Josef_Wagner

Herinneringen aan een zeer geslaagde Il Viaggio a Reims in Antwerpen

Wanneer heeft u voor het laatst zo gelachen dat de tranen over uw wangen rolden en u niet meer wist hoe snel u in de pauze de toiletten moest bereiken, want uw buik en uw blaas (en eigenlijk uw hele lichaam) hadden ook mee gedaan? Het toilet: laat ik hier maar mee beginnen, want in de nieuwe en meer dan schitterende productie van Il Viaggio a Reims van Rossini in Antwerpen is dat kleine kamertje verheven tot één van de ‘hoofdrollen’.

Wij bevinden ons in een vliegtuig, dat wegens technische problemen niet kan opstijgen. Het geëmailleerde gezelschap van prominenten uit alle Europese landen plus het ‘klootjesvolk’ (wij zitten in een dubbeldekker, met boven de economie en onder de superplus class) is gevangen in een claustrofobische omgeving, waar ze niet uit kunnen ontsnappen. Nee, het is geen drama. Het is een satire.

Of het ook de bedoeling van Rossini was? Wellicht wel, maar daar komen wij nooit achter. Zelf beschouwde hij het als een ‘gelegenheidsstuk’, gemaakt ter – inderdaad, de gelegenheid – van de kroning van Charles X in 1825. De opera kende een groot succes, maar al na drie voorstellingen trok Rossini de stekker er uit. Veel van de muziek hergebruikte hij in Le Comte Ory, de rest verdween in verschillende laden in verschillende landen (hoe toepasselijk, vindt u niet?) en werd pas eind jaren zeventig van de vorige eeuw teruggevonden.

Terug naar het toilet: die is zowat continu bezet. Het wordt ook voor alles en nog wat gebruikt: er wordt er in gesnoven, gespoten, gerookt, gedronken en de liefde bedreven. En mocht de nood hoog zijn (en dat is, met al die wodka en champagne), dan nog steeds moet je geduld opbrengen, want bezet is bezet.

De ‘nood’, die heeft overigens een ongekend mooie choreografie, in de maat van de muziek opgeleverd. En omdat het programmaboekje geen aparte vermelding maakt voor de choreografie, neem ik aan dat de regisseur Marianne Clèmont daar zelf verantwoordelijk voor is. Brava!

In een interview zei zij dat ze de clichés over de landen en nationaliteiten zoveel mogelijk wilde vermijden. Een zowat onmogelijke taak, zeker met een opera als Il Viaggio, die de vooroordelen (heerlijk om het nog eens mee te maken) tot kunst heeft verheven. Maar het moet gezegd: het lukte haar wonderwel goed!

De productie zit vol geestige vondsten en de werkelijk geniale grappen zijn niet te beschrijven. En verwacht geen ‘theater van de lach’ want subtiliteit regeert er, ondanks de soms grove (en pijnlijke!) verwijzingen. Van mij mag het. Afijn.. genoeg over de regie en de productie. U moet mij geloven dat het werkelijk geweldig was.

De première en de meeste voorstellingen werden/worden gedirigeerd door de oude (83!) Rossini specialist, Alberto Zedda. Op de door mij bezochte middag stond een jonge Japanse dirigent, Ryuichiro Sonoda op de bok. Hij heeft een buitengewone liefde voor Rossini opgevat en heeft zich in hem en zijn muziek gespecialiseerd. Hij heeft al het een en ander (ook Il Viaggio) in Pesaro gedirigeerd.

De fascinatie was hoorbaar. Hij behandelde de partituur zo ontzettend liefdevol dat je niet anders dan verliefd op de score moest worden, mocht je het nog niet zijn geweest. Volgens Zedda is Il Viaggio de meest Rossiniaanse partituur die er bestaat en daar zijn de kenners en liefhebbers het mee eens.

De uitvoering kon gewoon niet beter. Alle, en dan bedoel ik alle, voornamelijk (zeer) jonge zangers waren voortreffelijk. De meesten zongen hun rol voor het eerst, wat een prestatie. Serena Farnocchia (Madama Cortese) werd verontschuldigd voor haar keelaandoening, nou – ik vraag mij af hoe zij zonder de keelaandoening zou klinken.

Beide sopranen (Elena Gorshunova en Elena Tsallagova) waren aan elkaar gewaagd, en hun coloratuurduel, met de citaten uit de Toverfluit, was niet te versmaden. De mezzo Anna Goryachova was een onweerstaanbare Marchesa Melibea – wat een charisma!

Ook de heren mochten er zijn. Om te beginnen de werkelijk fenomenale Carlo Lepore (don Profondo). Zijn “cataloog” aria ‘Medaglie incomparabili’ was voor mij één van de hoogtepunten. Robert McPherson als Cavalier Belfiore  en Josef Wagner als Lord Sidney waren meer dan goed en al de kleine en de kleinste rollen waren om te smullen.

