Lulu

Krzysztof Warlikowski in De Munt: Lulu

Tekst: Peter Franken

In 2012 stond er een nieuwe productie van Lulu op het programma in De Munt, regie Krzysztof Walikowski en decors en kostuums van Małgorzata Szczęśniak, het koppel dat hier eerder veel succes had geoogst met Cherubini’s Médée. Het was een groot succes, vooral door het fenomenale optreden van Barbara Hannigan in de titelrol. Van de voorstelling is een opname op dvd uitgebracht.

Het begint zoals gebruikelijk met een introductie door de Tierbändiger alleen laat deze er een monoloog in slecht verstaanbaar Engels aan vooraf gaan waarin wordt gesproken over Lilith. Lulu vertoont veel gelijkenissen met dit mythische personage dat wordt beschouwd als de eerste vrouw van Adam, die werd verstoten wegens gebrek aan volgzaamheid en uit wraak in de gedaante van een slang Adam en zijn nieuwe vrouw Eva verleidde tot het eten van ‘de boom der kennis’.

Dietrich Henschel (Dr.Schön) en Barbara Hannigan (Lulu)

Dr. Schön heeft Lulu als meisje van twaalf letterlijk van de straat geplukt en haar tot zijn minnares gemaakt. Daarmee heeft hij haar voor een akelig lot als prostituee of nog erger behoed, maar tegelijkertijd Lulu haar jeugd ontnomen. Gevolg is dat ze zich bijna letterlijk aan hem heeft gehecht; weg van Schön is voor Lulu een situatie waarin ze niet compleet is. Haar missie is om met hem trouwen, maar zijn missie is om haar bij een geschikte man onder te brengen zodat hij van haar af kan raken. Beiden beseffen dat dit niet gaat lukken. Vandaar Lulu’s uitspraak als haar tweede echtgenoot, de portretschilder, zelfmoord heeft gepleegd: ‘Sie heiraten mich ja doch.’

Het toneelbeeld wordt bepaald door een grote ruimte met links een enorme trap waarlangs bezoekers hun opwachting maken. Rechts is een cabine met glazen wanden waarin de schilder aan het werk is. Al portretteert hij Lulu hier door haar te filmen. In de derde akte doet de ruimte dienst als vitrine voor jonge meisjes die op hun bestemming wachten in de vrouwenhandel, echo’s van Lulu’s beginjaren als kind hoertje.

Lulu’s droom om ooit een gevierd balletdanseres te worden maakt Warlikowski aanschouwelijk door Hannigan een groot deel van de tijd in balletschoenen te laten lopen waarbij ze regelmatig op de spitzen loopt te trippelen. Echt erop dansen kan ze niet maar gelukkig heeft ze Rosalba Torres Guerrero als dubbel voor een ingevoegde dansscène aan het einde van de eerste akte. Diezelfde danseres is nadien op de achtergrond actief om een indruk van de Lulu uit de eerste akte te wekken.

Wat Hannigan wel goed kan is werken met haar benen, haar hele lenige slanke lijf wordt als het ware teruggebracht tot die twee verleidingsobjecten. Het lijkt wel alsof ze gewoon automatisch op seksueel uitdagende wijze loopt, zit, hangt of staat, het gaat vanzelf en dat ze ook nog eens schaars gekleed is zet het effect extra aan. Als ze Dr. Schön het briefje aan zijn verloofde dicteert zien we hem een sms tikken met zijn hoofd in een intieme pose tussen haar dijen geklemd. Hier biedt de tekst overigens wel degelijk aanleiding toe. Zo vergelijkt Alwa later haar benen met een stuk muziek waarbij de bekroning het ‘andante van de wellust’ wordt genoemd. En daar verbergt hij lange tijd zijn gezicht in terwijl haar mimiek niets aan de verbeelding overlaat. Seks speelt een enorme rol in Lulu’s leven maar dit is de enige scène waarin dat nadrukkelijk wordt getoond.

Maar haar zeer fysieke wijze van acteren is slechts deel van het succes. Hannigan beheert haar partij tot in de puntjes en zingt, gilt, roept en schreeuwt al naar gelang de situatie daarom vraagt op een zodanige wijze dat je al gauw niet meer het idee hebt naar een theaterproductie te kijken, fenomenaal.  De overige spelers komen niet in de buurt van haar prestatieniveau.

Dietrich Henschel is een redelijke dr. Schön maar oogt veel te jong voor zijn rol. De Alwa van Charles Workman is heel behoorlijk maar het is moeilijk voorstelbaar dat die twee vader en zoon zijn.

Pavlo Hunka ziet er als Schigolch wel aardig uit als oudere man, doet het redelijk. Tom Randle is qua zang een prima Maler maar stelt acterend wat teleur. Ivan Ludlow geeft gestalte aan de Tierbändiger en de Athlet, zonder meer uitstekend. Frances Bourne treedt op in drie rollen met als voornaamste de Gymnasiast die door Schigolch en de Athlet wordt meegetroond op de wekelijkse ‘Beursmiddag’ voor een ontmoeting met Lulu, waar al velen hun seksuele initiatie hebben mogen beleven. Ze is gekleed en geschminkt als punkmeisje en wordt ook neergezet als vrouw. De seks gaat niet door en haar grootste zorg is nu dat ze van school gestuurd zal worden. Met de moord op Schön wordt dat uiteindelijk nog erger, een tuchtschool is haar lot.

Natascha Petrinsky is een opvallende Gräfin Geschwitz, de verliefde lesbienne die uiteindelijk door Lulu naar Londen wordt meegesleept. Schigolch ziet er niets in: die vrouw is niet geschikt om aan de liefde te verdienen, ze leeft in de liefde. Petrinsky brengt waardigheid en rust in het voortdurende pandemonium om haar heen, ze oogt voornaam en aandoenlijk mooi in haar berusting.

