Oscar_Wilde

Spiegeltje, spiegeltje..

Tekst: Neil van der Linden

Er is natuurlijk geen voor de hand liggende manier om Der Zwerg te ensceneren. Hoewel het verhaal uitermate dramatisch is, is het tegelijkertijd puur symbolistisch; eigenlijk vindt er geen karakterontwikkeling in plaats. Het enige voortschrijdend inzicht komt als de als lelijk omschreven dwerg zichzelf in een spiegel ziet. Je kunt proberen er iets realistisch van te maken, maar dan binnen welk tijdsbeeld? Dat van het oorspronkelijke Velasquez schilderij Las Meninas? Maar alleen al het feit dat je dan een uur en een kwartier lang volwassen zangers ziet die moeten doen alsof ze de kinderen op het schilderij zijn zou elke poging de serieuze ondertoon van het verhaal over te laten komen teniet doen. Je kunt aansluiting zoeken bij de tijd van Oscar Wilde, want Zemlinsky en zijn librettist Klaren gebruikten Wildes sprookje The Birthday of the Infanta al uitgangspunt, met een gegeven dat bijna net zo gruwelijk als dat van Wildes toneelstuk Salomé, waarop Richard Strauss zijn taboe-doorbrekende opera baseerde.

Maar Der Zwerg gaat niet over de tijd van Oscar Wilde. Een voorstelling van Der Zwerg door de Hamburgse opera die hier eind jaren tachtig in het Holland Festival te zien was zocht aansluiting bij de visuele esthetiek van de vroeg-expressionistischefilmkunst. Immers, Der Zwerg stamt uit 1921, een jaar na het verschijnen van twee keerpunten in de filmkunst, Das Kabinett des Dr Caligari en Der Golem. Dat brengt ons bij een kennelijke Zeitgeist die zich uitte in het verhaal van Der Zwerg én in die twee baanbrekende films, namelijk een confrontatie met de realiteit die via een buitenstaander een bepaalde gemeenschap binnendringt en daar een – bedompte – rust komt verstoren.

W.F. Murnau zou hier in 1922 in Nosferatu op voortborduren. Het thema zat trouwens al in 99% van de Wagner-operas, bij wijze van spreken; het expressionisme zou er zonder Wagner anders hebben uitgezien/niet zijn geweest (maar daarover een volgende keer). Zemlinsky en Klaren hadden waarschijnlijk een shockeffect voor ogen dat het gelijke zou zijn van het effect van die films en van Strauss’ Salome. Daarop wijst ook Zemlinsky’s bijna voortdurend rusteloze muziek (iets dat in deze uitvoering met het NedPho onder de nieuwe dirigent goed tot uiting kwam, maar daarover zo dadelijk meer).

Regisseur Nanouk Leopold, zelf filmer, lijkt op een andere manier aansluiting bij de expressionistische filmkunst te hebben gezocht. Het expressionisme in de toenmalige film maakte ook gebruik van extreme kaders en perspectieven, lichtvallen die nooit realistisch waren, vertrekken en huizen waarvan de wanden over geaccentueerd waren of niet rechtop stonden, en ik heb een foto voor ogen van een beroemde toneel- of operaenscenering waarbij als ik mij goed herinner Klemperer betrokken was, met een soort open-blokkendoos-achtige geometrische constructies op het toneel.

In deze enscenering bevindt het orkest zich achter op het toneel. Daarvóór staat een aantal opgestapelde open blokkendozen die lijken op wat ik mij van de historische voorstelling waarvan ik een foto meen te hebben gezien. De lijsten doen denken aan voornoemde experimentele kadrering uit de expressionistische film, maar ook aan de lijsten van schilderijen; het verhaal is immers ontleend aan Velazquez’ schilderij. Alle personages aan het hof, buiten de dwerg, zien er gelijkvormig uit, wit geblondeerd haar en gelijkvormige kleding, van voren een wit-roze halve kanten jurk en daaronder een roze glanzende broek.

