Poliuto

Great recording of Donizetti’s Les Martyrs

martyrs

Les Martyrs, an almost forgotten grand opera by Donizetti started its life as Poliuto. The French libretto by Eugène Scribe was based on Polyeucte by Pierre Corneille from 1642 which was impregnated by the vision of its author that free will is a deciding factor in life.

Martyrs Polyeuctus_of_Meletine_in_Armenia_(Menologion_of_Basil_II)

Polyeuctus of Melitene in 10th-century Byzantine miniature from the Menologion of Basil II

Because of the choice of the topic – the life and martyrdom of Saint Polyeuctus – the censor had Poliuto banned, and opening night was cancelled. It was forbidden to show the persecution of Christians on stage in Naples at the time.

After Donizetti arrived in Paris he commissioned a new libretto from Scribe and rewrote and expanded the overture and composed several new arias for the title character.

He also changed the first act finale and added the required ballet music. He then considerably toned down the romantic entanglements and stressed the religious aspects even more.

In his big aria at the end of the second act Poliuto complains about the supposed disloyalty of his wife and speaks about the jealousy that torments him. His “Let me die in peace, I do not want anything to do with you, you have been unfaithful to me” from Polyeucte has been changed to the credo (now at the end of the third act): “I believe in God, the almighty father, creator of heaven and earth….”

Despite its early successes the Martyrs failed to hold the stage. Instead Poliuto made it’s return, albeit on few occasions. After 1920 the opera was performed only sporadically (a remarkable fact: in 1942 Poliuto was performed on the occasion of Hitler’s visit to Mussolini, the title role sung by Benjamino Gigli).

Thanks to Callas, who rediscovered the opera in 1960,  a short revival came about. Her live recording from La Scala with Franco Corelli left me cold. The reason for that I only understood later when I heard the live recording with Katia Ricciarelli and José Carreras. In an opera with vulnerability as its main theme big dramatic voices sound out of place.

In October 2016 Opera Rara recorded Les Martyrs in the studio, followed by a concert performance in November.

53b45-les-martyrs-joyce-el-khou-012

Joyce El-Khoury and Michael Spyres

Joyce El-Khoury, clearly following in the footsteps of Leyla Gencer, is the perfect Pauline: dreamy, loving and fighting like a lioness (nomen est omen) for the life of her husband who turned into a Christian. A husband she does not even love. Only because she believed her former fiancé was dead she has agreed to be married off to her father’s protégé.

In “Qu’ici ta main glacée” she sounds very vulnerable,  moving me to tears (her pianissimi!). “Dieux immortels, témoins de mes justes alarmes,” her confrontation scene with Sévère, her lover she believes to be dead (a very impressive David Kempster) is simply heartbreaking.

Michael Spyres is a very heroic Polyeucte. In “Oui, j’irai dans leurs temples” he sings a fully voiced, perfect high “E.”

The orchestra under Sir Mark Elder is on fire. The three ballet scenes halfway though the second act lighten up the mood a little, however briefly.

Much praise as well for the perfect singing of the Opera Rara Chorus (chorus master Stephen Harris).


English translation: Remko Jas

GAETANO DONIZETTI
Les Martyrs
Joyce El-Khoury, Michael Spyres, David Kempster, Brindley Sherratt, Clive Bayley, Wynne Evans a.o.
Opera Rara Chorus; Orchestra of the Age of Enlightenment under Sir Mark Elder
Opera Rara ORC52

Interview with Joyce El-Khoury: Interview with JOYCE EL-KHOURY (English translation)

See also: POLIUTO

MICHAEL FABIANO

Fabiano

Foto: Arielle Doneson

Dat Michael Fabiano het ging maken stond voor mij onomstotelijk vast. Al vanaf de allereerste keer dat ik hem zag en hoorde – in de aan te bevelen documentaire The Audition, over de laatste ronden van de National Council Auditions van de Metropolitan Opera – wist ik het: daar staat de winnaar.

De concurrentie was dat jaar (2007) buitengewoon sterk, met onder de finalisten (o.a.) Jamie Burton, Angela Meade en Alek Shrader. En de zeer betreurde Ryan Smith, maar dat is een ander verhaal.

