Rusalka

Rusalka van Robert Carsen in Parijs

TEKST PETER FRANKEN

Je ontkomt er niet aan, natuurlijk heeft ook Carsen een productie van deze prachtige opera op zijn naam staan. Zijn Rusalka zag ik in 2005 in de Bastille, een herneming van de premièrereeks uit 2002. Om het later nog eens op mijn gemak te bekijken heb ik vervolgens een opname op dvd van zo’n eerdere voorstelling aangeschaft. Bij die gelegenheid zong Renée Fleming de titelrol met Sergei Larin als haar tegenspeler.

Carsen brengt het verhaal zonder daar zelf inhoudelijk iets aan toe te voegen, zoals eigenlijk altijd. Hij is geen concepten regisseur maar een klassieke vakman die de enscenering ten volle gebruikt om er zijn eigen stempel op te drukken.

In een andere recensie vergeleek ik het lot van Rusalka met dat van Moravische plattelands meisjes die worden teruggestuurd na in de grote stad te zijn bezwangerd door hun werkgever. Een andere vergelijking is die van een hopeloos verliefde vrouw die tijdelijk niet in staat is tot enig rationeel denken in haar handelen. En die dan de pech heeft dat haar liefdesobject afkomstig is uit een volledig andere cultuur die door haar  sociale omgeving niet wordt geaccepteerd, op straffe van levenslange uitsluiting. Ze emigreert, komt in een omgeving waar ze de taal niet spreekt en kan daar niet assimileren. Terug naar huis betekent een bestaan als outcast. Zo heftig gaat het er bij Rusalka ook aan toe.

Carsen heeft met vormgever Michael Levine een toneelbeeld gecreëerd waarin de verschillen tussen de waterwereld en het paleis goed worden uitgelicht. Een enorm bassin wordt op halve hoogte gemarkeerd door een rand met uitstekende elementen die verticaal gedubbeld worden waardoor de suggestie van een waterspiegel wordt gegeven. Voor de vorm is er op de toneelvloer ook nog een ondiep klein bassin waarin de zangers kunnen rondhupsen. Er gaat immers niets boven echt water op het toneel in een opera over een waternimf.

Die spiegeling wordt voortgezet in de paleisscène. Alles speelt zich af in twee enorme slaapkamers, nu met de spiegeling links en rechts. Verder wordt een uniforme kostumering aangehouden: alle vrouwen gaan in prachtige witte bruidsjurken en alle mannen in double breast suits. Met dezelfde pruiken op lijken de Vreemde Prinses en Rusalka zo eveneens elkaar spiegelbeeld. Wellicht wordt hiermee gedoeld op de uitwisselbaarheid van het lot van de betrokkenen.

Het ballet in de feestscène eindigt met de gedeeltelijke ontkleding van de dames, nu in zwarte onderjurken. Voorspelbaar dragen de Prinses en Rusalka die ook onder hun bruidsjurk en in de derde akte verschijnt Jezibaba eveneens in zo’n onderjurk.

Het ziet er schitterend uit allemaal en houdt de aandacht prima vast. De productie is dan ook een blijvertje geworden in Parijs, nadien nog hernomen in 2015 en 2019.

Fleming schittert in de titelrol. Haar zang is van hoog niveau maar ze acteert ook zeer innemend waardoor je als toeschouwer je erg bij haar betrokken voelt ook al gedraagt ze zich feitelijk als een kip zonder kop. Wie gaat er nu akkoord met de voorwaarde dat je je stem moet opgeven om ‘aan land‘ te kunnen gaan.? Haar tegenspeler Sergei Larin doet nauwelijks voor haar onder, mooi gecast.

Eva Urbanova is als Rusalka lookalike zeer effectief in haar wraakneming. Als ik hem niet kan krijgen, dan zij ook niet. Franz Hawlata is een heel overtuigende vaderlijke Watergeest, een van zijn glansrollen.

In de kleinere rol van de Houtvester zien we niemand minder dan Michel Sénéchal,mooi typetje. Larissa Diadkova is als Jezibaba minder onaangenaam dan veelal het geval is, goede vertolking.

James Conlon heeft de muzikale leiding.



Foto’s © Opéra Bastille

Glyndebourne’s Rusalka is een fraai schouwspel

Tekst: Peter Franken

 

Van de herneming van Glyndebourne’s productie van Rusalka in 2019 heeft Opus Arte een opname uitgebracht op Blu Ray. Het sprookje wordt inventief verbeeld en muzikaal is alles uitstekend verzorgd. Sally Matthews vertolkt de titelrol en krijgt overtuigend weerwerk van Evan Leroy Johnson als de Prins.

