Les Contes d’Hoffmann in Amsterdam

lescontesdhoff-m2464_baus

John Osborn als Hoffmann © BAUS

De bij het publiek zeer geliefde Les Contes d’Hoffmann van Offenbach kent honderden versies en duizenden uitvoeringspraktijken. Bij wijze van spreken dan. Daar is het laatste woord nog steeds niet over gezegd en ik betwijfel of het ooit zo ver komt. Erg is het niet, als de volgorde van de actes maar niet wordt omgegooid en als er maar voldoende (bij de velen zeer dierbare) muziek intact blijft.

De voorstelling die we gisteren in het Muziektheater voorgeschoteld kregen was prima, al miste ik het sextet (niet van Offenbach, maar toch) een beetje wel. Daarentegen hoorde ik een paar flarden muziek die onbekend in mijn oren klonken, dus daar hoort u mij niet over klagen. Wel over de regie, want er was weer eens een ‘concept’. Niet eens zo verschrikkelijk vergezocht maar soms een beetje raar en vaak onlogisch.

_1mb2489_baus

© BAUS

Om te beginnend was er een reusachtige poppenkast. Dat ding nam de hele immense bühne van het muziektheater in beslag, maar echt volgen kon je alleen de actie die zich middenvoor afspeelde: in de afschuwelijk saaie, grijze huiskamer van Hoffmann.

De hele eerste acte was geregisseerd tegen de muziek. Daarin was Tobias Kratzer werkelijk zeer goed in geslaagd. Het lukte hem waarachtig niet alleen om de noten van Offenbach te negeren maar ook om het ritme dat uit de orkestbak kwam teniet te doen. Wat ik hoorde klopte voor geen meter met wat ik zag. Het werkte contraproductief, storend en verwarrend.

lescontesdhoff-b1939_baus

John Osborn (Hoffmann) en Antonia (Ermonela Jaho) © BAUS

De tweede acte was dodelijk saai. Het hielp niet dat Carlo Rizzi het orkest kleiner dan noodzakelijk heeft gehouden waardoor zelfs het orkestbak niet voor de nodige afwisseling kon zorgen. En wat een ramp voor mensen die minder goede plaatsen hadden dan ik! Van vrienden die boven zaten heb ik vernomen dat ze alleen de (afzichtelijke) kamer van Hoffmann konden zien en daar gebeurde dus echt helemaal niets.

lescontesdhoff-b2102_baus

© BAUS

De derde acte was behoorlijk verward en verwarrend. Nu is de Giulietta-acte ook geen voorbeeld van samenhang, maar zo rommelig hoeft het toch ook weer niet te zijn? Toch? Zeemeerminnen (wel in laguneblauw, dat weer wel) in Venetië? Werkelijk? Gokautomaten? Aan heroïne verslaafde (en aan een verkeerd toegediende shot gestorven) Schlemiel?

lescontesdhoff-b2069_baus

© BAUS

Er werd lustig gespoten en gesnoven en er werd ook een stickie rondgestuurd. Alsof het ‘naar onze tijd halen’ ergens in de jaren zeventig is blijven plakken.

lescontesdhoff-m2230_baus

Irene Roberts (Muze) en John Osborn (Hoffmann) © BAUS

Zelfs als je het ‘concept’ probeerde te volgen (muze is de trouwe echtgenote en de enige ware liefde van Hoffmann) dan nog steeds was de samenhang ver te  zoeken.

Gelukkig gaat de opera niet over regisseurs en hun concepten maar – voornamelijk – over de zangers en daar zat het goed snor.

John Osborn heeft het juiste timbre en de juiste noten voor de hoofdrol. Zijn stem is soepel en elegant, wat hem buitengewoon geschikt maakt voor de rollen uit het Frans repertoire die het belcanto met heroïek combineren. Zoals Arnold in Wilhelm Tell van Rossini of Jean in ‘Le Prophéte’ van Meyerbeer.