Daar kan een mens dagenlang op teren en ik spreek uit ervaring: ik ben met een glimlach naar bed gegaan en ben met een glimlach wakker geworden.

Bezocht op 27 december 2011 in Antwerpen

alle foto materiaal © Annemie Augustijns

Minidiscografie van Il Viaggio a Reims

Wonderlijke productie van Das wunder der Heliane uit Berlijn

Heliane dvd

“Selig sind die Liebenden. Die der Liebe sind, sind nicht des Todes”. Met die twee zinnen kun je eigenlijk Das Wunder der Heliane samenvatten. Het libretto van Hans Müller-Einigen dat gebaseerd is op het toneelstuk ‘Die Heilige’ van Hans Kaltneker lijkt een beetje bizar, maar je moet het door de ogen van de tijdgeest bekijken. Het mysterieuze, onaardse, buitennatuurlijke, het goddelijke, de uitvergrote emoties, de decadentie en de onverholen erotiek… dat zie je in veel kunstwerken uit die tijd. Ook de opofferingsgezindheid en het motto dat liefde alles overwint: zo niet nu, dan in het hiernamaals.

De jarenlang genegeerde opera’s van Korngold zijn tot mijn grote vreugde met een grote inhaalmanoeuvre bezig (nee, nog steeds niet in Nederland) en de Deutsche Oper Berlin bracht de opera – na negentig jaar negeren – in 2018 op de planken. Marc Albrecht dirigeerde en de regie was in handen van Christof Loy.

De enscenering is typisch Loy: heb je er twee of drie gezien dan heb je ze allemaal gezien. En: nee, ik bedoel het niet negatief. Loy is één van de weinige hedendaagse regisseurs die hun eigen weg gaan zonder het libretto (laat staan de muziek) geweld aandoen. Naar deze voorstelling heb ik met ingehouden adem gekeken. En geluisterd, want de zangers zijn allemaal gewoon onvoorstelbaar goed.

De rol van Heliane, de enige personage in de opera die een naam heeft wordt formidabel gezongen door de Amerikaanse sopraan Sara Jakubiak.

Brian Jagde is een zowat gedroomde Vreemdeling, nog nooit heb ik die rol zo waanzinnig goed gezongen gehoord. Krachtig, maar ook lyrisch en voornamelijk zeer humaan.

Joseph Wagner is een Herrescher uit je ergste nachtmerries, Derek Welton is een ware ontdekking in zijn rol van Der Pförtner en Okka von der Damerau is een uitstekende Botin. Marc Albrecht laat de muziek vloeien, zoals het hoort. Top.

Trailer van de productie:

ERICH WOLFGANG KORNGOLD
Das Wunder der Heliane
Sara Jakubiak, Brian Jagde, Josef Wagner, Okka von der Damerau, Derek Welton e.a.
Chorus and the orchestra of the Deutsche Oper Berlin olv Marc Albrecht
Regie: Christof Loy
Naxos 2110584-85

Das Wunder der Annemarie Kremers ‘Heliane’

Aanbeden, genegeerd, vergeten: over Erich Wolfgang Korngold en ‘Die Tote Stadt’

Rossini’s Semiramide in Antwerpen 2010: waar de opera niet over gaat

548a07672f64b

Myrtò Papatanasiu (Semiramide) ©Annemie Augustijns

Semiramide, een ‘belcanto-Parsifal’. Zo werd de opera door Aviel Cahn, de baas van de Vlaamse Opera (tegenwoordig Opera Ballet Vlaanderen), genoemd in zijn dankwoord aan de hele cast na de première op 12 december 2010 in Antwerpen. Daar breek ik mijn hoofd nog steeds over. Na het herhaaldelijk luisteren naar de verschillende opnamen van de opera heb ik het verband nog steeds niet kunnen ontdekken.

Semiramide was Rossini’s  laatste Italiaanse opera seria uit zijn Italiaanse belcanto-periode en het verwijst al naar wat komen zal – de Franse Grand Opéra. De vermenging van beide stijlen maakt het werk uiterst boeiend en behoorlijk innoverend. Het gaat ook ergens over en het is mij werkelijk een raadsel waarom het zo zelden wordt opgevoerd.

Het verhaal: een Assyrische koningin, die samen met prins Assur haar man heeft vermoord, wordt jaren later verliefd op haar doodgewaande zoon, die haar daarna ‘per ongeluk’ doodt. Het is misschien een beetje te, maar dat zijn we inmiddels wel gewend, toch? Zeker, als we onze “klassiekers” kennen: Orestes, Oedipus, de hangende tuinen van Babylonie, Phaedra … Maar ook Hamlet en Lady Macbeth.

