Frank_van_Aken

De onbekende Strauss: Guntram

Tekst: Peter Franken

Strauss was een groot bewonderaar van Richard Wagner en kon zich niet voorstellen dat hij iets zou kunnen klaarspelen in het genre dat Wagner in de tweede helft van de negentiende eeuw zo had gedomineerd. Pas in 1894, inmiddels een gevestigde naam met grote symfonische gedichten en tal van liederen op zijn conto, waagde hij de sprong naar de opera met Guntram, waarvoor hij ook het libretto schreef.

Het werk werd in Weimar ten doop gehouden, maar zonder veel enthousiasme ontvangen. De daaropvolgende première van het werk in München werd zelfs een enorme mislukking, mede doordat de titelpartij veel te zwaar was en het geheel muzikaal een rommelige indruk maakte. Strauss hield er een aversie tegen zijn geboortestad aan over. Hij voelde zich miskend en nam later ‘wraak’ door de Münchenaren op de hak te nemen in een wagneriaans stuk in de stijl van Die Meistersinger von Nürnberg.

Frank van Aken
© Matthias Creutziger

Guntram is na de première in 1894 nauwelijks op het toneel te zien geweest. Gustav Kuhn dirigeerde in 1998 een opname die op cd is uitgebracht, met Alan Woodrow in de titelrol. In 2014 werd het werk in de Semperoper te Dresden in concertvorm uitgevoerd bij gelegenheid van het 150e geboortejaar van de componist met Frank van Aken in de titeltol..

De handeling draait om de ridder en minnezanger Guntram, hertog Robert en diens vrouw Freihild, met Roberts vader in een bijrol. Freihild probeert tegen de wil van haar tirannieke wrede echtgenoot ‘de armen’ te helpen en wil zich verdrinken als hij haar dit belet. Op het laatste nippertje weet Guntram de wanhopige Freihild te redden. Haar vader honoreert uit dankbaarheid Guntrams verzoek ‘de armen’ te bevrijden. Als er opnieuw een opstand uitbreekt laat Robert zijn kennelijke rivaal in de liefde Guntram arresteren. Daarbij doodt Guntram Robert uit zelfverdediging. Hoewel zijn naam wordt gezuiverd acht hij zichzelf toch schuldig omdat zijn motieven niet geheel zuiver waren. Robert handelde deels uit jaloezie en dat was niet geheel ten onrechte. Guntram ziet af van Freihilds liefde en moedigt haar aan als nieuwe hertogin het charitatieve werk zonder hem voort te zetten.

Gustav Kuhn is de belangrijkste pleitbezorger van deze onbekende Strauss en bracht tijdens de Tiroler Festspiele van 2005 een semi geënsceneerde voorstelling van het werk in het Passionsspielhaus. Door de blazers op een tribune te plaatsen konden de strijkers wat naar achter worden geschoven zodat een ondiepe speelruimte op het voortoneel ontstond.

Een opname is op you tube te zien, de geluidskwaliteit is matig maar in combinatie met die cd opname krijg je toch een goede indruk van de merites van het werk.

Lange melodische lijnen die tegen dissonantie aanschuren en nooit lijken op te lossen kenmerken de begeleiding van de zangers, op en top Strauss zoals we hem zo vaak in zijn latere opera’s zullen horen. De zangpartijen zijn door hun lengte weinig theatraal, meer declamatorisch en dat is direct al een goede verklaring voor het geringe succes van het werk. En na zijn Salome had sowieso niemand meer enige interesse voor wat Strauss daarvoor op operagebied had gecomponeerd.

Op het toneel staan wat eenvoudige zetstukken zoals een tafel met wijntumblers in de twee akte waarachter de hertog met Freihild en Robert heeft plaatsgenomen. In de eerste akte zien we dat deze zich buiten afspeelt doordat er een bordkartonnen model van een motorfiets rechts op het toneel staat, ook een minnezanger heeft vervoer nodig. De zangers zien er goed verzorgd uit alsof ze het consigne hebben gekregen zo goed mogelijk gekleed in hun eigen kleren op het podium te komen, eventueel met een hoedje of ander accessoire dat de rol van het personage zou kunnen verduidelijken.

