Giacomo_Puccini

Minnie’s from Gigliola Frazzoni and Eleanor Steber

fanciulla-emmy

Emmy Destinn (Minnie) at the premiere of La Fanciulla del West

Puccini’s women are never one-dimensional. That is expressed in his music, but who still understands the intentions behind the notes? Good Minnies are scarce these days, and to find the best, one has to go back to the nineteen fifties/sixties.

Like Salome, Minnie is loved and desired by men. Well, you say, she is the only woman in a rough world of miners inhabited only by guys. But it’s not that simple. She lives all alone in a remote hut and a few minutes after meeting a strange man, she invites him to her house. She smokes, and drinks whiskey. And she loves a game of cards, cheating if necessary.

In the scene leading up to the poker game, she says to the sheriff, “Who are you, Jack Rance? The owner of a gambling joint. And Johnson? A bandit. And me? The owner of a saloon and a gambling joint, I live off whiskey and gold, dancing and faro. We’re all the same! We’re all bandits and cheats!”

fanciulla-tebaldi

Renata Tebaldi as Minnie

And I choose not to talk to you about Renata Tebaldi, even though she was one of the greatest (if not the greatest!) Minnie’s ever. She was lucky to have an exclusive contract with a leading record company (Decca), something her colleagues could only dream of.

fanciulla-frazzoni

Gigliola Frazzoni as Minnie with Franco Corelli (Johnson)

That explains why few people, apart from a few opera-diehards, have ever heard of Gigliola Frazzoni or Eleanor Steber (to name but two). Believe me: neither soprano is inferior to Tebaldi. Just pay attention to the range of emotions they have at their disposal. They cry, sob, scream, roar, beg, suffer and love. Verismo at its best. You don’t need a libretto to understand what’s going on here.

fanciulla_steber_delmonaco_guelfi

They sing as well, and how! All the notes are there. There’s no cheating. Well, something may go wrong during a live performance, but it is live, that’s drama, that’s opera. And let’s face it, when you play poker and your lover’s life is at stake, you don’t think about belcanto.

ELEANOR STEBER

fanciulla-steber

The recording with the American Eleanor Steber was made in 1954 at the Maggio Musicale in Florence (Regis RRC 2080). Steber’s soprano is very warm and despite the hysterical undertones of an almost perfect beauty.

Gian Giacomo Guelfi makes a devastating impression as Rance and the two together… well, forget Tosca and Scarpia! I don’t like Mario del Monaco, but Johnson was a role in which he truly shone. Mitropoulos conducts very dramatically with theatrical effects.

The recording can also be found on Spotify:


GIGLIOLA FRAZZONI

fanciulla-fraz

The registration with Gigliola Frazzoni was made at La Scala in April 1956 (a.o. Opera d’Oro1318). Frazzoni sings very movingly: it is not always beautiful, but what drama!

fanciulla-del-west

Franco Corelli is probably the most attractive bandit in history and Tito Gobbi as Jack Rance is a luxury. He is, what you call, a vocal actor. In his performance you can hear a lust for power and horniness, but also a kind of sentimental love.

fanciulla-corelli

Franco Corelli as Johnson

Gigliola Frazzoni and Franco Corelli in ‘Mister Johnson siete rimasto indietro…Povera gente’.

The whole recording on Spotify:


Translated with http://www.DeepL.com/Translator (free version)

In Dutch:Minnie’s van Gigliola Frazzoni en Eleanor Steber

Fiorenza Cedolins schittert als Madama Butterfly in de opname uit de Arena di Verona

Butterfly Cedolins

Er zijn van die opera’s die nooit verouderen, en daar is Madama Butterfly er één van. Het droeve lot van een Japans meisje blijft al generaties lang ontroeren, wat niet alleen aan het (nog steeds zeer actuele) libretto ligt.

Met Franco Zeffirelli weet je van tevoren wat je te wachten staat: een wereld vol schitterende beelden, die nog het beste aan een film doen denken. Zijn regie is zeer realistisch, met veel aandacht voor de kleinste details en de psychologische ontwikkeling van zijn personages..

Wat hij in deze productie, in de Arena di Verona, voor onze ogen tovert, zou wellicht de bedoeling van componist Puccini kunnen zijn: een exotische wereld in de vertrouwde decors, een klein Japan in Italiaanse sferen..

De voortreffelijke solisten versterken door niet al te groots te acteren en door aandachtig op al hun gebaren te letten de filmische indruk die de voorstelling maakt.

Als Cio-Cio-San schittert de Italiaanse sopraan Fiorenza Cedolins. Haar manier van zingen roept herinneringen op aan Raina Kabaivanska, ooit zelf één van de beste Butterfy’s in de arena.

Juan Pons is een ontroerende, vaderlijke Sharpless, en Marcello Giordani een mooie lyrische Pinkerton. Een dvd om aan de grijze werkelijkheid te ontsnappen.

Giacomo Puccini
Madama Butterfly
Fiorenza Cedolins, Marcello Giordani, Juan Pons, Francesca Franci, Mina Blum
Orchestra and chorus of the Arena di Verona olv Daniel Oren
Regie: FRanco Zeffirelli
Opgenomen in Arena di Verona in 2004
Arthaus Musik 109197

Plácido Domingo en Puccini: een match made in heaven?

Puccini DomingoSoms denk ik wel eens dat Plácido Domingo de reïncarnatie is van Puccini. Niet omdat ze zo op elkaar lijken (al hebben ze op de foto’s wel dezelfde uitstraling), maar vanwege de muziek. Die lijkt geschapen te zijn voor Domingo’s timbre. Het is alsof Puccini componeerde met Domingo’s stem in het hoofd.

En toch (of misschien juist daarom): in geen ander repertoire kan je zo goed horen of een rol hem wel of niet ligt. Hij is nooit een memorabele Rodolfo geweest en zijn Pinkerton mocht geen naam hebben. Zelfs als Calaf was hij, ondanks de geweldige prestaties, niet echt roldekkend. Hij was te vriendelijk, te aardig, te menselijk.

TOSCA

Afbeeldingsresultaat voor Domingo Puccini"

Zijn allereerste Cavaradossi zong Domingo op 30 september 1961 en sindsdien heeft hij van Tosca meer uitvoeringen gezongen dan van welke andere opera ook. Over geen andere rol heeft hij zo diep nagedacht. Hij heeft de schilder zelfs meer eigenschappen toegedicht dan er, mijns inziens, in zitten.

