Arash_Roozbehi

Turan Dokht toch, of toch Turandot?

Tekst: Neil van der Linden

turan-dokht-rodrick-estimada-2

De Iraanse componiste Aftab Darvishi en de Nederlandse regisseuse en in dit geval ook librettiste Miranda Lakerveld hebben een muziektheaterstuk geschreven, op kameroperaformaat, gebaseerd op het oerverhaal achter Turandot, in de operawereld vooral bekend van Puccini, maar ook van een opera en een suite van Busoni, en een ouverture van Von Weber.

Als toneelstuk is Turandot bekend van de 18e-eeuwse Italiaanse theatervernieuwer Gozzi, van Schiller en van Brecht. Gozzi liet het verhaal spelen in Perzië, conform vertalingen van Nizami’s teksten uit het Perzisch. Schiller transformeerde het verhaal naar China, en zo kwam het bij Puccini, Busoni en Brecht terecht, hoewel zelfs in Schillers tijd iemand Schiller’s chinoiserie weer terug transponeerde naar Perzië.

De eerste opgeschreven vorm van het verhaal komt uit Haft Pekar, ‘Zeven Kleuren’, van Nizami 1141–1209, die werd geboren in wat nu Azerbeidzjan heet. Die geboorteplaats leidde er toe dat ook Azerbeidzjan de auteur als nationale dichter opeist, ook al spreekt men er een andere taal, en dat Azerbeidzjan een eigen traditie heeft van muziek gebaseerd of Nizami’s Haft Pekar. Uzeyir Hajibeyov schiep een nationale opera-stijl, gebaseerd op een mengvorm van symfonische en lokale traditionele muziek, met onder meer werken gebaseerd op Nizami. Die opera’s worden nog voortdurend uitgevoerd. Een andere Azerbeidzjaanse componit, Gara Garayev, protégé van Shostakovitsj, schreef een geregeld uitgevoerd ballet op Haft Pekar.

Regisseuse Miranda Lakerveld heeft eerder Iraans ritueel theater onderzocht. Ze werkte ook eerder met componiste Aftab Darvishi samen, in de ‘Afro-Arabische barokopera’ Het Offer, een bewerking van het oratorium Jephte van Carissimi, met toevoegingen uit muziek uit gemeenschappen met verschillende migratieachtergronden in Amsterdam, die werd uitgevoerd in theaters in De Baarsjes en Bos en Lommer in Amsterdam.

Photo: Nichon Glerum

© Nichon Glerun

Turan Dokht betekent dochter van Turan, een algemene benaming in het Perzisch voor een prinses; Turan is een half-mythische Centraal-Aziatische rijk direct noordelijk van Iran, wat nu Kazachstan, Oezbekistan, Turkmenistan en Tadzjikistan is. Ik vraag me af of je kunt zeggen dat dat dit werk een ‘interculturele herschrijving’ van Puccini’s Turandot is, zoals het programmaboek vermeldt. Of als de makers dat inderdaad wilden, of dat nodig is. Deze Perzische of eigenlijk deels Centraal-Aziatische Turan Dokht heeft een eigen bestaansrecht, zij het met een knipoog naar Puccini’s opera, waarvan fragmenten worden gebruikt in de muziek, vooral tijdens de hoogtepunten van de amoureuze verwikkelingen.

Aftab Darvishi heeft aan het Haags conservatorium gestudeerd, onder meer bij Yannis Kyriakides, en in Amsterdam is ze afgestudeerd op filmmuziek. De muziek werkt vaak filmisch. Darvishi brengt ook elementen van de Iraanse eigentijdse klassieke muziek, die we in de buurt van eigentijdse Kaukasische en Russische muziek kunnen plaatsen. Dat is allemaal te horen en de muziek zou ook geschikt zijn voor een film. Naast de strijkers, blazers en piano worden voor een soort recitatieven een kemenche (Iraanse staande viool) en slagwerk gebruikt, en de kemenche speler zingt een deel van het verhaal, een rol die tussen die van een epische dichter-zanger uit de Perzische traditie en die van een recitatiefzanger uit een barok-oratorium inligt.