In de tweede akte tijdens het banket zijn alle protagonisten in avondkleding. De gedode Robert wordt van het toneel gedragen, men laat hem niet zelf lopen. In de laatste akte dragen Guntram en Freihild weer de kleren uit het begin.  Alles is zorgvuldig ingestudeerd, iedereen kent zijn tekst alsof het een volledige geënsceneerde voorstelling betreft. Heel bijzonder, want hierna zullen ze die rollen vermoedelijk nooit meer hebben kunnen zingen.

Guntram wordt vertolkt door tenor Gian Luca Zampieri, geweldig optreden. Bewonderenswaardig hoe hij het vol houdt om zo lang achtereen goed te blijven zingen. Dat geldt in iets minder mate voor de Freihild van Elena Comotti, prachtige zang overigens.

De hertog is in handen van Andrea Martin, Robert wordt vertolkt door Raphael Sigling en als de nar zien we Christian Brüggemann. En Gustav Kuhn heeft uiteraard de muzikale leiding over het geheel, waarvoor hij een groot orkest heeft weten te engageren. Compliment voor zijn gedrevenheid inzake Strauss’ vroege werk.

Warlikowski brengt mooie Wozzeck bij DNO

Tekst Peter Franken

Het libretto van Bergs opera is gebaseerd op het onvoltooide toneelstuk Woyzeck van Georg Büchner (1813-1837), die zich op zijn beurt liet inspireren door een historische gebeurtenis. In 1824 werd de soldaat Johann Christian Woyzeck schuldig bevonden aan de moord op zijn vriendin Johanna Christiane Woost en ter dood veroordeeld. Op de markt van Leipzig werd het vonnis voltrokken.

Over de veroordeling was nogal wat te doen geweest. De rechtbank zag het als een eenvoudige moord, zonder mitsen of maren, maar onder het publiek waren er die zich afvroegen of deze crime passionel niet was begaan door iemand met grote psychische problemen. Tegenwoordig zouden we waarschijnlijk van een TBS-geval hebben gesproken.

In Bergs opera is Wozzeck een individu zonder een verleden van enige betekenis en al helemaal zonder toekomst. Na zijn moord uit jaloezie loopt hij het water in en verdrinkt.

Alban and Helene Berg na de première in Berlijn

Wozzeck werd in 1924 voltooid en ging op 14 december 1925 in première in de Staatsoper Unter den Linden in Berlijn. Ondanks de atonale, voor velen minder toegankelijke muziek en het rauwe thema werd het werk positief ontvangen en heeft sindsdien altijd repertoire gehouden. Opvallend detail is de première in 1942 in de opera van Rome, dit tot ongenoegen van Goebbels die er nadrukkelijk protest tegen aantekende, zonder succes.

In 2017 was bij DNO een nieuwe productie van dit werk te zien in de regie van Krzysztof Warlikowski. Willy Decker en Peter Konwitschny gingen hem voor. Waar bij Decker het accent lag op vereenzaming en Konwitschny zich concentreerde op de irrelevantie van rijk of arm voor Wozzecks psychische problemen – het regende letterlijk bankbiljetten tijdens de voorstelling – legt Warlikowski de nadruk op het lot van het zoontje van Wozzeck en Mari

Het kind is voortdurend aanwezig bij de vernederingen die Wozzeck ondergaat en wordt als het ware ten tonele gevoerd als getuige van zijn vaders leven in de korte periode die voorafgaat aan het moment dat hij wees wordt. Hoe is Wozzeck de man geworden die hij is en wat moet er straks van dat joch terechtkomen? Het eerste laat Warlikowski voor wat het is, het tweede fascineert hem.

Hier wordt een gebeurtenis uit het leven van Berg naar de oppervlakte gebracht. Als jongen van 15 maakte hij een ouder dienstmeisje in het ouderlijk huis, Marie Scheuchl, zwanger. Zijn dochter Albine werd geboren op 4 december 1902. Kort daarvoor was Albans vader overleden. Deze gebeurtenissen grepen hem zo aan dat hij in het najaar van 1903 een zelfmoordpoging deed.

Warlikowski ziet duidelijk een poging van Berg om zijn schuldcomplex ten aanzien van zijn dochter, een ‘halve wees’, te verwerken door in zijn opera’s vergelijkbare situaties te tonen. Kind Wozzeck eindigt als wees, Lulu begint ermee. Hoe het ook zij, het houdt Berg duidelijk bezig en dat is nauwelijks verwonderlijk.