Zelf vind ik Cavarodossi’s flirt met de revolutie niet meer dan een gril, maar Domingo neemt het bloedserieus en ziet zichzelf niet alleen als de minnaar maar ook als vrijheidsstrijder. Vanaf het begin weet hij dat de executie daadwerkelijk plaats gaat vinden, waardoor hij ook nog eens toneelstuk voor zijn geliefde Floria opvoert. Zeer humaan en zeer ontroerend.

tosca Nilsson

Zijn eerste Tosca in de Metropolitan Opera zong hij in 1969. Het was niet gepland: hij viel op het laatste moment in voor de zieke Sándor Kónya. Birgit Nilsson was Tosca. In haar memoires heeft ze opgeschreven dat ze zijn acteren ‘superb’ vond en zijn zingen ‘gorgeous’.

Het was inderdaad een memorabele voorstelling, niet in de laatste plaats vanwege de ‘schreeuw’ van Nilsson.

Tosca Scotto

Van de studio-opnamen zijn mij twee zeer dierbaar. Op Warner Classics (5665042) zingt Renata Scotto alle door Puccini voorgeschreven noten (daar nemen haar collega’s het niet altijd zo nauw mee) en Renato Bruson is zeer ‘hoffelijk gevaarlijk’ als Scarpia.


Tosca Price

RCA (88697448122) heeft één van de beste Scarpia’s ooit geregistreerd: Sherrill Milnes. Ik heb hem ooit live in de rol gehoord, dat was een belevenis! Leontyne Price is een zwoele Tosca.


Tosca Kabaivanska

Op dvd vind ik de Decca-verfilming (0434909) verreweg de meest indrukkwekkende. Het werd in 1976 gedraaid op locatie, wat toen nog niet echt gebruikelijk was. Nou ja, locatie… In het Palazzo Farnese was toen de Franse Ambassade gevestigd, waardoor er niet in gefilmd mocht worden.

Milnes was wederom van de partij en de hoofdrol werd zeer gekweld gezongen door Raina Kabaivanska.

Domingo is om te huilen zo mooi, maar wat de film nog dat beetje extra geeft, is de piepkleine rol van het herdertje. Die wordt namelijk gezongen door Plácido junior, toen 10 jaar oud.

MANON LESCAUT

Manon Domingo

Een andere Puccini-rol die voor mij helemaal des Domingo’s is, is Des Grieux in Manon Lescaut. Van deze opera met Domingo bestaan dan ook waanzinnig veel opnamen, zowel studio als live. Niet allemaal zijn ze de moeite waard en in de meeste gevallen ligt het aan vertolkster van de titelrol. Het is niets nieuws: had een platenmaatschappij een nieuwe ‘ster’, dan moest hij/zij alles opnemen wat op te nemen viel. Met veelal desastreuze gevolgen.

Manon Domingo Olivero

In 1970 heeft Domingo Manon Lescaut in Verona gezongen, met Magda Olivero in de titelrol. Best bizar als je bedenkt dat Olivero haar professionele debuut acht jaar voordat Domingo geboren werd maakte. En toch: haar uitbeelding van de jonge heldin is volkomen overtuigend. Sterker nog, daar kunnen de meeste van haar collega’s nog steeds niet aan tippen! Mijn exemplaar werd uitgebracht op Foyer, maar inmiddels bestaan er uitgaven in betere geluidskwaliteit.


Manpn Domingo Scotto

In 1980 werd de opera op tv uitgezonden. Die opname is nu ook op dvd beschikbaar. Geloof mij: beter bestaat niet. Scotto zingt en acteert Manon zoals geen ander eerder heeft gedaan en met Domingo samen zorgt zij voor een avondje ouderwets huilen. De zeer realistische, natuurgetrouwe en zeer spannende regie van Menotti kan gewoon niet mooier. Een MUST (DG 0734241).

IL TABARRO

Tabarro-Melodram-Crader

Luigi in De Mantel was ook een rol naar Domingo’s hart. Prachtig is zijn opname uit 1968 bij de New York City Opera, gedirigeerd door Julius Rudel (Melodram 17048) met als Giorgietta Jeannine Crader, een geweldige zangeres die nooit in Europa is doorgebroken.

Il Tabarro

Op dvd bestaat een mooie Zefirelli-productie uit New York, opgenomen in 1994. Giorgietta wordt gezongen door Teresa Stratas. Jammer genoeg is het gekoppeld aan Pagliacci met Pavarotti, met wederom Stratas in de hoofdrollen. Niet echt mijn ‘kopje thee’ (DG0734024).

Hieronder een curiosum: een duet uit Il Tabarro met Domingo en Beverly Sills uit 1967

EDGAR

Puccini Edgar

Er zijn op zijn minst twee goede redenen om de in 2006 opgenomen Edgar (DG 4776102) een warm welkom te heten: het is de allereerste studio-opname van het werk en het is voor het eerst dat Domingo die rol, de enige die nog ontbrak in zijn Puccini-discografie, heeft gezongen..

Nooit heb ik begrepen waarom de opera zo ongeliefd was. Muzikaal ligt het in het verlengde van Verdi, maar men hoort al flarden van de ‘echte’ Puccini: een vage belofte van Manon Lescaut, een studie op La Bohème en vingeroefeningen voor Turandot.

In Adriana Damato en Marianne Cornetti mogen wij een nieuwe generatie fenomenale zangeressen verwelkomen en Domingo is zoals altijd zeer muzikaal en betrokken.


LA FANCIULLA DEL WEST

La Faciulla Dominfgo Neblett cd

De allerbeste is voor mij een DG-registratie (4748402) uit 1978, met een ondergewaardeerde Carol Neblett als een zeer felle Minnie. Domingo is een smachtende en verrassend lyrische Johnson en Sherrill Milnes klinkt alsof hij in een echte western was beland.


La Fanciulla Domingo Zam[ieri dvd

Op dvd zijn er twee opnamen verschenen die de moeite waard zijn. Eén met Mara Zampieri en Juan Pons (Opus Arte OA LS3004 D) uit La Scala, 1991, in een prachtige, kleurrijke regie van Jonathan Miller.

La Fanciulla Domingo Neblett dvd

De ander is met Carol Neblett en Silvano Carroli (Kultur Video 2038) uit het Royal Opera House, 1982. Deze is echter moeilijk in Nederland verkrijgbaar.

LIEDEREN

Dommingo Puccini

Ooit waren er plannen om een speelfilm over Puccini te maken, waarin de zanger de componist ging spelen. Het ging niet door. In aanloop naar het project heeft Domingo in 1989 alle liederen van Puccini opgenomen, onder de titel Unknown Puccini (Sony 44981).

Voor de cover werd hij naar Puccini gemodelleerd en daar zit hij dan: gestoken in het wit, hoed op zijn hoofd en de snor prominent op zijn gezicht. Sprekend Puccini!