Ik herinner me mijn eerste Lulu in Keulen lang geleden met de ‘Vriendenbus’. In combinatie met de lange reisdag bleek dit een theaterervaring die me uitgeput in de bus naar huis van alle emoties liet bijkomen. Autorijden had er niet ingezeten. Een dergelijke ervaring zal Hannigans Lulu ook vele toeschouwers in de zaal hebben bezorgd, een emotionele rollercoaster die geen mens onberoerd kan laten. In 2021 werd de voorstelling hernomen, opnieuw met Hannigan, en ze stond er alweer. Wat een prachtvrouw.

Paul Daniël heeft de muzikale leiding.

Trailer van de productie:



Gevloerd door Lulu van Krzysztof Warlikowski in Brussel 2012


LULU: discogr
afie

‘Wozzeck’ uit Salzburg: veel Kentridge, weinig Berg

Wozzeck Kentridge dvd

Kort door de bocht: William Kentridge’s productie van Alben Bergs Wozzeck gaat over de eerste Wereldoorlog en dat gaat gepaard met veel gasmaskers. Zelfs het kind van Marie en Wozzeck (hier een houten pop) heeft er één, op plaats van zijn gezicht. Wie de componist en zijn curriculum vitae kent weet wat voor een trauma die periode hem heeft bezorgd, maar de oorlog, die zit er in de opera gewoon niet in.

Kentridge ziet parallellen tussen ‘Die letzten Tage der Menschheit’ van Karl Kraus (1915-1922) en Büchners ‘Woyzeck’ (1837), maar zijn die er wel? Het – waargebeurde – verhaal over de jonge soldaat Woyzeck, die in 1824 ter dood werd veroordeeld voor de moord op zijn vriendin werd door Georg Büchner in een toneelstuk verwerkt.

De bijna honderd jaar verlate première in 1913 werd ook door Alban Berg bezocht. Hij raakte er zo onder de indruk dat hij prompt besloot om daar een opera van te maken. Liefde, jaloezie, armoede, afgunst, wanhoop… noem het op en het zit er in. Behalve de oorlog dan.

De productie is echt des Kentridge’s. Wie zijn Lulu in Amsterdam heeft gezien weet wat hem te wachten staat. Overdaad aan visuele beelden gaan hand in hand met de alomtegenwoordigheid van video-projecties, een grote fixatie van de regisseur. Spannend is het wel maar …  Maar het is zo verschrikkelijk voorspelbaar!

Gelukkig valt er muzikaal veel te genieten. Matthias Goerne is een prima Wozzeck die door dat gedoe op de bühne zijn innerlijkheid en verscheurdheid – optisch – helaas verliest. Geen betere Marie tegenwoordig dan Asmik Grigorian. Temperamentvol, sensueel, uitdagend maar ook zo ontroerend!

Frances Pappas is een zeer goede Margret, John Daszak een heerlijk oversekste Drum Major en Mauro Peter een mooie Anders. De prachtige bas Jens Larsen zet een zeer overtuigende Doktor neer en Gerhard Siegel is een voortreffelijke Hauptmann.

Het Wiener Philharmoniker klinkt onder leiding van Vladimir Jurowski voornamelijk lyrisch.

Hieronder trailer van de productie:

 

Matthias Goerne, Asmik Grigorian, Gerhard Siegel, Jens Larsen, John Daszak, Mauro Peter e.a.
Wiener Philharmoniker olv Vladimir Jurowski
Regie: William Kentridge
Harmonia Mundi HMD 989053.54 (DVD + Blu-Ray)

Zie ook: LULU van Kentridge

WOZZECK ZaterdagMatinee

Discografie van Wozzeck: ALBAN BERG: Wozzeck. Discografie.

Interview with Jennifer Larmore

Jenny in Geneva

Jennifer Larmore © Audra Melton

Summer in Amsterdam seemed to have taken a vacation, but the afternoon we met in the canteen of the National Opera it was terribly stuffy. That did not seem to bother Jennifer Larmore in the least: the warmer the better!

She had come to our capital to sing Gräfin Geschwitz in Alban Berg’s Lulu, a role she has sung previously in London and Madrid, in a production by Christof Loy that I greatly admired.

jennifer

Jennifer Larmore & Mojca Erdmann in Amsterdam

The opera is brutal, and her role is heavy, but she had little time to recover. In between performances she was studying the part of Mère Marie in Poulenc’s Dialogues des Carmélites. The extremely complex part of the rather unsympathetic and radical nun was new to her, and she was totally immersing herself in it, even though there was only one performance scheduled.

Belcanto

“That is a bit of a shame, because I think the music is gorgeous, and the opera truly moves me”, she says. “I have absolutely no problems with learning a role for only one performance. I have done that before, when I was recording for the Opera Rara label.  I studied many unknown operas knowing I would never sing them again afterwards. But I was young and curious, and highly ambitious.”

The rehearsals were long, and the recording sessions always ended with a one-off concert performance. What pleasure they gave me! Besides, without those recordings, I probably would have never gotten the chance to get to know operas such as Rossini’s Elisabetta, regina d’Inghilterra or Pacini’s Carlo di Borgogna, let alone sing them! And the music is gorgeous!”

“Di Gioia Sorse Il Di,” aria from Carlo di Borgogna. When Opera rara brought out this  recording opera connoisseurs called it the ‘belcanto recording of the millennium.’

“Quant’e grato all’alma mia,”  from Elisabetta, regina d’Inghilterra.