Om daar tussen op te vallen moest je echt bijzonder zijn en dat was Michael Fabiano zeer zeker. De, met een hemelse stem begenadigde jonge tenor (toen nog maar 22!) uit Montclair, New Jersey die zo verbeten de strijd met al zijn concurrenten aanging, toonde zich niet alleen buitengewoon getalenteerd, maar in zijn zelfverzekerde houding en verbeten drang om te winnen ook een strijder, een doorzetter.

trailer van The Audition

 

Fabiano was zich ervan bewust dat hij een stem had en was ervan overtuigd dat hij daarmee een carrière als ‘stertenor’ tegemoet ging. Bij veel mensen kwam hij als arrogant over, maar ik mocht het wel: hij was volkomen zichzelf. En eerlijk:
“There is always politics in every competition. Although the camaraderie among the finalists has been very nice, I don’t quite believe it. People are self-interested and want to win”.

Ik ontmoette de inmiddels wereldberoemde bijna dertiger in mei 2014 in Amsterdam, waar hij aan repeteren was voor Faust van Gounod.

Fabiano Amsterdam

Fabiano in Amsterdam. Foto: Lieneke Effern

Vóór wij aan een lang en boeiend gesprek beginnen wil ik van hem weten of hij nog steeds achter zijn uitspraak staat

“Ja. Je doet aan concoursen mee om te winnen en als je iets anders zegt dan ben je hypocriet, vind ik. De concoursen en de competities zijn belangrijk, soms hangt je hele carrière daar van af, hoe kan je er dan onverschillig over doen?

De wereld is niet perfect, maar dat betekent niet dat je je er ook bij neer moet leggen. Je moet vechten voor wat belangrijk voor je is, voor je idealen, waar je voor staat. Dus ook voor je ontwikkeling en voor je carrière, ja.”

“Als kind al hield ik niet van popmuziek en sport, op baseball na, was ook niet aan mij besteed. Ik hield van Tsjaikovski en Dvořak. Toen ik zijn negende symfonie voor het eerst hoorde ging voor mij een – inderdaad – nieuwe wereld open.
Vanaf mijn vijfde had ik pianolessen. Ik was er niet zo goed in, maar mijn moeder stond er op dat ik ermee doorging. Toen ik er toch mee stopte begon er iets te knagen, ik miste muziek in mijn leven. Vanaf het moment dat mijn stem werd ontdekt ben ik er helemaal voor gegaan. Ik ben zeer ambitieus, ik geloofde in mijn stem en in mijn talent en daar ging ik voor knokken. Ik wist dat ik het kon, maar ook dat veel van mijzelf afhing, ik studeerde dan ook veel en lang”.

 

CHURCHILL

“Ik ben extreem geïnteresseerd in politiek en geschiedenis, voornamelijk in Tweede Wereldoorlog. Het is voor mij van wezenlijk belang om daar zo veel mogelijk over te weten te komen en daar iets mee te doen, met de kennis die ik heb opgedaan.
Churchill is mijn held. Ken je zijn uitspraak over de korten op de kunst? “Korten op de Kunst? Then what we were fighting for?” Ik vind dat wij er diep over moeten nadenken.
Het is ook mijn grootste nachtmerrie, dat het opeens minder wordt, dat de kunst gaat verdwijnen, dat er geen geld meer voor is. En dat er steeds minder mensen in geïnteresseerd zullen zijn.
Je mag weten dat ik best bang ben voor de toekomst. Steeds meer jonge mensen brengen hun tijd door met domme films en spelletjes, alles gepaard met veel lawaai, want hoe harder hoe beter. Zelfs een show van Lady Gaga mag niet al te lang duren want ze zijn gauw verveeld.”

“Ik bereid mij altijd grondig voor, ik lees veel, ook de achtergronden, de uitvoeringspraktijk. Ik ga altijd uit van de muziek. Bij Italiaanse opera’s is dat geen probleem; die taal ken ik goed. Met andere talen, zoals het Frans, werkt het anders. Dan begin ik met mijn taalcoach, ik moet de tekst echt goed onder de knie hebben. En, voor zover mogelijk, accentloos. En dan komt de regie en het acteren”

Ondanks Fabiano’s voorkeur voor een gedegen voorbereiding, vindt hij de repetitieperiode in Amsterdam wel erg lang. “Ik ben hier al zeven weken en dat vind ik eigenlijk te lang. Een nieuwe productie is goed te doen in vijf weken repetitietijd en voor een herneming vind ik drie weken voldoende. Meer is gewoon tijdverspilling. Zeker nu, met de crisis en al de bezuinigingen.”

