverkochte grote zaal van het Concertgebouw, was er een passende toegift, een ingetogen uitvoering van het Duitse van de Duitste kerstgezangen, Es ist ein Ros’ Entsprungen, in de meerstemmige zetting van Michael Praetorius. Een geweldig einde van een concert dat nog veel langer had mogen duren.

Es ist ein Ros’ Entsprungen door Vox Luminis:

Er zijn nog zoveel componisten uit die tijd. Naast Schütz de twee andere Sch’s Schein en Scheidt, en verder Matthias Weckman, Johann Krieger, Franz Tunder, Thomas Selle en iets later Johann Theile, wiens fenomenale Matthäus Passion ik precies een jaar geleden tijdens kerst voor het eerst hoorde.

Ik realiseerde me tijdens het concert dat al deze muziek zo aanspreekt door een combinatie van verfijnd raffinement en bijna kinderlijke oprechtheid, de naïviteit in de Nativité zogezegd, iets wat na deze periode pas weer terugkeert in Mendelssohns oratoria en, paradoxalerwijs, in L’Enfance du Christ van agnost Berlioz. Ook ik voel me bij deze muziek teruggezogen naar mijn jeugdjaren van Christelijke kerstbeleving.

Programmaboek: https://cms-assets.nporadio.nl/npoRadio4/NTRZM2022-12-24-Vox-Luminis-web.pdf?v=1671541399

Link naar de uitzending: https://www.nporadio4.nl/uitzendingen/ntr-zaterdagmatinee/c96d6ab9-c670-4e36-8dbf-3773a121fc34/2022-12-24-ntr-zaterdagmatinee-kerst-met-vox-luminis

Kerst met Vox Luminis
Heinrich Schütz:
Magnificat
Weihnachtshistorie Florian Sievers evangelist Sebastian Myrus Herodes Caroline Tandiono Engel
O bone Jesu, fili Mariae

Andreas Hammerschmidt:
Alleluja! Freuet euch, ihr Christen alle
Freude, Freude, grosse Freude
Ehre sei Gott in der Höhe

Johann Rosenmüller:
Magnificat à 18

Concertgebouw, Matinee, 24 december 2022.

Duitse passies vóór Bach als gevolg van een religieuze omwenteling en de moord op een Franse koning die een religieuze omwenteling teweeg bracht.

Tekst: Neil van de Linden

Vox Luminis: Baanbrekende Passies van Burck en Selle.

Bachs jaarlijkse Johannes- en Matthäus-passies domineren het terrein, maar passie-oratoria bestonden al lang voor Bach. De Middeleeuwse passiespelen, waarvan we nog restanten vinden in Oberammergau en Tegelen, stammen uit de vroegste middeleeuwen. Het Huelgas Ensemble heeft ooit Cipriano de Rores prachtige Latijnstalige Johannespassie uit 1557 opgenomen. Maar zodra het Protestantisme vaste grond onder de voeten kreeg, kwam er al een stroom Duitstalige versies op gang.

Het Franse ensemble Vox Luminis, dat een aantal Duitstalige zangers herbergt, gaf een uitvoering van Die Deutsche Passion nach dem Evangelisten Sancte Johannes uit 1568 van Joachim von Burck (1546 – 1610), gevolgd door Passion nach dem Evangelisten Johannes mit Intermedien uit 1643 van Thomas Selle (1599-1663).

Twee in vergetelheid geraakte werken, waarin de componisten evenwel op een spectaculaire manier nieuwe dingen uitprobeerden. Dit werd prachtig uitgelicht door Vox Luminis. In Von Burck’s werk wordt de tekst integraal polyfoon gezongen door het hele ensemble, dus zonder een rolverdeling, met als muzikaal voorbeeld het nieuwste op muzikaal gebied uit de Nederlandse polyfonie, het religieuze madrigaal. Wel maakten óf de componist al óf Vox Luminis in hun interpretatie onderscheid tussen verschillende passages door de passages zoals die waarin het volk om kruisiging van Christus en vrijlating van Barabas roept te laten zingen door een groep zangers die vanaf de orgelbalustrade zongen.