Maar goed, het gaat om de muziek en dat is verplichtte kost voor een ieder die in Puccini is geïnteresseerd. Het betreft veelal primeurs en je leert de weg die de componist aflegde naar zijn Manon’s, Tosca’s en andere ‘meisjes’. De vermaarde dirigent Julius Rudel begeleidt Domingo op piano en orgel.


The man who loved women

donnePuccini

Puccini dandy

His looks were very important to him. He was always elegantly dressed and loved beautiful hats, a grand seigneur all the way. Thanks to Giuseppe Adami we know how he looked on the day of the Premio del Commercio: he wore an elegant, dark grey waistcoat, a bowler hat and a tie in the same colour with a big pearl on it.

Puccini door Adami

He was an avid smoker and “with a cigarette between his lips, his dented hat at an angle, with something masculine and affectionate in his intelligent face and in his vigorous posture” (Adami), he certainly looked handsome and attractive.

puccini-de Dion-Bouton

That was the intention. He loved cars and driving, and he bought his first one as early as 1901: a De Dion Bouton. One of his car rides was almost fatal: after an accident he passed out and broke his leg. It didn’t stop him from buying newer and newer models, even more beautiful and faster.

Puccini jacht

Hunting was his greatest hobby. Not that he was very good at it – it seems that he often missed and thus spoiled the fun for the others. Then why did he do it? “For him, hunting was more of a display of virility, and as he grew older, the need to prove his masculinity grew stronger and stronger” (van Leeuwen). His masculinity… yes, he loved women.

Puccini Elvira

Puccini and Elvira Bonturi

Only in 1904 he married the woman with whom he had lived for many years and with whom he had a son. There was no longer any question of love, but it was the decent thing to do. His wife, Evira Bonturi, was very jealous and not without reason. Apart from many short adventures and affairs he had a long relationship with a mysterious woman from Turin, a relationship that was so serious, that he was already considering divorce.

PUccini Corinna

Maria Anna Coriasco, the mysterious ‘La Torinese’. Picture on the tombstome

Why and how he ended the affair is not known. Another known scandal involved a maid who was unjustly accused by the lady of the house of having a relationship with her employer and then committed suicide.

PUccini Doria Manfredi

Doria Manfredi

His works are very erotic and his heroines get to sing the most beautiful music. He once said: “Il giorno in cui non sarò più innamorato fatemi il funerale” (On the day when I am no longer in love, bury me).

Tu, che di gel sei cinta’ from Turandot is the last aria he composed. The lyrics are also his own:

He died while working on what should have been the most beautiful and greatest love duet in his oeuvre. And until the last moment he was occupied with his looks: Puccini, the man who loved women.

Below the finale of Turandot, in the ‘original version’ of Franco Alfano who completed the opera after Puccini’s death:

Translated with http://www.DeepL.com/Translator

 

https://basiaconfuoco.com/2018/10/30/de-man-die-van-vrouwen-hield/

About Tosca:
Musings on Tosca

 

The final word on Turandot has not yet been spoken

https://c8.alamy.com/comp/C5WMNB/turandot-poster-for-the-1926-production-of-puccinis-opera-at-la-scala-C5WMNB.jpg

VIENNA 1983

Turandot Carreras

Harold Prince, with no less than 21 Tony Awards to his name, one of the biggest (if not the biggest) musical producers/directors, tackled ‘Turandot’ (Arthaus Musik 107319) in 1983, with very impressive results. He created a world of illusion ruled by fear, where the inhabitants, dressed in dazzling costumes, hide themselves (and their true feelings) behind masks. Beautiful and terrifying at the same time.

Eva Marton sings a phenomenal Turandot and Katia Ricciarelli is a fragile, pitiful Liù. Her “Signore ascolta” spun out with the most beautiful pianissimi is heartbreaking.

And José Carreras… He makes me cry too, because at the age of 37 he had one of the most beautiful (lyrical) voices in the world. But Calaf was not his role. He sings it beautifully, but one hears him crossing his own boundaries. And yet …. His hopeless macho behaviour, which goes against all odds, not only fits the concept of the director, it also illustrates Calaf’s character perfectly. At least for me.

The orchestra from Vienna is conducted by Lorin Maazel. Not my favourite conductor, but in this case, I have no reason to complain.

NEW YORK 1987

Turandot Domingo

There was a period when I thought I’d had enough of the larger than live productions by Franco Zefirelli. I only thought so, because now I yearn to see them again. All the more so because it was not just pomp and circumstance: Zefirelli was undeniably a very good personal director, with him the interaction between the characters was always perfectly timed as well.

Plácido Domingo is a different story. As many of you know (if not, you know it now) he is my absolute hero and idol, but he is so kind! And sweet! He sings the role better than Carreras (incidentally – neither gentlemen was a champion of high notes). His voice is bigger and stronger, but in terms of drawing a character Carreras wins.

Leona Mitchell (what happened to her?) is a very moving Liù. And her skin colour means you can feel for her as a slave (so not good enough for Calaf).

VALENCIA 2008

For lovers of fairy tales, stunningly beautiful and colourful costumes, overwhelming sets, and opera ‘as opera is supposed to be’: the production from Valencia, recorded in May 2008, will make your heart beat faster and even with your ears closed, you will enjoy it immensely.

The famous Chinese film director Chen Kaige (a.o. ‘Farewell to my Concubine’) pulls out all the stops and lets you gasp for breath from the very first moment. There is no lack of visual pleasure, which does not mean that it is musically not good.

Maria Guleghina is not the most subtle of contemporary sopranos. She always remains a bit unapproachable and cold, but she has a huge voice and her high notes are as solid as a rock: here we have the perfect interpreter of the title role. Marco Berti is the prototype of an ‘old-fashioned Italian tenor’: straightforward, little movement. However, his sound is also unmistakably ‘old-fashioned Italian’: grand, ringing, with a touch of Bergonzi in his timbre and a beautiful height.

Alexia Voulgaridou is a very moving Liù and the three ministers are extremely convincing.

The orchestra (Orquestra de la Comunitat Valenciana) under maestro Mehta does its best to sound as Chinese as possible, which they do wonderfully well (C Major BD 700404/DVD 700308).

ARENA DI VERONA 2010

Turandot Licitra dvd

I’m having a hard time with this. I watch and listen to Salvatore Licitra and cannot control my tears. He has never been my favourite tenor, but knowing  that you are watching and listening to what was probably his very last recording (in September 2011 he had a fatal accident on his native island, Sicily), makes judging, let alone ‘enjoying’ this very difficult.

Turandot Licitra

Salvatore Licitra courtesy of San Diego Opera

And what can I say about the production itself? It’s a good old Zefirelli, with all the frills, although he does change things a little here and there. But the atmosphere in Verona is to be jealous of, so beautiful.

