Myrtò_Papatanasiu

Rossini’s Semiramide in Antwerpen 2010: waar de opera niet over gaat

548a07672f64b

Myrtò Papatanasiu (Semiramide) ©Annemie Augustijns

Semiramide, een ‘belcanto-Parsifal’. Zo werd de opera door Aviel Cahn, de baas van de Vlaamse Opera (tegenwoordig Opera Ballet Vlaanderen), genoemd in zijn dankwoord aan de hele cast na de première op 12 december 2010 in Antwerpen. Daar breek ik mijn hoofd nog steeds over. Na het herhaaldelijk luisteren naar de verschillende opnamen van de opera heb ik het verband nog steeds niet kunnen ontdekken.

Semiramide was Rossini’s  laatste Italiaanse opera seria uit zijn Italiaanse belcanto-periode en het verwijst al naar wat komen zal – de Franse Grand Opéra. De vermenging van beide stijlen maakt het werk uiterst boeiend en behoorlijk innoverend. Het gaat ook ergens over en het is mij werkelijk een raadsel waarom het zo zelden wordt opgevoerd.

Het verhaal: een Assyrische koningin, die samen met prins Assur haar man heeft vermoord, wordt jaren later verliefd op haar doodgewaande zoon, die haar daarna ‘per ongeluk’ doodt. Het is misschien een beetje te, maar dat zijn we inmiddels wel gewend, toch? Zeker, als we onze “klassiekers” kennen: Orestes, Oedipus, de hangende tuinen van Babylonie, Phaedra … Maar ook Hamlet en Lady Macbeth.

Daar kan een beetje regisseur zeker mee uit te voeten, mits hij niet al te veel wil duidelijk maken en uitleggen. Het publiek is niet dom! Wij weten heus wel dat het verhaal van aller tijden is! Maar dat is precies waar deze Antwerpse productie van Nigel Lowery uiteindelijk aan kapot ging.

548a07654d0df

©Annemie Augustijns

Lowery’s uitgangspunt was prima en ik was ook best gecharmeerd van de meeste van zijn decors (Lowery nam, behalve de regie, ook het decor en de kostuums voor zijn rekening. Zeer geslaagd vond ik zijn keuze om een (bewerkte) foto van het door Amerikanen gebombardeerde paleis van Saddam Hoessein – gekleurd en op een groot doek geschilderd – als het paleis van Semiramide te laten fungeren.

 

548a0777558dd

©Annemie Augustijns

Maar voor de rest… Laat ik het er maar op houden dat ik er niets van heb begrepen en dat het aan mij ligt.

548a0769762a7

©Annemie Augustijns

De kostuums waren van alles: Albaniërs, Assyriërs, Barbiepoppen in baljurken, strakke jaren ’50, lelijke jaren ’60. Semiramide had een dubbelgangster, het koor was unisono als man verkleed (terwijl in het libretto nadrukkelijk de aanwezigheid van vrouwen wordt vermeld!). Er liep een Nosferatu rond, er was een wandelend glittergordijn, er werd met kisten gesjouwd en het koor bediende zich van een soort geheimzinnige gebarentaal die heel erg spastisch aandeed.

Gelukkig was er nog de muziek en die was niet minder dan goddelijk! Voor Semiramide heb je minstens vier eersteklaszangers nodig, die ook nog eens kunnen acteren, hun coloraturen paraat hebben en alle registers (zowel naar boven als naar beneden) kunnen opentrekken. Nou, die waren er wel. Allemaal.

548a07813a0b5

Ann Halenberg (Arsace) ©Annemie Augustijns

Om te beginnen was er Ann Hallenberg als Arsace. Zelden nog hoor je een alt van zo’n immense schoonheid, met het juiste timbre en een perfecte laagte (en hoogte!) Haar stem heeft de juiste dosering van vibrato en zij beschikt over een ongekend kleurenpalet. Daarbij is zij een fantastische performer; zij was als heldhaftige krijgsheer, maar ook als verliefde tiener en verscheurde zoon meer dan geloofwaardig. Wat een artieste!

Haar duetten met Myrtò Papatanasiu (een werkelijk voortreffelijke Semiramide) deden mij soms aan Sutherland/Horne denken. Zo’n perfecte samensmelting van stemmen hoor je nog echt zelden meer.