Het is aangrijpende, melancholische muziek, met alleen een kistorgel als begeleiding. Ideaal voor dit geheel op elkaar ingespeelde ensemble, met onder meer de Nederlandse countertenor Daniel Elgersma. Dat het evangelie van Johannes het wel erg vaak heeft over de rol van niet alleen de Farizeeërs en Hogepriesters, die benadrukken dat ze zelf niemand mogen executeren, maar dat graag overlaten aan de Romeinen, maar ook over hoe het Joodse volk met alles van harte instemt, kortom, de ‘schuld’ van het Joodse volk voor de dood van Christus, komt in deze compacte variant duidelijk tot uiting net als bij Bach.

In zijn versie van 75 jaar later introduceert Thomas Selle een rolverdeling tussen personages, zoals we die terugvinden bij Bach. De evangelist is een tenor (Philippe Froeliger in een verpletterende rol). Pilatus is bij Selle een hoge tenor, haut-contre zouden de Fransen zeggen. Christus een bariton. Naast Daniel Elgersma als counter doet de Nederlander Fred Jacobs mee, op een basluit. Selle had in Hamburg de beschikking over een uitgebreid instrumentaal ensemble en schreef een weelderig instrumentatie voor dat dit oratorium, zoals Monteverdi dat toepaste in zijn Vespers.

Tussen de passages die de evangelietekst volgen componeerde Selle ‘Intermedien’, waarin hij, net als later Bach in zijn aria’s en koralen, als tekst dichterlijke reflecties op het lijdensverhaal gebruikt. In deze Intermedien splitste Selle het ensemble in drie delen, en twee daarvan werden door Vox Luminis achter de zijpanelen van het middenschip van de Domkerk opgesteld.  Één ervan, inclusief het ensemble met de artistiek leider van het ensemble, de bas Lionel Meunier, stond pal achter mij; koude rillingen, waarbij ik natuurlijk wel hoopte dat de zangers, net als het publiek, goed op Corona waren getest.

Doulce Mémoire, Du Caurroy: Requiem voor een Koning.

De koning uit de titel is Hendrik IV, 1553-1610, koning van Frankrijk vanaf 1589, vermoord door een fundamentalistische katholiek in 1610.

De regeringsperiode van Hendrik IV, die zich bij het Protestantisme had aangesloten, is onder meer bekend van de Bloedbruiloft, waarin de Protestantse elite, die zich ter gelegenheid van het huwelijk van de koning in Parijs had verzameld, tijdens de ‘Bartholomeüsnacht’ werd vermoord. Daarna werd Hendrik weer katholiek, maar hij bleef met zijn leger tegen de katholieke Europese grootmachten vechten, en vaardigde in 1598 het Edict van Nantes uit, waarin hij algehele vrijheid van godsdienst proclameerde. Dat alles zinde radicale katholieken niet, en zo werd hij, na een reeks eerdere mislukte aanslagen, in mei 1610 toch vermoord.

Het ensemble Doulce Mémoire voerde een collage op met psalmzettingen door de Hugenoot Claude Goudimel (1510, vermoord in de Bartholomeüsnacht 27 augustus 1572) en fanfares en het Requiem van Eustache du Caurroy (1549-1609), dat werd uitgevoerd bij de begrafenis van Hendrik IV.

Het ensemble kwam in processie vanaf een zijbeuk de Domkerk in, vijf blazers en een percussionist, en vijf zangers. De muzikale fragmenten werden aaneengeregen door een verteller die authentieke dagverslagen reciteerde en de authentieke tekst van een lijkrede geschreven door de bisschop van Aires, die in retoriek misschien niet veel onderdoet voor de Shakespeares redevoering door Marcus Antonius na de moord op Caesar, in zijn toneelstuk Julius Caesar.