In the meantime, Larmore has left the period of singing (unknown) belcanto roles behind her. “It was time to close that chapter. Once you are over forty, you are no longer a young girl. Simple as that! Even though your voice still sounds youthful, and you still sing very well: it no longer works, you need to be credible as well, and remain credible.”

Larmore as Rosina in Il Barbiere di Siviglia in Amsterdam:

It has always been my biggest dream to sing Marschallin in Strauss’s Rosenkavalier. I think the music is incredibly beautiful – Sometimes I secretly think it is the most beautiful opera in the world. It’s a role I definitely would love to sing. So… who knows? For Octavian it is simply too late.  That is the same story as with the Rosina’s and all the other belcanto heroines: I no longer have the proper age for them.

“Does this perhaps have something to do with the visualisation of opera?”   “Most certainly! The new media and the live movie-theater transmissions have given an extra dimension to the brand opera: credibility. It is no longer possible to sing Mimi when you are 65 like Mirella Freni did, even though your voice is still fresh. Looks are important too, especially with all those close-ups all the time.

Lulu, Loy and Kentridge

The part of Geschwitz took Larmore a very long time to prepare. What was more difficult for her: the text or the music?

“Good question! When I first laid eye on the score I thought: O my God, I cannot do anything with that, how awful! But you need to find a key for yourself. Once you connect with the work, everything goes by itself, you no longer have doubts. Then it is possible to concentrate more on the text, and you start to grasp the entire package.”

“I still remember my first Lulu rehearsal in London. We all had our doubts. Very nervously, I asked: has anyone sung this before? A huge silence followed. Then someone said: ‘Not me.’ and ‘Me neither.’  We all stood there, in a circle, afraid for what was to come. Until Tony Pappano arrived and reassured us with one hand gesture.”

“It is difficult to compare both Lulu productions. I love both of them. From the reviews I read, and from what I heard from people who saw the Amsterdam Lulu too much was going on on stage. There was too much to see, apparently, it was too busy, and because of that it was hard to recognize the opera. It did not feel like that to us. We were right in the middle of it, and formed part of the furniture.”

William Kentridge is of course a director who in the first place is visually oriented. He is mainly interested in the outside, the form, and in stimulating the senses. As a director, he gave us a lot of  freedom, also to improvise, which I like.”

“Christof Loy had a totally different approach. For him, the psychology and the motivation of the characters were the most important. Also the interaction. He is a person who knows exactly what he wants, and how to get there. It is true that with him the personality of Geschwitz was clearer. You found out more about what went on in her head.”

jennifer-lulu-cg

As Gräfin Geschwitz at the Royal Opera House in London

“But I love the Amsterdam production as well. We have all worked on it with so much fun. Conductor Lothar Zagrosek was also responsible for that atmosphere. He joined us at a very late stage, two weeks before opening night, but from day one on he worked intensively on the production, with the orchestra and the singers. He attended every rehearsal, and was always there. I had never worked with such a great, kind and understanding person before.”

jennifer-geschwitz

In her costume as Gräfin Geschwitz at the National Opera in Amsterdam

 

Jenůfa

Jenny Jenufa

With Hanna Schwarz in Jenufa at the Deutsche Oper Berlin

“Another role I am very happy with is Kostelnička in Janáček’s Jenůfa. It is very emotional role, remarkably similar to Geschwitz. Both women are deeply humane, and their love is so great it surpasses all boundaries. They really go too far in that! I believe for both parts you need someone who has lived a life herself. That type of role gives me a lot of satisfaction.”

Opus Five

Jenny IMG_0535

Jennifer Larmore with her husband Davide Vittone and dog Buffy

In 2008 my husband Davide Vittone, who plays the contrabass,  and I founded the ensemble Jennifer Larmore & Opus Five. By combining the sound of my voice with that of five string players we can experiment in different ways.

At our concerts we do everything: from purely classical concerts to ‘happenings’ with poetry, wine tastings, popular songs, crossovers….  Everything is possible. We perform all over the world: Dublin,  Bregenz, Mallorca, you name it. It often depends on Davide and his contracts.”

Trailer of the movie Le digressioni armoniche di Jennifer Larmore, in which a performance by Jennifer Larmore & Opus Five is combined with a choreography of Erica Cagliano.

Future plans

“I am studying hard at the moment! In the 2016/7 season I will add two new roles to my repertoire: Donna Elvira (in Don Giovanni) at the Theater an der Wien and Marie (Wozzeck) in Geneva.

Jenny MG_0476

Jenny marie ldd-GTG©CaroleParodi-8992

As Marie in Wozzeck in Geneva © Carole Parodi

Jenny 5182_Don_Giovanni_071 Werner Kmettisch

as Elvira at the Theater an der Wien © Werner Kmettisch

After that I will repeat my Geschwitz: the Amsterdam production will travel on to the Opera di Roma in May. But first a concert in Tuscany with Jennifer Larmore & Opus Five and then off to Luxembourg for a week of masterclasses. My book Una Voce will be presented there as well.”

Jenny boek

“I was asked for the role of Baba the Turk in Stravinsky’s The Rake’s Progress in Aix, a production that will travel to Amsterdam afterwards, but the director decided otherwise. Simon McBurney, who will stage the opera, came up with the idea to use a countertenor for the part, something with which the Aix direction saw no problems.”

“Nowadays directors have all the power. It used to be singers who had the final call,  but that was way before my time. It is a sign of the times: tickets have to be sold, and halls need to be filled. That seems impossible without creating a little spectacle. We live in a society that is highly oriented towards the visual, wanting more and more all the time. As long as it is sensational or crazy, because only then you get attention. Things have been like that for a long time, but never as much as now. I prefer the “less is more” approach, which you hardly encounter anymore these days.