The moon is lit and you imagine yourself in the middle of a fairy tale. The images are undeniably beautiful and it remains a fascinating spectacle, especially if you are sensitive to it.

And the execution? Maria Guleghina was the reigning Turandot at the time and she is doing very well, but she has also grown older and a certain routine has crept into her voice and her portrayal. I also hear a frayed edge in her heights.

Luiz-Ottavio Faria is a very moving Timur and Tamar Iveri a beautiful, if not really memorable Liu. Difficult (BelAir BAC066).

ROYAL OPERA HOUSE LONDON 2013

turandot Serban

Do you hate Calaf as much as I do? He has to be one of the most unsympathetic opera heroes: selfish, egocentric and keen on money and power, capable only of loving himself. Once started he can’t be stopped by anything or anyone: neither by the supplications of Liu and his father, nor by the wise words of Ping, Pang and Pong. The world to which he wants to belong is one of glitter and false appearances, where only the outside counts.

Or do you really think he is in love with Turandot?

Sometimes I suspect Puccini deliberately didn’t finish his opera. How do you create a happy ending to a fairy tale that is a series of tortures, murders and suicides?

Maybe I’m not the only one. Director Andrei Serban stops the opera for one long minute after Liu’s death, in which all actions freeze. I am very grateful to him for this, because Timur’s cry for help (“wake up Liu, it’s morning already”) resonates so strongly in your head.

The thirty-five year old production – which, after travelling half the world, returned to Covent Garden in 2013 – has lost none of its beauty and still fascinates from start to finish. The performance, with its beautiful choreography, is a feast for the eyes: dazzling and colourful, with a very dominant colour red.

Marco Berti is a fine although somewhat stately Calaf and Lise Lindstrom sings an absolutely convincing Turandot. Something I unfortunately can not say of Eri Nakamura (Liu).

The young Henrik Nánási has a long way to go before he can call himself a ‘Puccini conductor’. He still lacks a dose of healthy sentiment. But he is capable.

This is not the best performance of Turandot, but perhaps, at least to me, it is one of the most beautiful to watch.

Below is a trailer of the production:

AND ON CD

Turandot Cigna

For years the recording with Birgit Nilsson, led by Francesco Molinari-Pradelli (once EMI 7693272) was my absolute favorite. It couldn’t and can’t be better, basta. Until a while ago I re-listened an old CD with Gina Cigna (Naxos 8.110193-94) I had not heard in ages and now I am not so certain any longer.


Both Nilsson and Cigna have great voices with which they can easily handle the role, but Cigna has much more ‘italianitá’. On the other hand there is the icy chill in Nilsson’s timbre, which makes her a personification of the ice princess.

Franco Corelli and Francesco Merli are equally matched: macho and powerful. But Merli sounds a little more distant than the warmer and very seductive Corelli.

Turandot Scotto

Renata Scotto is a very fragile and moving Liu, but so is the young Magda Olivero. Difficult. The choice is yours. Although: who says you should choose?


ALFANO

Turandot Alfano en Puccini

Franco Alfano with Puccini

Finally, a few words about the ‘Alfano ending’. Twenty-five years ago (does time go so fast!?) it was performed at the Vlaamse Opera in Antwerp and since then I’ve become a real fan of it. It’s such a shame that it was never officially recorded!

The CD on which Josephine Barstow sings the original Alfano ending with Lando Bartolini (Decca 4302032) has unfortunately been out of print for years. It really deserves to be re-issued.

Translated with http://www.DeepL.com/Translator

In Dutch:
Het laatste woord over Turandot is nog niet gezegd

Rosa Raisa: from the Bialystok ghetto to La Scala in Milan

Het laatste woord over Turandot is nog niet gezegd

https://c8.alamy.com/comp/C5WMNB/turandot-poster-for-the-1926-production-of-puccinis-opera-at-la-scala-C5WMNB.jpg

WENEN 1983

Turandot Carreras

Harold Prince, met maar liefst 21 Tony Awards op zijn naam één van de grootste (zo niet de grootste) producers/regisseurs van musicals, nam in 1983 ‘Turandot’ (Arthaus Musik 107319) onder handen, met een zeer indrukwekkend resultaat. Hij creëerde een door angst geregeerde schijnwereld, waar de in spetterende kostuums gestoken bewoners zich (en hun ware gevoelens) achter de maskers verschuilen. Schitterend en angstaanjagend tegelijk.

Eva Marton zingt een fenomenale Turandot en Katia Ricciarelli is een broze, meelijwekkende Liù. haar met de mooiste pianissimi uitgesponnen “Signore ascolta” is hartbrekend.

En José Carreras… Ook om hem moet ik huilen, want toen, op zijn 37e, beschikte hij over één van de mooiste (lyrische) stemmen ter wereld. Maar Calaf was zijn rol niet. Hij zingt hem werkelijk prachtig, maar men hoort hem zijn eigen grenzen overschrijden. En toch …. Zijn hopeloze machogedrag, dat tegen elk beter weten ingaat, klopt niet alleen met het regieconcept, het illustreert ook het best Calafs karakter. Althans voor mij

Het orkest uit Wenen staat onder leiding van Lorin Maazel. Niet mijn geliefde dirigent, maar hier heb ik geen reden om te klagen

NEW YORK 1987

Turandot Domingo

Er was een periode dat ik dacht, dat ik het helemaal heb gehad met de larger than live producties van Franco Zefirelli. Dacht ik, want nu kan ik er alleen maar smachtend naar terugverlangen. Des te meer dat het niet alleen maar pracht en praal was: Zefirelli was ontegenzegelijk een zeer goede personenregisseur de interactie was bij hem ook altijd perfect getimed.

Plácido Domingo is een verhaal apart. Zoals velen van u weten (zo niet, dan weet u het nu) is hij mijn absolute hero en idool, maar hij is zo vriendelijk! En lief! Hij zingt de rol beter dan Carreras (overigens – geen van beide heren was een kampioen van de hoge noten). Zijn stem is groter en sterker, maar qua karaktertekening wint Carreras het van hem.

Leona Mitchell (wat is er toch met haar gebeurd?) is een zeer ontroerende Liù. En haar huidskleur maakt dat je haar inderdaad als de slavin (dus niet goed genoeg voor Calaf) kan meebeleven.

VALENCIA 2008

Voor de liefhebbers van sprookjes, bedwelmend mooie en kleurrijke kostuums, overweldigende decors, en van opera ‘zoals opera hoort te zijn’: van de in mei 2008 opgenomen productie uit Valencia gaat je hart sneller kloppen en zelfs met je oren dicht ga je immens genieten.

