Donizetti

L’ELISIR D’AMORE: vier opnamen uit de oude doos.

ElisirLELISIR-DAMORE-TITO-SCHIPA-SR.-e-JR.-copyright-Ing.-Gianni-CARLUCCIO-6

Tito Schipa, Margherita Carosio en Salvatore Baccaloni, getekend door de Italiaanse cartoonist Onorato in 1937

DVD’S

FERRUCIO TAGLIAVINI

Elisir Tagliavini

Men kan niet om Ferrucio Tagliavini heen, een door God gekuste tenore-leggiero prima grazia. Zo zoet zoals zijn stem klinkt, daar kan geen Mona-toetje tegenop. En de tekstbegrip, ach!

Op VAI (4492) werd een complete L’elisir met hem en Alda Noni vastgelegd, opgenomen in Tokyo in 1959. Het zwart-witbeeld moet men voor lief nemen en het geluid is ook niet om naar huis te schrijven. Maar ja, Tagliavini! Als je zijn versie van ‘Una furtiva lagrima’ hoort, dan voel je je in de hemel. Niet minder dan dat:

CARLO BERGONZI

Elisir Scotto Bergonzi

De dvd met Renata Scotto, Carlo Bergonzi en Giuseppe Taddei (Hardy Classic Video HCD 4014) wil ik speciaal de jongere generatie aanbevelen. Het zijn niet alleen de prachtige stemmen van weleer die imponeren (Scotto, Bergonzi, Taddei – wie zingt ze dit nog na?), het oog krijgt ook het een en ander om te genieten.

Denk maar niet dat ze het toneel opkomen, hun aria met het gezicht naar het publiek zingen en buigen, want dan komt u bedrogen uit. Het is theater pur sang en een beter acterende zangeres dan Scotto moet nog geboren worden.

Renata Scotto zingt ‘Prendi, per me sei libero’:

Het beeld is zwart-wit (de opname is gemaakt tijdens Maggio Musicale Fiorentino in 1967) en het decor is van bordkarton, maar wie maalt er om?

Carlo Bergonzi zingt ‘Una furtiva lagrima’:

 

CD’S 

JOSÉ CARRERAS

 

Elisir Carreras

Mijn geliefde cd-opname is live en verre van perfect (Legato Classics LCD 218-2). Yasuko Hayashi is zo-zo als Adina, zij haalt het allemaal maar net en zet te zwaar aan. Maar de mannen! José Carreras is een droom van een Nemorino – onnozel en hopeloos verliefd. Aan hem is de drank ook goed besteed, hij wordt er werkelijk vrolijk en uitgelaten van.

Geraint Evans zet Dulcamara lekker dik aan en chargeert, maar helemaal in de geest van het karakter. Thomas Allen is een zeer potente Belcore en het orkest en koor uit Covent Garden wordt zeer spiritueel en aanstekelijk gedirigeerd door John Pritchard.

De opname (Londen, 1976) klinkt prima. Als bonus krijgen wij een recital dat Carreras gaf in Carnegie Hall 30 november 1980, waarop hij ook wat minder bekende aria’s en liederen zingt, onder meer uit Lady Chatterton van Leoncavallo en Pietra del Paragone van Rossini.


LUIGI ALVA

Elisir glyndebournegfocd00562

De andere, door mij zeer gewaardeerde opname is de live-uitvoering uit Glyndebourne 1962 (GFOCD 005-62). Niet zo lang geleden werd het op het eigen label van het befaamde operafestival uitgebracht.

Adina betekende de internationale doorbraak van Mirella Freni. Begrijpelijk, als je hoort hoe prachtig zij gestalte aan die rol geeft: charmant en geestig laat zij haar prachtige lyrische, jonge meisjessopraan bloeien en haar hoogte is stralend.

Luigi Alva was door zijn fluwelen timbre en perfecte coloratuurtechniek een in de tijd zeer gevraagde Mozart- en Rossini-tenor en ook Donizetti past hem als een handschoen. Zijn ‘Una furtiva lagrima’ klinkt misschien iets minder zoetgevooisd dan die van Tagliavini of Schipa, maar zijn invulling van het karakter van Nemorino is formidabel.

Sesto Bruscantini is zonder meer één van de beste Dulcamara’s uit de geschiedenis en Enzo Sordello een zeer mannelijke Belcore.

TITO SCHIPA

ElisirTito-Schipa-storico-Nemorino

Nee, van hem bestaat geen complete opname van de opera. Toch durf ik te beweren dat hij de mooiste Nemorino was. Ever.

 

Waardeloze regie verpest een uitstekend gezongen Poliuto

Poliuto

Poliuto, een van de heerlijkste en vrijwel geheel vergeten opera’s van Donizetti is aan zijn revival begonnen. Vorig jaar heeft Opera Rara Les Martyrs, de – zeg maar – “Franse versie” van het werk opgenomen, nu is de oorspronkelijke Poliuto zelf aan de beurt.

Het libretto, naar een drama van Corneille heeft als hoofdthema de marteldood van de heilige Polyeucte. Plus natuurlijk de nodige romantische liefdesperikelen van de titelheld en zijn vrouw Paolina, die ooit verloofd was met de Romeinse proconsul Severo en na zijn vermeende dood uitgehuwelijkt werd aan Poliuto.

achter de schermen:

Het verhaal speelt zich af in de derde eeuw in Armenië, maar dat moet u meteen vergeten. Marianne Clément heeft het verhaal geupdated naar zo te zien de jaren dertig van de vorige eeuw. Het is onduidelijk waar we zijn beland, in ieder geval daar, waar de troepenmacht van de Italiaanse fascisten de boel bezet houdt. (Italianen die de christenen vervolgen? Werkelijk?). Verder wordt de bühne bevolkt door de dictator volgende gepeupel en de vervolgde Christenen. De laatsten makkelijk te herkennen aan hun kaal geschoren koppen.

Knudde. Mij collega in de Engelse Telegraph kopte met “A five-star musical performance, let down by a two-star staging” en daar kan ik niet anders dan mee eens zijn.

Zeer onder indruk ben ik van Igor Golovatenko (Severo). De Rus is gezegend met een warme en goed gevoerde belcanteske bariton en zijn confrontatie met Paolina – Anna María Martinez in één van haar beste rollen – is hartverscheurend (ogen dicht!).

Michael Fabiano zingt Poliuto met een open en helder geluid. Ook zijn acteren is onberispelijk, al lijkt hij af en toe een beetje verdwaald rond te lopen. En, o ja, voor ik het vergeet: er is ook een rolstoel!

Trailer:

 

GAETANO DONIZETTI
Poliuto
Michael Fabiano, Anna María Martinez, Igor Golovatenko, Matthew Rose e.a.
London Philharmonic Orchestra olv Enrique Mazzola
Regie: Marianne Clément
Opus Arte OA1211 D

Zie ook:
Les Martyrs

MICHAEL FABIANO

Michael Fabiano overrompelt met zijn eerste cd-recital

Saaie Lucrezia Borgia uit San Francisco

borgia

 

Toegegeven, Lucrezia Borgia behoort niet tot de sterkste opera’s ter wereld. Ook binnen het genre van Donizetti steekt zij magertjes af bij zijn Lucia’s, Linda’s en Parisina’s. Om van de Tudor – koninginnen maar te zwijgen.

Waar het aan ligt? Zonder meer aan het libretto, die zelfs in de soms ridicule wereld van flauwvallende en herstellende dames bijzonder ongeloofwaardig aandoet. De titelheldin is een gifmengster met een moederlijk hart, een monster van een vrouw, die toch één zwakte kent waaraan zij zelf (door een zelfverkozen, dat wel, dood) bezwijkt, maar niet vóór zij haar eigen zoon met al zijn vrienden naar de betere wereld heeft geholpen. Dat het een toeval was doet er verder niet toe.

Donizetti componeerde het werk in minder dan vier werken, iets wat zelfs voor de beruchte “workalcoholic” en snelschrijver uitzonderlijk snel was. Wat niet belemmert dat de opera barstensvol mooiste aria’s, cabaletta’s, duetten en koren zit; en dat je er eigenlijk van het ene naar het andere hoogtepunt wordt meegesleurd. Dat het werk niet al te vaak wordt opgevoerd ligt dan ook voornamelijk aan de moeilijkheidsgraad: de rollen van Lucrezia en haar zoon Gennaro behoren tot de lastigste binnen het genre. Niet alleen vanwege het hondsmoeilijke trapezewerk waaraan de sopraan moet voldoen, maar ook de eindeloze gamma aan emoties, die beiden, soms binnen één en dezelfde aria, moeten tonen. Je zou bijna aan een persoonsstoornis kunnen denken!

Lucrezia Borgia is altijd het paradepaardje van de grootste belcanto-zangeressen uit de geschiedenis geweest: Beverly Sills, Montserrat Caballé, Leyla Gencer, Joan Sutherland …
Ook tegenwoordig bestaan er zangeressen (denk aan Nelly Miricioiu en Devia) die Lucrezia alles kunnen geven, wat zij nodig heeft, maar daar hoort Renée Fleming niet bij.

Ik houd zielsveel van Fleming, maar belcanto is niet meer haar ding. Het ontbreekt haar niet alleen aan de hoogte, coloraturen, trillers en de typisch belcanteske squillo; maar het lijkt ook alsof zij haar beroemde piani aan de wilgen heeft opgehangen. Zelfs in de laatste, zeer dramatische scène kan zij mij nergens overtuigen, al ontluikt er iets van een drama in haar kreet “mijn zoon is dood”. Helaas  zakt “Era desso il figlio mio” als een pudding in elkaar en mevrouw doet aan “croonen”.

Dat ‘M’odi, ah m’odi’ toch zo ongemeen dramatisch en spannend wordt dat je af en toe naar adem moet happen, ligt, behalve aan Donizetti aan de overtuigingskracht van de jonge, toen nog maar 27 (!) Michael Fabiano. In zijn afkeer van de moordenares die, nadat hij er achter komt dat de dame in kwestie zijn moeder is, in een oprechte verwondering verandert om daarna plaats te maken voor een gekwelde sentiment, toont Fabiano zich een meester in het tonen van menselijke emoties. In zijn jeugdigheid en onstuimigheid, zijn passie en verbetenheid doet hij mij, merkwaardig genoeg aan de jonge Carreras denken, al is zijn timbre toch echt anders.

Fabiano Lucrezia

Vitalij Kowaljow imponeert als de vileine Don Alfonso. Zijn sonoor klinkende bas is soepel en wendbaar en zijn ‘Vieni la mia vendetta… Qualunque sia l’evento’ behoort tot de absolute hoogtepunten van de opera.

Elisabeth deShong (Orsini) beschikt over een prachtige mezzostem met een zeer warm timbre, maar zij laat mij koud. Haar mooie stem, voorbeeldige legato en de soepele overgangen kunnen niet helpen dat ik ‘Nella fatal di Rimini’ een beetje saai vind en zelfs bij ‘Il segreto per esser felici’ wil ik niet echt wakker worden. Waar het aan ligt? Wellicht is Orsini niet echt haar rol? Of is het allemaal de schuld van de regie?

Ik weet niet wie John Pascoe is, heb ook nog nooit eerder van hem gehoord. Volgens Google heeft hij al het een en ander in de opera bereikt en behalve regisseren doet hij ook aan ensceneringen en ontwerpen van kostuums. Dat ze allemaal op elkaar lijken, ongeacht de opera, zou het een toeval zijn?

Zijn productie van Lucrezia Borgia kun je het beste als saai omschrijven. Zijn regieaanwijzingen gaan niet verder dan links, rechts, een stapje naar voren, een stapje naar achteren. Hij zet mooie, maar levenloze plaatjes neer, de ziel is ver te zoeken. Het eenheidsdecor (grijze muur, trappen) vind ik foeilelijk en de kostuums meer dan belachelijk.

Glitter, goud, metaal…. maar ze lijken eigenlijk nergens op. Inconsequent ook, want Pascoe doet aan mischmasch van stijlen. Over de bespottelijke pruiken zwijg ik maar.

Mocht u prijs stellen op een traditionele opvoering – kies dan voor Sutherland (Opus Arte OA F 4026 D), maar wilt u uitgedaagd worden dan is Gruberova met de fantastische Pavol Breslik de goede keus (Medici Arts 2072458)

Wat deze uitgave bij EuroArts niettemin aantrekkelijk maakt, is de extra dvd met bonussen: gesprekken met Fleming, Fabiano en DeShong. Zeer verhelderend en zonder meer de moeite waard.