 

FAUST

Irina Lungu (Marguerite), Michael Fabiano (Le docteur Faust)

Irina Lungu (Marguerite), Michael Fabiano (Le docteur Faust)

De rol van Faust in de gelijknamige opera van Gounod is voor hem nieuw. Het is een uitdaging. Vanwege de taal, maar ook de rol zelf is niet de makkelijkste die er bestaat, zeker niet voor iemand die nog zo jong is. Toch durfde Fabiano het aan om tijdens de repetities in discussie te gaan met regisseur Àlex Ollé van La Fura Dels Bauls.

 trailer uit Amsterdam:

 

“Zijn visie was de mijne niet. Naar mijn mening strookte het niet met de opera, zeker wat het einde betreft. Gounod was een diep gelovige man en hij wilde dat Marguerite gered zou worden, zij hoort te zijn vergeven en in de hemel te worden opgenomen. De regisseur had een andere visie en daar moest ik mij naar schikken, ik ben tenslotte maar een doorgeefluik. Ik ben een artiest en het is mijn beroep om te doen wat van mij wordt verlangd. Maar het is beslist niet zo, dat ik de productie niet goed vind, ik had het alleen graag anders gezien.”

Fabiano Faust

Slot applaus. Foto: Lienneke Effern

 “Ik denk dat de regisseurs moeten leren accepteren dat wij, zangers, geen domme wezens zijn, dat ook wij boeken lezen en onze eigen ideeën hebben. Wij zijn creatieve wezens en ik voel het als mijn plicht om het uit te leggen. Gelukkig is het nog nooit zo ver gekomen dat ik met iemand weigerde te werken, hopelijk komt het ook nooit zo ver.

Ooit hebben wij een gouden tijdperk voor zangers gehad, nu is het aan de regisseurs. Het houdt ooit op, want het is volstrekt idioot om van mensen te verwachten dat ze eerst een dik boek van 100 pagina’s moeten gaan lezen om überhaupt iets te kunnen begrijpen. Mensen moeten gewoon ergens naar toe kunnen gaan om zich te laven aan mooie muziek en beelden. Ze werken hard, ze zijn moe, ze hebben hun avondje uit hard nodig.”

Michael Fabiano zingt “Tutto parea sorridere…Si, de’corsari il fulmine” uit Il Corsaro van Verdi:

 

 Op Fabiano’s repertoire staan ook minder voor de hand liggende werken, zoals Vanessa van Barber, La Fiamma van Respighi, Cyrano de Bergerac van Alf
ano en The Dream of Gerontius. En ook An die ferne Geliebte van Beethoven.

 

 Fabiano als Poliuto in Glyndenbourne 2015

 

 “Ik ben zeer geïnteresseerd in rollen die buiten het standaardrepertoire vallen. Ik wil altijd meer, ik houd van ontdekken.

Ik studeer veel, het is voor mij een intellectueel proces. Een nieuwe rol instuderen voelt voor mij als bidden in de kerk. Ik ben een praktiserend katholiek en ik geloof dat alles zin heeft, dat niets zo maar gebeurt, dat het allemaal Gods wil is. Ik sta voor alles open, maar ik wil niet mijn energie overal in steken, mijn energie is voor mij te belangrijk.

Ik heb van God een gift ontvangen en het is mijn plicht om het door te geven. Mensen komen naar het theater om iets te beleven en ik kan ze daarmee helpen. Het is dus mijn plicht om het zo goed mogelijk te doen`.

 

 

English translation of the interview:
MICHAEL FABIANO: interview (English)

Meer Fabiano:
POLIUTO
LUCREZIA BORGIA Fleming

Michael Fabiao overrmpelt met zijn eerste cd-recital

Les Martyrs

martyrs

Les Martyrs, een vrijwel vergeten Franse opera van Donizetti is zijn leven als Poliuto begonnen. Het libretto van Eugène Scribe was gebaseerd op het toneelstuk Polyeucte van Pierre Corneille uit 1642 en droeg sterk de levensvisie van de schrijver uit: de wil is een bepalende factor in het leven.