De beroemde Chinese filmregisseur Chen Kaige (o.a. ‘Farewell to my Concubine’) trekt alle registers open en laat je, al vanaf het allereerste moment, naar adem happen. Aan visuele weldaad geen gebrek aldus, wat niet betekent dat het muzikaal niet goed is.

Maria Guleghina is niet de subtielste van de hedendaagse sopranen. Ze blijft altijd een beetje ongenaakbaar en onderkoeld, maar ze heeft een dijk van een stem en haar hoge noten staan als een huis: ziehier de perfecte vertolkster van de titelrol.

Marco Berti is het prototype van een ‘ouderwets Italiaanse tenor’: rechttoe rechtaan, weinig beweging. Zijn geluid is echter ook onmiskenbaar ‘ouderwets Italiaans’: groots, rinkelend, met een vleugje Bergonzi in zijn timbre en een prachtige hoogte.

Alexia Voulgaridou is een zeer ontroerende Liù en de drie ministers zijn buitengewoon overtuigend.

Het orkest (Orquestra de la Comunitat Valenciana) onder maestro Mehta doet zijn best om zo Chinees mogelijk te klinken, wat ze wonderwel lukt (C Major BD 700404/DVD 700308).

ARENA DI VERONA 2010

Turandot Licitra dvd

Hier heb ik het moeilijk mee. Ik kijk en luister naar Salvatore Licitra en kan mijn tranen niet bedwingen. Hij is nooit mijn geliefde tenor geweest, maar, met de wetenschap dat je kijkt en luistert naar wat waarschijnlijk zijn allerlaatste opname is geweest (in september 2011 kreeg hij een dodelijk ongeluk op zijn geboorte eiland, Sicilië), maakt het beoordelen, laat staan ‘genieten’ zeer lastig.

Turandot Licitra

Salvatore Licitra courtesy of San Diego Opera

En wat moet ik over de productie zelf vertellen? Het is een goede oude Zefirelli, met alles erop en eraan, al verandert hij her en der wat. Maar de sfeer in Verona is om jaloers op te zijn, zo mooi.

De maan is verlicht en je waant je midden in een sprookje. De beelden zijn ontegenzeggelijk prachtig en het blijft een fascinerend spektakel, zeker als je daar gevoelig voor bent.

En de uitvoering? Maria Guleghina was toen de allerheersende Turandot en zij doet het zonder meer goed, maar ook zij is een dagje ouder geworden en er is een soort routine in haar stem en voordracht geslopen. Ik hoor ook een rafelig randje in haar hoogte.

Luiz-Ottavio Faria is een zeer ontroerende Timur en Tamar Iveri een mooie, maar niet een echt memorabele Liu. Moeilijk (BelAir BAC066).

ROYAL OPERA HOUSE LONDON 2013

turandot Serban

Heeft u ook zo’n hekel aan Calaf? Voor mij behoort hij tot de meest onsympathieke operahelden: egoïstisch, egocentrisch en belust op geld en macht, in staat om alleen maar van zichzelf te houden. Eenmaal op drift kan hij door niets en niemand worden tegengehouden: noch door de smeekbeden van Liu en zijn vader, noch door de wijze woorden van Ping, Pang en Pong. De wereld waartoe hij wil behoren is er een van glitter en valse schijn, waar alleen maar de buitenkant telt.

Of denkt u werkelijk dat hij verliefd is op Turandot?

Soms verdenk ik Puccini ervan dat hij met opzet zijn opera niet had afgemaakt, want: hoe brouw je een happy end aan een sprookje dat een aaneenschakeling is van martelingen, moorden en zelfmoorden?

Wellicht ben ik de enige niet. Regisseur Andrei Serban laat de opera na de dood van Liu één lange minuut stoppen, waarin alle handelingen bevriezen. Daar ben ik hem bijzonder dankbaar voor, want de hartenkreet van Timur (“word wakker Liu, het is al ochtend”) echoot zo na in je hoofd.

De vijfendertig jaar oude productie – die, na de halve wereld te zijn afgereisd, in 2013 weer eens terugkeerde naar Covent Garden – heeft niets aan pracht verloren en boeit nog steeds van het begin tot het eind. De voorstelling is met zijn prachtige choreografie een lust voor het oog: wervelend en kleurrijk, met een zeer dominante kleur rood.

Marco Berti is een prima hoewel wat statige Calaf en Lise Lindstrom zingt een zonder meer overtuigende Turandot. Iets wat ik helaas niet kan zeggen van Eri Nakamura (Liu).

De jonge Henrik Nánási heeft zo te horen nog een lange weg te gaan voordat hij zich een ‘Puccini-dirigent’ mag noemen. Nu ontbreekt het hem (nog?) aan een dosis gezond sentiment. Maar kundig is hij wel.

Dit is niet de beste uitvoering van Turandot die er is, maar wellicht, voor mij althans, wel één van de mooiste om te zien.

Hieronder trailer van de productie:

EN OP CD

Turandot Cigna

Jarenlang was de opname met Birgit Nilsson, onder leiding van Francesco Molinari-Pradelli (ooit EMI 7693272) mijn absolute favoriet. Beter kon en kan niet, basta. Tot ik een poos geleden een heel erg lang niet meer beluisterde cd met Gina Cigna uit de kast trok (Naxos 8.110193-94) en nu weet ik het niet meer.


Zowel Nilsson als Cigna hebben een dijk van een stem waarmee ze makkelijk de rol aankunnen, maar Cigna beschikt over veel meer ‘italianitá’. Daartegenover staat de ijzige kilte in Nilssons timbre, waardoor ze een personificatie van de ijsprinses lijkt te zijn.

Franco Corelli en Francesco Merli zijn aan elkaar gewaagd: macho en krachtig. Maar Merli klinkt iets afstandelijker dan de warmere en zeer verleidelijke Corelli.

Turandot Scotto

Renata Scotto is een zeer broze en ontroerende Liu, maar dat is de jonge Magda Olivero ook. Moeilijk. Aan u de keuze. Hoewel: wie zegt dat u moet kiezen?


FRANCO ALFANO

Turandot Alfano en Puccini

Franco Alfano met Puccini

Tot slot nog een paar woorden over het ‘Alfano einde’. Een jaar of vijfentwintig geleden (gaat de tijd zo snel!?) werd het in de Vlaamse Opera in Antwerpen opgevoerd en sindsdien ben ik er een echte fan van geworden. Het is zo ontzettend jammer dat het nooit officieel is opgenomen!

Turandot Barstow

Ook de cd met Josephine Barstow, waarop zij met Lando Bartolini de originele Alfano-finale heeft opgenomen (Decca 4302032) is al jaren uit de handel. Het wordt tijd dat het hersteld gaat worden!

Turan Dokht toch, of toch Turandot?

Rosa Raisa: van het getto in Bialystok naar La Scala in Milaan

Musings on Tosca

Tosca partituurI am a great Puccini admirer. His music goes straight to my heart to never leave it again. I love all his operas and all his heroines are equally dear to me. I love Angelica and Cio-Cio-San very much and after they die I keep crying for hours. But none of them compare to Tosca. The story is so incredibly complex and so ingeniously constructed that I – even if I can really dream the opera! – discover something new in it everytime I listen to it.

Have you noticed that Puccini has no (big) roles for  mezzos? For the sake of convenience, I do not count Edgar. After all, that was not yet a ‘real Puccini’. I think the reason is his women are anything but one-dimensional. They are strong and vulnerable at the same time, neither good nor bad. Cio-Cio-San was a geisha, Suor Angelica had an illegitimate child, Mimi had loose relationships. And yet we love them, all of them, even the fickle Manon Lescaut and their death makes us grab our handkerchiefs.

The ‘Puccini baritones’ are friendliness itself: the sweet and helpful Marcello, the compassionate consul Sharpless. Even the sheriff Jack Rance plays fair and after a lost game of poker he lets his rival go.

Tosca 1907

There is one exception: Baron Scarpia. From the beginning he dominates the stage in the literal and figurative sense. He is the one who has worked out the whole scenario and worked it out down to the smallest details. He is the hunter, who will not shy away from any means to catch his prey. He is the devil, afraid of nothing and no one; and in order to get what he wants he is prepared to cheat. But beware: he is totally repulsive, but also an attractive, charming, erudite and intelligent man and therefore an extremely dangerous opponent.

Tosca Giraldoni+as+Scarpia

First Scarpia: Eugenio Giraldoni

 

Floria Tosca is a celebrated singer, a diva. Beautiful, seductive, feminine and famous; coveted by many men. She is in a relationship with a young painter, Mario Cavaradossi.

Tosca hericlee-darclee-din-arhiva-teatrului-solis

The first Tosca: Hariclée Darclée

Their relationship is passionate, but do they really love each other? Tosca is at the height of her career, so not so young anymore. She has already had many lovers and realizes that Mario might be the last one. That makes her extremely jealous.

Tosca DeMarchiTosca

For Cavaradossi, a relationship with a famous diva is something to be proud of. He is, which doesn’t stop him from looking at other ladies and admiring their beauty. He flirts a bit with the revolution, trying to make himself important by offering a hiding place to a real revolutionary. What an easy prey for our hunter!

Tosca_Te_Deum_Act_1-1

The Te Deum scene which concludes act 1; Scarpia stands at left. Photograph of a pre-1914 production at the old Metropolitan Opera House

Scarpia is responsible for the detection of republicans. Angelotti, ex consul of the Roman Republic nevertheless manages to escape and all traces lead to a church, where our painter is at work. However, neither Angelotti nor Cavaradossi is present: an empty bread bin and doors which are open. Scarpia gratefully uses Tosca’s jealousy in the (justified) assumption that she could lead him to Angelotti’s hiding place. Moreover, he has been following the diva for some time now: he would love to spend a night with her. He has Cavaradossi tortured and in the meantime he is busy seducing Tosca.

Scotti_as_Scarpia_Kobbe

Antonio Scotti as Scarpia

The exchange he offers her (Mario’s life for sexual favors) doesn’t surprise us. We have experienced this before in opera. But the finale, it’s so different! Most sopranos in the same situation commit suicide (Gioconda, Leonora ‘Trovatore’), or give in (Maddalena). Not our diva! She fights, prays, begs and behaves like a locked up tiger, to finally kill Scarpia with his own bread knife. What does she think she can achieve with this? The murder of the important man is soon discovered and then neither she nor her boyfriend (whom she still thinks she can set free) is safe anymore. Even a not very intelligent diva can think of that. What drives her? Well: Tosca is afraid of her own emotions!

Tosca_Act_2_Victrola_Book_of_Opera

Tosca reverently lays a crucifix on Scarpia’s body. Photograph of a pre-1914 production at the old Metropolitan Opera House, New York

Remember how attractive Scarpia is? Even Tosca is not insensitive to him and that frightens her to a great extent. To escape Scarpia’s erotic appeal, she must kill him. Only then can she be truly free. She rushes to the Castle of the Holy Angel where her lover is imprisoned, tells him what she had done and that they are free. There remains one little thing: a ‘mock execution’.

Puccini_-_Tosca_-_The_execution_of_Cavaradossi_-_The_Victrola_book_of_the_opera

Unfortunately, Scarpia had never intended to pay Tosca for the night and Mario is actually killed. Only then does Tosca realize that Scarpia had surpassed herself in acting. And she can’t forgive him: “O Scarpia, avanti a Dio! (“O Scarpia, to God!”) are her last words.

110924-diapo315

There are thousands of ‘Toscas’ on the market. I will certainly not discuss them, too much, too many really good ones. Go and listen to Rosa Ponselle, Rosa Raisa, Mafalda Favero, Maria Caniglia, Magda Olivero, Renata Tebaldi, Maria Callas, Zinka Milanov, Eleanor Steber, Leyla Gencer, Leontyne Price, Montserrat Cabbalè, Renata Scotto, Raina Kabaivanska, Régine Crespin … They are all excellent, each in their own way, as it should be with a real diva. But – for me – no one beats Sara Scuderi:

In Dutch:
Mijmeringen over Tosca

Translated with http://www.DeepL.com/Translator

Over de eerste studio-opname van Edgar

Edgar
Er waren – en er zijn nog steeds – op zijn minst twee goede redenen om deze Edgar, door de Deutsche Grammophon in 2006 opgenomen een warm welkom te heten: het was de allereerste studio opname van het werk (de enige twee andere die ik toen kende zijn live opgenomen) en het was voor het eerst dat Plácido Domingo die rol, de enige die nog ontbrak in zijn Puccini-discografie, heeft gezongen.

Nooit heb ik begrepen waarom deze opera zo ongeliefd was. Toegegeven, het is niet Puccini’s beste werk, maar dat ligt voornamelijk aan het libretto. Muzikaal ligt de opera in het verlengde van Verdi, maar men hoort al flarden van de ‘echte’ Puccini: een vage belofte van Manon Lescaut, een studie op La Bohème, vingeroefeningen voor Turandot.

Het is de enige opera van Puccini met een grote rol voor een mezzosopraan, een stemtype dat Puccini blijkbaar niet nodig had voor zijn schetsen van vrouwen, die bij hem nooit helemaal goed of fout waren.

Tigrana en Fidelia (let op de namen!) zijn elkaars tegenpolen. In hun strijd om de tenor is er eigenlijk geen winnares: Edgar verlaat Tigrana, die dan prompt Fidelia doodsteekt.

In Adriana Damato (Fidelia) en Marianne Cornetti (Tigrana) mochten wij toen een nieuwe generatie fenomenale zangeressen verwelkomen en Domingo is zoals altijd zeer muzikaal en betrokken.


Plácido Domingo, Adriana Damato, Marianne Cornetti, Juan Pons, Rafal Siwek; Coro e Orchestra dell’a Academia Nazionale di Santa Cecilia olv Alberto Veronesi (DG 4776102)

De man die van vrouwen hield

Mijmeringen over Tosca

David Parry dirigeert spannende en zeer muzikale Tosca

Tosca_NRO071

© Marco Borggreve

Na al die slechte berichten over de regie van de nieuwe Tosca door de Nederlandse Reisopera viel de productie mij alleszins mee. Goed: de eerste en (voornamelijk) de derde acte waren behoorlijk verwarrend, maar wie de opera goed kent kon er mee uit te voeten. We waren in een willekeurig politiestaat anno niet nader te bepalen beland, wat in contradictie was met de gezongen tekst (Napoleon? Slag om Marengo?), maar daar zijn we inmiddels aan gewend.

Veel meer moeite had ik met de logica – of gebrek er aan. Harry Fehr, de regisseur van dienst liet de opera met gesproken woorden beginnen: Scarpia geeft zijn assistenten de opdracht om beelden van bewakingscamera’s terug te draaien om eerder die dag gemaakte opnamebeelden te kunnen bekijken. Maar dan moeten ze toch weten waar Angelotti zich schuil houdt? Het staat duidelijk op hun camera’s vastgelegd: ‘nel pozzo del giardino’.

Als geen ander componist wist Puccini zijn opera’s in een paar akkoorden samen te vatten zodat je meteen in de juiste stemming werd gebracht. Ook bij Tosca, ja. Ik ga hier niet in details treden, maar de drie beginakkoorden van de opera:  Bes, As en E, die moeten een ‘duivel’ in de muziek verbeelden en die duivel, die heeft een naam. Scarpia. Dat is ook verder in de opera ‘Scarpia’s muziek’, daar heeft Puccini goed over nagedacht. Door de opera met gesproken tekst te laten beginnen en pas daarna de akkoorden te laten klinken haal je de angel uit het verhaal.

Tosca_NRO022

© Marco Borggreve

Wat ik ook jammer vond was de aankleding. Tosca is een diva die zich toch wel een spannendere jurken kan permitteren, laat staan de kleurloze en onflatteuze mantelpakje in de derde acte. Cavaradossi is iets meer dan een hippie in een korte broek: hij bezit immers een villa? En Scarpia, de belangrijkste man van de geheime politie, die zal nooit en te nimmer een uniform aan hebben gehad.

Tosca_NRO014

© Marco Borggreve

Maar wat de productie echter zeer de moeite maakte waren de zangers en, laten we wel zijn: daar gaat het in een opera voornamelijk om, om de zangers. Ik heb de uitvoering eerst op de radio gehoord en daar was ik best blij mee want zo kon ik de stemmen beoordelen zonder gestoord worden door beelden. En die stemmen, die waren echt, echt, echt TOP, allemaal! Gelukkig werd mijn eerste indruk ook live bevestigd: er werd werkelijk fantastisch goed gezongen.

Tosca_NRO009

Philip Rhodes (Scarpia) © Marco Borggreve

Allereerst was er een fenomenale Scarpia van de jonge Nieuw-Zeelandse bariton Phillip Rhodes. Goed: hij oogde (en klonk) een beetje jong voor die rol maar hij wist ontzettend goed zijn perverse emoties over te brengen. Hij zong dat hij van gewelddadige seks houdt en dat hoorde je terug in zijn stem. Zijn sonore bariton is groot en hij beschikt over een scala van kleuren en nuancen. Zijn buitengewoon aantrekkelijke en erotische stem deed mij in de verte een beetje aan Sherrill Milnes denken.

Tosca_NRO069

Noah Steward (Cavaradossi) © Marco Borggreve

De Amerikaan Noah Stewart was een uitstekende Cavaradossi. Niet alle noten waren helemaal zuiver en ik merkte dat hij af en toe kneep in de hoogte, maar zijn ‘E lucevan de stelle’ was precies dat, wat het moest zijn: een liefdesverklaring. Liefdesverklaring aan zijn minnares. En aan zijn leven, waar hij over enkele minuten afscheid van ging nemen. Zeer ontroerend.

Tosca_NRO058

Kari Postma (Tosca) © Marco Borggreve

De Noorse Kari Postma was een excellente Tosca. Ik kon het zonder meer waarderen dat zij de rol op een totaal andere manier benaderde dan haar grote voorgangsters, zij heeft er een eigen ‘Postma-Tosca’ van gemaakt.

Tosca_NRO004

© Marco Borggreve

Roman Ialcic wist mij zeer te imponeren als een indrukwekkend gezongen Angelotti (wat een stem!) en Oleksandr Pushniak was een voortreffelijke koster.

Michael J. Scott (Spoletta) viel mij een beetje tegen, zijn vertolking van de gemene spion en rechterhand van Scarpia vond ik een beetje kleurloos.

Schitterend daarentegen was de bijdrage van Bernaddeta Astari, hier geen herder maar een poetsvrouw (hoe verzin je dat?), die na de ontdekking van de moord (wie poetst kantoren om drie uur s ’ochtends? De logica, hè?) het lijk liet liggen.

Tosca_NRO041

© Marco Borggreve

Er waren goede bijdragen van Simon Wilding (Sciarrone) en Alexander de Jong (kerkermeester) en het kinderkoortje en het Consensus Vocalis klonken zeer goed.

Het Orkest van het Osten ontbrak het een beetje aan italianitá, maar David Parry wist de musici de essentie van de muziek van Puccini bij te brengen. Het was spannend, zinderend, erotisch en toch behoorlijk belcantesk.

Trailer van de productie:

Bezocht op 6 november 2018 in het Koninklijk Theater Carré in Amsterdam

Mijmeringen over Tosca

Mijmeringen over Tosca

Tosca partituur

Ik ben een groot Puccini bewonderaar. Zijn muziek komt rechtstreeks mijn hart in om het nooit meer te verlaten. Ik houd van al zijn opera’s en al zijn heldinnen zijn mij even lief. Ik houd zielsveel van Angelica en Cio-Cio-San en na hun dood blijf ik urenlang janken. Maar geen één haalt het bij Tosca: het verhaal is zo ontzettend complex en zit zo vernuftig in elkaar dat ik er – ook al kan ik de opera werkelijk dromen! – keer op keer iets nieuws in weet te ontdekken.