Trailer van de productie:

Gaetano Donizetti
Lucrezia Borgia
Renée Fleming, Michael Fabiano, Elisabeth DeShong, Vitalij Kowaljow e.a.
San Francisco Opera Orchestra, Chorus and Dance Corps onder leiding van Riccardo Frizza
Regie: John Pasco
EuroArts  2059642|

Meer Lucrezia Borgia: 3 x LUCREZIA BORGIA uit de archieven

Maak kennis met Le Duc ‘Albe van Donizetti en denk vooruit naar Les vêpres siciliennes van Verdi

duc

Le Duc D’Albe, een weinig bekende opera van Donizetti verhaalt van een wrede dictator, moord, doodslag en wraak. Van een onderdrukt volk en dappere opstandelingen. Maar het gaat ook over liefde. Tussen man en vrouw, maar ook – of misschien voornamelijk – over ouderliefde. Dé tiran die op zijn knieën voor de liefde van zijn zoon bidt.

Het verhaal in het kort: hertog Alva, de bloederige afgezant van koning Philips, bestiert het Vlaanderen met ijzeren hand. Hij heeft de graaf van Egmond laten onthoofden en Hélène, Egmond’s dochter, zweert wraak. Haar geliefde Henri de Bruges blijkt in werkelijkheid de zoon van Alva te zijn en als Hélène de tiran wil vermoorden, werpt hij zich tussenbeide. Henri dood, Hélène verbouwereerd en de naar Lissabon vertrekkende Alva wanhopig van verdriet. Einde opera. Als het libretto u enigszins bekend voorkomt dan heeft u gelijk. Verdi gebruikte het ook in zijn Les vêpres siciliennes.

Donizetti componeerde de opera in 1839 voor Parijs, maar het werk is onafgemaakt gebleven. De voornaamste reden, om het even simplistisch te stellen, was een strijd tussen de primadonna’s.
Al een paar jaar na de dood van de componist werden er pogingen gedaan om de opera te voltooien: men ging toen uit van de Italiaanse vertaling van het libretto. Her en der waren er opvoeringen, maar echt populair werd de opera nooit. Jammer eigenlijk, want hiermee is de weg naar Verdi en zijn Don Carlo geplaveid.

Sir Marc Elder over de opera:

Zoals gebruikelijk heeft de Opera Rara team de best mogelijke krachten verzameld en het resultaat liegt er niet om: wat een productie!

Met Laurent Naouri is de rol van Alva meer dan perfect bezet. Zijn bariton klinkt autoritair en bij vlagen angstaanjagend. Maar ook smekend. Je zou medelijden met hem hebben!

Angela Meade is een zeer ferme Hélène. Haar coloraturen zijn stevig en secuur maar verwacht geen flauwvallende heldin a’la Lucia of Elvira: deze dame heeft guts! Wat niet zegt dat zij ook niet fluisterend lief kan hebben, maar dat wraak haar prioriteit is, is nogal wiedes. Luister even naar het liefdesduet in de tweede akte: ‘Ah! Oui, longtemps en silence’ en de daaropvolgende heldhaftige ‘Noble martyr de la patrie’, waarin Hélène de boventoon voert.

Het is overduidelijk: Michael Spyres’ Henri is, ondanks zijn heroïsche timbre, het meest softe personage. Niet in zijn zangprestaties, o nee, want met zijn rol zet hij een nieuwe maatstaf voor belcanto in het Frans; maar als karakter. In confrontatie met zijn vader laat hij zich van zijn meest gevoelige kant zien. De scéne is trouwens één van de hoogtepunten van de opera. Donizetti op zijn best, hier had Verdi zich niet voor hoeven te schamen.


Opera Rara beperkt zich met deze opname tot het onaffe origineel, waardoor het verhaal eindigt met de arrestatie van Henri. De rest moeten wij er bij fantaseren. Of naar de opname luisteren die Dynamic live heeft gemaakt tijdens de voorstellingen in Antwerpen. Daar werd de Franse partituur in een door Giogio Battistelli ‘afgemaakte’ versie op de planken gebracht (Dynamic CDS 7665/1-2)

duc-d

Gaetano Donizetti
Le Duc d’Albe
Angela Meade, Michael Spyres, Laurent Naouri, Gianlucca Buratto e.a.
Opera Rara Chorus (instudering: Stephen Harris); Hallé onder leiding van Sir Mark Edler
Opera Rara ORC54

De voorstelling van ‘Le Duc d’Albe’ door Opera Ballet Vlaanderen in 2012:
DONIZETTI: Le Duc d’Albe. Antwerpen 2012

Meer over Opera Rara:
Gefascineerd door onbekende opera’s: op bezoek bij OPERA RARA.
Opera Rara en vijf vergeten Donizetti’s