English  translation: Remko Jas

Interview in Dutch: JENNIFER LARMORE

See also:

JENŮFA van Christoph Loy

LULU van Kentridge

LULU: discografie

LULU: discografie

Lulu Pandora

Filmaffiche van Die Büchse der Pandora

Wie is Lulu? Wat weten we van haar? Bestaat ze echt of is ze niet meer dan een hersenschim?

In de eerste akte wordt een portret van haar geschilderd dat daarna als een rode draad door de opera loopt, als een soort portret van Dorian Gray. Wat er ook met Lulu gebeurt, haar portret verandert nooit.

Lulu Tilly Wedekind als Lulu und Frank Wedekind als Dr. Schön

Frank Wiedekind als Dr.Schön en zijn vrouw Tilly als Lulu in’Der Erdgeist’ ©Bildarchiv EFW

Alban Berg was behoorlijk door haar personage, afkomstig uit Wedekinds toneelstukken Der Erdgeist en Die Büchse der Pandora, geobsedeerd. Dat had wellicht ook met zijn persoonlijke leven te maken. Zij zou de personificatie van de Tsjechische Hanna Fuchs, Bergs laatste grote liefde, kunnen zijn. Maar er zijn ook muziekpsychologen die in Lulu Berg zelf willen zien…

Lulu Hanna_Werfel_Fuchs_Robettin

Hanna Fuchs

Lulu Alban&HeleneBerg

Alban Berg met zijn vrouw Helena. Hun huwelijk gold als voorbeeldig

Berg heeft zijn opera niet afgemaakt: toen hij in 1935 stierf, bestond de derde akte alleen uit sketches. Het was de Oostenrijkse componist Friedrich Cerha die 1979 de onvoltooid gebleven derde akte instrumenteerde, tot die tijd werden alleen de eerste twee akten opgevoerd.

Hieronder een selectie van de beschikbare opnames:

CD’s:

Teresa Stratas

Lulu Stratas

Waar u absoluut niet zonder kunt, is de allereerste opname van de complete opera met de door Cerha nagecomponeerde derde akte. Deutsche Grammophon maakte in 1979 direct na de Parijse première een studio-opname (DG 4154892).

Alle fantastische Lulu’s ten spijt, niemand kan zich met Teresa Stratas meten. Zelfs zonder het tekstboekje erbij kun je ieder woord niet alleen verstaan maar ook begrijpen.

Robert Tear is een heerlijk naïeve schilder en Franz Mazura een ongeëvenaarde Dr. Schön. De Alwa van Kenneth Riegel is een kwestie van smaak, maar zijn inleving is zowat volmaakt.

De ogenschijnlijk koele en analytische benadering van Pierre Boulez laat het drama nog meer zinderen.


Op YouTube is de complete opname op video te vinden:

Anneliese Rothenberger

Lulu Rothenberger

De opname die in 1968 door EMI is gemaakt (91233028) mag eigenlijk in geen verzameling ontbreken. Anneliese Rothenberger is een heel erg lichte, springerige Lulu, echt een onschuldig meisje.

Vergeet Gerhard Unger (Alwa), maar de verrassend lichte en sarcastische Dr. Schön van Toni Blankenheim (Schigolch bij Boulez) is werkelijk niet te versmaden.

Wat de opname extra begerenswaardig maakt, is Benno Kusche in de kleine rol van Tierbändiger. Ook de opname zelf klinkt verrassend goed.


Ilona Steingruber

Lulu Steingruber

Bij de naam van Ilona Steingrubber rinkelt er tegenwoordig geen belletje, maar in haar tijd was ze een gevierd sopraan, met op haar repertoire onder anderen Mahler, Korngold, Strauss en Alban Berg.

Op de door Herbert Häfner gedirigeerde opname uit 1949 (Archipel Desert Island Collection ARPCD 0540) zingt Steingrubber een zeer sensuele Lulu: erotisch en opwindend in haar zang en opmerkelijk kinderlijk in de dialogen.

Otto Wiener is een zeer autoritaire Dr. Schön en Waldemar Kmentt een niet echt idiomatische maar wel zeer aanwezige Maler. De confrontatie tussen de twee, ‘Du hast eine halbe Million geheiratet’, is dan ook bijzonder spannend.



DVD’S

Evelyn Lear

Lulu-Lear

Met haar filmsterrenlook en stem als een engel werd Evelyn Lear in de pers aangeduid als ‘Elisabeth Taylor meets Elisabeth Schwarzkof’. Zelf vind ik de in de jaren ’60 tot ’80 zeer populaire Amerikaanse sopraan veel interessanter dan haar Duitse collega.

Lear was één van de grootste en beste pleitbezorgsters van de moderne muziek. Op 9 juni 1962 zong ze de rol van Lulu in de eerste Oostenrijkse productie van het werk, in het net heropende Theater an der Wien. Ik kan me indenken dat het chique premièrepubliek moeite had met de enkel in nauwsluitend korset en netkousen geklede prima donna, maar als dat zo was, dan lieten ze het niet merken.

De regie lag in handen van de toen nog piepjonge Otto Schenk, die het libretto op de voet volgde. Dat Paul Schöffler (Dr. Schön) mij aan professor Unrath uit Der blaue Engel deed denken, is natuurlijk geen toeval. Net zo min als zijn gelijkenis met Freud.

De laatste scène, beginnend met de smeekbede van Geschwitz, gevolgd door de beelden van Jack the Ripper, kon net zo goed uit één van de beste Hitchcocks zijn overgenomen. Zeker ook omdat Gisela Lintz, die de rol van de gravin zingt, veel weg heeft van één van de geliefde actrices van de regisseur.

