
Title page of the 1874 Piano Vocal Score
Aristoteles (overgenomen uit het zeer informatieve programmaboekje geschreven door Francis Maes): “In de kunst gaat het er niet om weer te geven wat echt is gebeurd, maar wat had kunnen gebeuren”. Hoe waar! Maar ga het aan de hedendaagse regisseurs vertellen die op de barricaden van de politieke correctheid van kunst een agitprop willen maken waar alleen maar de in hun ogen juiste uitspraken worden getolereerd. En waar alles gerelateerd moet worden aan de echte gebeurtenissen van nu.
Gelukkig werkt de ZaterdagMatinee zonder regisseurs waardoor ze ons dat kunnen geven waar we voor komen: onvervalste Kunst. Zonder verwijzingen naar het heden en zonder corrigerende aantekeningen. Vandaar dat we nu een uitstekende Boris Godoenov van Moesorgski hebben kunnen horen waar behalve de muziek ook het libretto werd gerespecteerd.
Ik ga nu niet over de verschillende versies van Boris Godoenov schrijven. Bij de Matinee werd gekozen om de versie uit 1872 te gebruiken, inclusief Moesorgski’s laatste verbeteringen uit 1873 met de toen toegevoegde Poolse acte.
Ik houd bijzonder veel van de zich in Sandomir spelende derde bedrijf. Het voegt de muzikale couleur locale toe (de polonaise) en introduceert ook een ‘love interest’, wat in de – zeker negentiende-eeuwse – opera’s bijna onontbeerlijk was. En al denk ik dat het misschien beter voor de opera (en de toeschouwers) is om de opera zonder die acte op te voeren, toch heb ik het liever mét. Het zorgt voor de nodige ‘rustpauze’ tussen al die heftige scenes.
Pablo Heras-Casado dirigeerde zeer elegant, misschien zelfs een tikkeltje té. Zelf had ik wat meer power – en daarmee bedoel ik niet de geluidssterkte, daar was niets mis mee – en nog donkerdere ondertonen gehoord, meer grimmigheid.
In de aanloop tot de tweede tafereel in het Proloog vond ik de articulatie iets te puntig. Daarbij miste ik het ‘mistige’ en het mysterieuze. Het klonk een beetje alsof er schaduwen ontbraken op het kleurenpalet van het verder fantastisch spelende orkest.
Pablo Heras-Casado over Boris Godunov:
Alexander Tsymbalyuk (Boris) zong heel erg mooi. Te mooi eigenlijk. Zijn warme bas is voornamelijk lyrisch met weinig ‘zwarte tonen’, wat op zich niet echt een probleem hoeft te zijn. Maar het ontbrak hem aan présence, voor mij was hij niet autoritair genoeg. Hij hield zijn emoties in bedwang waardoor zijn – prachtig gezongen, dat wel – sterfscène mij niet naar de keel greep.
Ik denk dat hij de rol de rol te veel vanuit het belcanto benaderde wat in werkelijk prachtige lijnen en bogen resulteerde maar waardoor het grimmige karakter van Boris niet – of weinig – aan bod kwam. Het psychologische was een beetje op de achtergrond geraakt.

Frank van Aken via het Concertgebouw
Bij wie ik emotioneel meer dan betrokken raakte dat was Sjoejski van Frank van Aken. Allemachtig wat was hij goed! Hij zong die rol niet: hij acteerde hem. Sterker: hij wás Sjoejski! Wat ook hielp: van Aken zong vrijwel zonder partituur en door zijn weergaloze dictie en perfecte visuele weergave van wat hij zong hoefde men niet eens om naar de boventitels te kijken om te snappen waar hij het over had. Daarbij: zijn Russisch was onberispelijk. Hulde!

Alisa Kolosova courtesy of BBC Picture