1 Moby Dick, or, The Whale Een draaikolk van totaaltheater, – muziek, -beeldende kunst, – film waarin alle thema’s in Herman Melvilles klassieker uit de opkomende industriële maatschappij van de negentiende eeuw die nog steeds een rol spelen, uitbuiting, verpaupering en racisme, maar ook obsessiviteit en queer-erotiek aan bod komen. Muziek Caroline Shaw, Andrew Yee, Asma Maroof, regie Wu Tsang, tekst Sophia Al-Maria, dirigent Kevin Griffiths.
3 And here I am/a Lonely Woman van Huba de Graaff. Het unieke werk en leven van de Iraanse dichteres Foroukh Foroukhzad verklankt in punk-rock band stijl, verweven met met beelden uit Foroukhzads indringende experimentele film The House is Black over een lepra-oord.
4 NOMAD Sidi Larbi Cherkaoui eigenlijk al een voorstelling van drie jaar ervoor, maar door corona opgehouden. Ik heb nooit mooiere woestijnen, donderwolken, stortbuien en vloedgolven gezien op het toneel, realistisch en toch theatraal, in een meeslepende voorstelling over mensen op drift
5 Le Vin Herbé Ulrike Quade Capella Amsterdam Emio Greco. Frank Martins indringende versie van Tristan und Isolde, op het toneel zo eenzaam gemaakt als ze in Frank Martins opera zijn, midden in Corona tijd in verplicht halflege zalen, verbeeld als tragikomische poppenopera. Wanneer komt Ulrike Quade iets uitvoeren bij De Nationale Opera?
6 Ex aequo twee nieuwe Amerikaanse opera’s bij DNO, waartussen ik niet kan kiezen; gelukkig maar. Blue met muziek van Jeanine Tesori, libretto Tazewell Thompson, dirigent Kwamé Ryan. Barber meets Ellington meets Puccini meets Grant Still in een overtuigend verklankt en verbeeld eigentijds drama over raciale thema’s die niet alleen in de VS actueel zijn. En Denis en Katya, muziek Philip Venables, libretto en regie Ted Huffmann, over twee jeugdige Russen die na dood en verderf te hebben gezaaid zelf de dood verkiezen. Kwam bij toeval uit kort na de Russische inval in Oekraïne, en de somberte van het werk kreeg daardoor een huiveringwekkend actualiteit. Michael Wilmering en Inna Demenkova vulden met hun tweeën het hele immense toneel van de Stopera.
7 Een nog kleinere productie van DNO, Boekman Michiel de Regt, Erik van der Horst DNO, over de vooroorlogse socialistische wethouder cultuur Emanuel Boekman, die, zelf geboren in arme Joodse familie in de Pijp, in zijn functie bij de gemeente dagelijks van zijn huis in Zuid door de Waterloopleinbuurt naar het toenmalige gemeentehuis aan de OZ Voorburgwal fietste, en toen al de wens had Amsterdam van een operagebouw te voorzien. Alleen niet op de plek waar het nu staat, op de plaats van de oude Joodse buurt. Ik zal nooit meer vergeten dat onder elke stap die je in en rond het Stadhuis en het Operagebouw zet de tragische geschiedenis van de Joodse gemeenschap in Amsterdam te vinden is.
Boekman, Nationale Opera,
Spel en tekst: Harpert Michielsen,
Muziek en Spel: Erik van der Horst,
Regie: Michiel de Regt,
Dramaturgie: Wout van Tongeren,
Oorspronkelijke muziek (versie2021): Bart Sietsema
8 Der Ring Necati Öziri HF Een hilarische, maar tegelijkertijd oprecht betrokken kijk op Wagners Ring binnen de context van moderne sociale verhoudingen, man-vrouw, patriarchaat, matriarchaat en Wagners ideeën over een nationalistisch ‘wij’ en wie daar dan wel en niet bij mogen horen.
Ik had uit het Holland Festival ook Kein Licht op van teksten Elfriede Jelinek, muziek Philippe Manoury en regie Nicolas Stemann kunnen kiezen, voor mij het derde hoogtepunt van het afgelopen Holland festival.
9 Katia Kabanova Janacek NTR ZaterdagMatinee ook fraai semi-geënsceneerde uitvoering van het werk. Ik had ook L’Italiana in Algeri kunnen kiezen, idem uitgevoerd, maar Janacek is gewoon een stuk substantiëler. Of de Rheingold in authentieke bezetting. Ik vind een goede Wagner altijd geweldig, maar vond het concept voor een deel ook lood om oud ijzer; Boulez’ aanpak was verhelderender. Maar Die Walküre komt er ook aan en daar zal het idee zich echt kunnen bewijzen.