Het is ook buitengewoon spannend om naar het dirigeren van Karl Böhm te kijken. Zo heftig gebarend heb ik hem nog nooit gezien. Een absolute must (Arthaus Musik 101 687).

Hieronder de trailer:

Julia Migenes

Lulu-Migenes

Nooit heb ik begrepen waarom men Julia Migenes niet vaker ‘echte’ opera’s liet zingen. Ze was een grote ster op Broadway en schitterde in verschillende muziekfilms, maar buiten Lulu heeft ze naar mijn weten maar weinig andere operarollen op de planken gebracht. Zowel haar verschijning als haar acteren zijn zo formidabel dat men het haar vergeeft dat ze niet altijd zuiver zingt.

Franz Mazura is een fenomenale Dr. Schön. In de scène waarin hij de afscheidsbrief aan zijn verloofde schrijft, kun je bijna zijn zweet ruiken. Wat een prestatie!

Als Geschwitz maakt de inmiddels ouder geworden maar nog steeds in alle opzichten prachtige Evelyn Lear haar opwachting.

De zeer fraaie productie van John Dexter werd in 1980 in de Metropolitan Opera opgenomen (Sony 88697910099). Op de website van JPC zijn fragmenten uit de productie te bekijken.

Agneta Eichenholz

Lulu-Eichenholz

Deze kale productie van Christof Loy werd in juni 2009 in het Londense Royal Opera House opgenomen. Loy heeft de opera helemaal gestript en teruggebracht tot de pure essentie, iets wat ik zeer fascinerend vind. Door zijn minimalistische aanpak kan alle aandacht besteed worden aan de personages, hun beweegredenen en hun ontwikkeling.

Wat u ook van de regie denkt: muzikaal zit het snor. Antonio Pappano doet met het orkest werkelijk wonderen; zo transparant en tegelijkertijd zo emotioneel geladen hoor je de muziek zelden.

Klaus Florian Vogt kan mij als Alwa niet echt overtuigen, maar Jennifer Larmore is een buitengewoon aantrekkelijke Geschwitz. En Agneta Eichenholz (met haar grote ogen zowat de reïncarnatie van Audrey Hepburn) is een in alle opzichten mooie Lulu. Michael Volle is voor mij, na Franz Mazura de beste dr.Schön Schön (Opus Arte OA 1034 D).

Hieronder een fragment uit de productie:

Patrizia Petibon

Lulu-Betibon

Ik ben geen fan van Patrizia Petibon: ik vind haar vaak aanstellerig. Haar stem is ook aan de kleine kant, waardoor ze vaak moet forceren. Niet bevorderlijk voor de zeer hoge en moeilijke noten die Berg zijn hoofdrolzangeres laat zingen. Ook fysiek vind ik haar niet bij de rol passen. Ze is geen ‘Lolita’, maar een als een klein meisje uitgedoste volwassen hoer met dito gedrag.

Ik heb ook moeite met Geschwitz (de mij onbekende Tanja Ariane Paumfartner), maar de rest van de zangers zijn meer dan excellent, met de onvolprezen Michael Volle als onnavolgbaar goede Dr. Schön.

Thomas Piffka is een voortreffelijke Alwa, onmiskenbaar een componist die continu aan zijn opera bezig is. Pavol Breslik is een geile Maler, Grundhebber een fantastische Schigolch en Cora Burggraaf een sprankelende Gymnasiast.

De productie van Vera Nemirova (Salzburg 2010) is kleurrijk en zeer expressionistisch. Marc Albrecht is voor het werk een perfecte dirigent: het Weense orkest laat zich onder zijn leiding van zijn allerbeste kant horen (Euroarts 2072564).

Hieronder de trailer:

Mojca Erdmann

Lulu Erdman

Wie op het onzalige idee is gekomen om voor deze productie in Berlijn in 2012 een onbekende en onbetekende componist (hebt u ooit van David Robert Coleman gehoord?) Lulu opnieuw te laten componeren, weet ik niet, maar ik denk het hem of haar niet in dank af.

Alleen de derde akte is aangepast, want aan de echte Berg durfde men niet komen. Althans… de proloog is wel geschrapt, waardoor de opera naar de sodemieter is geholpen. Daarvoor in de plaats krijgen we een man, die liggend Kierkegaard citeert: “Alles Erlebte tauche ich hinab.” Ja ja…

Andrea Breth, inmiddels op mijn ‘no-no-lijstje’ van regisseurs laat zich hier van haar slechtste kant zien. De productie is dodelijk saai. Noch de etherisch zingende Mojca Erdmann, noch de verschroeiende Deborah Polaski, noch Michael Volle of Thomas Piffka kunnen er iets aan doen dat hier een meesterwerk om zeep wordt geholpen (DG 0734934).

Gevloerd door Lulu van Krzysztof Warlikowski in Brussel 2012

lulu-affich

Wanneer voor het laatst bent u kapot, maar dan ook totaal kapot van een opera teruggekomen? Mij overkomt het heel zelden, maar na Lulu van Alban Berg in de Brusselse Munt was ik totaal gevloerd. Niet zozeer door de opera zelf, maar vooral door de heftige regie van Krzysztof Warlikowski.

Alban Bergs opera zelf biedt al best heftige stof. Er wordt niet zachtzinnig met seks, dood en verderf omgegaan. Maar Warlikowski zou Warlikowski niet zijn geweest als hij niet er nog een schepje (zeg maar gerust een paar scheppen!) er bovenop had gedaan.