Met Hoffmann voegde Osborn een nieuwe, zeer veeleisende rol aan zijn repertoire toe en ik neem het de regisseur dan ook kwalijk dat hij de tenor vaak in zeer stemonvriendelijke positie liet zingen. Want, hoe groot je stem ook is en hoe goed je ook projecteert, er gaat veel verloren als je je hoofd in een matras moet stoppen. Of een liefdesduet tegen een muur te moeten zingen, met je rug naar het publiek toe.

lescontesdhoff-b1978_baus

© BAUS

Daar had Erwin Schrott (Lindorf/Coppélius/Le docteur Miracle/Le capitaine Dapertitto) weinig last van. Zijn stem is enorm en volumineus: imposant. Het is alleen jammer dat zijn invulling van de rollen weinig idiomatisch was, weinig Frans, al moet ik toegeven dat zijn optreden indrukwekkend was.

DSC05631

Irene Roberts bij het slotapplaus © Lieneke Effern

La Muse werd zeer mooi gezongen door de Amerikaanse mezzo Irene Roberts. Met haar onopvallende verschijning paste zij in het concept van trouwe en grijze echtgenote, maar haar zingen was alles behalve grijs. Roberts’ stem is warm en gevoelig, rijk aan nuancen en zeer kleurrijk. Zij verdiende dan ook een beter concept …

Van de drie grote liefdes van Hoffmann beviel Antonia (Ermonella Jaho) mij het meest. Haar stem is niet heel erg groot maar buitengewoon gevoelig en sensueel. Zij bezit ook iets wat je niet kunt aanleren: een enorm charisma en persoonlijkheid. Bij vlagen moest ik aan Ileana Cotrubas denken… Een ding is zeker: Jaho heeft mijn hart gestolen!

lescontesdhoff-m2296_baus

Nina Minasyan © BAUS

Nina Minaysan was een zeer goede Olympia, haar coloraturen waren bijna perfect (de première koorts heb ik er ingecalculeerd) en haar acteren zeer indrukwekkend. Haar angst voor wat haar bij haar eerste ‘optreden’ wachtte (nee, het ging niet om het zingen) was invoelbaar.

Iets meer moeite had ik met Christine Rice (Giulietta), maar dat kan aan haar bespottelijke uitdossing liggen. In het concept van Kratzer was zij ook een beetje een zeemeermin maar dan één zonder staart. Er is wel een remedie tegen: ogen dicht!

DSC05623

Sunnyboy Dladla tijdens het slotapplaus © Lieneke Effern

Zeer indrukwekkend vond ik het optreden van Sunnyboy Dladla (André/Cochenille/Frantz/Pitinacchio), van deze tenore di grazia gaan we zeer zeker meer horen!

DSC05620

François Lis ©  Lieneke Effern

François Lis zette een fantastische Schlemiel neer, zijn prachtige bas deed mij bijna dat heroïne-gedoe vergeten.

Eva Kroon klonk prachtig als La Voix de la tombe en Rodolphe Briand en Paul Gay waren uitstekend in hun rollen van resp. Spalanzani en Maïtre Luther/Crespel.

Mark Omvlee, Frederik Bergman en Alexander de Jong waren heel erg goed als de ‘beste vriendjes’ van Hoffmann (wat miste ik in de scènes in de proloog en de epiloog het voltallige koor en de drukte van een kroeg in de kelder van een operahuis zoals door Offenbach en zijn librettisten voorgeschreven!) en Peter Arink was zeer goed in zijn rolletje van Le capitaine des Sbires.

Het koor van de Nationale Opera klonk excellent – kan het anders? – maar toch minder goed dan gewoonlijk. Verborgen achter/onder/tussen (waar weet ik eigenlijk niet) de bühne raakten ze hun volume (én verstaanbaarheid) een beetje kwijt.

 

DSC05672

© Lieneke Effern

Het was de eerste keer dat Carlo Rizzi Les Contes d’Hoffmann dirigeerde en dat was te merken. In een interview met Place de l’Opera vertelde hij dat hij de opera als een “heel delicaat werk” beschouwde en zo klonk het onder zijn handen ook. Té delicaat, als je mij vraagt, zelf vind ik dat het er steviger aan toe kan gaan. Maar dat is eigenlijk niet eens een verwijt want mooi was het wel. Wat een prachtig orkest is het Rotterdams Philharmonisch eigenlijk!