Het was vanwege de keuze van het onderwerp: het leven en de martelaarsdood van de heilige Polyeuctus dat de censor ingreep en de première werd afgelast. Het verbeelden van de Christenvervolging op toneel was toen in Napels verboden.

Eenmaal in Parijs heeft Donizetti bij Scribe een nieuw libretto besteld en componeerde er een nieuwe ouverture en een paar solo’s voor de hoofdrol bij.
Hij veranderde de finale van de eerste acte en voegde de, in Parijs onmiskenbare balletmuziek toe. Daarbij heeft hij de romantische verwikkelingen behoorlijk afgezwakt en legde nog meer nadruk op het religieuze aspect.

In zijn grote aria aan het eind van de tweede acte klaagt Poliuto over de vermeende ontrouw van zijn vrouw en de hem kwellende jaloezie. Zijn “Laat mij in rust sterven, ik wil niets meer met je hebben, je was mij ontrouw” is bij Polyeucte veranderd in het Credo (nu aan het einde van de derde acte): “Ik geloof in God, de almachtige Vader, Schepper van hemel en aarde…”

Ondanks het aanvankelijk succes zijn De Martelaren van de affiche verdwenen. Daarvoor kwam weer, al is het mondjesmaat, Poliuto voor terug. Na de 1920 werd de opera nog maar sporadisch uitgevoerd (een curiosum: in 1942 werd de opera opgevoerd ter gelegenheid van het bezoek van Hitler aan Mussolini, de hoofdrol werdtoen gezongen door Benjamino Gigli)

Dankzij Callas, die de opera in 1960 heeft herontdekt kwam het tot een kortstondige revival. De opname die zij met Franco Corelli maakte deed mij niets, het waarom begreep ik pas toen ik de live opgenomen versie met Katia Ricciarelli en José Carreras hoorde. In een opera die als hoofdthema kwetsbaarheid heeft passen geen grote dramatische stemmen.

bol.com | Donizetti: Poliuto, Jose Carreras, Katia Ricciarelli, Juan Pons |  CD (album) | Muziek
In oktober 2014 heeft Opera Rara Les Martyrs in de studio opgenomen, een concertante uitvoering in november volgde.

Joyce El-Khory, hier duidelijk de voetsporen van Leyla Gencer volgend, is een perfecte Pauline: dromerig, liefhebbend en als een leeuw (nomen omen) vechtend voor het leven van haar christen geworden echtgenoot. Een echtgenoot die zij niet eens liefheeft, want in de veronderstelling dat haar voormalige verloofde dood is, liet zij zich aan de protégé van haar vader uithuwelijken.

In “Qu’ici ta main glacée” klinkt zij zeer breekbaar en weet mij tot tranen toe te ontroeren (haar pianissimi!) en “Dieux immortels, témoins de mes justes alarmes”, de confrontatiescène met Sévère, haar doodgewaande geliefde (zeer indrukwekkende David Kempster) is gewoon hartverscheurend

Joyce El-Khoury: becoming Pauline:

Michael Spyres is een zeer heroïsche Polyeucte en in  “Oui, j’irai dans leurs temples” laat hij een perfecte, voluit gezongen hoge “E” horen.

Het orkest onder leiding van Sir Mark Elder speelt de sterren van hemel. De drie balletsuites halverwege de tweede akte zorgen ervoor dat de stemming, al is het voor even, wat vreugdevoller wordt.

Alle lof ook voor de perfect zingende Opera Rara Chorus (instudering Stephen Harris).

GAETANO DONIZETTI
Les Martyrs
Joyce El-Khoury, Michael Spyres, David Kempster, Brindley Sherratt, Clive Bayley, Wynne Evans e.a.
Opera Rara Chorus; Orchestra of the Age of Enlightenment olv Sir Mark Elder
Opera Rara ORC52

Interview met Joyce El-Khoury:
JOYCE EL-KHOURY

POLIUTO