Daar kan een beetje regisseur zeker mee uit te voeten, mits hij niet al te veel wil duidelijk maken en uitleggen. Het publiek is niet dom! Wij weten heus wel dat het verhaal van aller tijden is! Maar dat is precies waar deze Antwerpse productie van Nigel Lowery uiteindelijk aan kapot ging.

548a07654d0df

©Annemie Augustijns

Lowery’s uitgangspunt was prima en ik was ook best gecharmeerd van de meeste van zijn decors (Lowery nam, behalve de regie, ook het decor en de kostuums voor zijn rekening. Zeer geslaagd vond ik zijn keuze om een (bewerkte) foto van het door Amerikanen gebombardeerde paleis van Saddam Hoessein – gekleurd en op een groot doek geschilderd – als het paleis van Semiramide te laten fungeren.

 

548a0777558dd

©Annemie Augustijns

Maar voor de rest… Laat ik het er maar op houden dat ik er niets van heb begrepen en dat het aan mij ligt.

548a0769762a7

©Annemie Augustijns

De kostuums waren van alles: Albaniërs, Assyriërs, Barbiepoppen in baljurken, strakke jaren ’50, lelijke jaren ’60. Semiramide had een dubbelgangster, het koor was unisono als man verkleed (terwijl in het libretto nadrukkelijk de aanwezigheid van vrouwen wordt vermeld!). Er liep een Nosferatu rond, er was een wandelend glittergordijn, er werd met kisten gesjouwd en het koor bediende zich van een soort geheimzinnige gebarentaal die heel erg spastisch aandeed.

Gelukkig was er nog de muziek en die was niet minder dan goddelijk! Voor Semiramide heb je minstens vier eersteklaszangers nodig, die ook nog eens kunnen acteren, hun coloraturen paraat hebben en alle registers (zowel naar boven als naar beneden) kunnen opentrekken. Nou, die waren er wel. Allemaal.

548a07813a0b5

Ann Halenberg (Arsace) ©Annemie Augustijns

Om te beginnen was er Ann Hallenberg als Arsace. Zelden nog hoor je een alt van zo’n immense schoonheid, met het juiste timbre en een perfecte laagte (en hoogte!) Haar stem heeft de juiste dosering van vibrato en zij beschikt over een ongekend kleurenpalet. Daarbij is zij een fantastische performer; zij was als heldhaftige krijgsheer, maar ook als verliefde tiener en verscheurde zoon meer dan geloofwaardig. Wat een artieste!

Haar duetten met Myrtò Papatanasiu (een werkelijk voortreffelijke Semiramide) deden mij soms aan Sutherland/Horne denken. Zo’n perfecte samensmelting van stemmen hoor je nog echt zelden meer.

548a07641a966

Rovert McPherson (Idreno) ©Annemie Wugustijs

Robert McPherson (Idreno) hoorde ik eerder als Leopold (La Juive) in Tel Aviv. Sinds die tijd heeft hij een enorme ontwikkeling gemaakt – zijn stem is groter geworden, soepeler ook. Met zijn perfect zittende hoge noten (en denk hier niet aan een “magere” C!)  blies hij de zaal op.

De (zeer?) jonge basbariton Igor Bakan was een fenomenale Oroe. Ondanks de belachelijke outfit als handelsreiziger kon hij het karakter van de Hoge Priester weten over te brengen.

548a0785bbc3a

Josef Wagner (Assur) ©Annemie Augustijns

En als we het over een belachelijke outfit hebben … Josef Wagner (Assur), in het echt een aantrekkelijke jonge man, werd zo toegetakeld dat je het niet aannemelijk kon maken dat welke vrouw dan ook (laat staan de koningin) zich met hem zal inlaten.

548a0775240de

©Annemie Augustijns

Godzijdank heeft een regisseur geen grip op de stembanden, dus ondanks al zijn tegenwerking werd Assurs waanzinaria zowat het hoogtepunt van de hele voorstelling. Ik moest aan Bellini’s I Puritani (Cinta di Fiori) denken… Zou hij Semiramide hebben gehoord?

De Antwerpse productie is door Dynamic op dvd uitgebracht. Trailer:

Gioachino Rossini
Semiramide
Myrtò Papatanasiu, Ann Hallenberg, Josef Wagner, Robert McPherson, Julianne Gaerhart, Igor Bakan, Eduardo Santamaria, Charles Dekeyser
Symfonisch Orkest en Koor van de Vlaamse Opera onder leiding van Alberto Zedda
Regie: Nigel Lowery

Bezocht op 12 december 2010

Bruisende ‘Semiramide’ van Opera Rara