Tekst : Peter Franken

De Opéra Comique in Parijs maakt al jaren veel werk van het op de planken brengen van oude successtukken die de tand des tijds niet wisten te doorstaan. Een daarvan is ‘Le postillion de Lonjumeau’ van Adolphe Adam uit 1863.

De componist schreef tientallen opera’s in de periode tussen 1824 en 1856 maar deze buffo opera over een koetsier is de enige die in het geheugen van operaliefhebbers is blijven hangen. Bij Adam denkt men vrijwel automatisch aan het ballet ‘Giselle’, dat heeft hem onsterfelijk gemaakt, niet aan zijn opera’s.

‘Le postillion’ beleefde meer dan vijfhonderd uitvoeringen in de Comique maar raakte sindsdien in de vergetelheid, evenals het complete genre Franse opera’s met gesproken teksten overigens. In 2019 werd het werk weer eens uitgevoerd in een nieuwe productie van Michel Fau die er alles aan heeft gedaan het in zijn oorspronkelijke vorm te presenteren. Dus compleet met alle dialogen en de voor buitenlanders wat overdreven aandoende ‘Franse humor’.
Het verhaal speelt zich af ten tijde van de regering van Louis Quinze en is tamelijk onzinnig, maar dat maakt het toch ook juist wel leuk om in mee te gaan. De opera begint met een kort toegevoegd voorspel waarin Louis Quinze zijn entertainment chef Le Marquis de Corcy opdraagt nu eindelijk eens voor wat goede stemmen in zijn opera te zorgen. ‘Vindt stemmen, nu.’ Het klinkt bekend in de oren.
Chapelou is een koetsier die zijn standplaats heeft in Lonjumau, een dorpje even ten zuiden van Parijs. Hij is erg populair en vindt zich een hele Piet. Zoiets als: ‘Het is moeilijk bescheiden te blijven wanneer je zo goed bent als ik.’ Hij vindt echter zijn match in herbergierster Madeleine die eveneens een hoge dunk heeft van zichzelf.

We treffen hen op het moment dat ze net met elkaar zijn getrouwd en in plaats van daar blij om te zijn vertellen ze elkaar dat ze beiden een dorpsziener hebben geraadpleegd die onafhankelijk van elkaar het huwelijk hebben ontraden. Eerst trouwen en dan elkaar vertellen dat het waarschijnlijk niets wordt: het begin is bizar en dat zet de toon voor hetgeen volgt.
Maar goed, ze leggen het bij en de vrouwen uit het dorp nemen Madeleine mee om haar gereed te maken voor het bruidsvertrek. Intussen zingt Chapelou op aandringen van zijn vrienden een lied waarin hij zowaar een hoge D weet te halen. Toevallig wordt dat gehoord door de Corcy die met een kapot wiel aan zijn koets in het dorp is gestrand. Hij heeft onmiddellijk in de gaten dat dit ‘een stem’ is waarmee hij zijn koning kan verblijden. De man is nog geen zanger maar met een half jaar moet hij hem wel in de Opéra kunnen laten optreden.

Chapelou weigert om het de markies mee te gaan, hoe mooi de toekomst ook is die hem wordt voorgespiegeld. Hij kan zijn vrouw toch niet in de steek laten op de huwelijksnacht? Maar uiteindelijk zwicht hij en Madeleine blijft boos en verdrietig achter als ze merkt dat haar man er vandoor is gegaan. Gelukkig kan ze naar haar rijke tante die op het Île de la Cité woont en die haar een aanzienlijk vermogen zal nalaten als ze sterft.
Tien jaar later is Chapelou een grote ster die zichzelf Saint-Phar noemt. Madeleine is een rijke dame die als Madame de Latour door het leven gaat. Als hij haar ziet in de opera valt hem de gelijkenis met Madeleine op en als ze elke avond opnieuw op diezelfde plek zit wil hij haar ontmoeten. Dat lukt uiteindelijk maar Latour stelt een eis om op zijn avances in te gaan. Alleen als hij met haar trouwt kan hij zijn gang met haar gaan.

Mede dankzij andere kleding en lagen make-up herkent Chapelou zijn eigen vrouw niet. Om zijn zin te krijgen probeert hij een bruiloft te organiseren met een koorlid als zogenaamde priester. De markies krijgt hier lucht van en vertelt dat aan Madeleine die vervolgens een echte priester laat komen. In een duistere kapel wordt de ceremonie voltrokken en daarmee lijkt Chapelou bigamie te hebben gepleegd. Pas als Madeleine haar identiteit onthult ontloopt hij de doodstraf die daar op staat. Tweemaal trouwen met dezelfde vrouw is geen misdrijf die in het wetboek voorkomt dus gaat hij vrijuit. Voorwaarde is wel dat hij zijn carrière als Saint-Phar opgeeft. Madeleine wil hem na tien jaar wachten nu eindelijk eens helemaal voor zichzelf.

Het toneelbeeld van Fau’s productie is exuberant om het zo maar te stellen. De kostuums van Christian Lacroix doen recht aan de tweede helft van de 18e eeuw, de decors van Emmanuel Charles steken de Efteling naar de kroon en een goede mak-up en belichting doen de rest.

Fau is behalve als regisseur ook als acteur te zien in de kleine travestierol van Rose, de kamenier van Madame Latour. De zangerscast is werkelijk voortreffelijk, ook in de kleine rollen van Chapelou’s ‘bevriende vijand’ Biju (de bas Laurent Kubla) en de would be priester Bordon (bariton Julien Clément), het onbetekenende koorlid dat altijd rivieren en bomen moet spelen.
Vanwege het belang van verstaanbaarheid van de gesproken Franse teksten bestaat de cast vrijwel geheel uit Franstaligen. De uit Montréal afkomstige sopraan Florie Valiquette is een uitstekende Madeleine die zowel zingend als acterend haar personage overtuigend weet neer te zetten.
Bariton Franck Leguérine vertolkt de rol van Marquis de Corcy met verve en biedt de twee protagonisten goed tegenspel. En dan Chapelou en Saint-Phar.
Voor die rol moet men iemand beschikbaar hebben die daadwerkelijk die hoge D’s weet te produceren en verder ook nog uitstekend Frans kan zingen en vooral ook spreken. Opkomst de Amerikaanse tenor Michael Spyres die al eerder van zich deed spreken met een bijna ideale vertolking van Masaniello in ‘La muette de Portici’, de productie die ik in 2012 in de Comique mocht beleven. Hij heeft zich het Franse repertoire in brede zin eigen gemaakt en doet voor geen Francophone zanger onder. Maar vooral: hij kan die hoge D’s goed aan en perst er zelfs een keer een hoge E uit.
Persoonlijk zit ik daar niet op te wachten, voor een tenor vind ik de B eigenlijk wel hoog genoeg. Daarna wordt het zo’n brandsirenegeluid. Maar het publiek in de Comique vindt het geweldig.
Koor en orkest komen uit Rouaan, het betreft namelijk een coproductie met de opera aldaar. Onder leiding van Sébastien Rouland leveren ze een uitstekende prestatie. Alles bijeen een echte aanrader deze opname op Bluray.
Trailer(s) van de productie:
Productiefoto’s: © Stefan Brion
Overigens brengt Oper Frankfurt in maart en april 2025 een reeks uitvoeringen van de Postillion. Het betreft een productie die is overgenomen van het Tirol Festival in Erl.
Bonus: Michel Fou was ook verantwoordelijk voor de onweerstaanbare Ciboulette van Reynaldo Hahn:





























