Tekst: Sander Boonstra

Yannick Nézet-Séguin © Hans van der Eoerd
Hoe vaak kun je een al zelden in Nederland uitgevoerde opera aanschouwen onder een dirigent die onder andere in dit land zijn internationaal befaamde carrière startte. Dan moet je toch wel helemaal gek zijn om thuis te blijven? Ik heb het over Richard Strauss zijn Frau ohne Schatten: het ‘zorgenkindje’ van hem en librettist Hugo von Hofmannstahl. Het romantische equivalent van Mozarts Die Zauberflöte – in de hoop van Hofmannstahl zelfs de opvolger – werd in 1919 lauw door pers en publiek ontvangen. Was het het ingewikkelde verhaal? Of de bombastische partituur? Gelukkig heeft de opera in onze tijd een plekje veroverd in de opera-canon. En terecht!
Strauss’ muziek is werkelijk prachtig en het Rotterdams Philharmonisch Orkest laat onder hun oude chef Yannick Nézet-Séguin geen moment onbenut de partituur te laten sprankelen! Dat hier sprake is van een warme, hechte band en wederzijds vertrouwen en respect hoor je. In elke noot, in elke frasering, bij elk instrument, drie uur lang. Nézet-Séguin kiest hier en daar voor grotesk en theatraal, wat even prachtig en overdonderend is als zijn klein en intiem.
Op papier is de solistische bezetting om je vingers bij af te likken. Stuk voor stuk namen die je in deze rollen wilt horen. Op Thomas Oliemans als de Bode na maakt iedereen zijn debuut bij het Rotterdamse orkest. Niemand die voor een ander onder doet, hoe groot of hoe klein de rol ook is. Oliemans met zijn warme bariton, sopraan Katrien Baerts (stem van de valk) en tenor Bror Magnus Tødenes (Verschijning) met hun parel helder klinkende stemmen, en het uitstekend bij elkaar klinkende trio van Andreas Conrad, Michael Wilmering en Nathan Berg als de broers van Barak.
Michaela Schüster is een droom van een Amme: vanaf de eerste tot en met de laatste noot vult haar warme, volle stem in de hoogte en de laagte alle hoeken en gaten van De Doelen, en zet ze met haar bewegingen en blikken een voedster neer waarmee niet te spotten valt.
Lise Lindström is een krachtige Färberin met een groot bereik, maar is op haar manier van een heel ander kaliber dan Schüster. In de hoogte klinkt ze misschien wat schel, maar ik heb er geen moment moeite mee gehad.

Elza van den Heever © Jiyang Chen
Elza van den Heever is een prachtige lyrische Kaiserin, die vocaal overtuigt in haar beslissing voor het geluk van het verversechtpaar te kiezen.
Stephen Gould en Michael Volle blijven in het geheel niet achter bij de dames. Gould’s heldentenor heeft geen last van ‘matinee-stress’ en klinkt als een klok bij zijn entree. Zijn solo in de tweede akte is een waar hoogtepunt van de middag: heroïsch en toch een prachtig lyrische zachte kant van de Kaiser.

Michael Volle © Bayrischer Rundfunk
Maar Volle steelt absoluut de show! Wat een stem, die alle facetten van de verver behelst: zoekend naar de liefde van zijn vrouw gaat het over naar zijn toorn voor haar, om te eindigen in een intens gelukkige drang te jubelen. Het semi-liefdesduet tussen Barak en zijn vrouw in de derde akte heeft me tot tranen geroerd.
En zo zetten dirigent, orkest, solisten, samen met de uitstekend zingende koren (Rotterdams Symphony Chrous en het Nationaal Kinderkoor) voor een nagenoeg uitverkochte zaal een fabuleuze middag neer, die me de treinreis Leeuwarden – Rotterdam elke minuut waard was!

© Sander Boonstra