Kind Wozzeck krijgt in deze productie een kleine spreekrol, heel mooi gedaan door de jonge Jacob Jutte. Het wringt wat met het libretto – Wozzeck en Marie kennen elkaar nog geen drie jaar – maar heeft duidelijk toegevoegde waarde. Dat kan ik niet zeggen van de ballroomdansende kinderen aan het begin en in het derde bedrijf. En evenmin van het complete kinderkoor dat plotseling ten tonele verschijnt tegen het einde. Om te tonen dat kind Wozzeck geïsoleerd is, hoeft er geen complete dansschool aan de handeling toegevoegd te worden, hoe goed de kinderen ook spelen. En het gegeven dat schoolkinderen mochten toekijken bij de executie van de historische Woyzeck – op zich een apocrief verhaal, dunkt me – is een flinterdun excuus om een groep kinderen te gaan laten kijken naar het lijk van Marie.

Voor mij hadden deze ‘extra’s’ een averechts effect. Het leidde af van de tragedie die zich voltrok tussen Wozzeck en Marie, waardoor van enige betrokkenheid, bij mij althans, vrijwel geen sprake meer was. Bij Wozzeck verwacht je een mentale dreun. Als die uitblijft, is er iets mis. Ik hoop maar dat het andere toeschouwers niet zo is vergaan.

Afgezien van een overdaad aan kinderen volgt de enscenering vrij getrouw het libretto. Het toneelbeeld met decors en kostuums van Małgorzata Szczęśniak is sober, met slechts een paar rekwisieten, zoals een anatomische pop en een groot aquarium. Als het nieuws van Maries dood bekend wordt, gooit haar zoontje één voor één de organen van het model in het aquarium.

Orkestraal was de premièrevoorstelling absoluut top. Groot compliment voor het Nederlands Philharmonisch Orkest en dirigent Marc Albrecht. De twee hoofdpersonen Wozzeck en Marie waren zeer overtuigend in hun spel. Christopher Maltman deed mij in zijn uitmonstering denken aan één van de hoofdrolspelers uit Little Britain (‘computer says no’) en dat versterkte het effect van een persoon die vervreemd raakt van zijn omgeving. Mooi gezongen, goed geacteerd.

Eva-Maria Westbroek was een plaatje van een Marie. Heel ontroerend zoals ze reageerde toen duidelijk werd dat ze Wozzeck dreigde te verliezen en troost zocht in de Bijbel. Het stond in duidelijk contrast met de vrouw die ze daarvoor speelde: iemand die liever de aanval zocht dan zich te verdedigen. Een complete vertolking van haar personage.

Eva-Maria Westbroek als Marie:

Marcel Beekman deed als Hauptmann zijn reputatie van karaktertenor alle eer aan. En hij kwam zowaar ook nog eens kort op het toneel geschminkt als Der Narr.

Frank van Aken vond ik onopvallend als Tambourmajor, niet de rol waarin ik hem graag had gezien.

Operamastodont Willard White liet als Doktor horen nog steeds goed mee te kunnen komen in karakterrollen. Zo mooi om deze oudgediende weer eens op het toneel te zien.

Ursula Hesse von den Steinen was een mooie kijvende Margret (‘Loeder’), wel erg chique gekleed overigens. Dat was trouwens bij Marie ook het geval. En Wozzeck liep een groot deel van de tijd rond in een wit smokingjasje. Of was dat toch een kappersjas?

Een prachtige voorstelling, met als kanttekening het gebrek aan meerwaarde van de ‘extra’s’. Deze productie kan mij die van Willy Decker niet doen vergeten, maar dat is voor een groot deel van het huidige publiek van geen enkel belang, het werd bediend met een uitstekende mogelijkheid om dit twintigste-eeuwse operamonument te leren kennen.

Trailer van de productie:

Foto’s van de productie: © Ruth Walz

Discografie: Wozzeck van Alban Berg: discografie.

Frank van Aken schittert in de Amsterdamse ‘Boris Godoenov’

Godunov_Score

Title page of the 1874 Piano Vocal Score

Aristoteles (overgenomen uit het zeer informatieve programmaboekje geschreven door Francis Maes): “In de kunst gaat het er niet om weer te geven wat echt is gebeurd, maar wat had kunnen gebeuren”. Hoe waar! Maar ga het aan de hedendaagse regisseurs vertellen die op de barricaden van de politieke correctheid van kunst een agitprop willen maken waar alleen maar de in hun ogen juiste uitspraken worden getolereerd. En waar alles gerelateerd moet worden aan de echte gebeurtenissen van nu.

