
Mariss Jansons © Anne Dokter.
Weet u wat het verband is tussen de muziek van Sjostakovitsj, Tsjaikovski en Rachmaninoff en die van Liszt? Nee? Ik ook niet. Sterker: die is er niet.
Zijn ‘Le Préludes’ vind ik een stuk van niets. In tegenstelling tot wat de titel belooft zit er in het stuk noch een voorspel noch een inleiding tot een drama. Het stuk zelf is een drama en dat bedoel ik letterlijk. En geprogrammeerd aan het eind van een avond “de Slavische ziel bloot leggen’ slaat het als de spreekwoordelijke k*t op Dirk. Mariss Jansons heeft er blijkbaar affiniteit mee, zijn lezing van die draak van het stuk (weet u hoe lang een kwartier duurt als je eigenlijk al naar huis wil? ) stond namelijk als een huis.
Maar dáár voor was het publiek niet naar zijn concert gekomen want naar de ovaties, bravo’s en enthousiasme gemeten kwam men voornamelijk om Eva Maria Westbroek te horen. Ik ook. Zeer nieuwsgierig was ik ook naar haar interpretaties van de muziek die zij tot nu toe nog niet (of amper) heeft gezongen.
Of het haar gelukt is? Ja en nee, maar daarover later, want eerst werden we getrakteerd – en dat bedoel ik letterlijk – op een grandioze lezing van de zesde symfonie van Sjostakovitsj. Niet één van zijn bekendste werken, het wordt dan ook minder vaak gespeeld. Het is verklaarbaar.
Zijn zesde symfonie componeerde Sjostakovitsj in 1939, in de periode dat de Sovjet-verschrikkingen misschien niet meer op hun hoogtepunt waren maar nog steeds aanhielden en de politieke restricties (en de allesomvattende en alom vertegenwoordigde) censuur niet alleen een ‘herkenbare melodie’ maar ook een politcor-programma van de componisten verlangde. Dus beloofde Sjostakovitsj met zijn zesde symfonie ode aan Lenin te brengen, maar in het uiteindelijke resultaat was noch Lenin, noch ode, laat staan een ode aan Lenin te vinden. Waardoor de symfonie niets meer (maar ook niet minder!) is geworden dan een heerlijke samensmelting van de hemelse klanken die nergens over gaan.
De eeuwig durende Largo met zijn geen begin en geen einde, met daartussenin een eeuwig stilstaande kosmos heeft mij in een soort extase gebracht, wat versterkt werd door de spectaculaire klank van de strijkers.
In de daaropvolgende Allegro werd het stokje overgenomen door de in de hoofdrol geplaatste – door Sjostakovitsj innig geliefde – es-klarinet. Het klonk speels en hemels tegelijk: bravo Arno Piters!
Het laatste deel, Presto is alweer een echte Sjostakovitsj: ludiek, schertsend en de spot drijvend met … met alles eigenlijk en dat alles met een hoog amusementsgehalte. Ook daar wist Mariss Jansons goed raad mee en liet het publiek in de staat van verrukking.

Eva-Maria Westbroek © Anoniem
Merkwaardige programmering inderdaad want als je Sjostakovitsj als hoofdschotel opdient ga je niet een slap toertje serveren met Liszt. Raadsel is waarom Westbroek niet beter Lisa’s aria heeft gezonden ipv Tatjana, haar stem schreeuwt als het ware om de rol in Schoppenvrouw.
En dan tussendoor een walsje van Tsjaikovski, ik kan mij niet aan de gedachte onttrekken dat het KCO met zo’n programma music for the millions nastreeft. Zonde!
LikeGeliked door 1 persoon
Inderdaad Mauricio!
Wat had ik graag Lisa gehoord ipv – zeker! – de liederen van Rachmaninoff!
En het walsje was echt leuk, alleen had het beter als uitsmijter gepast.
Die liszt was echt…. weird
LikeLike