Trailer van de productie:

Jacques Offenbach
Les Contes d’Hoffmann
Nina Minasyan, Ermonela Jaho, Christine Rice, Irene Roberts, Eva Kroon, John Osborn, Erwin Schrott. Rodolphe Briand, Paul Gay. François Lis. Sunnyboy Dladla, Mark Omvlee, Frederik Bergman, Alexander de Jong, Peter Arink
Koor van De Nationale Opera (instudering: Ching-Lien Wu), Rotterdams Philharmonisch Orkes olv Carlo Rizzi
Regie: Tobias Kratzer

Bezocht op 3 juni 2018 in het Muziektheater in Amsterdam

Meer Ofenbach:
LES CONTES D’HOFFMANN van Offenbach door de ogen van Carsen, Py en Pelly
FANTASIO
Offenbachs Fantasio door Opera Zuid doet het niet onder de Eurovisie Song Festival

20 comments

  1. Dank voor de mooie recensie. Ik kan me helemaal vinden in jouw woorden.
    Ben nog steeds niet bekomen van de teleurstelling over dit decor, jammer dat er te weinig rekening is gehouden met het publiek. Je ziet en hoort lang niet overal goed en dat kan toch niet de bedoeling zijn. Gelukkig viel er vocaal inderdaad veel te genieten, maar je gaat niet naar de opera om je ogen dicht te doen. Ja ik doe het wel eens als ik in Wenen naar de opera ga op een staanplaats van 3 euro, maar dan is het met voorbedachte rade!

    Geliked door 1 persoon

  2. Een eerlijke heldere en gefundeerde recensie weer Basia… ik luister thuis wel naar de radio, ik mis hier visueel weinig aan. Wanneer toont een regisseur nu eens een keer respect voor muziek en tekst. Alsof het met allerlei rare fratsen dan alleen maar interessant kan worden, wat er in het brein van een regisseur om gaat is me vaak een raadsel. En ja, Rotterdam heeft een prachtig orkest 🙂

    Geliked door 1 persoon

  3. Ik ga a.s. woensdag en verderop in de maand nog een keer, want Offenbach behoort tot mijn lievelingscomponisten. Ben blij, dat de zang positief door Basia Jaworski wordt ontvangen, maar ik begrijp, dat de regisseur weer de prima-donna van de opera is geworden. Het moet toch niet gekker worden, dat alleen de mensen die 150 euro of meer betalen het hele toneelbeeld mogen zien en qua geluid ook tot volle tevredenheid worden bediend. Alle andere dik betalende operaliefhebbers zoeken het kennelijk maar uit met de boventiteling godverdomme! Als directeur, Els van der Plas en muzikaal direkteur Pierre Audi grijp je dan toch in bij de ontwikkeling van het produkt of zie ik dat nou helemaal verkeerd. Ze zijn allemaal bang voor de regisseur, want die zal het wel het beste weten. Ben heel benieuwd hoeveel ik voor de prijs van mijn kaartje à raison van 98 euro op de derde rang te zien en te horen krijg.

    Geliked door 1 persoon

    1. Ik zat zondag op rij 5 in het middengedeelte. Had bij wijze van uitzondering een duur kaartje gekocht omdat ik deze opera echt heel graag wilde aan horen en zien. Horen lukte wel, zien was hopeloos. Wat er op de bovenste verdieping gebeurde was niet te volgen, dus dat heb ik maar laten zitten, en het appartement en omstreken bezorgde je een stijve nek. Ik denk dat het op de rijen 1 tot en met 4 nog veel minder aangenaam was. Niet erg netjes tegenover het publiek. De muziek is inderdaad mooi, maar het zoveel beter kunnen zijn als de regie niet zo in de weg had gezeten. Nauwelijks enige kans op chemie tussen de personages, het koor meestentijds weggestopt, en voor de dirigent moet dit een mission impossible zijn. Zonde. Gemiste kans. En dat was meteen mijn laatste dure kaartje. Voortaan weer gewoon op de vijfde rang.