Du Caurroy volgde de zogenaamde Parijse versie van de requiemtekst; het Dies Irae ontbreekt en de Pie Jesu strofe wordt een aparte passage, een traditie die later Fauré zou volgen. Overigens zou Berlioz in zijn Grande Messe de Morts zich de theatrale mogelijkheden van het Dies Irae, met het Tuba Mirum en Rex Tremendae, dan weer niet laten ontzeggen.

Mede door de declamatie en de ambiance van de kerk was het toch een beetje alsof we erbij waren in een tijd van roerige gebeurtenissen, die een diepe sporen zou nalaten in de Franse en Europese geschiedenis.

Vox Luminis Baanbrekende Passies, Von Burck en Selle
Festival Oude Muziek, Domkerk Utrecht, 31 augustus 2021, 5 PM

Doulce Mémoire / Denis Raisin Dadre
Du Caurroy: Requiem voor een koning.
Festival Oude Muziek, Domkerk Utrecht, 31 augustus 2021, 8 PM.

Foto’s Anna van Kooij (Vox Luminis) en Marieke Wijntjes (Doulce Mémoire)

Opnames en YouTube clips.
Vox Luminis met de drie delen van de Johannes Passie van Von Burck:

NB de uitvoering is inmiddels gegroeid, of misschien nodigde de Domkerk uit tot dramatiek: de uitvoering in Utrecht was indringender dan wat we op CD horen.

Hopelijk volgt er ook een opname van Selles Johannes Passion. Het zou ook mooi zijn als op de radio meer kan worden gevarieerd, dan alleen maar Bach.

Hier alvast twee opnames van andere muziek van Selle door Vox Luminis
Die mit Tränen säen:

Veni sancte spiritu

Vox Luminis live op YouTube:
Schütz Musikalische Exequien

Josquin Missa L’homme armé sexti toni, vers uit het Laus Polyphoniae festival in Vlaanderen:

Doulce Mémoire in een opname uit 2008 van Du Caurroy’s Requiem.

Sacrale werken van Domenico Scarlatti

Scarlatti Stabat Mater

Domenico Scarlatti kennen we voornamelijk als de componist van de klaviersonates. Hij heeft er 555 geschreven, ze worden ook met grote regelmaat uitgevoerd. Tegenwoordig meestal op de klavecimbel maar gelukkig bestaan er ook veel opnamen op de piano. Meesterwerkjes zijn dat die ook nog eens van grote invloed waren op de ontwikkeling van de klaviermuziek.

Anders is het gesteld met zijn geestelijke werken; op Stabat Mater na krijg je ze zelden te horen. Echt verwonderlijk is het niet. Zo vooruitstrevend zoals hij met zijn sonates was, zo ouderwets toont hij zich als de componist van de liturgische muziek.

‘Miserere’, ‘Te Deum’ en ‘Salve Regina’ borduren voort op de uit de renaissance stammende polyphonie. De zevendelige ‘Stabat Mater’ is dan iets ambitieuzer. Scarlatti componeerde het tienstemmig werk tussen 1713 en 1720, toen hij maestro di capella was aan de Basilica Giulia in Rome.

Het Belgische vocaal ensemble Vox Luminis werd in 2004 door Lionel Meunier opgericht, het bestaat uit vier sopranen, twee countertenoren, twee tenoren en twee bassen. Deze opname dateert al uit 2007 en is al eerder op de markt geweest. Ik was er toen niet kapot van en dat ben ik nu nog minder. Er wordt niet altijd zuiver geïntoneerd en het geheel klinkt gewoon monotoon.

Maar ook de uitvoering van de twee sonates door Anne Nissinen kan mij maar matig boeien. Het kan ook aan het instrument liggen: een orgel klinkt eenmaal zwaarder en gewichtiger dan een klavier.


DOMENICO SCARLATTI
Te Deum Laudamus, Salve Regina, Stabat Mater, Miserere; Sonates K.87 & K417
Vox Luminis olv Lionel Meunier
Ricercar RIC 258