548a07641a966

Rovert McPherson (Idreno) ©Annemie Wugustijs

Robert McPherson (Idreno) hoorde ik eerder als Leopold (La Juive) in Tel Aviv. Sinds die tijd heeft hij een enorme ontwikkeling gemaakt – zijn stem is groter geworden, soepeler ook. Met zijn perfect zittende hoge noten (en denk hier niet aan een “magere” C!)  blies hij de zaal op.

De (zeer?) jonge basbariton Igor Bakan was een fenomenale Oroe. Ondanks de belachelijke outfit als handelsreiziger kon hij het karakter van de Hoge Priester weten over te brengen.

548a0785bbc3a

Josef Wagner (Assur) ©Annemie Augustijns

En als we het over een belachelijke outfit hebben … Josef Wagner (Assur), in het echt een aantrekkelijke jonge man, werd zo toegetakeld dat je het niet aannemelijk kon maken dat welke vrouw dan ook (laat staan de koningin) zich met hem zal inlaten.

548a0775240de

©Annemie Augustijns

Godzijdank heeft een regisseur geen grip op de stembanden, dus ondanks al zijn tegenwerking werd Assurs waanzinaria zowat het hoogtepunt van de hele voorstelling. Ik moest aan Bellini’s I Puritani (Cinta di Fiori) denken… Zou hij Semiramide hebben gehoord?

De Antwerpse productie is door Dynamic op dvd uitgebracht. Trailer:

Gioachino Rossini
Semiramide
Myrtò Papatanasiu, Ann Hallenberg, Josef Wagner, Robert McPherson, Julianne Gaerhart, Igor Bakan, Eduardo Santamaria, Charles Dekeyser
Symfonisch Orkest en Koor van de Vlaamse Opera onder leiding van Alberto Zedda
Regie: Nigel Lowery

Bezocht op 12 december 2010

Bruisende ‘Semiramide’ van Opera Rara

 

 

 

 

 

 

 

 

Discografie van Il Turco in Italia

turco-manie

Turkomanie in Europa van de 18-de eeuw. Jeane-Etienne Lotard: Portret van Marie Adelaïde de France in Turkse jurk (1753). Credits: Andere Tijden

Oriënt! Wat wisten wij er ooit van? Het was exotisch, avontuurlijk en spannend. Alle mannen daar waren macho, super aantrekkelijk en potent. En ze rookten opium. Alle vrouwen waren mooi, gracieus, geheimzinnig en verleidelijk. Het geurde daar naar amber en wilde jasmijn ….

Het was zo ontzettend ver weg en onbekend –  geen wonder dat wij daar door betoverd werden. Geen wonder ook dat onze dromen soms op hol sloegen. Maar de dromen bleken ergens goed voor, want ze hebben ons de prachtigste kunstwerken opgeleverd, waaronder ook opera’s. Il Turco in Italia van Rossini is er één van.

Geloof het of niet (geloof het!), maar Turco heeft heel veel weg van Cosi van tutte van Mozart. Zelfs de muziek doet er vaak aan denken. Het verhaal: een Don Alfonso-achtige dichter zonder inspiratie, zeg maar een soort kwade genius, bedenkt een intrige waarin hij alle personages manipuleert als zijnde marionetten, waardoor iedereen het (bijna) met iedereen doet, maar aan het eind komt alles goed. Of niet. In ieder geval heeft onze Prosdocimo een prachtig verhaal.

Ik vraag mij af hoe de ideale Fiorilla zou moeten klinken. Op de mij bekende opnamen wordt zij gezongen door alle stemsoorten: van een super lichte coloratuur sopraan tot een donkere coloratuur mezzo met borsttonen. Op de een of andere manier kan mij geen van de dames echt bekoren, ook Maria Callas niet, al komt zij dicht in de buurt van wat ik in de rol zou willen horen.

DVD

Zürich, 2002

turco-bartoli

In 2002 werd Il Turco in Zürich op het programma gezet. De hoofdrol was in handen van een oude rot in het vak, Ruggiero Raimondi. Zijn Selim is zonder meer spannend en erotisch en de slijtage aan zijn stem compenseert hij met een overweldigend spel en een geweldig charisma.

Oliver Widmer is goed op dreef als de cynische dichter Prosdocimo en Paolo Rumetz zet een heerlijk suffige Geronio neer. Het probleem heet Cecilia Bartoli. (Niet slaan alstublieft, het is maar mijn mening!) Zij is zeer virtuoos, zonder meer, maar haar maniertjes vind ik zeer irritant en haar donkere timbre absoluut niet bij de rol passend.