Ook Ghita (Annette Dasch), de enige van de vriendinnen van de Infanta, de prinses, die een wat geprofileerder eigen personage heeft. Ook het enige mannelijke lid van de hofhouding, Don Estoban ziet er hetzelfde uit (de Australische bas Derek Welton, die ook Wotan zong bij de Deutsche Opera, Klingsor in Bayreuth, en Orest in Salzburg en Wenen); zo u wilt is het reclame voor gender-gelijkheid en -neutraliteit, maar als iedereen er zo gelijkvormig uitziet is het tegelijkertijd een uithaal naar het consumptieve gelijkheidsideaal. De opera gaat ook over de schijn van individualisme binnen de massacultuur (We are all inviduals!; Monty Python, Life of Brian). De prinses (Lenneke Ruiten) heeft een iets andere kleding aan, een iets bleker roze, maar verder ziet alleen het dwerg-personage er afwijkend uit en draagt een kleurrijke exotisch gewaad.

In een enscenering uit 2019 door de Deutsche Opera Berlin zien we de hofdames allemaal in veelkleurige kleding, maar in die enscenering verdween de individualiteit juist door de veelkleurigheid. Nanouk Leopold draait het juist om, iedereen ziet er hetzelfde uit, maar krijgt wel een eigen kader, een eigen hok dus. Geregeld toont ze op een groot achterdoek de afzonderlijke zangers in close-up gefilmd. De individuele mimiek op de gezichten is frappant, terwijl ze allemaal dezelfde afwisselende stemmingen uitdrukken, verbijstering, minachting, medelijden, en dat allemaal met de verwende gezichtsuitdrukking van verwende kinderen van het hedonisme; vergelijk de vaak uitermate knappe popclips rond inwisselbare videomuzieksterren die denken op te vallen door juist de codes van de consumptiecultuur te volgen en daardoor binnen de kortste keren tot vergetelheid zijn gedoemd (Video killed the radio stars, zoals de Buggles al zongen in de beginjaren van MTV).

Alle personages zijn vanaf het begin op het toneel. Dat zou technisch niet anders gaan, want een deel van de frames staat op de andere gestapeld en er zou geen mogelijkheid zijn om later op te komen of eerder af te gaan. Maar deze kaders en hun videoprojecties erboven drukken ook uit hoe personages dankzij de media publiek bezit zijn geworden. Hoogstens kunnen ze als een gevangene in een cel onder permanente videobewaking of als een dier in een hok in de dierentuin proberen in een hoekje op de kale grond weg te kruipen om wat privacy te krijgen, wat ze ook doen op het moment dat de prinses haar hofhouding gebiedt haar met de dwerg alleen te laten.

Het orkest stond zoals gezegd op het toneel opgesteld. Dat bood een fraai decor voor de nieuwe dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest, Lorenzo Viotti. Zijn entree in de Nederlandse muziekwereld werd omrand door een zo uitgesproken PR-storm dat men zich moest afvragen of alle tentoongespreide bravoure muzikaal zou worden waargemaakt op de plek waar het erop aan komt, namelijk voor het orkest. Wel, wat dat betreft is Viotti geslaagd. Zemlinsky’s rijk geornamenteerde partituur was een kolfje naar zijn hand. Natuurlijk kwam hij in een gespreid bed terecht, de verdienste van de vorige dirigenten Haenchen, Kreizberg en Albrecht, waarvan eerstgenoemde het orkest grootbracht met Wagner en de laatste twee geregeld hoogtepunten van de vergeten muziek van tussen de twee laatste wereldoorlogen aan de vergetelheid hielpen ontrukken. Maar overigens zit er in de muziek van Der Zwerg genoeg verismo en impressionisme, en, zonder de dirigent te willen framen, misschien hielp het feit dat hij als Zwitser tussen drie culturen is geboren hem ook de vleugen Italianita en Frans uit de partituur te etaleren. Wie niet aan de norm voldoet ligt eruit/valt af, en elke gemeenschap heeft de behoefte om te verstoten, te marginaliseren, wat Wilde en Zemlinsky in de lijn van Arthur Koestler leken te constateren.

Misschien berustte het idee ook op persoonlijke ervaring. Zemlinsky achtte zich wat betreft uiterlijk bijvoorbeeld Alma Mahler niet waardig en ook Oscar Wilde sublimeerde het gebrek aan liefdesleven dat hij zichzelf ontzegde door een minderwaardigheidscomplex wat betreft zijn uiterlijk in zijn literaire werk. Zijn Salomé ging over iemand die haar aanbedene alleen in de dood hoopte te bereiken, in The Birthday of the Infanta/Der Zwerg gaat de titelpersoon ten onder als hij meent dat hij niet de kwaliteiten heeft om zijn aanbedene te bereiken.

Bij andere ensceneringen zien we als publiek wel eens dat voor de rol van de dwerg juist een uiterlijk wordt gekozen dat lijkt te suggereren dat alleen de hofhouding niet door heeft dat hij eigenlijk charismatisch is. In de enscenering van Nanouk Leopold draagt de dwerg dan wel kleurige fantasievolle kleding, maar hij heeft ook onverzorgde haren en een onverzorgde baard, en dan niet in de stijl van Rasputin of Charles Manson. Daardoor kiest de regie ervoor de weerzin van het gezelschap tegen deze vreemdeling voorstelbaar te maken.

Overigens moeten we toegeven dat de dwerg volgens het libretto zeker niet alleen maar een miskende zuivere ziel is. De kern van het drama is daarmee niet dat de prinses en haar hovelingen vanbuiten mooi, maar van binnen lelijk zijn, terwijl dat bij de dwerg precies andersom is. Dat hij verliefd wordt zodra hij de jonge vrouwen van het hof ziet en dat hij binnen deze vrijwel identiek uitziende vrouwen meteen voor de prinses kiest rechtvaardigt ook wel enige twijfel aan zijn motieven. En dat hij monomaan door oreert over zijn eigen gevoelens. De literaire wereld was na eeuwen dominantie van de ene, absolute liefde met als een hoogtepunt Wagners Tristan, al langer wat wijzer geworden. Waartoe het crisisgevoel van het Fin de Siècle en de Eerste Wereldoorlog ook hadden bijgedragen. In de operaliteratuur stond Zemlinsky daarin niet alleen, Schreker en Weil droegen ook bij aan de cynische kijk op de Wagners ten tonele gevoerde ideeën over de menselijke ziel.

Clay Hilley in Lied von der blutenden Orange.

Uit Erwin Olafs documentaire Im Wald: Auf dem See. (Let op de zittende persoon links halverwege boven die blijkbaar even uitrust en haar winkel-rolwieltas misschien met alles wat ze nog heeft even naast zich neer heeft gezet.)

De fotograaf Erwin Olaf was in de zaal. Zijn recente Im Wald, fotografisch verslag van een verblijf in de Alpen, was van een Wagneriaans-mystieke geladenheid. Zou hij vroeger misschien ooit Madame Butterfly of La Traviata hebben moeten regisseren, misschien zou hij nu de man zijn voor Lohengrin.

Filmer Michiel van Erp was er ook. Terwijl zijn film Niemand in de Stad voor een studentenleven-romcom kon doorgaan, was het eigenlijk ook een tragedie, over outsiders, op zoek naar gemeenschapsgevoel. Vergelijk ook de dramatis personae in zijn documentaireserie De Roze Revolutie. Peter Grimes of Albert Herring zou misschien teveel framen zijn, maar Schrekers Die Gezeichneten, over misfits gesproken?

Achtergrondinformatie bij de productie van De Nederlandse Opera

https://www.operaballet.nl/en/dutch-national-opera/2021-2022/der-zwerg

Nanouk Leopold en Lorenzo Viotti over Der Zwerg

Momenteel de enige CD-uitvoering die op Spotify te vinden is, onder James Conlon:

NedPho onder Viotti doen hier absoluut niet voor onder.

Opvoering door de Opera van Lille, met een dwerg die er juist niet abject uitziet, maar, gezien zijn ud (Orientaalse luit) en trainingspak, uit een ‘andere cultuur’ komt:

Deutsche Opera Berlijn trailer, waar de dwerg een aanwaaiende politieke redenaar of manipulator is, ten kwade of ten goede, en op toneel een alter ego heeft in de persoon van een werkelijke acteur met een aangeboren groeibeperking. Ook hier bevindt het orkest zich, in relatief kleine bezetting, op het toneel.

Een toelichting van de dramaturg in Berlijn: https://www.youtube.com/watch?v=Zbn3gOTlI8U

Lied von der blutenden Orange

Een concertante uitvoering is tóch niet de oplossing.

Erwin Olafs Im Wald in de NRC

https://www.nrc.nl/nieuws/2021/04/08/in-de-serie-im-wald-regisseert-erwin-olaf-zelfs-de-natuur-a4039005

https://www.erwinolaf.com/art/im_wald_2020

Der Zwerg van Alexander Zemlinsky door De Nationale Opera en het Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Lorenzo Viotti.
Met: Lenneke Ruiten, Annette Dasch en Clay Hilley en Derek Welton.
Regie: Nanouk Leopold, scenografie en video-ontwerp: Daan Emmen
Gezien: 4/9 in het Muziektheater Amsterdam.

Fotomateriaal: Marco Borggreve

EINE (AUTO)BIOGRAFISCHE TRAGÖDIE: ALEXANDER ZEMLINSKY. Deel 3: dromen en het geluk dat verborgen dient te worden

DER ZWERG

Zemlinsky Zwerg dvd

 

Als geen andere dirigent van naam is James Conlon al sinds jaren een vurig pleitbezorger van de ‘Entartete-componisten’. In zijn Keulse jaren (hij was tussen 1989 en 2002 chef dirigent van de Gürzenich-Orchester en  artistiek leider van de opera) heeft hij vrijwel alle orkestrale en vocale werken van Zemlinski uitgevoerd en opgenomen. De opnamen op EMI (de meeste zijn helaas niet meer in de handel) koester ik als de grootste schat, wat het waarschijnlijk ook is.

Zemlinsky James Conlon

James Conlon

In 2006 werd Conlon aangesteld als de muzikale leider van de opera van Los Angeles en één van zijn eerste projecten was een serie ‘Recovered Voices: A Lost Generation’s Long-Fortgotten Masterpieces’. De serie is in 2008 gestart met een double-bill van Ullmann’s Der zerbrochene Krug en Zemlinsky’s Der Zwerg. (Arthaus Music 101 528)

Het idee om een opera te componeren over een lelijke man die verliefd is op een schoonheid heeft Zemlinsky zijn hele leven vervolgd, zo kwam hij ook bij Oscar Wilde en zijn The Birthday of the Infanta terecht.

Zemlinsky zwerg kostuum

Kostuumontwerp voor ‘Der Zwerg’ door August Haag, Köln 1922

Op haar achttiende verjaardag ontvangt Donna Clara een merkwaardig geschenk: een dwerg, die bovendien afzichtelijk lelijk is. Een heerlijk speeltje voor de infante, zeker ook omdat de dwerg het van zichzelf niet weet – hij heeft nog nooit zijn eigen spiegelbeeld gezien.. Donna Clara maakt hem verliefd en laat hem in de waan dat ze ook van hem houdt, waarna ze hem voor spiegels zet. Hij overleeft het niet, maar dat kan de verwende prinses niet boeien.

Zemlinksy velazquez.meninas

Diego Velázques: Las Meninas

De zeer traditionele en naturalistische setting is buitengewoon mooi en de kostuums zijn oogverblindend. Je waant je daadwerkelijk aan het Spaanse hof. Het geheel ziet er als een schilderij van Velazques uit, adembenemend.

Adembenemend is ook de uitvoering. James Johnson zingt en acteert een voortreffelijke Don Esteban. Mary Dunleavy heeft alles in huis om de verwaande infante te vertolken: zij is mooi en capricieus. Haar stem is zilverkleurig en kinderlijk licht. Ook als actrice weet ze te overtuigen.

De hoofdrol wordt hier op een onnavolgbare wijze gezongen door Rodrick Dixon. De enige die ik ooit beter vond, was Douglas Nasrawi, die ik de rol hoorde zingen tijdens de ZaterdagMatinee.

James Conlon over de door hem gedirigeerde Der zerbrochene Krug van Ullmann gekoppeld aan Zemlinsky’s Der Zwerg:

DER TRAUMGÖRGE

Zemlinsky Traumgorge “De sprookjes moeten werkelijkheid worden”, zingt Görge, nadat zijn droom door de boeren en zijn verloofde Grete is uitgelachen. En zie maar: Görge vindt zijn gedroomde prinses in de gedaante van de door de boeren uitgestotene Gertraud en zijn droom komt uit.

Het verhaal van Görge de dromer en zijn zoektocht naar het onbereikbare ideaal werd door Zemlinski van muziek van ontroerende schoonheid voorzien. Sehnsucht, zinderende erotiek, symboliek …. Noem het maar op en je vindt het. Het werk doet mij sterk aan Król Roger van Szymanowski denken, dezelfde lange, uitgesponnen lijnen in de sopraan-aria, dezelfde overweldigende koorpartijen, opzwellende orkest. Ik vind het prachtig.

Der Traumgörge (libretto van Leo Feld, naar het sprookje ‘Vom unsichtbaren Königreich’van Richard von Volkmann-Leander en het gedicht van Heine ‘Der arme Peter’) werd door Zemlinsky bedoeld als hulde aan zijn toenmalige geliefde Alma. Door omstandigheden werd de opera nooit bij zijn leven uitgevoerd, de eerste – behoorlijk ingekorte – uitvoering vond pas in 1980 plaats.

Zemlinsky Traumgorge decor

Decorontwerp van Alfred Roller voor ‘Der Traumgörge’. Weense Hofoper 1907

Dat het niet aan de muziek ligt, bewijst de eerste volledige opname uit 1999. Het Keulse orkest onder leiding van James Conlon alleen al verdient een tien met een griffel en de solisten zijn absoluut subliem.

David Kuebler zet met een stralende hoogte een schitterende Görge neer. Zijn stem vermengt de juiste dosis metaal met sottovoce, wat nodig is voor deze rol.

Patricia Racette, toen nog een grote onbekende is onwerkelijk mooi als Gertraud (de fluwelen tonen in ‘Och! Ich wil zu dir in die Welt’ zijn van een Korgoldiaanse schoonheid) en  Andreas Schmidt boers genoeg voor Hans. De liveopname klinkt uitstekend.


DER KÖNIG KANDAULES 

Zemlinsky KK Gerome

Jean-Léon Gérôme (1824-1904): ‘King Candaules’

In 1938 vluchtte Zemlinsky naar New York. In zijn koffertje bevond zich de onvoltooide opera Der könig Kandaules. Eenmaal in New York, hoopte hij op de uitvoering in de Metropolitan Opera.

Zemlinsky Andre Gide

André Gide

Helaas voor hem was het op het toneelstuk van André Gide gebaseerde libretto (koning Kandaules wil zijn geluk en [de schoonheid van] zijn vrouw met iedereen delen. Door de koning aangemoedigd en door een onzichtbaar makende ring geholpen, brengt Gyges een nacht door met de koningin. Als zij achter de ware toedracht komt, spoort zij Gyges aan om de koning te vermoorden waarna hijzelf tot koning wordt gekroond), te gewaagd voor het Amerikaanse publiek. Toen Zemlinsky in 1942 stierf, was zijn opera nog steeds onvoltooid.

Zemlinsky Beaumont

Antony Beaumont

Het was pas de Engelse musicoloog én Zemlinsky-biograaf Antony Beaumont die het partituur voltooide. In oktober 1996 werd de opera in Hamburg uitgevoerd, met enorm veel succes. De uitvoering werd live opgenomen en op het label Capriccio (600712) uitgebracht.

Zemlinsky KK Capriccio

De uitvoering onder leiding van Gerd Albrecht is zonder meer uitstekend en de hoofdrollen zijn met James O’Neal (Kandaules), Monte Pederson (Gyges) en Nina Warren (Nyssia) zeer adequaat bezet. In de kleine rol van Nicomedes horen we een jonge debutant, Mariusz Kwiecień.


Zemlinsky KK Nagano

In 2002 heeft Salzburg de opera op het programma gezet en de live opgenomen – fenomenaal beztte – uitvoering werd in een zeer verzorgde uitgave op 2 cd’s uitgebracht (Naïve 3070). De rol van Kandaules werd vol overgave gezongen door Robert Brubacker en Wolfgang Schöne was een uitstekende Gyges. De Zweedse Nina Stemme, die toen nog in het lyrische ‘fach’ zat, zong een mooie Nyssia. Het Deutsche Symphonie Orcherst onder leiding van Kent Nagano klinkt zeer spannend.

Onze onvolprezen ZaterdagMatinee heeft de opera in november 2007 concertante uitgevoerd, helaas bestaat er geen opname van. Jammer, want de dirigent Bernhard Kontarsky dirigeerde met veel overgave en Stuart Skelton en Jeanne-Michèle Charbonnet waren onvergetelijk als de koningspaar.

Gyges (of was het Zemlinsky zelf?):  „Der, der ein Glück hält, soll sich gut verstecken! Und besser noch, sein Glück vor Andern“.

Deel 1: EINE (AUTO)BIOGRAFISCHE TRAGÖDIE: ALEXANDER ZEMLINSKY. Deel 1: de man

Deel 2: EINE (AUTO)BIOGRAFISCHE TRAGÖDIE: ALEXANDER ZEMLINSKY. Deel 2: LYRISCHE SYMPHONIE

Deel 4: EINE (AUTO)BIOGRAFISCHE TRAGÖDIE : ALEXANDER ZEMLINSKY. Deel 4: ‘Warum hast du mir nicht gesagt..’

In gesprek met Morschi Franz

mirschi-wilde

Morschi Franz ©Gijs Besselink

Morschi Franz: zijn naam alleen al roept de reminiscenties op met de operettes en ‘Wien, Wien nur du allein’. Maar er is meer: Franz zelf is een aantrekkelijke jonge man, die zo uit een Sissi-film lijkt te zijn weggelopen, niet in de laatste plaats vanwege zijn tot in de details verzorgde kledingstijl die de jaren twintig van de vorige eeuw doet herleven. Het is geen pose, zo is hij.

morschi

De in Roermond geboren zeer charismatische tenor heeft een Sinto vader en een Limburgse moeder en dat schept verplichtingen. Noem het maar ‘Zigeunerbloed .

Zigeuner, mag ik dat zeggen? Van hem wel, al vindt hij dat de naam bij de meeste mensen en ‘zigeuners’ negatieve associaties oproept:
“Göbbels zei dat zigeuner van Ziehende Gauner kwam, rondtrekkende dief. Dat is natuurlijk pijnlijk. Bovendien is er wel verschil tussen Sinti en Roma.”

Hij is een Sinto.

morschi-mirando-weis

Morschi Mirando-Weis

“Ik ben naar mijn peetoom vernoemd, die heette ook Morschi. De naam betekent ‘manneke’. Mijn peetoom speelde viool bij Tata Miranda, hij zong ook.

mirschi-mirando

Mijn ouders waren beiden muzikaal: ik ben een goede combinatie van een ‘Sinti nostalgie’ met de Zuid Limburgse fanfares. Dat mijn familie naar Roermond trok komt vanwege Onze-Lieve-Vrouw van de Kapel in ’t Zand, dé pelgrimsoord van de Sinti, maar voor de oorlog heeft het gros van mijn familie in Beek gewoond. Ook vermeldenswaardig is dat Roermonds patroonheilige St. Christoffel is.. De beschermheilige van de reis. Het grote gouden beeld van hem kijkt vanaf het topje van de kathedraal uit over Roermond”.

Even een stukje voorgeschiedenis: wist u dat Sinti al sinds de vijftiende eeuw door Nederland trekken? Volgens de overlevering vond een herder vijf eeuwen geleden een Mariabeeldje in een waterput. Sindsdien gebruiken de rondtrekkende Sinti dit ‘heilige water’ om hun kinderen en zieken te beschermen en te genezen. In 1944 werden bijna alle Sinti en Roma in Nederland gearresteerd. Ook de familie Franz in Beek werd opgepakt.

 

morschi-overgrootvader

overgrootvader van Morschi Franz

“Mijn grootouders wisten samen met hun twee kinderen door het raam aan de razzia ontsnappen. Mijn vader was toen vijf jaar oud. Ze hebben daarna ondergedoken gezeten in een kippenhok bij een boer in Sittard. Alle anderen familieleden zijn eerst naar Westerbork en daarna naar Auschwitz gedeporteerd. Bijna niemand keerde terug.”

“Ik heb een niet te verklaren moeite met de politie en de douane. Iedere keer als ik ergens naartoe moet vliegen, bekruipt mij een afschuwelijk gevoel dat ik uit de rij gepikt word en apart word genomen.”

Star Wars

“Zolang ik me kan herinneren, heb ik van muziek gehouden. Ik ben met pianospelen begonnen, maar dat wilde niet opschieten. Mijn vingers deden nooit wat ik van hen wilde. Dankzij filmmuziek heb ik mijn weg gevonden. Zo is mijn echte enthousiasme geboren.”

“Filmmuziek vind ik weergaloos en buitengewoon spannend. John Williams is mijn held. Hoe die man hele klassieke stukken in zijn werk weet te verweven! Star Wars vind ik een soort Parsifal, met leidmotieven en al. Er zit ook Stravinsky in; je vindt er zowat de hele Sacre. Maar ook het Zwanenmeer van Tsjaikovski. De muziek van Williams spreekt voor zich, ook zonder beelden.”

“In de periode dat ik zo met filmmuziek dweepte, kwam ik iemand tegen die zei dat ik naar opera moest luisteren. Dat deed ik. Vijftien was ik, misschien zestien, toen ik mijn eerste opera zag: Die Meistersinger von Nürnberg van Wagner, in Amsterdam. Ik was onmiddellijk verkocht: ik moest en ik zou zanger worden. Van die betovering wilde ik deel kunnen uitmaken. Ik werd lid van een operettevereniging. Eerst als figurant, maar al snel nam ik zanglessen.”

“Mijn conservatoriumtijd ..  Mijn lessen bij maestra Mya Besselink waren het enige waar ik veel van heb geleerd en waar ik dankbaar voor ben. Het is een eer les van haar gehad te mogen hebben. Zij was een geweldige lerares voor mij. Maarverder: wat kan je leren als je maar één uur zangles per week hebt? Anderhalf uur klassiek? Er werd dan wel aandacht aan acteren besteed, maar dat alles was gewoon te weinig. Terugdenkend had ik net zo goed privélessen kunnen nemen.”

Morschi Franz als Figaro met het Johann Strauss Orchestra van Andre Rieu

“En dan ben je afgestudeerd, maar hoe verder? Ik viel in een groot gat. Aan concoursen heb ik nooit gedaan, jammer. Nu heb ik er spijt van, want alleen zo kan je je presenteren, maar toen dacht ik er boven te staan. Té trots. Ook bij mijn familie heerste een sfeer van: competities, dat kan niet gezond zijn. En nu is het te laat, nu ben ik er te oud voor. Vandaar dat ik Annett Andriessen zo buitengewoon dankbaar ben dat ik  deel mocht nemen aan de Wagner masterclasses! Ik heb er zo ongelofelijk veel geleerd en zo veel van opgestoken. Ik werkte er met Nadine Secunde, een werkelijk fantastische coach.”

“Momenteel wordt ik gecoacht door Kirsten Schötteldreier. Zij werkt aan onder andere Bayerische Staatsoper en Bayreuther Festspiele en coacht grote zangers zoals Thomas Johannes Mayer en Burkhard Fritz. Zij heeft mij bewust laten worden van mijn hele lijf. Je hele lijf is het instrument en haar methode om de energie overal laten stromen onder andere door middel van Chi Kung , werkt voor mij erg goed. Ik ben haar erg dankbaar voor alles wat ik de laatste paar jaar met haar bereikt heb en kijk uit naar wat nog komen zal.”

DNO

“Tien jaar geleden werd ik bij De Nationale Opera aangenomen als lid van het extra koor. De eerste opera waarin ik als koorlid zong, was Tannhäuser. Man o man, wat vond ik het fantastisch. En de productie van Nikolaus Lehnhoff was ook zo geweldig mooi!”

“Mijn eerste solorol kreeg ik in De legende van de onzichtbare stad Kitesj en het meisje Fevronja van Rimski-Korsakov. Wonderlijk genoeg heb ik daar niet voor hoeven auditeren; ik werd gewoon gevraagd door Hein Mulders, de toenmalige casting director.”

Trailer van de productie:

“Daarna kwam Ringetje, en dat was leuk! Ik snap echt niet dat die productie niet door heel Nederland is gaan toeren. Het verdient het om overal en door iedereen gezien te worden. Het is veel te goed om ergens opgeborgen te liggen.”

“Veel plezier had ik ook in de producties van Chovansjtsjina en Pique Dame. De rollen die ik zong waren klein, maar heel erg fijn om te doen”

morschi-franz-chovantstsjina

Morschi Franz in Chovasjtsjina

De heimwee naar een andere tijd

morschi1

F

Behalve opera en operette doet Franz ook aan het lichtere genre, zoals burlesque.
Wat heb je er mee?

“Burlesque vind ik FANTASTISCH! Ik heb een tijd burlesque-feesten georganiseerd. Het is iets waar ik bijzonder van houd: mensen in gala, in stijl, Marlene Dietrich, Zarah Leander.. “

morschi-vriendin

“Ik ben bijzonder gesteld op het Berlijn van de jaren twintig. Operette, cabaret, jazz: uitdagend en echte avant-garde. Het gekke is dat als je met Nederlanders over het Berlijn uit de tijd begint, dat ze onmiddellijk aan de nazi’s denken. Ook de Nederlandse perceptie van operette deugt voor geen meter. Operette is géén lederhozen en geen dirndl! Kijk alleen maar naar Fritzi Massary of Gita Alpár!”

“Met de komst van de nazi’s werd dat alles verboden en vernietigd. En nog steeds is operette een beetje een vies woord in de wereld van de klassieke muziek, iets wat ik echt niet snap. Ik vind operettes meer dan geweldig. Alles zit er in: chique, elegantie, seks, ontspanning, satire. En dan die heerlijke melodieën. Het moet toch ook niet altijd van die zware kost zijn. Dat krijgen we al dagelijks in de media te zien. Mag het een onsje minder ernstig zijn als je uitgaat?”

“Wat ik ook niet snap: waarom moet de hele realiteit op de bühne uitgemeten worden? Ik ben niet achterlijk, ik weet heel goed wat er speelt en hoe de wereld in elkaar zit. Moet ik het allemaal nog een keer herbeleven als ik uitga? Mensen gaan naar de opera om aan de werkelijkheid te ontsnappen. We willen lachen en hebben allemaal recht op dromen en sprookjes. Daar is toch niets mis mee?”

“In maart en april 2017 zingt ik zweiter handwerksbursche in Wozzeck, met onder andere Eva Maria Westbroek en Frank van Aken. Maar eerst ga ik een groot feest geven. Ik noem het ‘de heimwee naar een andere tijd’.”

“Normaliter geef ik galafeesten die zich in het Berlijn van 1920 afspelen en nu gaan we met oud en nieuw iets verder terug… een feest  zoals Oscar Wilde dat zou hebben gehad.

morschi-nieuw

©Gijs Besselink

In een prachtig pand op het Nes met koperen baden en open haarden gaan we terug naar 1890. Dandyisme met hoge hoeden, korsetten, fluwelen kamerjasjes, dichters, opera, en klassieke muziek… In  het badhuis de oosterse sferen met absint , op de begane grond een high society banquet en de appartementen erboven worden omgetoverd tot de privé vertrekken van Dorian Gray. Het feest is uitverkocht.”

Je komt een goede fee tegen en je mag maar drie wensen doen. Wat wordt het?

“Eén: een grote operetteshow met alles erop en eraan. Twee: Lohengrin. En drie: Siegfried in Siegfried. Siegfried is een zware rol, ja, maar Siegfried is lyrischer dan de mensen denken. Het is een jonge jongen dus ik vind het belangrijk om een tenorale klank te horen en geen opgekrikte bariton!

morschi-siegfried

Morschi Franz als Siegfried in het ‘Ringetje’ bij DNO

Hieronder zingt Morschi Franz ‘In fernem Land’ uit Lohengrin van Wagner. De opname is gemaakt tijdens een lunchconcert bij De Nationale Opera op 19 januari 2016. Aan de piano zit Jan-Paul Grijpink:

Geen Italiaanse opera’s?

“Ik ben eenmaal Duits georiënteerd. Operette en Wagner liggen mij het best. Maar mocht ik ooit de loterij winnen dan ga ik een huis op Bali kopen en ga daar samen met mijn vriendin wonen. Ik ben verliefd op Bali en breng er zo veel mogelijk tijd door. Het eten is er lekker, de mensen vriendelijk en ze hebben er een rijke cultuur. En dan de kleuren en geuren! Daar ga ik dan een operahuis stichten dat de Balinese met het Westerse gaat vermengen. Mijn vriendin danst bij het Nationale Ballet en de combinatie ziet ook zij zitten.”