In een begeleidend schrijven vraagt Jan Smaczny zich af wat een reden kan zijn geweest om in een tijd dat Verismo de nieuwe trend was met een sprookje te komen over een waternimf. Het loopt natuurlijk niet goed af zoals in een echt sprookje behoort, maar toch. Librettist Jaroslav Kvapil zou wellicht geïnspireerd kunnen zijn door het lot van vele Moravische plattelandsmeisjes die dienst namen in Wenen. Omdat ze de taal niet spraken werd hen als het ware hun stem ontnomen, ze konden zich niet uiten. Eenmaal verleid door iemand uit de familie van hun werkgever werden ze dan zwanger terug naar huis gestuurd, het begin van een uitzichtloos bestaan. In die zin kan Rusalka worden begrepen als iemand die bezwijkt voor de verlokkingen van een leven onder beter gesitueerden en van een koude kermis thuis komt. Een sociaal drama verpakt als sprookje, herkenbaar voor het toenmalige publiek.

Regisseur Melly Still wil hier niets van weten, haar Rusalka is gewoon een sprookje met waternimfen, bosgeesten en een heks. En omdat waternimfen in het water rondzwemmen moet dat op het toneel worden getoond, geen concessies op dit punt.

Een stel van top tot teen in het zwart gestoken dansers creëert de suggestie van een vrij bewegende Rusalka door als het ware met haar te jongleren. Het toneel is hier bewust donker gehouden zodat deze bewegingsassistenten nauwelijks zichtbaar zijn. Aanvankelijk hebben Rusalka en haar zusters meterslange groene staarten waarbij die van de op de grond zittende Rusalka leuk kan zwiepen, dankzij zo’n onzichtbare helper. Overigens is hiervoor een double ingezet, Sally Matthews neemt de feitelijke vertolking voor haar rekening. Behalve een decorontwerper (Rae Smith) moest er natuurlijk ook een bewegingsregisseur aan te pas komen (Rick Nodine). De belichting van Paul Constable zorgt voor de kers op de taart.

In de tweede akte wordt het wat lichter, we zijn in het kasteel. De jachtopziener en de koksjongen roddelen wat over die vreemde vrouw die de prins heeft meegebracht. Overigens wordt hier als koksjongen gewoon een keukenmeisje opgevoerd, het nichtje van de jachtopziener. Rusalka draagt een eenvoudige jurk en probeert met haar ogen de Prins naar zich toe te trekken. Hij zingt hoezeer hij naar haar verlangt en zij geeft de enige respons die de zaak in haar voordeel kan beslissen: ze trekt haar slipje uit en laat hem de daad bij het woord voegen. Maar net op tijd verschijnt de Vreemde Prinses en direct gaat al zijn aandacht naar haar uit, als gastheer maar ook als vroegere lover in spé. Rusalka wordt weggestuurd om haar baljurk aan te trekken.

De gasten tijdens de balscène zijn exuberant gekleed, uitzinnige creaties in alle kleuren van de regenboog. Rusalka staat er tussen, onwennig in een asymmetrische jurk en op rode pumps. Ze weet zich niet te gedragen en evenmin kan ze zich gemakkelijk bewegen door die lastige jurk en die hoge hakken. In paniek vlucht ze weg nadat haar vader, onzichtbaar voor de mensen, haar heeft toegesproken. Het voorgenomen huwelijk is op het nippertje verijdeld door subtiele manipulatie van de kant van de Vreemde Prinses, de Prins blijft met lege handen achter.

De figuur van Jezibaba, zeer goed tot leven gebracht door Patricia Bardon, is minder venijnig dan te doen gebruikelijk. Rusalka wist waar ze aan begon, Jezibaba had haar voldoende gewaarschuwd, nu was er niets meer aan te doen. In de marge kan men denken aan die Moravische meisjes die zwanger terug naar huis werden gestuurd, ook dat was onomkeerbaar.

Colin Judson als de jachtopziener en Alix le Saux als keukenmeisje zorgen voor een komische noot als ze bibberend van angst op zoek zijn naar Jezibaba. Leuke vertolkingen van beiden.

De bosgeesten krijgen versterking van een stel figuranten die vrolijk mee hupsen als Dvorak er even de vaart inzet. Vuvu Mfopu zag ik in februari in Antwerpen als de zwarte duivelin Astarte in Der Schmied von Gent, overigens de laatste live voorstelling die ik dit kalenderjaar mocht meemaken. Ze krijgt hier gezelschap van Anna Pennisi en Alyona Abramova, een prima bezetting van dit drietal.

Alexander Roslavets maakt indruk als Vodnik, Rusalka’s vader die moet toezien hoe zijn dochter haar eigen ondergang over zich afroept en Zoya Tsererina haalt met gemak alle aandacht naar zich toe op de momenten dat ze op het toneel staat. Haar vertolking van de vreemde prinses, minder manipulatief dan ik gewend ben, is van grote klasse.

Sally Matthews is een geweldige Rusalka, haar zang is ontroerend mooi en haar acteren maakt het personage Rusalka zeer goed invoelbaar. De regie geeft haar alle mogelijkheden om te excelleren en Matthews grijpt die met beide handen aan. Evan Leroy Johnson is de mooiste Prins die ik tot op heden heb gezien, met name zijn zang in de slotscène zou een hart van steen kunnen doen smelten.

Het London Philharmonic Orchestra doet Dvoraks orkestpartij alle eer aan. De muzikale leiding is in handen van Robin Ticciati.

Uitgebracht door Opus Arte  2020

3 x RUSALKA: Kristine Opolais, Gabriela Beňačková en Ana María Martinéz

Interview with Joyce El-Khoury

Joyce Behamou

Joyce El-Khoury © Julien Benhamou

The first time I met Joyce El-Khoury was by coincidence. We happened to sit next to each other during opening night of Gounod’s Faust at the National Opera and started an animated conversation, which continued during intermission and after the opera had ended. We got along so well, in fact, that we soon made an appointment to continue our conversation elsewhere.

Joyce Michael

Joyce El-Khoury with Michael Fabiano in Amsterdam

A few days afterwards we meet at an almost deserted outdoor café on Rembrandt Square. The weather is gorgeous – the sun reflecting itself in our wine glasses. El-Khoury loves Amsterdam, and cannot get enough of the city.

In November 2014 El-Khoury will return to Amsterdam for Musetta (La Bohème) and the prospect to spend six entire weeks there already makes her happy. She immediately discards my remarks on the weather in November and December.

“I simply love the city, regardless the weather. The atmosphere is unique and the people are so friendly! I love Amsterdam.  Everyone is free here, or at least seems to be. The city is a huge inspiration to me. The only problem are the bikers, they scare me a little!”

The Canadian soprano, born in Beirut, is a star in the making. Opera News wrote about her: “Canadian Soprano Joyce El-Khoury’s sound is enormously satisfying — a full lirico-spinto soprano with a genuine radiance about it”.

Joyce Violetta

As Violetta (La Traviata) at the Dutch National Opera

The Dutch public can attest to this. In May 2013 El-Khoury made an unexpected and overwhelming debut as Violetta in La Traviata at the National Opera. In May 2014 she stole the hearts of the NTR Saturday Matinee audience with a deeply moving performance of Rusalka in Dvorak’s opera of the same name.

“The Matinee is even better than sinking into a warm bath. The public is so incredibly sympathetic and kind, you can feel their love, which really makes you feel good, feel loved.  You feel like … no, this feeling cannot be described. Also the organisers, the rehearsal assistants … The most beautiful moment to me came when the orchestra started to play and our voices blended with the sound of the orchestra for the first time.”

“And then we had James Gaffigan to conduct us …. I have no words for him. He breathed along with us. He was one of us, and stood above us at the same time. But also next to us. This Rusalka has been the highlight of my life thus far. Singing is a privilege, but singing at the Matinee in Amsterdam. I had the time of my life…”

Beirut and Canada

Joyce El-Khoury was born in Beirut and moved to Canada when she was six years old.

“I am a Canadian and I feel at home in Canada, but my soul, my heart, my everything stayed behind in Lebanon. Most of my family, for example, lives there. If my grandparents would not spend half of their time here, and half the time in Lebanon, I would miss them terribly. My heart is Lebanese, and I hope to spend some more time there one day.

“My father had a beautiful voice, but it was my grandfather George who was the famous singer. Well, famous, when he walked down the street people yelled Kyrie Eleison at him. I sang in the chorus as well, it helped me a lot when we first settled in Ottawa. Everything was new there, and I missed Beirut terribly, but singing comforted me.”

“I never thought about making singing my profession, I wanted to be a doctor. Or a nurse. I even worked in a children’s hospital for a while. My parents did not think that was a very good idea, though. “You have such a perfect and beautiful voice, you really need to do something with it” they said. They not only stimulated me, but also helped me to find my path in the manner that suited me. Unconditional love, indeed.”

“I function best under stress, I need to be challenged. I am sort of a workaholic: even on vacation I always take my score with me.”

El-Khoury’s current repertoire includes many classical and less famous roles by composers like Donizetti, Verdi and Puccini. Language does not seem to play a role for her.

“I have been very lucky: languages, to me, come quite easily. Learning a language almost goes by itself, it is all very natural for me. Maybe because I was raised bilingual (Arabic and French), with English added later.

I have an affinity with languages, and I love to sing in Czech or in Russian. “

Rusalka

joyce-rusalka

Rusalka in Amsterdam © Lieneke Effern

“Rusalka is in love, like someone who is in love for the first time. She dreams and believes her dreams are the truth. She is invisible to the prince, nothing more than a wave. She can only be united with him in the foam on the waves, but she wants to be seen too!”

“I am not sure whether the prince loves her…. I think he is fascinated by her. She is a great unknown, a beauty, a mystery. But she does not speak, so he does not know what to think anymore. You may think that is horrible, but you can hardly blame him. She is weird, which scares him a little.”

“Rusalka becomes truly human the moment she forgives. By forgiving she transforms into a human being. I think the opera enables us to study human emotions.”

Finale third act Rusalka from Amsterdam:

 

La Boheme

joyce-musetta

Musetta (La Boheme) in Amsterdam ©Lieneke Effern

“There is not a lot of difference between Musetta and Mimi, I think. I have sung both parts, and I love them equally. Musetta may appear more superficial, but she is not. She is just better at hiding her emotions and feelings. To the world she is happy and strong, and a big flirt as well, but inside she is a little bird. She genuinely loves Marcello, and is afraid of being hurt. It all shows in the final scene.”

With Michael Fabiano during rehearsals for La Boheme in Ottawa, El-Khoury sings Mimi

“The most emotional moment in the opera, to me, comes in  the second act, when Mimi says: “”Io támo tanto.”  My voice always breaks there for a moment.”

“I need to feel something. I need to have a connection with a role, and understand the character. I have to be challenged emotionally. When I do not feel anything, it  becomes too mechanical and detached. I also think you need to keep your emotions in check, though, however hard that may be. Otherwise your throat blocks, and you cannot sing.”

Trailer of the Amsterdam production, El-Khoury sings Musetta:

Suor Angelica

When I am banned to the moon and can only take one opera with me that would be Suor Angelica! For the drama, but also for the music. The music comforts me, and gives me a warm and good feeling. And then there is that beautiful ending,  the wonder that everything ends well!”

“This role also brought me where I am now. I was hired to sing Loretta in Gianni Schicchi during the Castleton Festival in 2010, but I was also the understudy for the singer who sang Angelica. She fell ill during opening night, and very gladly I took over. Under the circumstances they reversed the order: first Schicchi and then Angelica. Maestro Lorin Maazel was most helpful.”

“Later Maazel took me to Munich and even to China! I will miss him terribly: he was my mentor, teacher, supporter and friend.”

Final scene from Angelica, Castleton:

La Traviata

“I have learned a lot from Renata Scotto, mainly about body language: the things you do when you not sing. We have worked together in Palm Beach on a Traviata she directed in which I sang the lead. “

“I sang my very first Violetta in 2012 in Wales, then Amsterdam followed. I thought the Amsterdam production was very beautiful.  I had watched the DVD many times, and understood the clock straight away, but the business with the couch had to be explained to me. I thought it was a tremendous experience.”

La Traviata from Palm Beach directed by Renata Scotto:

What is your dream role?

“Thaïs! Preferably with the gorgeous costumes they had in Los Angeles. I also love Butterfly. The part lies slightly higher than other Puccini roles, but I think it suits me. I also want to sing all three Tudor queens.”

Joyce Maria S

As Maria Stuarda in Seattle

“I am not sure it will ever happen, but I would love to sing Salome” she adds with hesitation. “Actually, I would love to be a conductor, I love being in charge!”

English translation: Remko Jas

Interview in Dutch: JOYCE EL-KHOURY
About Les Martyrs: DONIZETTI: LES MARTYRS (English translation)

 

3 x RUSALKA: Kristine Opolais, Gabriela Beňačková en Ana María Martinéz

Kristine Opolais

rusalka-opolais

Regisseur Martin Kušej creëerde in 2010 een nieuwe Rusalka voor de Bayerische Staatsoper in München. Met de nadruk op nieuw, want de opera zelf was amper meer te herkennen. De zieke enscenering zette de ijzersterke cast helaas op het tweede plan.

Het label Cmajor (706408) heeft de opera op dvd opgenomen en daar ben ik niet echt blij mee. De regisseur Martin Kušej heeft het drama naar de Oostenrijkse Amstetten verhuisd. Weet u nog wie Josepf Fritzl was? Juist ja.

Hoe ziek moet je brein zijn om Rusalka, één van de allermooiste, maar ook één van de allerdroevigste sprookjes ooit, met het gruweldrama in het Oostenrijkse Amstetten te vergelijken? Hoe ziek moet je brein zijn om van Watergeest, de allerbeminnelijkste en liefhebbendste ‘sprookjesvader’, de psychopaat Joseph Fritzl te maken? Hoe ziek moet je geest zijn om van de naïeve, kinderlijke waternimf een krolse kat te maken?

Nee, dat staat niet in het libretto. En het staat ook niet in de muziek. De kleine Rusalka heeft haar hart en ziel aan een menselijk wezen verpacht. En in ruil voor het menselijk lichaam offert ze aan de heks Ježibaba het mooiste wat zij heeft – haar stem.

In het sprookje van Andersen loopt het niet goed af, en niet anders is het in het sprookje van Dvořak. Maar: voor ze haar stem kwijtraakt, zingt Rusalka het ‘lied aan de maan’, zowat het mooiste wat er ooit is gecomponeerd.

Maar kan het de regisseur wat schelen? Als hij maar scoren kan! Wat een zonde van de prachtige opera! En wat een zonde van de werkelijk fantastische zangers.

Kristine Opolais (Rusalka) is om te zoenen zo mooi. Letterlijk en figuurlijk. Klaus Florian Vogt is een goede prins en zingt beter dan ik van hem gewend ben.

Günther Groissböck is met zijn diepe, warme bas absoluut één van de beste keuzes voor Wodnik. Hij doet zijn best om de enge Fritzl te verbeelden. Dat wat hij zingt en wat hij doet in geen enkel geval met elkaar sporen, is zijn schuld niet.

Soms wens je jezelf terug naar het cd-tijdperk.

 

Gabriela Beňačková

rusalka-benackovaDe wegen (en de programmering) van sommige operahuizen zijn ondoorgrondelijk. Want waarom de ene opera wel en de andere niet?

Rusalka, toch een groot succes in veel operahuizen ter wereld, bereikte Wenen pas in 1987, 86 jaar na de première. Waarom? Dat weet niemand, maar de voorstelling was het grote wachten meer dan waard. Al op de premièreavond sprak men (terecht!) van een legendarische uitvoering.

Gelukkig voor ons werd de voorstelling toen voor de radio opgenomen en later op cd uitgebracht. De muziek werd met twintig minuten ingekort (de scènes met de boswachter en de koksjongen). Jammer eigenlijk, maar niet meer dan dat.

De hoofdrol werd gezongen door mijn geliefde Rusalka allertijden: Gabriela Beňačková. Haar stem was een juweel op zich: licht, teder en toch intens en vol van emoties. Het lied aan de maan heeft nog nooit ontroerender geklonken: onschuldig, maar al vol met passie.

Schitterend was ook de Prins van Peter Dvorsky. Wat een mooie, lyrische stem! Jevgenij Nesterenko was zeer indrukwekkend en ontroerend in zijn rol van de smartelijke Watergeest.

Eva Randova imponeerde in haar dubbele rol van de heks Ježibaba en de Vreemde Prinses, al is de keuze om beide rollen door dezelfde zangeres te laten zingen nogal vreemd en verwarrend. Het Weense orkest onder Václav Neumann speelde zeer bezield (Orfeo C638 0421)

Hieronder zingt Beňačková het ‘lied tot de maan’, tijdens een concert in Praag, 1988:


Ana María Martinéz

rusalka-martinez

Het Glyndebourne Festival zette in 2009 Dvořáks Rusalka op het toneel en toen ook meteen live voor cd opgenomen. Een jaar later bracht het festival een opname van de productie uit op haar eigen label (GFOCD 007-09)

Men kan zich afvragen waarom er geen dvd van gemaakt is (de foto’s zien er prachtig uit), maar misschien is het ook maar beter zo. Want nu kunnen we ons geheel op de muzikale kant concentreren. En geloof me: zo’n prachtig orkestspel hebt u nog nooit gehoord. Al bij de ouverture ziet u wat er gebeurt, ondanks het gebrek aan beeld. U ziet het meer, omgeven door bossen, u ziet de dansende nimfen en de heldere maan. De betovering, die is voornamelijk aan het London Philharmonic Orchestra te danken en aan de magische directie van Jíří Bělohlávek.

De hoofdrol van de ongelukkige waternimf, wier liefde voor de man haar fataal werd, wordt hier gezongen door Ana María Martinéz. Zij combineert de Slavische, ietwat hysterische vibrato met de Latijnse passie. Minder romig dan wij van een bepaalde zangeres zijn gewend, maar met veel meer gevoel en onverholen droefheid. Aan de ene kant nog de maagdelijke nimf, maar aan de andere al de liefhebbende vrouw van vlees en bloed.

Larissa Diadkova is Ježibaba uit duizenden en Brandon Jovanovich een zeer mannelijke prins.

Rita Streich: koningin van coloraturen

Streich.jpg

Hoge coloratuursopraan behoort tot de meest bewonderde stemtype. Logisch eigenlijk, want wat de dames doen valt een beetje in de categorie ‘een nachtegaal op de trapeze’. Een beetje circus, dat wel, er zijn dan ook dames die er een beroep van hebben gemaakt om kunstjes te vertonen, waarbij ze vergeten dat er ook muziek bij hun hoge noten hoort.

Zo niet Rita Streich, voor mij de allerbeste en de allermooiste coloratuur sopraan ooit. Natuurlijk is haar stem vederlicht en haar versieringen onberispelijk, maar in tegenstelling tot veel van haar vakgenoten is haar repertoire eigenlijk onbegrensd: opera, operette, liederen, oratoria

Niet in alles is ze even goed. Zo vind ik haar Schubert iets te lichtvoetig, waardoor veel van de tekst verloren gaat. Maar bij het operagenre is ze veel meer in haar element. Dan heb ik het allereerst natuurlijk over haar onaardse Koningin van de Nacht (Die Zauberflöte, Mozart) en over haar andere paradepaardje: Zerbinetta (Ariadne auf Naxos, Strauss).

Streich zingt de rol van Zerbinetta zo virtuoos dat je de virtuositeit niet eens merkt, zo vanzelfsprekend klinkt het. Luister maar naar haar vertolking van ‘Großmächtige Prinzessin’. Waar veel van haar stemgenotes in die aria aan een jongleur met noten doen denken, weet Streich het allerbelangrijkste element toe te voegen: het gevoel. Let ook op de warme gloed over haar zang, die zelfs bij de hoogste noten zijn glans niet verliest.

Hebt u ooit haar vertolking van het maanlied uit Rusalka van Dvořak gehoord? Zo vluchtig en ongrijpbaar als het zeeschuim, maar mét de verlangens van een verliefd pubermeisje:

Op haar allermooist vind ik Streich in lichte liederen van onder anderen Saint-Saëns, Delibes en Eva Dell’Acqua. Met een lichtgouden glans op haar stem doet ze me aan zo’n ouderwets porseleinen danseresje denken.

Hieronder als voorbeeld ‘De Nachtegaal’ van Alabiev. Ze zingt het in perfect Russisch, een taal die ze als een in Rusland geboren dochter van een Russische moeder en een Duitse vader goed beheerste.

Rita Streich
Königin der Koloratur: Das Beste aus Oper und Konzert
The Intense Media 600196 (10 cd’s)

 

 

 

 

Gesprek met Joyce El-Khoury

joyce

Joyce El-Khoury. Credits: Fay Fox

Mijn eerste ontmoeting met Joyce El-Khoury was alles behalve gepland: wij kwamen elkaar tegen bij de première van Faust van Gounod bij de Nationale Opera. Zeer toevallig zaten wij naast elkaar en kwamen in een geanimeerd gesprek, dat in de pauze en tijdens de nazit doorging. Er was duidelijk een klik, dus een vervolgafspraak was zo gemaakt.

Joyce Michael

El-Khoury met Michael Fabiano in Amsterdam

Een paar dagen later ontmoeten wij elkaar op een zo goed als verlaten terrasje op het Rembrandtplein. Het weer is prachtig en de zon weerspiegelt zich in onze wijnglazen.

El-Khoury houdt van Amsterdam en kan er maar niet genoeg van krijgen. In november 2014 komt El-Khoury terug naar Amsterdam voor Musetta (La Bohème) en het vooruitzicht om binnenkort maar liefst zes weken in de stad te kunnen blijven maakt haar blij. Mijn opmerkingen over het weer in november en december wuift zij dan meteen weg.

“Ik vind de stad gewoon prachtig, ongeacht wat voor weer het is. De sfeer is onnavolgbaar en de mensen aardig! Ik houd van Amsterdam. Iedereen is hier vrij, of althans lijkt het zo. De stad is zeer inspirerend. Alleen de fietsers, daar ben ik een beetje bang voor!”

De Canadese, in Beiroet geboren sopraan is een echte ster in wording. Opera News schreef over haar: “Canadian Soprano Joyce El-Khoury’s sound is enormously satisfying — a full lirico-spinto soprano with a genuine radiance about it”.

Het Nederlandse publiek kan het beamen. In mei 2013 maakte El-Khoury haar onverwachte en overweldigende debuut als Violetta in La traviata bij De Nationale Opera en in mei 2014 stal ze ook de harten van het NTR ZaterdagMatinee-publiek met een zeer ontroerende vertolking van Rusalka in Dvoraks gelijknamige opera

“Matinee is meer dan een warme bad. Het publiek is zo ontzettend hartelijk, je voelt de liefde, het doet je werkelijk goed, je voelt je geliefd, je voelt je… nee, dit gevoel is niet te beschrijven. Ook  de organisatoren, de repetitoren…. Het mooiste moment beleefde ik toen het orkest begon te spelen en onze stemmen zich met het orkestklank konden mengen.”

“En dan dirigent James Gaffigan… daar heb ik geen woorden voor. Hij ademde met ons mee. Hij was één van ons en toch stond hij boven ons. Maar ook naast ons. Deze Rusalka was tot zover het hoogtepunt in mijn leven. Zingen is al een privilege, maar zingen tijdens de Matinee in Amsterdam. It was time of my life.”

Beiroet en Canada

Joyce El-Khoury werd geboren in Beiroet, maar vertrok op haar zesde naar Canada. “Ik ben een Canadese en in Canada voel ik mij thuis, maar mijn ziel, mijn hart, mijn alles eigenlijk is in Libanon gebleven. Net als het gros van mijn familie. Het is dat mijn grootouders half daar half hier wonen, anders moest ik ze vreselijk missen. Mijn hart is Libanees en ik hoop er ooit wat langer te kunnen blijven.”

“Mijn vader had een mooie stem, maar het was mijn opa George die een beroemde zanger was. Nou ja, beroemd … in het kerkkoor dan. Als hij op de straat liep, werd er Kyrie Eleison naar hem geroepen. Ik zong ook in het koor, het hielp mij bijzonder toen wij in Ottawa belandden. Alles was hier vreemd en ik miste Beiroet verschrikkelijk, maar het zingen gaf mij troost.”

“Ik heb nooit gedacht om van het zingen mijn beroep te maken, ik wilde een arts worden. Of een verpleegster. Ik heb ook daadwerkelijk een tijd in een kinderziekenhuis gewerkt. Maar mijn ouders vonden het geen goed idee. ‘Je hebt zo’n gave en zo’n prachtige stem, daar moet je echt iets mee doen’, zeiden ze. Ze hebben mij niet alleen gestimuleerd, maar er ook alles aan gedaan om mij mijn weg te laten vinden in wat zij het beste voor mij achtten. Onvoorwaardelijke liefde, ja.”

“Ik werk het beste onder stress, ik moet uitgedaagd worden. Ik ben ook een soort workaholic: zelfs als ik met vakantie ben heb ik mijn partituur altijd bij mij.”

Het repertoire van El-Khoury telt inmiddels vele klassieke en minder fameuze rollen van componisten als Donizetti, Verdi en Puccini. Taal speelt daarbij geen rol voor haar.

“Ik heb enorm geluk gehad: talen zijn voor mij iets heel natuurlijks. Een taal leren gaat voor mij vanzelfsprekend, alsof het komt aanwaaien. Misschien komt dat omdat ik tweetalig ben opgegroeid (Arabisch en Frans), waarbij Engels er later nog bij kwam.

Ik heb dan ook iets met talen en ik vind het heerlijk om in het Tsjechisch of het Russisch te zingen!”

Rusalka

JOyce Rusalka

Rusalka in Amsterdam, foto: Lieneke Effern

“Rusalka is verliefd zoals ieder ander die voor het eerst verliefd is. Ze droomt en denkt dat de dromen de waarheid zijn. Voor de prins is zij onzichtbaar, niet meer dan een golf, zij kan alleen maar als schuim met hem verstrengeld worden. Maar ze wil gezien worden!”