Gelukkig werkt de ZaterdagMatinee zonder regisseurs waardoor ze ons dat kunnen geven waar we voor komen: onvervalste Kunst. Zonder verwijzingen naar het heden en zonder corrigerende aantekeningen. Vandaar dat we nu een uitstekende Boris Godoenov van Moesorgski hebben kunnen horen waar behalve de muziek ook het libretto werd gerespecteerd.

Ik ga nu niet over de verschillende versies van Boris Godoenov schrijven. Bij de Matinee werd gekozen om de versie uit 1872 te gebruiken, inclusief Moesorgski’s laatste verbeteringen uit 1873 met de toen toegevoegde Poolse acte.

Ik houd bijzonder veel van de zich in Sandomir spelende derde bedrijf. Het voegt de muzikale couleur locale toe (de polonaise) en introduceert ook een ‘love interest’, wat in de – zeker negentiende-eeuwse – opera’s bijna onontbeerlijk was. En al denk ik dat het misschien beter voor de opera (en de toeschouwers) is om de opera zonder die acte op te voeren, toch heb ik het liever mét. Het zorgt voor de nodige ‘rustpauze’ tussen al die heftige scenes.

Pablo Heras-Casado dirigeerde zeer elegant, misschien zelfs een tikkeltje té. Zelf had ik wat meer power – en daarmee bedoel ik niet de geluidssterkte, daar was niets mis mee – en nog donkerdere ondertonen gehoord, meer grimmigheid.

In de aanloop tot de tweede tafereel in het Proloog vond ik de articulatie iets te puntig. Daarbij miste ik het ‘mistige’ en het mysterieuze. Het klonk een beetje alsof er schaduwen ontbraken op het kleurenpalet van het verder fantastisch spelende orkest.

Pablo Heras-Casado over Boris Godunov:

Alexander Tsymbalyuk (Boris) zong heel erg mooi. Te mooi eigenlijk. Zijn warme bas is voornamelijk lyrisch met weinig ‘zwarte tonen’, wat op zich niet echt een probleem hoeft te zijn. Maar het ontbrak hem aan présence, voor mij was hij niet autoritair genoeg. Hij hield zijn emoties in bedwang waardoor zijn – prachtig gezongen, dat wel – sterfscène mij niet naar de keel greep.

Ik denk dat hij de rol de rol te veel vanuit het belcanto benaderde wat in werkelijk prachtige lijnen en bogen resulteerde maar waardoor het grimmige karakter van Boris niet – of weinig – aan bod kwam. Het psychologische was een beetje op de achtergrond geraakt.

 

Franz van Aken

Frank van Aken via het Concertgebouw

Bij wie ik emotioneel meer dan betrokken raakte dat was Sjoejski van Frank van Aken. Allemachtig wat was hij goed! Hij zong die rol niet: hij acteerde hem. Sterker: hij wás Sjoejski! Wat ook hielp: van Aken zong vrijwel zonder partituur en door zijn weergaloze dictie en perfecte visuele weergave van wat hij zong hoefde men niet eens om naar de boventitels te kijken om te snappen waar hij het over had. Daarbij: zijn Russisch was onberispelijk. Hulde!

Godoenov Kolosova courtsy BBC picture

Alisa Kolosova courtesy of BBC Picture

Het tweede hoogtepunt van de middag was voor mij het optreden van Alisa Kolosova in de rol van Marina Mniszek. Kolosova was de last minute vervangster van de aangekondigde Ksenia Dudnikova en ik kan mij werkelijk geen mooiere en betere vervanging wensen. Met haar schitterende, wendbare en toch zeer stevige mezzostem en haar enorme charisma was zij het stralende hoogtepunt van de Poolse acte.

Ante Jerkunica was een fantastische Pimen en Vladislav Sulimsky en Alexander Krasnov waren aan elkaar gewaagd als resp. Rangoni en Varlaam.

Jammer genoeg was Dmitry Golovnin die de rol van de valse Dmitri vertolkte niet van hetzelfde niveau. Ik vond zijn tenor geknepen klinken en met zijn ambtenaars-uitstraling miste hij het diabolische en het verleidelijke.