      Geliked door 1 persoon

  4. Onzinnige productie, middelmatige zangers (sorry Basia maar Osborn is te klein van stem voor deze rol), Schrott een ramp: brullen en nog eens brullen en dat ik kolenbranders ‘Frans’. Acceptabele Muze/Nicklause, idem Antonia en dat was het. Rizzi werkelijk geen kaas gegeten van Offenbach en Frans repertoire iha. Kortom, ik verliet het theater met een enorme kater en verlagend naar een flinke shot van echte opera!

    Geliked door 1 persoon

    1. Mauricio: ik weet zeker dat het niet aan Osborn lag maar aan de regie. Hoe kom je in godsnaam over als je je hoofd in de matras stopt bij het zingen? In dat geluidsdempende decor ? Met je rug naar de zaal toe?

      Like

      1. Dat ook maar ik blijf erbij dat hij niet de vereiste stem voor de rol heeft, hoezeer ik hem als zanger en mens mag!

        Like

  5. Mooie recensie, Basia!
    Wat het zingen tegen de muur betreft: ik vrees dat we hier weer te maken hebben met het spook van de intertekstualiteit. Een tijdlang erg in de mode geweest, suddert na in de opera, zodat we bijv. citaten krijgen uit films van Fellini. Dit deed me denken aan Pyramus en Thisbe uit de Mwtamorphosen van Ovidius. Verboden liefde, communicatie door een spleet in de muur.
    Films van Fellini kon ik nooit thuis brengen, want wat film betreft houd ik alleen van Vampier- Weerwolf- en Zombiefilms. Maar de Metamorphosen ken ik vrij goed, en ik vrees dat de regisseur een intelligent citaat wilde brengen. Natuurlijk is het dan minder belangrijk dat de zanger zijn stem niet kan projecteren.

    Like

    1. Dank je Anna!
      En: ja, ook ik moest naar Pyramus en Thisbe denken, was het eerste wat in mijn hoofd opkwam!! Maar het is al zo ontzettend vaak gebruikt! Cliché

      Overigens: ik moest ook aan de vreselijke productie van Rigoletto van Michieletto denken. Met net zo’n muur waar ook net zo’n gat in kwam.

      Like

  6. Ik zag en hoorde de opera op Frankendael (gratis voor niks). Groot beeld, goed geluid. Af en toe vogel geluidkjes. Aandachtig publiek. Wel erg koud, maar het had ook een enorm voordeel: ik kon alles goed zien! Ook het gedoe met flessen en spuiten. En naar ik aanneem gezien de reacties van sommigen: ook beter horen! Ik hoorde een fantastische Osborn…. en een grandioze, ijzingwekkende Docteur Miracle.

    Wat de ‘regie’ betreft….. tja, wat moet ik er nog aan toe voegen. Zonde. Maar ik ging wel in gedachten naar huis. Wat een grandioze muziek schreef Offenbach toch! En ja, ook het libretto is niet altijd even helder.(E.Th.A. Hoffmann zelf juist wel…!).

    En het orkest: klasse, klasse. Het moet nog wat Franser, losser, maar ik denk dat dat in de loop van de productie wel gaat komen.

    Ik zou de productie graag nog een keer horen. Zien hoeft inderdaad niet meer.

    Geliked door 1 persoon

  7. Ha! Zo ontzettend mee eens wat Offenbach betreft! Helaas vindt men hem hier minder waard dan al die honderden Straussen, Wagners en Mozarts (niet dat er iets mis mee is, hoor! Het zijn er gewoon te veel) waarmee men het Nederlandse publiek denkt te voeden.

    Jammer alleen van de productie. En de uitstekende zangers, die waren in de zaal soms amper te horen

    Like

  8. Goed verfilmd, ik denk zoals het ook in Frankendael te zien was, uitgebracht door Operavision en te zien op YouTube. Alles en iedereen goed te zien en te horen!

    Like

Plaats een reactie