Het geheel is vrolijk, met felle kleuren en maffe kostuums: zo lijken de zigeuners op een combinatie van Volendammers met Peruanen (Arthaus Musik 100 369)

Cecilia Bartoli & Ruggero Raimondi zingen ‘Serva…Servo’:

Pesaro, 2007

turco-naxos

In Pesaro werd in 2007 een zeer naturalistisch ogende Turco opgenomen, met in de hoofdrollen uitsluitend jonge, onbekende zangers. Dat ze, wellicht op Marco Vinco (Selim) na, nog steeds onbekend zijn gebleven, zegt niet alles, maar toch wel wat.

Niettemin valt er veel lol aan te beleven. De typetjes zijn heerlijk herkenbaar, de kleuren mooi en de handeling volgt het libretto op de voet. Zeker leuk! (Naxos 2.110259)

https://www.operaonvideo.com/il-turco-in-italia-pesaro-2007-vinco-marianelli-concetti-adami/

Genua, 2009

 turco-alaimo

Een van de nieuwste opname op dvd komt uit 2009 uit Teatro Carlo Felice in Genua. Nou ja, nieuw… de productie is bijna 30 jaar oud en werd voor het eerst al in 1983 gezien.

Het is niet erg, want het is nog steeds bijzonder vermakelijk, al moet ik toegeven dat het mij soms een beetje duizelt van wat er allemaal op de bühne gebeurt: acrobaten, vuurvreters, ballerina’s, Arlechino’s en wat al niet. Commedia dell’Arte ten voeten uit.

Myrtò Papatanasiu is een mooie Fiorilla en Simone Alaimo een heerlijke Selim, al vind ik dat hij iets beneden zijn gebruikelijke hoge niveau presteert. Ook Antonino Siragusa stelt lichtelijk teleur als de smachtende Narciso (Arthaus Musik 101 39) 

https://video-ams4-1.xx.fbcdn.net/v/t42.1790-2/195376863_305032891289357_4813763941410633886_n.mp4?_nc_cat=104&ccb=1-5&_nc_sid=985c63&efg=eyJ2ZW5jb2RlX3RhZyI6InN2ZV9zZCJ9&_nc_ohc=04cDVYWLBH0AX9OYT26&_nc_oc=AQn-HO-eMn_3TMGXVEiXn6XstJ0LeW7SUNKAKX2-urSnd8W_C_Y9ORDQOXmeiLcM30C1bAKrNSmlt_lBx8XvCH6N&_nc_ht=video-ams4-1.xx&oh=00_AT-olek4H_Rb5FFObeZWQ69IY43MtOiz-vO_K9EOE9bdbw&oe=61DEC5F6

CD

Milaan, 1954

.

Maria Callas zong de rol van Fiorilla al in 1950 in Rome en vier jaar later nam ze haar in de studio op, met de krachten van de Milanese Scala. Gianandrea Gavazzeni dirigeerde een ‘all star cast’ – de meeste namen doen ons nu watertanden. Maar, afgezien van het feit dat ze allemaal werkelijk fantastisch waren, moeten we ons afvragen of het nog steeds adequaat klinkt in onze oren.

Ja, Nicola Rossi-Lemeni zou vandaag de dag nog kunnen, maar de rest, inclusief La Divina? Bij haar bekruipt mij vaak het gevoel dat ik bij de verkeerde opera ben beland en dat ik naar Anna Bolena zit te luisteren. (Warner 0825646340880)


 

Milaan, 1958

turco-m

Waar ik absoluut niet omheen kan is Sesto Bruscantini als een werkelijk onweerstaanbare Selim. Scipio Colombo is heerlijk als de (in zijn interpretatie) komische schurk Prosdocino en als Donna Fiorilla horen we een van de heerlijkste lichte sopranen uit de tijd: Graziella Sciutti. Een beetje soubretteachtig, maar zo wendbaar, en zo heerlijk getimbreerd!

De rest van de stemmen is goed maar niet uitzonderlijk, maar de directie van Nino Sanzogno – licht en sprankelend – doet de opera alle eer na. De live opname uit 1958 (Milaan) is behoorlijk dof. Toch – een bijzonder document van de tijd die nu toch echt voorbij is (Myto 00193)

Sesto Bruscantini en Graziella Sciutti  in ‘Credete alle femmine’: