
Copyright (c) Ruth Walz
En toen was iedereen dood. Dat kon Wagner’s bedoeling niet zijn, want door iedereen te laten killen werd het heengaan van je hoofdpersonen gemarginaliseerd. #Zijtoo, zoiets. Het is dat Isolde’s dood meer meta- dan daadwerkelijk fysisch was, dat haar sterven – waar iedereen zo naar uitkeek – toch de verlossing bracht waar iedereen zo naar snakte.
De entourage van het desolate, troosteloze landschap in de derde acte deed mij het meest aan zwart/wit beelden uit de eerste Wereld Oorlog denken. Zo deprimerend dat het daadwerkelijk om zelfmoord schreeuwde.
Die verstikkende uitzichtloosheid werd nog versterkt door het ongekend mooi spelende Nederlands Philharmonisch Orkest: de fluisterende klanken waarmee de acte begon waren van een onaardse schoonheid. Het geluid dat Marc Albrecht de musici wist te ontlokken klonk niet alleen als de aankondiging van de zuiverende dood, maar maakte ook de eerste voorboden van de eeuwigheid voelbaar.
De regie was typisch Pierre Audi. Mooi en zeer esthetisch verantwoord, maar ook zo verschrikkelijk saai! Nu gebeurt er in die opera betrekkelijk weinig, maar zoals het er nu uitzag verschilde het in (bijna) niets van een concertante uitvoering. O ja, men bewoog wel, maar het leek sterk op een masterclass in ‘hoe te bewegen om de ander zo weinig mogelijk aan te raken’.

© Ruth Walz
De afstand tussen Tristan en Isolde groeide averechts aan hun passie en na het nuttigen van de liefdesdrank namen ze hun posities aan beide uiteinden van de bühne. Verder beperkte de personen regie zich tot de standaard cliché gebaren: men greep naar zijn hoofd, zocht steun bij de muur, men liet zich vallen of ze gingen gewoon op de grond liggen.
Er werd voornamelijk met het gezicht naar het publiek toe gezongen wat een enorme plus was: iedereen was goed te verstaan. Gelukkig maar, want er werd mij toch mooi gezongen!

Ricarda Merbeth (Isolde) en Stephen Gould (Tristan) © Ruth Walz
Ik denk dat Stephen Gould tegenwoordig tot één van de weinige tenoren behoort die Tristan tot en met de laatste noot goed kan zingen, zonder echte problemen. Goed, je kon merken dat zijn stem een beetje vermoeid raakte, maar bij een dodelijk verwonde en stervende held is het niet echt problematisch. Zeker ook omdat hij verder heer en meester was zowel van zijn stem als van de bühne.
Ricarda Merbeth (Isolde) stelde mij lichtelijk teleur. Althans: in de eerste twee acten. Haar woede in de eerste acte vond ik niet verwoestend genoeg waardoor het plotselinge omslaan van gevoelens – van ziedende furie in een allesverzengende liefde – het grote verrassingselement verloor.

Ricarda Merbeth (Isolde) en Stephen Gould (Tristan) © Ruth Walz
Ik denk echter dat de premièrekoorts haar parten heeft gespeeld en ik verwacht dan ook dat zij ooit tot een Isolde uitgroeit waar men rekening mee gaat houden. Dat het zo is liet zij in haar ‘Liebestod’ horen. Geholpen door Audi’s mystieke mise-en-scène en de betoverend mooie belichting van Jean Kalman zwierf zij ergens tussen leven en dood; niet meer hier maar nog niet daar, losgekoppeld uit alle werkelijkheid. Zo ook klonk haar stem: buitenaards maar verre van engelachtig. Zeer ontroerend.
De jonge en zeer aantrekkelijke koning Marke van Günther Groissböck was voor mij de absolute ster van de avond. Zijn zeer charmante bas klonk gekwetst en boos waar nodig, maar verder was hij voornamelijk vaderlijk mild, wat bij de rol uitstekend past. Een stem om verliefd op te worden, wat mij de zucht ‘was ik maar een Isolde’ ontlokte ….

Ricarda Merbeth (Isolde) en Michelle Breedt (Brangäne) © Ruth Walz
Michelle Breeedt zong een zeer warme Brangäne. Haar stem liet een ware rijkdom aan gevoelens horen: liefde, vriendschap, angst, verdriet en spijt … alles wat van Brangäne de meest humane van alle Wagner-personages maakt. Haar optreden in de tweede acte was huiveringwekkend mooi en het is best spijtig dat ze in de derde acte door Kurwenal (zeer goed zingende en acterende Iain Paterson) gedood moest worden. Des te meer eigenlijk omdat ze min of meer dezelfde rol vervulden, die van een trouwe vriend, dienaar en beschermer.

Stphen Gould (Tristan) en Iain Paterson (Kurwenal( © DNO Ruth Walz
Andrew Rees zong een goede Melot, maar waarom moest hij een kreupele, miserabele dwerg zijn met zijn rechter arm in mitella? Nergens voor nodig en behoorlijk lachwekkend.
In de kleine rol van de herder liet Morschi Franz weer eens horen wat een schitterende zanger hij toch is. Beste DNO: wordt het echt geen tijd om hem grotere rollen toe te kennen?
Roger Smeets (stuurman) en Martin Piskorski (de jonge zeeman) completeerden het voortreffelijke zangers-ensemble.
Over het Nederlands Philharmonisch Orkest onder de meer dan inspirerende leiding van hun chef-dirigent Marc Albrecht kan ik kort zijn. Subliem.
Trailer van de productie:
Richard Wagner
Tristan und Isolde
Stephen Gould, Ricarda Merbeth, Michelle Breedt, Günther Groissböck, Iain Paterson, Andrew Rees, Morschi Franz, Roger Smeets, Martin Piskorski
Koor van de Nationale Opera (instudering: Chin-Lien Wu), Nederlands Philharmonisch Orkest olv Marc Albrecht
Regie: Pierre Audi
Bezocht op 18 januari 2018 in het Muziektheater in Amsterdam
TRISTAN UND ISOLDE. Discografie