Olivia Vermeulen was een goede  maar niet echt rol dekkende Fyodor, daarvoor klonk zij te vrouwelijk. Maar wat een mooie stem heeft die jonge mezzo!

De kleine(re) rollen waren wisselend bezet. Zelf genoot ik bijzonder van Cécile van de Sant als Xenia’s voedster en van Boris Pinkhasovich als Sjtsjelkalov.

Groot Omroepkoor en Vlaams Radio Koor (instudering Martin Wright) klonken niet anders dan dat ik van ze gewend ben, gewoon top.

Modest Moesorgski
Boris Godoenov (Versie 1869/1872)

Alexander Tsymbalyuk , Olivia Vermeulen, Tetiana Miyus, Cécile van de Sant, Frank van Aken, Boris Pinkhasovich, Ante Jerkunica, Dmitry Golovnin, Alisa Kolosova, Vladislav Sulimsky, Alexander Krasnov, Mark Omvlee, Yulia Mennibaeva, James Kryshak e.a.
Groot Omroepkoor | Vlaams Radio Koor (instudering Martin Wright); Radio Filharmonisch Orkest olv Pablo Heras-Casado

De opera is terug te beluisteren op:
https://www.nporadio4.nl/ntrzaterdagmatinee/uitzendingen/624406:2018-09-08-ntr-zaterdagmatinee

Bezocht op 8 september 2018 in het Concertgebouw in Amsterdam

Discografie: BORIS GODOENOV

Een openhartig gesprek met PABLO HERAS-CASADO

Jules van Hessen dirigeert ‘Sinfonie der Tausend’ van Gustav Mahler

Mahler zaal Maurits Haenen

Mahler 8 in Amsterdam © Maurits Haenen

De achtste symfonie van Mahler heet onuitvoerbaar te zijn. Je hebt er een immens orkest voor nodig dat ook nog eens versterkt is met extra koperblazers en slagwerk. Tel daar nog een orgel bij, drie gemengde koren, twee jongens (kinder)koren, drie sopranen, twee alten, tenor, bariton en bas! Alles bij elkaar zowat duizend musici (vandaar de bijnaam ‘Symphonie der Tausend’), maar echt zo veel lukt natuurlijk (bijna?) nooit.

Bij de – door veel beroemde dirigenten en componisten bezochte en zeer enthousiast ontvangen – première op 12 september 1910 in München had Mahler niet “meer” dan vierhonderd musici en (koor)zangers bij elkaar verzameld. Aanzienlijk minder dus dan de 500+ die ‘losgelaten werden’ op de bijna 2000 bezoekers van het concert op 30 november 2017.

Mahler julesbraz5

Jules van Hessen © René Knoop

Het concert had een inmiddels zeer vertrouwde en bij velen zeer geliefde formule ‘Maestro Jules onthult’.  Het begon met een superieure toelichting van het werk door de dirigent Jules van Hessen die alle door hem uit(en toe)gelichte voorbeelden liet ‘illustreren’ door de musici en zangers, allemaal uiteraard live. De tot de nok gevulde en tot de allerlaatste plaats uitverkochte zaal juichte het toe. En terecht, want: hoeveel mensen, de zogenaamde ‘kenners’ incluis, kennen hun Mahler 8 echt goed?

De toelichting duurde een half uur en mocht je daar geen zin in hebben dan kwam je gewoon na de pauze binnen: het concert zelf werd niet verstoord.

De eerste deel, het ‘Veni Creator Spiritus’ die een middeleeuws pinksterhymne als uitgangspunt heeft kan mij eerlijk gezegd gestolen worden. Het is verschrikkelijk imposant en imponerend, dat wel, maar echt mooi kan ik het niet vinden.

Het tweede deel is gebaseerd op de slotscène uit Goethe’s ‘Faust’. Het mysterieuze begin hoort fluisterzacht en zeer liefdevol te klinken: Mahler schreef het als een soort liefdesverklaring aan zijn vrouw Alma. Zo klonk het ook. Mooi.

Na het voorzichtige instrumentale begin namen de koren en de solisten het over en zo werd er een verhaal verteld dat zowel van een allesomvattende liefde als van een spirituele verlossing getuigde. Om dan, aan het eind met het monumentale Chorus Mysticus  die ‘Alles Vergängliche’ inzette, waardoor het hele Concertgebouw zowat uit zijn voegen barstte. Want, zeg maar zelf, zoveel muzikaal geweld hoor je echt niet iedere dag.

Met een werkelijk grandioze uitvoering van wat ‘onuitvoerbaar’ heet te zijn heeft Jules van Hessen een dikke vinger naar alle sceptici en betweters opgestoken.

Mahler 8 philips-symfonie-orkest-rob-beltjens-2

Jules van Hessen en ‘zijn’ Philips Symphony Orchest © Rob Beltjens

Naar een ieder die beweert dat Mahler 8 uitsluitend voorbestemd is voor de allerbeste orkesten ter wereld, bij voorbeeld. Van Hessen wist het door hem geleide Philips Symfonie Orkest dat voor een groot deel uit (zeer gevorderden, dat wel, maar toch….) amateurs bestaat een echt onvervalste Mahler-sound te ontlokken. Iets wat je heel goed kon horen in de zachte passages en in de duidelijk ‘onderstreepte’ en daardoor zeer herkenbare Mahler-deuntjes.

Dikke vinger ook naar alle castingdirectors die nooit eens naar het talent kijken dat ons land rijk is en al die geweldige Nederlandse zangers meestal links laat liggen. Alle – en daarmee bedoel ik ook alle – solisten bleken niet alleen tegen hun zware taak opgewassen, maar lieten ook een grote affiniteit met het Mahlers-idioom te hebben.

Mahler dames Nicole

slotapplaus: van links naar rechts Maartje Rammeloo, Carina Vinke, Leonie van Rheden, Lisette Bolle en Laetitia Gerards © Nicole van Eijck

Het kan aan de plaats waar ik zat liggen dat ik mij sterk gefocust had op de prachtige alt Carina Vinke. Bij haar had ik het gevoel dat zij haar Mahler niet alleen de goede noten en mooie klanken, maar ook heel veel liefde gunde. Wat het ook was: ik hing aan haar lippen.

Maar ook haar mezzo – collega, Leonie van Rheden kon mij meer dan bekoren. Haar buitengewoon fraaie, zeer warme en ronde geluid klonk als balsem in mijn oren.

Maartje Rammeloo’s stem is heel erg groot waardoor haar hoge sopraan zeer dominant klonk, wat bij Magna Peccatrix eigenlijk vanzelfsprekend is.

Mahler Maartje Lisette

Maartje Rammeloo en Lisette Bolle

Als Una poenitentium (en daarna Gretchen) wist Lisette Bolle mijn hart te stelen. Wat een fraaie stem toch! Met haar korte optreden op het balkon klonk Laetitia Gerards als een echte Mater Gloriosa die even voorbij ‘zweefde’.

Frank van Aken is een echte heldentenor en met zijn lange staat van dienst was het niet meer dan logisch dat de rol van Doctor Marianus hem zowat op de huid is geschreven.

Jaco Huipen behoort al jaren tot mijn geliefde bassen en ook met zijn optreden als Pater Profundus wist hij mij zeer te overtuigen en Martijn Sanders zong een fraaie Pater Ecstaticus.

Na afloop van het concert stond ons allemaal nog een verrassing te wachten. De dirigent viert dit jaar zijn dertigjarig jubileum als chef-dirigent van het Philips Symfonie Orkest en zijn verdiensten zijn groots. Daarvoor, maar ook voor alles wat hij het muziekminnende publiek heeft geschonken werd hij donderdag benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau.

Mahler ondescheiding

© Rob Beltjens

Locoburgemeester Simone Kukenheim overhandigde hem het speldje met de woorden: “Door de unieke combinatie van zijn muzikale gave, zijn presentatiekunde en cultureel ondernemerschap is Jules van Hessen een dirigent die een groot publiek weet te bereiken en inspireren” .

Daar konden we het niet anders dan helemaal mee eens zijn.

Teaser:

Gustav Mahler
Achtste symfonie in Es (Symphonie der Tausend)
Maartje Rammeloo, Lisette Bolle, Laetitia Gerards (sopraan); Leonie van Rheden (mezzosopraan);  Carina Vinke (alt);  Frank van Aken (tenor);  Martijn Sanders,  Jaco Huijpen (bas)
Philips’ Philharmonisch Koor, Nederlands Concertkoor, Toonkunstkoor Utrecht, Vocaal Talent Nederland;  Philips Symfonie Orkest olv Jules van Hessen

Gehoord donderdag 30 november 2017 in de Grote Zaal van het Concertgebouw

Voortreffelijke opname van Pfitzners ‘Palestrina’

 

Palestrina Phitzner

Nooit van Palestrina van Hans Pfitzner gehoord? Dan ligt het aan u. Of aan de platenmaatschappijen die u met Traviata’s overspoelen. Oehms biedt in elk geval een nieuwe kans de opera van Pfitzner te leren kennen. En wat voor een kans!

Pfitzner is een omstreden componist. Niet, omdat hij niet goed was. Wel, omdat hij een nazi was. Het is een heikel punt en de discussies daarover zijn nooit uitgebrand.

Laat ik nu, een Joodse, ook een mening nemen: muziek, literatuur en schilderkunst laat zich niet in hoekjes en kasten opsluiten. Ja, er zijn uitzonderingen (Carmina Burana), maar mogen wij nooit meer Hamsun, Ezra Pound of Roald Dahl lezen?

Palestrina is een pracht van een opera die af en toe wordt opgevoerd. Te weinig naar mijn gevoel, want hij verdient echt beter. Er bestond al een opname op Deutsche Grammophon met Nicolai Gedda in de hoofdrol en verder (let op de namen: om te likkebaarden!) Bernd Weikl, Hermann Prey, Fischer-Dieskau en Brigitte Fassbaeneder

Er is ook een piraat (Myto) op de markt met Fritz Wunderlich, Walter Berry en Christa Ludwig en nu komt Oehms met een live opname uit Franfurt. Fantastisch. Werkelijk fantastisch. Kirill Petrenko maakt er een bijna filmisch geheel van en alle zangers (goedemorgen Nederland: wij hebben ook Frank van Aken!) zijn meer dan voortreffelijk.

En voordat ik het vergeet: de opera is in juni 2010 live opgenomen. Mensen, ren naar de winkels en koop het!

Overigens wil ik u er op attenderen dat Oehms ook Die Walküre uit Frankfurt met Frank van Aken en Eva Maria Westbroek heeft uitgebracht.

 


Hans Pfitzner
Palestrina
Peter Bronder, Frank van Aken, Britta Stallmeister, Claudia Mahnke, Wolfgang Koch e.a.
Chor der Oper Frankfurt, Frankfurter Opern- und Museumsorchester olv  Kirill Petrenko
Oehms Classics OC 930

Eva-Maria Westbroek en haar Sieglinde’s

eva-met

Eva-Maria Westbroek als Sieglinde in de MET ©Ken Howard

AIX-EN-PROVENCE 2007

eva-aix

In juli 2007 ging in Aix-en-Provence Die Walküre in première, een bijzondere gebeurtenis. Het was niet alleen Simon Rattles (en Aix’) eerste Ring, het markeerde ook een werkelijk sensationeel debuut van ‘onze’ Eva-Maria Westbroek op het festival.

De productie van Stéphane Braunschweig was zeer vernuftig, met veel glas en staal. En toch brak hij nergens met de traditie. Wotan (een prachtige, zeer humane en breekbare Willard White) was vanaf de eerste scène een toeschouwer die de boel letterlijk in de gaten hield en aan het begin van de tweede akte een potje Stratego met zijn ‘pionnen’ speelde.

De jonge Mikhail Petrenko (Hunding) vertoonde een sterke gelijkenis met Poetin, waardoor zijn rol nog een extra grimmig karakter kreeg.

Na een ferm begin hield Rattle het orkest soepel en licht. De mooi door Robert Gambill gezongen ‘Winterstürme’ kreeg er een bijna belcantesk karakter door, en het daaropvolgende liefdesduet klonk als vanzelfsprekend onschuldig.

eva-gambil

Eva-Maria Westbroek en Robert Gambill

Westbroeks stem – stralend, volumineus en toch zeer lyrisch – kent duizenden nuances, waarmee ze alle gevoelens van haar personage (liefde, verdriet, vreugde, onschuld en verlangen) een andere kleur geeft (BelAir BAC 034).

BAYREUTH 2009

 

eva-bayreuth

In 2009 heeft Opus Arte de complete Ring van Christian Thielemann in Bayreuth opgenomen en een jaar later op cd’s uitgebracht (OA CD900B D). Daar was ik bijzonder gelukkig mee. Het geluid was prachtig en de bezetting fenomenaal, met in Die Walküre Eva-Maria Westbroek als Sieglinde en Endrik Wottrich als Siegmund.

eva-in-bayreuth

Endrik Wottrich en Eva-Maria Westbroek ©Enrico Nawrath

Gelukkig bracht Opus Arte de productie uit op cd’s, want uit de recensies, berichten en fragmenten begreep ik dat de productie totaal mislukt was. Het was zelfs zo slecht dat het publiek te moe was om boe te roepen.


Nu waren de omstandigheden ook niet optimaal. Lars von Trier gaf de opdracht om de Ring te regisseren op het laatste moment terug, zodat de klus in handen van Tankred Dorst belandde. En Dorst is een vermaard toneelschrijver en geen operaregisseur.

Kan iemand mij dus vertellen waarom Opus Arte Die Walküre in 2010 alsnog op dvd heeft opgenomen (OA 1045 D)? Albert Dohmen (Wotan) en Linda Watson (Brünnhilde) zijn goed en Thielemann dirigeert prachtig, maar een jaar eerder waren ze ook van de partij. Edith Haller is van Helmwige naar Sieglinde gepromoveerd en daar heb ik mijn bedenkingen bij. Johan Botha (Siegmund) is een kwestie van smaak.

FRANKFURT 2010

eva-frank

Frank van Aken en Eva-Maria Westbroek in de MET ©Ken Howard

Op 28 april 2012 zongen twee Nederlanders de sterren van de hemel in Die Walküre in de New Yorkse Metropolitan Opera. Aan de zijde van zijn vrouw Eva-Maria Westbroek maakte Frank van Aken als lastminutevervanger zijn onverwachte debuut bij het beroemde operahuis.

Wie naar BBC 3 luisterde, kon het meemaken (nee, NTR was er niet bij). Er is ook geen opname van gemaakt al heb ik alle vertrouwen in de piraten.

Walküre Frankfurt Ohms

Het was niet de eerste keer dat het echtpaar Westbroek/Van Aken als Siegmund en Sieglinde optrad. In 2010 vertolkten ze de rollen met enorme bijval in Frankfurt. Oehms (OC 936) nam de voorstelling live op en daar mogen we heel erg blij mee zijn. Niet alleen omdat onze sterzangers eindelijk op cd werden vereeuwigd – en dan ook nog eens samen – maar ook omdat er werkelijk fantastisch in wordt gemusiceerd en gezongen.

eva-walkure-frankfurt-monikarittershaus1

Eva-Maria Westbroek en Frank van Aken ©Monika Rittershaus

Susan Bullock was een werkelijk onweerstaanbare Brünhilde en Terje Stensvold een imponerende Hunding. Groot aandeel in het succes had ook dirigent Sebastian Weigle.


 

NEW YORK 2013

eva-dvd-met

Westbroek was ook van de partij in de nieuwe productie van de Ring bij de Metropolitan Opera (die met ‘the machine’). Haar Siegmund werd weergaloos gezongen door Jonas Kaufmann en Deborah Voight was een stralende Brünnhilde.

eva-jonas

Jonas Kaufmann en Eva-Maria Westbroek © Ken Howard

Westbroek zingt ‘Du bist der Lenz’:

Robert Lepage was de regisseur en als zodanig ook verantwoordelijk voor de machine die af en toe haperde. Er gebeurden ook (bijna) ongelukken – gelukkig allemaal met een goede afloop. Maar stel je voor… De productie won de ‘classical Grammy’ in de categorie opera. Terecht? Daarover zijn de meningen verdeeld.

Plácido Domingo interviewt Westbroek en Kaufmann:

 

Voor meer Eva-Maria Westbroek zie ook:

LADY MACBETH OF MTSENSK. Discografie.

Eva-Maria Westbroek als LA FANCIULLA DEL WEST: Frankfurt 2013

Eva-Maria Westbroek en Bernard Haitink: Mozart en Wagner

EVA-MARIA WESTBROEK, MARIS JANSONS en het Koninklijk Concertgebouworkest

LA FORZA DEL DESTINO bij De Nationale Opera in Amsterdam

JONAS KAUFMANN & EVA-MARIA WESTBROEK. Holland Festival 2017