Is het u opgevallen, dat bij Puccini geen rollen zijn weggelegd voor de mezzo’s? Voor het gemak laat ik Edgar niet meetellen. Per slot van rekening was het nog geen ‘echte Puccini’. Ik denk dat het komt dat zijn vrouwen alles behalve ééndimensionaal zijn. Ze zijn sterk en kwetsbaar tegelijk, noch goed noch slecht. Cio-Cio-San was een geisha, Suor Angelica had een buitenechtelijk kind, Mimi had losse verhoudingen. En toch houden wij van ze, allemaal, zelfs van de wispelturige Manon Lescaut en hun dood doet ons naar de zakdoek grijpen.

De ‘Puccini baritons’ zijn de vriendelijkheid zelve: de lieve en behulpzame Marcello, de meelevende consul Sharpless. Zelfs de sheriff Jack Rance speelt een eerlijk spel en na een verloren partijtje poker laat hij zijn rivaal gaan.

Tosca 1907

Er is één uitzondering: baron Scarpia. Vanaf het begin beheerst hij het toneel in de letterlijke en figuratieve zin. Hij is degene, die het hele scenario heeft uitgedokterd en uitgewerkt tot in de kleinste details. Hij is de jager, die om zijn prooi te vangen geen middelen zou schuwen. Hij is de duivel, voor niets en niemand bang; en om zijn zin te krijgen is hij bereid een vals spel te spelen. Maar: let op! hij is alleszins weerzinwekkend. Nee, baron Scarpia is een  aantrekkelijke, charmante, erudiete en intelligente man en daardoor een uiterst gevaarlijke tegenspeler.

Tosca Giraldoni+as+Scarpia

Eerste Scarpia: Eugenio Giraldoni

Floria Tosca is een gevierde zangeres, een diva. Mooi, verleidelijk, vrouwelijk en beroemd; begeerd door vele mannen. Zij heeft een verhouding met een jonge schilder, Mario Cavaradossi.

Tosca hericlee-darclee-din-arhiva-teatrului-solis

De eerste Tosca: Hariclée Darclée

Hun verhouding is gepassioneerd, maar of ze werkelijk van elkaar houden? Tosca is op het hoogtepunt van haar carrière, dus niet zo piep meer. Zij heeft al vele minnaars achter de rug en realiseert zich dat Mario wellicht de laatste kan zijn. Dat maakt haar extreem jaloers.

Tosca DeMarchiTosca

Voor Cavaradossi is een verhouding met een beroemde diva iets om trots op te zijn. Dat is hij ook, wat hem niet weerhoudt om ook naar andere dames te kijken en hun schoonheid te bewonderen. Hij flirt een beetje met de revolutie, denkt zichzelf belangrijk te maken door een schuilplaats aan een echte revolutionair aan te bieden. Wat een makkelijke prooi voor onze jager!

Tosca_Te_Deum_Act_1-1

The Te Deum scene which concludes act 1; Scarpia stands at left. Photograph of a pre-1914 production at the old Metropolitan Opera House

Scarpia is belast met het opsporen van republikeinen. Angelotti, ex consul van de Romeinse Republiek ontsnapt echter en alle sporen leiden naar een kerk, waar onze schilder aan het werk is. Er is echter noch Angelotti, noch Cavaradossi aanwezig: wel een lege broodtrommel en deuren, die open staan. Scarpia maakt dankbaar gebruik van Tosca’s jaloezie in de (terechte) veronderstelling, dat zij hem naar de schuilplaats van Angelotti zou kunnen leiden. Bovendien zit hij al een tijd achter de diva aan: hij wil dolgraag een nacht met haar doorbrengen. Hij laat Cavaradossi martelen en ondertussen is hij bezig Tosca te versieren.

Scotti_as_Scarpia_Kobbe

Antonio Scotti als Scarpia

De ruil, die hij haar biedt (het leven van Mario tegen een partijtje vrijen) verbaast ons niets. Dat hebben wij al vaker in de opera meegemaakt. Maar de ontknoping, het is zo anders! De meeste sopranen in dezelfde situatie plegen zelfmoord (Gioconda, Leonora ‘Trovatore’), of geven gelaten toe (Maddalena). Zo niet onze diva. Zij vecht, bidt, smeekt en vertoont een gedrag van een opgesloten tijger, om uitendelijk Scarpia met zijn eigen broodmes te vermoorden. Wat denkt zij hiermee te bereiken? De moord op de zo belangrijke man wordt gauw ontdekt en dan is zij, noch haar vriendje (die zij nog steeds denkt te kunnen bevrijden) veilig meer. Dat kan zelfs een niet bijster intelligente diva bedenken. Wat drijft haar? Welnu: Tosca is bang voor haar eigen emoties!

Tosca_Act_2_Victrola_Book_of_Opera

Tosca reverently lays a crucifix on Scarpia’s body. Photograph of a pre-1914 production at the old Metropolitan Opera House, New York

Weet u nog hoe aantrekkelijk Scarpia is? Ook Tosca blijft er niet ongevoelig voor en dat beangstigt haar in hoge mate. Om aan de erotische aantrekkingskracht van Scarpia te ontsnappen, moet zij hem doden. Dan pas kan zij werkelijk vrij zijn. Zij spoedt zich naar de Engelenburcht waar haar minnaar gevangen zit, vertelt hem wat zij gedaan had en dat zij vrij zijn. Er rest nog een kleinigheidje: een ‘schijnexecutie’.

Puccini_-_Tosca_-_The_execution_of_Cavaradossi_-_The_Victrola_book_of_the_opera

Helaas, Scarpia was nooit van plan geweest om Tosca voor de nacht te betalen en Mario wordt daadwerkelijk gedood. Dan pas beseft Tosca, dat Scarpia haar zelfs in het toneelspelen had overtroffen. En dat kan zij hem niet vergeven: “O Scarpia, avanti a Dio!” (“O Scarpia, tot voor God!”) zijn haar laatste woorden.

110924-diapo315

Er zijn duizenden ‘Tosca’s’ op de markt. Ik ga ze zeker niet bespreken, te veel, te veel echt goede. Ga luisteren naar Rosa Ponselle, Rosa Raisa, Mafalda Favero, Maria Caniglia, Magda Olivero, Renata Tebaldi, Maria Callas, Zinka Milanov, Eleanor Steber, Leyla Gencer, Leontyne Price, Montserrat Cabbalè, Renata Scotto, Raina Kabaivanska, Régine Crespin … Ze zijn allemaal voortreffelijk, elk op hun eigen manier, zoals het bij een echte diva hoort. Maar – voor mij – geen één haalt het bij Sara Scuderi: