
Scenes from the Paris premiere 10 februari 1881 © Wikipedia
ROBERT CARSEN
Die Carsen toch! Iedere keer als ik denk, dat hij zichzelf heeft overtroffen, komt hij met weer een nieuwe productie die de vorige in de schaduw stelt.
Waar hij het vandaan haalt weet ik niet, maar het is allemaal zo verschrikkelijk geniaal. Logisch voornamelijk, en altijd consequent doorgevoerd. Ook bij de enscenering van Les Contes d’Hoffmann opgenomen bij Paris National Opera in 2002 (Arthaus Musik 107027).
Het geheel is opgebouwd als de repetities en de voorstelling van Don Giovanni, waarin alle dramatis personae een dubbele rol spelen: die van zichzelf en van de participanten van de opera in de opera. Alles ligt in de handen van de regisseur (de zeer kordate en imposant overheersende Bryn Terfel), die alle touwtjes in handen heeft en behendig alles en iedereen manipuleert – zowel op de bühne als achter de coulissen.
Carsen heeft iets met glamour en pracht en praal, geen wonder dat alle vrouwenfiguren, inclusief de Barbie-achtige Olympia (schitterende Désirée Rancatore) het meest op de oude filmdiva’s lijken. Alles is doorspekt met vele opera- en filmcitaten, inclusief het kitscherige einde.
Het zingen is fenomenaal. Neil Schicoff (Hoffmann) is geweldig goed bij stem, Zijn Hoffmann stijgt die van Domingo naar de kroon. Maar ook Ruth Ann Swenson (Antonia), Suzanne Mentzer (Muse) en Béatrice Uria-Monzon (Giulietta) zijn fantastisch en eigenlijk iedereen maakt grote indruk met zijn/haar optreden.
Het Orchestre et Choers de l’Opera National de Paris stijgt onder leiding van Jesus Lopez-Cobos tot ongekende hoogten.
Hieronder: Bryn Terfel, Ruth Anne Swenson, Nora Gubisch, Michel Senegal, Neil Shicoff. Scène uit de tweede acte:
OLIVIER PY
Kunst, seks en dood, daar gaat Les Contes d’Hoffmann over volgens de Franse regisseur Olivier Py. Dat voert hij zeer consequent door in zijn productie uit 2008, die met veel beroering in Genève in première ging en een jaar later op dvd verscheen bij BelAir (BAC 049).
De drie begrippen zijn met elkaar verstrengeld in de belichaming van het verlangen. Zo vormen ze een soort drie-eenheid die verscholen gaat achter het masker van een ‘vrouw’.
Daar is Py zeer consequent in. Vandaar dat alle vrouwen op de bühne er precies hetzelfde uitzien. Met hun zwarte pruik en overdreven make-up lijken ze sprekend op Liza Minelli in Cabaret.
Er zijn doodsmaskers, begrafenisondernemers en skeletten, er is veel (frontaal, m/v) naakt en echte orgiën, en Olympia lijkt net een opblaaspop uit de sekswinkels. Ik vind het fantastisch. Het klopt, het is logisch en bovendien ongemeen spannend.
Het zeer futuristisch aandoende decor van steeds wisselende stellages van staal, spiegels, glas en (voornamelijk) aan- en uitgaande lichtjes is zeer suggestief. Het werkt.
Daarbij is de cast zeer sterk. De Belgische tenor Marc Laho is een prachtige Hoffmann. Zijn stem heeft iets weg van Alfredo Kraus – een echte ‘leggiero’ maar dan met meer kracht. En met een perfecte uitspraak van het Frans.
De schurken zijn in goede handen van Nicolas Cavallier en dames Stella Doufexis, Patricia Petibon, Rachel Harnish en Maria Riccarda Wesseling zijn allen meer dan overtuigend. Een aanwinst.
De uitvoering met Domingo was de eerste die ik hoorde van dit werk en daar kom ik nooit meer los van. Vond het zo schandalig dat Kleinzach’s ballade destijds door hem niet op Youtube stond dat ik hem er zelf maar op heb gezet 🙂 https://www.youtube.com/watch?v=-0JFtInGHGQ
LikeGeliked door 1 persoon
inderdaad Koen! IK heb Domingo een keer in die rol gezien – live! Verder met Dessay, Frittoli, Baltsa en Terfel. Prachtige productie… Onvergetelijk.
Domingo was ongetwijfeld de beste Hoffmann ooit
LikeGeliked door 1 persoon