“Of de prins van haar houdt…. Ik denk dat hij door haar gefascineerd wordt, zij is een grote onbekende. Een schoonheid, een mysterie. Maar zij spreekt niet, dus hij weet het op bepaalde moment niet meer. Je kan het wel vreselijk vinden, maar je kan het hem niet kwalijk nemen. Zij is vreemd, hij is ook een beetje bang voor haar.”

“Rusalka wordt echt menselijk op het moment dat zij vergeeft. Door het vergeven wordt zij humaan. Ik denk dat de opera ons de kans geeft om onze menselijke emoties te onderzoeken”.

Finale derde akte Rusalka uit Amsterdam:

 

La Boheme

joyce-musetta

Musetta in Amsterdam. Foto: Lieneke Effern

“Voor mij is er weinig verschil tussen Musetta en Mimi. Ik heb ze beide gezongen en ik houd van beide evenveel. Musetta lijkt oppervlakkiger, maar dat is zij niet. Zij kan alleen de emoties, de gevoelens wat beter te verbergen. Naar buiten toe is zij vrolijk en stoer, zij flirt er ook op los, maar van binnen is zij een klein vogeltje. Zij houdt oprecht van Marcello en is bang om gekwetst te worden. Dat komt allemaal tot uiting in de laatste scène.

“De meest emotionele moment in de opera ligt voor mij in de tweede akte, als Mimi zegt: ”Io támo tanto. Dan breekt ook mijn stem even.

“Ik moet iets voelen. Ik moet iets met een rol hebben en het karakter begrijpen. Het moet me emotioneel uitdagen. Als ik niets voel, wordt het te mechanisch en afstandelijk. Toch denk ik dat je je emoties, hoe moeilijk het ook is, onder bedwang moet houden. Anders knijpt je keel dicht en kun je niet zingen.”

Met Michael Fabiano tijdens de repetities voor La Boheme in Ottawa, El-Khoury zingt Mimi:

 

Trailer uit de productie in Amsterdam, El-Khoury zingt Musetta:

Suor Angelica

“Als ik naar de maan verbannen word en maar één opera mee mag nemen is dat Suor Angelica! Vanwege het drama, meer ook vanwege de muziek. De muziek biedt mij troost, het geeft mij een warm en goed gevoel. En dan het prachtige einde, de wonder, dat het toch nog goed komt!”

“Deze rol heeft mij ook gebracht waar ik nu ben. Ik werd aangenomen om Loretta in Gianni Schicchi te zingen tijdens het Castleton Festival in 2010, maar ik was ook een understudy voor de zangeres die Angelica zou doen. Tijdens de première werd zij ziek en ik heb met enorm veel plezier ingesprongen. Ze hadden toen maar de volgorde omgedraaid: eerst Schicchi en dan Angelica. Maestro Lorin  Maazel was zeer behulpzaam”.

“Later nam Maazel me mee naar München en zelfs naar China! Ik ga hem verschrikkelijk missen: hij was mijn mentor, leraar, supporter en vriend.”

Laatste scène uit Angelica uit Castleton:

 

La Traviata

“Ik heb veel van Renata Scotto geleerd, voornamelijk over lichaamstaal: wat doe je als je niet zingt. We hebben samengewerkt in Palm Beach voor een Traviata die zij regisseerde en waarin ik de hoofdrol zong.”

“Mijn allereerste Violetta zong ik in 2012 in Wales, daarna kwam Amsterdam. Ik vond de productie bijzonder mooi. Ik had het eerst uitgebreid op dvd bekeken. Dat van de klok snapte ik meteen wel, maar dat van de bank moest mij uitgelegd worden. Ik vond het een fantastische ervaring.”

La Traviata uit Palm Beach:

Wat haar droomrol is?
“Thaïs! En dan graag met de prachtige kostuums die ze in Los Angeles hadden. Ik houd ook van Butterfly. Het ligt iets hoger dan andere Puccini-rollen, maar ik denk dat het bij mij past. Ik wil ook alle drie de ‘Tudor-koninginnen’ zingen”

“Ik weet niet of het ooit zo ver komt, maar ik zou ook heel graag Salome willen zingen”, vervolgt ze aarzelend, om toe te voegen: “Éigenlijk zou ik dirigent willen zijn. Ik houd ervan om de touwtjes in handen te hebben!”

 

Interview in English: Interview with JOYCE EL-KHOURY (English translation)
Zie ook: Les Martyrs