Hij koos ervoor om Lulu te benaderen “als een onthutsend requiem ter nagedachtenis aan een engel”. Komt de titel u bekend voor? Ja, zo heet het vioolconcerto van Alban Berg.

lulu_054

Barbara Hannigan (Lulu)

Wel een gevallen engel, want in zijn concept is Lulu ook Lilith, de eerste vrouw van Adam. Maar zij is ook Lolita en één van de kindvrouwtjes die uitgebuit worden door mannen en de maatschappij. Zij droomt ervan om danseres te worden en om haar droom te benadrukken gebruikt Warlikowski de wereld van het klassieke ballet als metafoor. Er worden dan ook jonge balletdansers ten tonele gevoerd, allemaal leerlingen van de Antwerpse balletschool.

lulu_039

Aan het einde van de eerste akte (er wordt, zoals bijna altijd tegenwoordig, de door Cerha voltooide versie gebruikt) komt er een in een ‘zwarte zwaanpakje’ gestoken danseres, die met ontbloot bovenlijf een soort kruising tussen de ‘stervende zwaan’ en de ‘flamenco’ danst.

Voor de opera goed en wel begint, nemen er in gala gestoken ‘toeschouwers’ plaats op het toneel, dat in het midden laat of wij nu in een theater of in een circus zitten. Zij (en wij dus ook) worden getrakteerd op het door Longchamp geschreven scheppingsverhaal en de legende van Lilith.

Vervolgens komt er van alles langs, en dan ook eens tegelijk. Wilde dieren, rariteitenkabinet, circusartiesten, travestieten, punks, artiesten, balletdansers. Plus zeer prominent geprojecteerde foto’s en video’s – de schilder uit Lulu is namelijk nu een fotograaf.

Dat alles maakt dat het mij duizelde en ik naar adem moest happen. Ik kon ook de meeste kleine rollen niet  van elkaar onderscheiden wat best verwarrend op mij overkwam.

lulu-barbara-hannigan

Barbara Hannigan (Lulu)

Muzikaal was de avond werkelijk niet kapot te krijgen. Barbara Hannigan is, behalve een fantastische zangeres en dirigent, ook een professionele balletdanseres en die mogelijkheid heeft Warlikowski met beide handen aangegrepen. Hij liet haar zowat de hele tijd op spitzen lopen en dansen (!) en haar in allerlei onmogelijke houdingen wringen. Haar lenigheid overschrijdt ook alle grenzen en is alleen vergelijkbaar met een circusartieste. En zij zong ook nog!

LULU

Dietrich Henschel (Dr.Schön) en Barbara Hannigan Lulu)

Lulu is niet de makkelijkste van alle rollen die er bestaan, niet alleen vanwege de zeer hoge noten (daar weet Hannigan heel goed raad mee), maar ook vanwege de heftigheid van het karakter. De meeste tijd was zij gekleed in een dun en doorzichtig lingeriesetje – zij kan het hebben – en ze maakte alle hevige seksscènes zeer aannemelijk, zonder dat ze ergens ordinair werd. Chapeau! Terecht werd zij beloond met een laaiende ovatie.

lulu_086

Natascha Petrinski (Geschwitz) en Barbara Hannigan (Lulu)

Maar ook de andere zangers waren allemaal voortreffelijk. Natascha Petrinsky (Geschwitz) is als zangeres behoorlijk gegroeid – haar mezzo is stevig en heeft een prachtige warme laagte. Haar smeekbedes aan Lulu waren zeer ontroerend en oprecht. En ook zij is een mooie verschijning met grote acteerkwaliteiten

LULU

Dietrich Henschel (Dr.Schön) en Barbara Hannigan (Lulu)

Dat moet ook gezegd worden van Dietrich Henschel (Dr. Schön en Jack the Ripper). Je hoorde ook dat hij behalve opera- ook een begenadigd liedzanger is, wat hem in zijn rol zonder meer heeft geholpen. Hij had genoeg kleuren tot zijn beschikking om Dr.Schön van alle nuances en twijfels te voorzien en zijn Jack the Ripper was zeer huiveringwekkend.

lulu_036

De Amerikaanse tenor Charles Workman zong zijn eerste Alva en dat deed hij voortreffelijk. Zijn stem is groot en resonerend en hij wist alle valkuilen van de rol te omzeilen en bleef lyrisch, zelfs in de meest heftige passages.

LULU

Barbara Hannigan (Lulu) en Tom Randle (Maler)

Tom Randle zette een zeer overtuigende Maler en Neger neer. Hij beschikt over een enorm charisma, waardoor hij beide rollen van een zeer persoonlijke klank, voordracht en uitstraling kon voorzien.

Het Symfonieorkest van de Munt speelde onder leiding van maestro Paul Daniel een beetje hard, maar geen van de zangers werd overstemd.

Na afloop was er een groot applaus voor de zangers en de musici, maar het productieteam moest het met een gedeeld bravo/boe geroep doen.

De voorstelling is door BelAir opgenomen en op dvd uitgebracht:

Fotomateriaal: (c) B. Uhlig / De Munt La Monnaie)

Bezocht op 14 oktober 2012 in De Munt in Brussel

Voor de productie van Lulu in Amsterdam zie:
LULU van Kentridge

Discografie:
LULU: discografie

Gesprek met Barbara Hannigan:
Barbara Hannigan : “In principe zing ik alles alsof het Mozart is”

In gesprek met Jennifer Larmore

Jenny

Het wilde maar niet opschieten met de zomer in Amsterdam, maar op de middag dat we elkaar in de kantine van De Nationale Opera troffen was het heel erg benauwd. Daar had Jennifer Larmore weinig last van: hoe warmer hoe liever!

Jennifer

Zij was naar onze hoofdstad gekomen om Gräfin Geschwitz te zingen in Lulu van Alban Berg, een rol die zij al eerder vertolkte in Londen en Madrid, in een – door mij zeer bewonderde – productie van Christof Loy. De opera is heftig en haar rol zwaar, maar veel tijd om te rusten had zij niet: tussen de voorstellingen door was zij aan het repeteren voor haar rol van Mère Marie in Les Dialogues des Carmélites van Poulenc.
De zeer complexe rol van de weinig sympathieke, radicale non was nieuw voor haar en zij ging er helemaal voor. Ondanks dat de opera maar één keer werd opgevoerd.

Belcanto

“Jammer is dat wel, want ik vind de muziek ontzettend mooi en de opera ontroert mij oprecht. Maar ik heb er verder geen moeite mee om een nieuwe rol te leren voor slechts één opvoering. Dat heb ik vaker gedaan toen ik opnamen maakte voor Opera Rara. Ik heb toen veel onbekende opera’s ingestudeerd, wetend dat ze waarschijnlijk nooit meer uitgevoerd zouden worden. Maar ik was jong en nieuwsgierig. En zeer ambitieus.
De repetitieperioden waren lang en de opnamesessies werden met een éénmalige concertante uitvoering bekroond. Maar wat een plezier ik er aan heb gehad!

“En bovendien: zonder die opnames had ik waarschijnlijk nooit de kans gehad om opera’s als Elisabetta, regina d’Inghilterra van Rossini of Carlo di Borgogna van Pacini te leren kennen. Laat staan zingen! En de muziek is prachtig!”

Bij het verschenen van

Jenny

Het wilde maar niet opschieten met de zomer in Amsterdam, maar op de middag dat we elkaar in de kantine van De Nationale Opera troffen was het heel erg benauwd. Daar had Jennifer Larmore weinig last van: hoe warmer hoe liever!

Jennifer

Zij was naar onze hoofdstad gekomen om Gräfin Geschwitz te zingen in Lulu van Alban Berg, een rol die zij al eerder vertolkte in Londen en Madrid, in een – door mij zeer bewonderde – productie van Christof Loy. De opera is heftig en haar rol zwaar, maar veel tijd om te rusten had zij niet: tussen de voorstellingen door was zij aan het repeteren voor haar rol van Mère Marie in Les Dialogues des Carmélites van Poulenc.
De zeer complexe rol van de weinig sympathieke, radicale non was nieuw voor haar en zij ging er helemaal voor. Ondanks dat de opera maar één keer werd opgevoerd.

Belcanto

“Jammer is dat wel, want ik vind de muziek ontzettend mooi en de opera ontroert mij oprecht. Maar ik heb er verder geen moeite mee om een nieuwe rol te leren voor slechts één opvoering. Dat heb ik vaker gedaan toen ik opnamen maakte voor Opera Rara. Ik heb toen veel onbekende opera’s ingestudeerd, wetend dat ze waarschijnlijk nooit meer uitgevoerd zouden worden. Maar ik was jong en nieuwsgierig. En zeer ambitieus.
De repetitieperioden waren lang en de opnamesessies werden met een éénmalige concertante uitvoering bekroond. Maar wat een plezier ik er aan heb gehad!

“En bovendien: zonder die opnames had ik waarschijnlijk nooit de kans gehad om opera’s als Elisabetta, regina d’Inghilterra van Rossini of Carlo di Borgogna van Pacini te leren kennen. Laat staan zingen! En de muziek is prachtig!”

Bij het verschenen van Carlo di Borgogna bij Opera Rara werd er in de connaisseurkringen over een “belcanto opname van het millennium” gesproken:

“Di Gioia Sorse Il Di” uit Carlo di Borgogna

“Quant’e grato all’alma mia uit” ‘Elisabetta, regina d’Inghilterra’:

De periode van de (onbekende) belcantorollen heeft Larmore inmiddels achter zich gelaten. “Het werd tijd om dat hoofdstuk af te sluiten. Als je over de veertig bent, ben je geen jong meisje meer. Klaar. En al klinkt je stem nog steeds zo jeugdig en al zing je nog steeds zo goed: nee, het moet geloofwaardig zijn. En blijven.”

Larmore als Rosina in Barbiere del Sevilla in Amsterdam:

(meer…)

Lulu van William Kentridge ging over William Kentridge

Lulu Kentridge

Untitled II (Drawing from Lulu), 2015 by William Kentridge

De grote hoeveelheid publiciteit die regisseur William Kentridge in aanloop naar de première van Lulu bij De Nationale Opera genereerde, bleek van profetische waarde te zijn. Deze Lulu gaat over hem, en veel minder over Berg en de muziek die hij schreef.

Dat Lulu van Alban Berg geen makkelijke opera is weet iedereen die zich er ooit in verdiepte en dan heb ik het niet alleen over de twaalftoonsmuziek.

Ook de hoofdpersoon is moeilijk en ongrijpbaar en de personages om haar heen zijn, op Geschwitz na, verre van sympathiek. Toch wordt de opera best vaak uitgevoerd, wat zonder meer te danken is aan de regiemogelijkheden die het libretto biedt.

Voor de nieuwe Amsterdamse productie heeft men William Kentridge weten te strikken: een icoon uit de hedendaagse visuele kunst die voornamelijk beroemd is om zijn tekeningen, animatiefilms en installaties. De laatste tijd doet hij er ook opera bij.

In aanloop naar de première zijn er in alle media tientallen artikelen, interviews en beschouwingen over en met Kentridge verschenen. Die gingen – voornamelijk – over zijn levensloop, zijn werk, en de situatie in Zuid Afrika, toen en nu. Men was een beetje de componist en zijn schepping uit het oog kwijtgeraakt. Het ging nog maar zelden over Berg en zijn Lulu.

Zo heb ik ook de voorstelling ondervonden. Alle aandacht ging naar de bewegende beelden, filmpjes, tekeningen en de groots geprojecteerde krantenknipsels en –koppen. Het was zonder meer fascinerend en je kwam ogen (maar ook bewuste aandacht) te kort om het allemaal te kunnen bevatten. Maar onder dat visuele geweld raakte de opera zelf ondergesneeuwd.

Lulu-Clärchen-Matthias-Baus-2

Jennifer Larmore (Gräfin Geschwitz), Daniel Brenna (Alwa), Franz Grundheber (Schigolch), Mojca Erdmann (Lulu)

Kentridge maakte de handeling ondergeschikt aan de beelden en als het Koninklijk Concertgebouworkest onder de zeer bekwame leiding van Lothar Zagrosek niet hemels had zitten spelen in de bak, dan was je waarschijnlijk ontgaan dat er ook muziek bij was. De voorstelling ging, net als de media-aandacht vooraf, niet over Lulu, maar over Kentridge en zijn wereld.

In één van zijn interviews zei Kentridge dat de opera gaat over “de breekbaarheid of de onmogelijkheid of de fragmentatie van het verlangen”. Dat is volgens mij de clou: de regisseur wilde (of kon) nergens kiezen welke kant hij eigenlijk uit wilde gaan.
Zijn regieconcept was er geen.

Wat ik hem echter het meeste kwalijk neem, was dat een degelijke personenregie vrijwel volledig ontbrak. De personages kwamen nergens tot leven. Ze waren net als Kentridges tekeningen: vluchtig aangestipt, her en der dik aangezet, maar nergens van vlees en bloed.
Niettemin werd de sfeer – het interbellum ontmoet het Duitse expressionisme bijzonder goed getroffen, wat nog versterkt werd door de vele getekende en geanimeerde portretten van o.a. Berg zelf.

Mojca Erdmann was een zeer mooie en lenige, maar nergens sensueel – erotische Lulu. Haar hoge noten waren onberispelijk, maar nergens kon ik een lijn in haar zang ontdekken. Wat zij deed voelde als zingen van losse klanken.

lulunews

Jennifer Larmore (Gräfin Geschwitz), Mojca Erdmann (Lulu)

Berg hield van Gräfin Geschwitz. Voor haar hart van goud en haar opofferingen beloonde hij haar aan het einde van de derde akte met een heuse aria, die mij altijd aan “Erbarme dich” van Bach doet denken. Het was ook het allereerste moment van de avond dat ik emotie voelde. Jennifer Larmore zong de aria zo hartroerend mooi en met zo veel inleving, dat ik even naar een zakdoekje moest grijpen.

Johan Reuter was een autoritaire Dr. Schön: goed gezongen en geacteerd. Toch voelde ik zijn breekbaarheid niet. Ik rook zijn zweet niet en zijn paranoia in de tweede akte kwam zeer onbegrijpelijk over.

Mojca Erdmann (Lulu),  Daniel Brenna (Alwa)

Mojca Erdmann (Lulu), Daniel Brenna (Alwa)

 Een beetje moeite had ik ook met Alwa van Daniel Brenna. Ik vond zijn stem iets te veel aan lyrische kant (ja, ik weet dat hij inmiddels ook Siegfried heeft gezongen!) en zijn hoogte klonk soms een beetje geknepen.

Mojca Erdmann (Lulu), William Burden (Der Maler)

Mojca Erdmann (Lulu), William Burden (Der Maler)

William Burden was een voortreffelijke Maler. Zijn emoties wist hij goed over te brengen in zijn zang. Des te ontnuchterender was de aanloop naar zijn zelfmoord. Het was alsof hij aankondigde zich te gaan scheren. Maar misschien was dat juist de bedoeling? Ook als de behoorlijk karikaturaal aangezette Neger was hij goed.

Werner van Mechelen was zeer goed op dreef als de dierentemmer en zijn Athleet zong hij zeer gespierd. Dankzij zijn stem-acteren wist hij ook iets van de beweegredenen van de verrader en afperser over te brengen, want ook hier heeft de regisseur het laten afweten.

Met zijn sonore bas zorgde Julian Close (Der Bankier) voor een paar onvergetelijke minuten van zanggenot. Pluimpje ook voor Roger Smeets, die in zijn klein rolletje als journalist heeft bewezen dat kleine rollen soms groot kunnen zijn.

Het was echter Franz Grundheber (77 jaar!) die in zijn rol als Schigolch de show stal.. Alleen al voor zijn fenomenale zang/acteer prestatie was de gang naar het Muziektheater de moeite waard.

Repetitor Ernst Munneke legt uit wat de muziek in Lulu zo bijzonder maakt:

 

Trailer van de productie:

 

alle foto’s:  Clärchen & Matthias Baus

Alban Berg
Lulu
Mojca Erdmann, Jennifer Larmore, Johan Reuter, Daniel Brenna, Franz Grundhebber, Werner van Mechelen, William Burden e.a.
Koninklijk Concertgebouw Orkest olv Lothar Zagrosek
Regie: William Kentridge

Bezocht op 1 juni 2015

Discografie: LULU: discografie

Productie van Warlikowski in Brussel: LULU van Krzysztof Warlikowski. Brussel 2012

Zie ook het interview met Jennifer Larmore: JENNIFER LARMORE

Wozzeck van Kentridge: ‘Wozzeck’ uit Salzburg: veel Kentridge, weinig Berg