10 Königskinder Humperdinck DNO Half in de vergetelheid geraakt bijna-meesterwerk met een fascinerende ontstaansgeschiedenis en een fascinerend vervolg (Joods Duitsland ontmoet antisemitisch Duitsland), op een overtuigende manier afgestoft, in muzikale aanpak en enscenering.
en Het Barre Land van Sinfonietta/ISH, Layegh, Stravinsky, Berg, Džajkovski, Nyman, Dessner, Avison, Ronner, Karaindrou, Casals, Pärt, Say & Sylvestrov, allebei ook fraai.
Het kan zijn de ingrepen in of eigenlijk juist het weglaten uit Turandot in de productie van DNO de voorstelling in de herinnering zullen doen rijpen. In de nawerking overtuigt het idee dat de voorstelling moest stoppen waar Puccini moest stoppen meer en meer.
Ik heb CDs en concerten buiten beschouwing gelaten, anders had ik het zeker ook moeten hebben over de motetten van Vicente Lusitano op CD door het Marian Consort, kippenvel bij Graindelavoix en het Huelgas Ensemble in het Festival Oude Muziek, klankpracht en sensualiteit met Dallapicola, Respighi en Rick van Veldhuizen bij het KCO en het NedPho, en, een beetje in de lijn van het kerstverhaal zelf, is er ook geen plaats voor het verpletterende kerstconcert als drama met Vox Luminis in de Matinee.
Boekman’ is een voorstelling over Emanuel Boekman, Amsterdams legendarische Wethouder van Onderwijs en Kunstzaken van 1931 tot 1940. De voorstelling werd gespeeld in de Boekmanzaal van de Stopera, het gecombineerde gemeentehuis en muziektheatergebouw, het gebouw dat we in veel opzichten aan Emanuel Boekman te danken hebben. Alleen zou het in zijn visie niet hebben gestaan op deze plek, de plek waar in zijn tijd nog een arme, nu verdwenen Joodse wijk stond. Deze wijk waar één van de bevolkingsgroepen woonde die Boekman als Amsterdams wethouder van onderwijs én kunst wilde helpen de middelen te bieden om hun levensomstandigheden te verbeteren.
De voormalige Lange Houtstraat
Op het gebied van kunst was zijn ideaal om hoogverheven kunst toegankelijk te maken voor iedereen. Daar paste in zijn visie bijvoorbeeld een operagebouw bij waarin de toenmalige Wagnervereniging opera voor iedereen zou brengen. De inrichting van de zaal zou ‘democratisch’ zijn, niet, zoals hij schreef, als in de Stadsschouwburg met aparte loges en het publiek deels geplaatst aan de zijkanten, alsof men daar dan kwam om elkaar te zien in plaats van de voorstelling, maar met ruime zetels in gebogen rijen waar iedere toeschouwer goed zicht op podium zou hebben, en met een ruime orkestbak, waar ook een Wagner-orkest in zou passen.
Het Waterlooplein in 1935. Hier kwam het stadhuis met de door Boekman zeer gewenste opera. Hij vond dat kunst toegankelijk moest zijn voor iedereen. Alleen was deze plek niet voorzien.
Zo’n operatheater is er nu, maar dus op de plek waar vroeger de wijk stond waar mensen woonden die Boekman door goed onderwijs en door kunst vooruit wilden helpen en niet op het Museumplein, zoals Boekman in gedachten had.
Het merendeel van de bevolking van deze wijk zou omkomen in concentratiekampen of op weg erheen. De verlaten huizen werden geplunderd en zouden na de oorlog nog verder in verval raken. Uiteindelijk werd wat resteerde van de wijk voor een groot deel met de grond gelijk gemaakt om plaats te maken voor metro, stadhuis, operagebouw en Meester Visserplein.
Op de vloer van de Boekmanzaal zijn met plakband de contouren aangegeven van de straat die oorspronkelijk over deze plek liep, de Lange Houtstraat, en de oorspronkelijke huizen die precies op deze plek stonden, met huisnummer en al. We krijgen de namen van de families te weten die er oorspronkelijk woonden. Het is alsof we in huiskamers zitten en deelnemen aan het straatleven.
Verteller Harpert Michielsen noemt de namen van de mensen die er woonden; dat is allemaal terug te vinden in het Amsterdamse stadsarchief. Zanger/gitarist Erik van der Horst laat liederen horen, Jiddische en Sefardische, die daar geklonken kunnen hebben.
Dichterbij de oorspronkelijke wijk en bewoners kunnen we niet komen en tegelijkertijd zijn ze verder weg dan ooit. In de plattegrond is ook de plek te zien van de viskraam waar Boekman langs fietste en wel eens vis meenam, op weg naar en van het stadhuis, toen gevestigd aan de Oudezijds Voorburgwal.
Boekenstalletjes bij de Oudemanhuispoort. 1925. Hier verkocht de familie Boekman boeken. Later kreeg Emanuels vader een winkel op de Vijzelgracht.
Boekman, zelf telg uit een arm Joods gezin uit de Pijp, woonde inmiddels in Oud-Zuid. Zijn vader en ook zijn grootvader waren tweedehandsboekenverkoper geweest, in de boekenmarkt bij de Oudemanhuispoort, een tweedehandsboekenmarkt die nog steeds bestaat. Zelf was Boekman, die de lagere school met voorbeeldige cijfers heeft gemaakt niet afkomstig uit een familie waar men zich kon permitteren een kind naar de middelbare school te sturen, laat staan naar de universiteit, letterzetter geworden bij een drukkerij.
1931. Groepsfoto in het Stedelijk Museum. Boekman in het middseum. Boekman in het mid
Van zijn vader en grootvader erfde hij de gewoonte om ook te lezen wat tijdens het werk door hun handen kwam. Komend uit een ‘rood’ gezien viel hij al snel op als erudiet en klom politiek in hoog tempo op, eerst binnen de politiek zeer activistische vakbond van de drukkerswereld, vervolgens ook binnen de SDAP, de toenmalige socialistische partij, waar hij ook furore maakte op grond van zijn eruditie en welbespraaktheid. Hij trouwde met de even erudiete Jansje Nerden
In de avonduren behaalde hij zijn middelbareschooldiploma om vervolgens geschiedenis en sociologie te gaan studeren. Hij werd raadslid, promoveerde op de rol van de staat in het kunstbeleid en werd vervolgens wethouder van kunst en onderwijs. Algemeen werd gedacht dat hij het nog veel verder zou brengen, misschien wel als minister, of Minister-President. Maar toen kwam die oorlog
Op 15 Mei 1940 gaf Nederland zich over aan de Duitse bezetters. Boekmans dochter en haar echtgenoot waren kort daarvoor, voor de Duitse inval, naar Engeland gevlucht. Boekman en zijn echtgenote hadden ook mee gekund, maar zij vonden dat een vooraanstaand Joods bestuurder zo lang mogelijk op zijn post moest blijven.
De Hendrik Jacobszstraat. Hier pleegden Boekman en zijn vrouw zelfmoord, liggend op b
Toen Nederland capituleerde probeerden ze toch via IJmuiden weg te komen, maar het was al te laat. Samen met hun vrienden Bob van Gelderen en diens echtgenote hebben ze de Duitse bezetting en wat ze vreesden dat daarna zou gebeuren niet afgewacht. Op 15 mei 1940 pleegden ze met behulp van een door een bevriende arts ter beschikking gestelde middelen zelfmoord.
Deze voorstelling werd gemaakt als onderdeel van Theater na de Dam, Nederlandse theatermanifestatie die jaarlijks plaatsvindt op de avond van de Nationale Dodenherdenking op 4 mei. In verschillende theaters in Nederland worden meer dan tachtig theatervoorstellingen gelijktijdig opgevoerd die inhoudelijk betrekking hebben op de Tweede Wereldoorlog.
B
De voorstelling is gemaakt met eenvoudige middelen. Die paar strepen op een witte vloer. Een acteur die het levensverhaal vertelt. Een zanger met elektrische en akoestische gitaar die melancholische Jiddische en Sefardische liederen zingt, geluidseffecten maakt met de elektrische gitaar. Er komt ook operamuziek in voor, als zanger Erik van der Horst, begeleid door dromerige jazzy akkoorden op zijn gitaar, een paar zinnen uit ‘L’ho perduta’ van Barbarina uit Mozarts Le Nozze di Figaro zingt, terwijl acteur Harpert Michielsen memoreert hoe Bruno Walter, die ook Joods was, in het Concertgebouw bij zijn laatste optreden in Nederland Mozart had gedirigeerd en had verteld hoe de situatie in Duitsland en Oostenrijk steeds verder verslechterde.
Het is een kleinschalige muzikale vertelling over kunst, politiek en idealen tegen de achtergrond van een verdwenen Amsterdam waarvan we ons even een voorstelling kunnen maken, een deel van de geschiedenis die deels begraven ligt onder het gebouw dat Emanuel Boekman mogelijk heeft gemaakt.
‘Boekman’ was in mei 2021 als online-voorstelling te zien. Regie: Michiel de Regt Spel en tekst: Harpert Michielsen Muziek en spel: Erik van der Horst Oorspronkelijke muziek (versie 2021): Bart Sietsema Dramaturgie: Wout van Tongeren