Photo: Nichon Glerum

© Nichon Glerun

De handeling wordt begeleid en vaak geleid door een drietal zingende actrices, Sarah Akbari, Niloofar Nedaei en Tahere Hezave (dezelfde die twee weken geleden in de Operadagen Rotterdam het fraaie Promethe/The Plague uitvoerden met muziek van de dirigent van deze voorstelling Navid Gohardi). Ze leiden de verhaallijn en zingen poëtische teksten over de zeven kleuren en de zeven planeten, in complexe polyfonieën die soms zijn ontleend aan Westerse klassieke harmonieën, soms aan Iraanse folklore.

Dit meerstemmig zingen is in Iran overigens soms een bittere noodzaak. Vrouwen mogen officieel niet solo zingen voor gemengd publiek. (Al wordt daar vaak de hand mee gelicht; Puccini’s Gianni Schicchi tot en met My Fair Lady zijn er onlangs uitgevoerd en ook Humperdincks Hänsel und Gretel. Truc was om in elk geval bij de première af en toe iemand mee te laten neuriën, dan kon zelfs de censuurcommissie, zelf bestaande uit bevriende musici, zeggen dat er niet solo werd gezongen; wel kostte dit op zeker moment toch de Minister van Cultuur – en ‘Islamic Guidance’ – zijn baan. Ook deze Turan Dokht is in Teheran opgevoerd.)

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

©Nichon Glerun

De drie actrices fungeren als een koor uit een Griekse tragedie, maar ze hebben ook iets van schikgodinnen, of misschien wat dichter bij huis djinns. En ze zijn hofdames, vrouwelijke evenknieën van Ping, Pang en Pong, de drie ceremoniemeesters uit de opera van Puccini.

Photo: Nichon Glerum

© Nichon Glerun

Deze Turan Dokht is niet de ijsprinses van Puccini. Wel stelt ze ook hoge eisen aan wie haar benadert, en er wordt gerept van wat voor bloedigs kan gebeuren als huwelijkskandidaten een fout maken. De prinses werd in de Nederlandse première vertolkt door Ekaterina Leventhal, een imposante verschijning, in een soort Oezbeeks gewaad; wel, ze is van Oezbeekse afkomst is, en dus eigenlijk ‘Turaans’.

Photo: Nichon Glerum

© Nichon Glerun

De prins is Arash Roozbehi, een jonge Iraanse bariton die aan de Artez hogeschool heeft gestudeerd, en die er overtuigend uitziet als prins. Een beetje een onhandige prins, maar dat wekt juist de vertedering van de drie ‘schikgodinnen’ annex ‘hofdames’, die hem onmiddellijk onder hun hoede nemen en hem zelfs nog voordat hij Turan Dokht heeft gezien de antwoorden op de vragen die zij altijd stelt verklappen.

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

©Nichon Glerun

Als de ontmoeting met de prinses dan plaats vindt dreunt hij meteen alle antwoorden op voordat zij nog maar iets heeft kunnen vragen. Hij moet echter nog één raadsel oplossen, haar naam, en wel nadat ze de nacht samen hebben doorgebracht op twee meter van elkaar. Tijdens die nacht besluit zij dat zij hem zelf haar naam zal vertellen door middel van een kus die zij hem bij het krieken van de dag zal geven. Een interessante feministische interpretatie dus. De schikgodinnen/hofdames helpen de prins, en Turan Dokht besluit zelf het heft in handen te nemen en een eind te maken aan al het geheimzinnige gedoe. Goed en wel ontwaakt zingen ze samen nog een stukje Puccini. In het hele land is het feest, de musici op de Iraanse instrumenten spelen folkloristische dansmuziek en dan eindigt de opera.

Er mag nog apart iets worden gezegd over de bijzondere video-animaties, gemaakt door Siavash Naghshbandi, gebaseerd op zeven kleuren, waarin ook de zeven planeten worden verbeeld door middel van fraaie lichtprojecties, op de vloer en tegen de achterwand. Ook fragmenten van Perzische miniaturen worden gebruikt, vermoedelijk afkomstig uit geïllustreerde uitgaven van Nizami’s werk, en geometrische patronen zoals we die van de Perzische tapijtkunst kennen.

Compositie: Aftab Darvishi
libretto, regie: Miranda Lakerveld

zang:
Ekaterina Levental (Turan Dokht),
Arash Roozbehi (De onbekende prins),
Sarah Akbari, Niloofar Nedaei,Tahere Hezave

dirigent: Navid Gohari
video: Siavash Naghshbandi

Gezien 5 juni Muziekgebouw aan t IJ.

 

The Tsar, His Wife, Her Lover and His Head van Monique Krüs verdient de tweede kans

    Peter de Grote                                                     Anna Mons

In 2013 vierden wij een ‘Nederland – Ruslandjaar’. De betrekkingen tussen beide landen bestonden toen vierhonderd jaar en daar hoorde een feest bij. Voor de gelegenheid heeft het Grachtenfestival en het Peter de Grote Festival bij Monique Krüs een opera over het leven van Peter de Grote besteld.

De wereldpremière heeft op 2 augustus 2013 in Groningen plaatsgevonden, maar de bijna drie weken later in het Amsterdamse Hermitage (waar anders?) uitgevoerde voorstelling voelde heel erg ‘premièrerig’ aan, ook omdat bijna de helft van het publiek bestond uit ambassadeurs en anderszins belangrijke mensen.

Hoe mooi en sfeerverhogend de entourage van de tuin van het Hermitage ook niet is, het is niet echt ideaal om een niet al te makkelijk in het gehoor liggende opera tot zich te nemen, zeker niet als het de eerste keer is dat je het hoort.

Het verhaal is complex en toch snel verteld: tsaar Peter is oud en ziek en voelt het naderende einde. Hij overpeinst zijn leven en haalt herinneringen op aan vroeger, daarbij geholpen door in een rap tempo achterovergeslagen glaasjes wodka. Ondertussen wordt de minnaar van zijn vrouw letterlijk een kopje kleiner gemaakt. En dat terwijl hij hem net gratie wilde schenken.

Tsar wodaka

Tsar Peter (Arash Roozbehi) aan de wodka © Ronald Knapp

Slim bedacht, maar een beetje oppervlakkig: middels de flashbacks kom je veel van het leven van de tsaar te weten, zonder hem eigenlijk te leren kennen. Nou is de opera niet echt een medium voor historische studie, maar ik denk dat het gegeven uitgewerkt kan worden tot iets meer dan één uur.

Over de muziek zelf kan ik moeilijk iets zeggen. In sommige scènes moest ik aan Samuel Barber denken, in scène twee, bijvoorbeeld. Of – nog sterker – tijdens de machteloze dans van Catherina, maar echt beklijven deed het niet. Ik zou het nog een keer moeten horen, maar dan wel onder betere omstandigheden.

De regie vond ik een beetje vreemd en voornamelijk inconsequent. De kostuums waren ook niet bijzonder behulpzaam. Realistische scènes mengen met surrealisme en humor à la Topor werkt niet echt.

Tsar met jenever

Leon van Liere als Nicolas Witsen (midden) met Esther Kuiper (zijn vrouw) en Arash Roozbehi (Peter)  © Ronald Knapp

De oranje sjaals en dassen plus een kruik jenever – is dat het beste wat Nederland zijn buitenlandse gasten te bieden heeft? Want in de synopsis stond letterlijk dat de burgemeester en zijn vrouw de jonge tsaar vol trots alle verworvenheden van Holland tonen. Maar toegegeven: in deze scène kwam de opera echt tot leven.

De zwarte jurk van Catherina was, in tegenstelling tot het rode design-gevalletje wat Anna Mons droeg, gewoon lelijk. Zat er een bedoeling achter?

Tsar Willem tries to seduce Catherine

Catharina (Caroline Uppers) en haar lover Willem Mons (Leon van Liere) © Ronald Knapp

En waarom moest Anna een (zeer fraaie, dat wel) kamerjas aan toen Peter haar na 12 jaar wilde verlaten? Ook zonder zou de scène zeer ontroerend zijn geweest, net als de daaropvolgende samenzwering van Anna met haar broer.

Tsar kimono

Willem Moons (Leon van Liere) met zijn zus Anna (Maartje Rammeloo) © Ronald Knapp

Ik moest sterk aan de andere afgedankte Anna denken, Boleyn. Wellicht ook omdat Maartje Rammeloo, die de rol meer dan fantastisch vertolkte, een belofte voor de andere Anna in zich heeft? De tijd zal het leren, maar haar fraai getimbreerde sopraan en haar souplesse, evenals de manier hoe zij met noten en overgangen omgaat, doen naar meer smaken.

Tsar Maartje-Rammeloo-Tsar-Ronald-Knapp

Maartje Rammeloo (Anna Mons) en Peter de Grote (Arash Roozbehi) © Ronald Knapp

Over de zangers trouwens niets meer dan lof! Daar kunnen we trots op zijn, op het potentieel dat wij hier in Nederland hebben. Dat ik er niet echt uitgebreid op in ga heeft te maken met de akoestiek, waardoor ik ze onrecht zou kunnen aandoen.

Peter werd gezongen door de uit Iran afkomstige bariton Arash Roozbehi, maar zo te lezen is hij hier al bijna ingeburgerd. Zijn mooie sonore stem met erotische ondertoon en zijn ‘barihunk-voorkomen’ maken hem bijzonder geschikt voor een Giovanni.

Carolina Luppers (Catherina) imponeerde met haar fraaie verschijning en een dito stem, dansen kon zij ook. Leon van Liere (Willem Mons/ burgemeester Witsen) schakelde makkelijk tussen al die karakters in, een gave! Tim Maas was een goede Lefort.

Tsar Sophia Peter

Esther Kuiper (Sofia) met Tsar Peter (Arash Roozbehi) © Ronald Knapp

Bijzonder onder de indruk was ik van de mezzo Esther Kuiper (Sofia/mevr.Witsen). Al lang heb ik het geluid van een echte mezzo, inclusief de lage borsttonen niet meer gehoord, zeker niet bij de jonge zangeressen. Kuiper heeft het allemaal, inclusief de soepele overgangen tussen de registers.

Tsar Monique

© Ronald Knapp

Ook het acht man tellende orkest, met strakke hand gedirigeerd door de meezingende componiste verdient alle lof. Allen al de manier hoe de violist alle lyrische passages dat kleine beetje meer gaf, prachtig.

Ik denk ook dat de opera veel beter tot zijn recht zou kunnen komen in een (kleine) zaal, met alle gemakken van een minstens redelijke akoestiek. Hij verdient de tweede kans.

The Tsar, His Wife, Her Lover and His Head
Monique Krüs en Sjoerd Kuyper (libretto)
Arash Roozbehi, Caroline Luppers, Leon van Liere, Maartje Rammeloo, Tim Maas, Esther Kuiper
Het Kamerensemble olv Monique Krüs
Regie: Jos Groenier

Bezocht op 22 augustus 2013

Meer Monique Krüs:
ANNE & ZEF

Meer Maartje Rammeloo:
Grachtenfestival 2015: FAÇADE MEETS THE TELEPHONE
ZANGCONCOURSEN: PRO’S EN CONTRA’S
Jules van Hessen dirigeert ‘SYMPHONIE DER TAUSEND’ van MAHLER

Meer Esther Kuyper:
GEORGES BIZET: Le Docteur Miracle. Grachtenfestival 2017
RIGOLETTO van Damiano Michieletto. Amsterdam 2017