Asmik_Grigorian

Jenufa in de Royal Opera

Tekst: Peter Franken

In september 2021 vond een reeks voorstellingen plaats in de Royal Opera van Klaus Guths nieuwe productie van Janáčeks wellicht bekendste opera. Een opname op dvd en Bluray is verschenen op het label Opus Arte.

Asmik Grigorian en Karita Mattila vormen een koninginnenkoppel met een sterke bijdrage van Nicky Spence als de geplaagde Laca. Asmik Grigorian maakte hiermee zowel haar ROH huisdebuut als roldebuut in dit Moravische plattelandsdrama

Guth en zijn decorontwerper Michael Levine plaatsen de handeling in een somber toneelbeeld, ontdaan van folklore. Iemand omschreef het ergens als het midden houdend tussen Duits expressionisme en Strindberg, dat geeft wel idee.

Tegendraads komt kostuumontwerper Gesine Völmm met een overkill aan folklore in de scènes waarin de dorpsbewoners zich in de handeling mogen mengen. De koorleden lijken zo weggelopen uit een etnografisch museum.

Maar de protagonisten gaan in overwegend zwarte 19e eeuwse kledij met Mattila als een griezelig strenge moraalridder. Uiterlijk en kostumering vormen bij haar een natuurlijk geheel en je kan je direct voorstellen dat Steva angst voor haar heeft.

Tijdens de eerste akte zijn er in een u-vorm 18 kleine wooneenheden te zien. Synchroon komen mannen uit het bed, kleden zich aan en vertrekken. De vrouw staat ervoor en schilt aardappels. Aan een draad hangt een object dat een wieg moet voorstellen. Het toont de benauwende eenvormigheid van de wereld waar het drama zich voltrekt.

In de tweede akte leven Jenufa haar stiefmoeder, de Kostelnička, in een kooi: voor hun gevoel door iedereen bekeken en tegelijkertijd door eigen toedoen opgesloten om aan het misprijzen van ‘de anderen’ te ontkomen.

De ‘kosteres’ laat om die reden haar stiefdochter tijdens haar gehele zwangerschap de kooi niet uit. Ze bedoelt het goed maar eigenlijk kan ze zelf de schande die over haar gezinnetje is gebracht niet aan. Silhouetten van figuren die een hybride zijn van loerende vrouwen en kraaien maken het voor haar uiteindelijk ondraaglijk. Haar oplossing is even simpel als radicaal: de pas geboren baby moet verdwijnen voor iemand hem ooit gezien heeft.

Grootmoeder Stařenka Buryjovka wordt vertolkt door de 80-jarige mezzo Elena Zilio. Kap en grime zullen weinig moeite met haar gehad hebben en wat ze te zingen had komt goed over het voetlicht.

Tenor Saimir Pirgu weet zich goed te profileren met de toch wat ondankbare rol van Steva, knap van uiterlijk en met een zilveren lepel in de mond geboren maar niet onder een gelukkig gesternte. Zijn ex-verloofde Karolka spelt het voor ons uit: geen enkel meisje zal nog met hem willen trouwen. Andere bijrollen zijn eveneens goed verzorgd.

De Laca van tenor Nicky Spence is aanvankelijk een pain in the neck voor zijn omgeving, precies wat zijn rol voorschrijft. Zowel door zijn spel als de zang weet hij dit uitstekend over te brengen. Zijn frustratie baant zich uiteindelijk een uitweg in de mishandeling van het meisje dat hij niet kan krijgen. Hij niet dan ook Steva niet.

Die arrogante ijdeltuit wil haar vast niet meer als ze een jaap over haar wang heeft lopen. Daar heeft hij wel gelijk in maar natuurlijk krijgt hij onmiddellijk spijt. Het is het begin van een omslag in zijn gedrag, vanaf dat moment wil hij het alleen nog maar goed maken met Jenufa . Zijn oprechte liefde en zorgzaamheid weet Spence eveneens mooi te tonen. Beide aspecten van zijn personage heeft hij in zijn vingers. Uitstekend gezongen ook.

Mattila is top als de stiefmoeder die haar rol van moreel hoogstaande onkreukbare dorpsnotabele niet weet te rijmen met het echte leven. Doden voor een hoger doel: het redden van reputaties, vooral haar eigen.

Maar net als je haar een akelig einde toewenst (haar verdiende loon) komt ze met een hartverscheurende monoloog waarin alle tegenstrijdige gevoelen en twijfels breeduit worden geëtaleerd. En zowaar heb je als toeschouwers gewoon te doen met dit trieste personage die ook maar gevormd is door haar omgeving.

Asmik Grigorian is wat ingetogen in de eerste akte, haar personage maakt zich terecht veel zorgen. Eventjes breekt bij haar de zon door als blijkt dat Steva niet in dienst hoeft maar direct daarna stort haar wereld in.

In de tweede akte is ze vooral meelijwekkend. Na de dood van haar zoontje zien we haar door kledij en lichaamstaal de kant van haar strenge stiefmoeder opgaan. Grigorian geeft theatraal een complete vertolking, zoals we inmiddels van haar gewend zijn. Ze hoeft haar stem vrijwel nergens voluit te openen wat haar voordracht erg intiem maakt, vooral in de tweede akte. Ook zij heeft een vertwijfelde monoloog, als ze wakker wordt en haar baby nergens kan vinden. Het gaat door merg en been allemaal, prachtig gedaan.

Het koor, ingestudeerd door William Spaulding, verzorgt een keurige bijdrage. De algehele leiding is in handen van dirigent Henrik Nánási. De inbreng van het orkest is lastig te beoordelen vanwege de matige geluidskwaliteit van de opname. Je moet hem kopen om Asmik en Karita aan het werk te zien.

Trailer:



Behind the scenesE

Foto’s van de productie © Tristram Kenton

Warlikowski’s Elektra uit Salzburg op Blue-Ray uitgebracht

Tekst:  Peter Franken

Tijdens de honderdste editie van de Salzburger Festspiele in 2020 ging veel aandacht uit naar een nieuwe productie van Elektra. De Salzburger Festspiele heeft een innige relatie met Richard Strauss en diens opera’s, Elektra en Salome in het bijzonder. Na het enorme succes van Salome met ‘Salzburgs darling soprano’ Asmik Grigorian in de twee voorgaande jaren was het nu de beurt aan Elektra. De regie was toevertrouwd aan Krzystof Warlikowski en voor de titelrol was de Litouwse sopraan Ausrine Stundyte aangetrokken.

Maar zonder Grigorian kon het natuurlijk niet doorgaan; zij vertolkte de rol van Elektra’s jongere zuster Chrysothemis.

Kostuums en decor komen voor rekening van Małgorzata Szczęśniak. Zij benut de volle breedte van het toneel van de Felsenreitschule, waarvan de openingen in de achterwand dicht zijn gemaakt om een besloten ruimte te suggereren.

Een grote doorzichtige kubus figureert als het interieur van het paleis. Daarnaast een ondiep waterbassin, waarin de spelers zo nu en dan rondlopen of hun handen wassen. Het herinnert aan de dood van Agamemnon, die na aankomst uit Troje in het bad door zijn vrouw Klytämnestra is vermoord. De belichting is overwegend rood, de kleur van het vergoten en nog te vergieten bloed. Een acteur die Agamemnon verbeeldt loopt zo nu en dan over het toneel, hij is een hersenspinsel van Elektra.

Warlikowski laat Klytämnestra in een proloog vertellen dat ze de dood van haar dochtertje Iphigeneia heeft gewroken door Agamemnon te vermoorden. Het is een bewerkte tekst van haar monoloog in de Oresteia.

Pas daarna laat dirigent Franz Welser-Möst het orkest inzetten. Afgezien van die proloog volgt Warlikovski het libretto nauwgezet. De enige kleine toevoeging die hij zich veroorlooft is een hint van seksueel contact van Aegisth met zijn stiefdochters. De zeer gemakkelijk zingende Michael Laurenz wordt in zijn korte optreden getoond als gladde man waarachter een sexual predator schuil zou kunnen gaan en zijn stiefdochters spelen daar nadrukkelijk op in om geen argwaan te wekken. Hij moet vooral niet weten dat het geheel en al mis is in zijn huis, na de onverwachte komst van Orest.

Deze ziet er allerminst uit als iemand die kan moorden. Een beetje sullige figuur, wat wordt benadrukt door zijn Fair Isle-trui. Als hij zijn goddelijke plicht heeft vervuld, is hij zichtbaar geheel van de kook en wandelt met een zenuwtrek langs het publiek de zaal uit. Derek Welton weet veel eer in te leggen met zijn vertolking van de gedoemde koningszoon. De opvallend taaie Chrysothemis mag de rommel opruimen. We zien haar in de weer met lakens die over de lijken worden gelegd en ze wast vervolgens het lichaam van haar dode moeder. Elektra is in wezen buiten de handeling gebleven, de climax voltrekt zich buiten haar om. Ze leefde al die tijd in het verleden en in de toekomst; in het heden functioneert ze niet. Ze gooit een handvol pillen naar binnen om zelfmoord te plegen, alles is nu immers voorbij.

Tanja Ariane Baumgartner is een heel behoorlijke Klytëmnestra. Acterend zet ze een vrouw neer die wanhopig wordt van de slechte nachten die ze heeft, waarin de meest vreselijke dromen haar achtervolgen. Ze oogt als een verlopen Hollywood-queen, Cruella Devil op leeftijd. Zingend weet ze op mij geen grote indruk te maken.

Heel anders is het gesteld met de wijze waarop Asmik Grigorian de tweede dochter Crysothemis gestalte weet te geven. Gekleed in een lila gekleurd leren setje met daaronder een felrode beha om haar verlangen naar een ‘Weiberschicksal’ te benadrukken medieert ze tussen Elektra en haar moeder zonder zichzelf aan één van die twee over te leveren. Deze Crysothemis is net als Elektra beschadigd door het verleden, maar weet zich beter staande te houden. De indruk wordt gewekt dat ze tenminste ook nog even heeft geholpen bij de moord op Aegisth. Vocaal levert Grigorian het soort bijdrage dat inmiddels haar visitekaartje is geworden, waarmee ze veel aandacht weghaalt bij de twee andere vrouwen.

Ausrine Stundyte is opvallend ingetogen als Elektra. Ze kan de rol vocaal goed aan, maar lijkt de gebruikelijke climaxen te schuwen. Merkwaardig genoeg wordt de handeling in deze productie vooral bepaald door de andere protagonisten, zelfs Orest stelt haar een beetje in de schaduw. Het bevestigt het beeld van een vrouw die in het heden bijna onzichtbaar is – op zich mooi gedaan.

De Wiener Philharmoniker is in zijn element: Strauss’ Elektra in de Felsenreitschule, dat is voor deze musici bijna het favoriete uitje. Dat deze voorstelling in 2020 kon plaatsvinden is een fenomeen op zich. De opname is alleen al om die reden de moeite waard. Punt van kritiek is dat er veel gebruikgemaakt wordt van een camera achter in de zaal, waardoor voortdurend een deel van het publiek en het volledige orkest in beeld komen. Hier zullen de coronabeperkingen wel een rol hebben gespeeld.

foto’s © Bernd Uhlig | Salzburger Festspiele

Tribute to Gegam Grigorian.

Text: Peter Franken

 

Armenian tenor Gegam Grigorian died in 2016 shortly after his 65th birthday. Today he would have turned 70. For that reason, a memorial performance took place on 28 January in the Mariinsky Theatre where Grigorian achieved so many great successes under Gergiev in the 1990s. His now world-famous daughter Asmik sang the role of Lisa in Pique Dame, the opera in which her father so often starred as Herman.

For over 20 years, after travel restrictions were lifted due to the collapse of the Soviet Union, Grigorian had an unparalleled international career that took him to all the leading opera stages. He sang almost every major tenor role in the Russian repertoire, but also many others. His Italian repertoire included Radames, Renato, Don Carlo, Alfredo, Il Duca, Manrico, Otello, Pinkerton, Loris, Cavaradossi, Pollione, Count Almaviva, Maurizio, Canio and Turridu.

I am not sure that I have ever heard him sing live. In 1996, Gergiev came to The Hague with the Mariinsky for two performances of Prince Igor, a production that he had recorded for Philips. On this recording Grigorian sang Vladimir Igoryevich, but I cannot find out if he was actually present in The Hague. On other recordings that I possess, he sings Pierre Besuchow in War and Peace and Don Alvaro in La forza del Destino.

But in view of the choice that the Mariinsky made for the memorial concert, I thought it appropriate to take another look at the 1992 recording of Pique Dame. It is a live performance from the Mariinsky under a very young Valery Gergiev. The credits still refer to the Kirov Opera, as the performance took place shortly after the revolution.

pique-gergiev

Yuri Temirkanov’s production is extremely classical, both in terms of the costumes from the time of Catherine the Great and the manner of staging. Everything is done exactly as prescribed by the libretto, down to the smallest details. The cast is representative for the top quality that characterised the company in those days; there are the big names in all the leading roles.

There is the luxurious cast of Olga Borodina as Pauline and Sergei Leiferkus as Count Tomsky. Leiferkus is emphatically present; you can hardly ignore him because of his somewhat ‘over the top’ costume. His two arias about the three cards and the little birds that are allowed to sit on his branch are performed with humour and verve.  Ludmilla Filatova as the Countess is rather a caricature, especially when she is given a nightcap to wear. Vocally, her contribution is adequate. The same applies to Alexander Gergalov’s Prince Yeletsky who, all considered, has only one chance to make himself heard. His declaration of love is moving, but Lisa walks away without any perceptible reaction immediately after the last note.
Lisa is sung by Maria Gulegina, and she gives an excellent performance. In her big solo in the last act, she does have to force herself a bit, but that may be blamed on the composer rather than the soprano. I would have liked to hear Asmik in this role; if anyone can handle these passages well, it is she.

But the reason I am reviewing this DVD is, of course, the Herman of the company’s star tenor at the time, Gegam Grigorian. He is 42 years old and in very good shape, Hochform as they say in Germany. His simple black costume, a kind of uniform, makes him stand out from the other men, who look a bit like tropical ornamental birds in a cage. This makes him instantly recognizable as an outsider. For that matter, Lisa’s dress is also remarkably sober, so simple indeed that she also stands out from her own entourage and thus is immediately paired up visually with Herman.

 

Grigorian’s Herman gets more and more touching towards the end. First he leaves his troubled Lisa to her fate and then he enters the gaming room. His behaviour is that of someone almost haunted, he is no longer in control of himself. After his winning card, the seven, he sings ‘What is our life? A game’. He is about to make a fortune, but it does not really matter to him any more. The death scene at the end, where, with his last breath, he asks Prince Yeletsky for forgiveness, reminds me of Fedora in the opera of the same name that I saw in Stockholm with daughter Asmik in the leading role. Gegam once sang the role of Fedora’s lover Loris.

I am determined to see his Forza del Destino again, not only because Grigorian sings Don Alvaro, but also because of the director of this production: the recently deceased Elijah Moshinsky. Also someone who will be sorely missed.

Grimmig en hartverscheurend mooi: De Tovenares van Tsjaikovski

Charodeyka (De Tovenares) was de zevende van de negen opera’s van Tsjaikovski, gecomponeerd tussen Mazeppa en Schoppenvrouw. De tot voor kort weinig bekende opera is inmiddels aan zijn zeer verdiende inhaalmanoeuvre begonnen. In de 2011 werd het werk bij onze Vlaamse buren gepresenteerd en in september 2014 regisseerde Christoph Loy haar in Wenen. De productie had een bijzonder sterke bezetting (bestaat er eigenlijk een opname van?), met in de hoofrollen Asmik Grigorian, Agnes Zwierko, Hanna Schwarz en de Nederlandse bariton Martijn Cornet.

In 2011 verscheen op Melodiya een nieuwe opname van de opera, met allemaal onbekende zangers onder leiding van een even onbekende dirigent: Gennady Provatorov. Het is een zeer welkome uitgave, want, voor zover ik weet bestond er tot die tijd maar één opname van (maar dan wel onder  Samuil Samosud en mét Georgiy Nelepp!) en die stamde uit 1954.


De muziek is behoorlijk grimmig maar hartverscheurend mooi en de uitvoering is zonder meer excellent. Het verhaal over een van tovenarij beschuldigde mooie jonge vrouw, liefdesdriehoek, geheime passies, corruptie en omkoperij is niet makkelijk te volgen. Het is dan ontzettend jammer dat in het dun boekje alleen synopsis is afgedrukt en geen libretto. Desalniettemin: zeer aanbevolen. (MEL CD 10 01811)


Castellucci’s Salome from Salzburg released on DVD and Blu-ray

Salome Asmik coverBy Peter Franken

Romeo Castelluci’s production of Salome was a remarkable success at the Salzburg Festival in 2018. Not least because of the phenomenal interpretation of the title role by Asmik Grigorian. The premiere was broadcast live on TV and, supplemented with material recorded during two subsequent performances, recently released on DVD and Blu-ray. Last summer, the production was repeated three times, again with great success, after which the visitors could have their previously purchased copies signed by Frau Grigorian.

A production by Romeo Castelluci is in fact a Gesamtkunstwerk. He directs and designs the costumes and the scenery. Only for the choreography does he allow someone else into his world. Castellucci is said to be not so much a director of persons as one who stages the entire space. His Salome therefore does not lend itself very well to wide-ranging interpretations, but can best be experienced as it is.

The broad, shallow stage of the Felsenreitschule is used in its entirety. The arches in the back wall have been closed, so that the audience is looking at a closed, greyish back wall, which contributes to the oppressive atmosphere. The stage is empty, with the exception of a number of gold-coloured objects, which sometimes play a role in the action, sometimes not.

The floor is shiny gold, making the light reflect in such a way that the players seem to be standing behind a transparent curtain. This is a small disadvantage of a recording in HD, the public in the auditorium did not notice it, as I know from my own experience. A large opening in the floor gives access to the cistern where Jochanaan is kept prisoner.

The costumes are fairly uniform: men in dark suits with faces partially painted in red. It is difficult to distinguish between the different characters; all of them are merely secondary figures in the drama that takes place between the three protagonists. Herodias, with green makeup, is also emphatically kept in the background.

Salome appears in a white dress holding a royal white cloak with a crown in her hand.  A red spot suggests that she is menstruating, emphasizing that although she is unmarried, she has more than reached the age of marriage. Moreover, this makes her extra untouchable for the prophet; she is in all respects an impure woman. When Narroboth gives in and has the Prophet brought up, he remains largely shrouded in darkness. We only see a black shadow. Salome speaks to him, he answers and curses her.

So far, the libretto is followed fairly closely. But after Jochanaan has retreated to his dungeon, the action takes a remarkable turn. During the overwhelming musical interlude, Salome lies on her back and performs a complex, erotically tinted ballet with her legs. Cindy van Acker’s choreography is sublime and the mastery with which Grigorian performs this ballet is phenomenal. The eroticism of course relates to the excitement generated by the encounter with the prophet. He grossly rejected her and even cursed her, an entirely new experience for this luxurious creature. At the same time, a horse wanders around the cistern, a reference to the fascination of young girls with large animals. A bit of a cliché, but very effective.

Sallome asmik-grigorian-r-castellucci-rezisuotoje-salomejoje-5b6078eedf35d

Salzburgerfestspiele © ruth waltz

On the front curtain the text “Te Saxo Loquuator” was written, meaning “what the stones may say to you”. Castellucci uses this reference to the supposed strenghth and power of stones to give a different meaning to Salome’s dance. At the beginning she is hidden from view by a group of extras and suddenly appears lying almost naked in a fetal position on a golden block, on which SAXO is written in large letters.

During the musical intermezzo, a large block slowly descends from above and threatens to crush her. Instead, however, Salome is enveloped by the descending block, hidden from view. She has turned to stone, a gem, but still. The enormity of what she intends to do has made her an undead in advance.

Dramaturge Piesandra di Matteo gives the following explanation:  „In ihrer Eigenschaft als Objekt verweigert sich die Figur“, so erlischt der Trieb, wodurch sich neues Potenzial erschließt.“  Be that as it may, the above mentioned ‘ballet’ clearly ends with the suggestion of an orgasm, so ‘Trieb’ will play less of a role by now. There is no longer any question of revenge sex with the head, it is now about the revenge of ‘a woman scorned’.

Opera singer Grigorian performs during a dress rehearsal of Richard Strauss' opera "Salome" in Salzburg

Opera singer Asmik Grigorian performs as Salome during a dress rehearsal of Richard Strauss’ opera “Salome” in Salzburg, Austria July 24, 2018. Picture taken July 24, 2018. REUTERS/Leonhard Foeger

While Herod wringing his hands tries to get Salome to change her mind, she bathes in a large puddle of milk. He gives in, but instead of Jochanaan’s head Salome does not unexpectedly first receive a horse’s head and only later the body of the dead prophet. Salome’s final monologue is directed at Jochanaan’s torso. She also briefly puts the horse’s head on it. Finally she goes down into a second cistern and we only see her head when Herod gives the order to kill her.

Salome really is an orgy of sound and visuals, an overwhelming theatre play. And it only really comes into its own when there is a Salome on stage who is in charge of everything and everyone, including the huge orchestra, no matter how loud they play. This makes Asmik Grigorian the ideal Salome. She has a large voice, with which she is able to cut through the orchestra at any moment, without forcing it for a single moment. A Salome should have everything: an Isolde, but also a Chrysothemis and a Zdenka. With her clear, agile voice, Grigorian can convincingly perform these different types. What makes her a unique interpreter of the famous title character, however, is her ability to make singing and acting an organic whole.

John Daszak is vocally a strong Herod, but cannot make much of an impression: it’s all about Salome here. Even Jochanaan remains, literally, in her shadow. Bass-baritone Gabor Bretz is above all a strongly singing shadow. The only time he appears is when he is sprayed clean with a garden hose by a couple of helpers.

The Vienna Philharmonic Orchestra, the house orchestra of the Salzburger Festspiele, under the direction of Franz Welser-Möst, provides a hugely successful musical support, claiming the leading role here and there during the interludes.

This recording by (C-major 801704) is an absolute must for lovers of this masterpiece by Richard Strauss.

Trailer of the production:

Asmik Grigorian, John Daszak, Anna Maria Chiuri, Gábor Bretz, Julian Prégardien
Vienna Philharmonic Orchestra conducted by Franz Welser-Möst
Directed by: Romeo Castelluci

In Dutch:
Castellucci’s Salome op dvd en Bluray uitgebracht

Translated with http://www.DeepL.com/Translator

Castellucci’s Salome op dvd en Bluray uitgebracht

Tekst: Peter Franken

Salome Asmik cover

Romeo Castelluci’s productie van Salome was een opzienbarend succes tijdens de Salzburger Festspiele van 2018. Niet in de laatste plaats vanwege de fenomenale vertolking van de titelrol door Asmik Grigorian. De première werd live uitgezonden op tv en, aangevuld met materiaal dat werd opgenomen tijdens twee volgende voorstellingen, recent uitgebracht op dvd en Bluray. Afgelopen zomer werd de productie voor drie voorstellingen hernomen, wederom met groot succes, waarbij de bezoekers na afloop hun tevoren aangeschafte exemplaar door Frau Grigorian konden laten signeren.

Een productie van Romeo Castelluci is feitelijk een totaalkunstwerk. Hij voert de regie en ontwerpt de kostuums en het decor. Alleen voor de choreografie laat hij iemand anders toe in zijn wereld. Van Castellucci wordt wel gezegd dat hij niet zozeer personen regisseert als wel de totale ruimte ensceneert. Zijn Salome leent zich zodoende niet erg voor wijdlopige interpretaties, maar kan het beste gewoon ondergaan worden.

Het brede, ondiepe toneel van de Felsenreitschule wordt in zijn geheel benut. De bogen in de achterwand zijn dichtgemaakt, waardoor het publiek naar een gesloten, grijsgrauwe achterwand zit te kijken, wat bijdraagt aan een sfeer van beklemming. Het toneel is leeg, op een aantal goudkleurige objecten na, die soms wel, soms niet een rol in de handeling spelen.

De vloer is goud glimmend waardoor het licht zodanig reflecteert dat de spelers achter een doorzichtig gordijn lijken te staan. Dat is een klein nadeel van een opname in HD, het publiek in de zaal merkt daar niets van, zo weet ik uit eigen ervaring. Een grote opening in de vloer geeft toegang tot de cisterne waarin Jochanaan zich bevindt.

De kostuums zijn tamelijk eenvormig: mannen in donkere pakken met gedeeltelijk rood geschminkte gezichten. Het is moeilijk de verschillende personages te onderscheiden; allen zijn slechts bijfiguren in het drama dat zich voltrekt tussen de drie protagonisten. Ook Herodias, met groene schmink, wordt nadrukkelijk op de achtergrond gehouden.

Salome komt op in witte jurk met in haar hand een koninklijke witte mantel met een kroontje.  Een rode vlek suggereert dat ze menstrueert, waarmee wordt benadrukt dat ze weliswaar ongetrouwd is, maar de huwelijkse leeftijd ruimschoots heeft bereikt. Bovendien maakt dit haar extra onaanraakbaar voor de profeet; ze is in alle opzichten een onreine vrouw. Als Narroboth toegeeft en de profeet naar boven laat halen, blijft deze grotendeels in het duister gehuld. We zien slechts een zwarte schim. Salome spreekt hem toe, hij antwoordt en vervloekt haar.

Tot zover wordt het libretto vrij nauwkeurig gevolgd. Maar nadat Jochanaan zich weer in zijn kerker heeft teruggetrokken, neemt de handeling een opmerkelijke wending.Tijdens het overdonderende muzikaal tussenspel ligt Salome op haar rug en voert een complex, erotische getint ballet uit met haar benen. De choreografie van Cindy van Acker is subliem en de beheersing waarmee Grigorian dit ballet uitvoert is fenomenaal. De erotiek heeft uiteraard betrekking op de opwinding die de ontmoeting met de profeet heeft teweeggebracht. Hij heeft haar op grove wijze afgewezen en zelfs vervloekt, een geheel nieuwe ervaring voor dit luxe wezentje. Tegelijkertijd loopt er een paard rond in de cisterne, een verwijzing naar de fascinatie van jonge meisjes met grote dieren. Wel een beetje clichématig, maar heel effectief.

Sallome asmik-grigorian-r-castellucci-rezisuotoje-salomejoje-5b6078eedf35d

Salzburgerfestspiele © ruth waltz

Op het voordoek was bij aanvang te lezen: “Te Saxo Loquuator”, wat zoveel betekent als “wat de stenen je kunnen zeggen”. Castellucci gebruikt die verwijzing naar de veronderstelde kracht en macht van stenen om Salome’s dans een andere betekenis te geven. Ze wordt tijdens het begin hiervan aan het zicht onttrokken door een groep figuranten en blijkt dan plotseling vrijwel naakt in de foetushouding op een goudkleurig blok te liggen, waarop in grote letters SAXO staat.

Tijdens het muzikale intermezzo daalt langzaam een groot blok van boven neer en dreigt haar te verpletteren. In plaats daarvan wordt Salome echter door het neerkomende blok omhuld, aan het gezicht onttrokken. Ze is tot steen geworden, weliswaar een edelsteen, maar toch. De enormiteit van wat ze zich heeft voorgenomen, heeft haar op voorhand tot een ondode gemaakt.

Dramaturge Piesandra di Matteo geeft de volgende verklaring: „In ihrer Eigenschaft als Objekt verweigert sich die Figur“, so erlischt der Trieb, wodurch sich neues Potenzial erschließt.“ Hoe het ook zij, het boven genoemde ‘ballet’ eindigt duidelijk met de suggestie van een orgasme, dus ‘Trieb’ zal inmiddels minder een rol spelen. Van wraakseks met het hoofd is niet langer sprake, het gaat nu om de wraak van ‘a woman scorned’.

Opera singer Grigorian performs during a dress rehearsal of Richard Strauss' opera "Salome" in Salzburg

Salzburgergfestspiele © ruth waltz

Terwijl Herodes handenwringend probeert Salome op andere gedachten te brengen, baddert zij wat in een grote plas melk. Hij geeft toe, maar in plaats van het hoofd van Jochanaan ontvangt Salome niet geheel onverwacht eerst een paardenhoofd en pas later het lijf van de gedode profeet. Haar slotmonoloog richt Salome tot Jochanaans romp. Ze zet er ook nog even het paardenhoofd op. Ten slotte laat ze zich afzakken in een tweede cisterne en zien we nog slechts haar hoofd als Herodes het bevel geeft haar te doden.

Feitelijk is Salome een orgie van geluid en visuele ervaring, een overweldigend theaterstuk. En dat komt pas echt goed tot zijn recht als er een Salome op het toneel staat die alles en iedereen de baas is, ook het enorme orkest, hoe luid ze ook spelen. Dat maakt Asmik Grigorian tot de ideale Salome. Ze heeft een grote stem, waarmee ze op elk moment door het orkest heen weet te snijden, zonder dat het ook maar een moment geforceerd klinkt. Een Salome moet alles in huis hebben: een Isolde, maar ook een Chrysothemis en een Zdenka. Met haar heldere, wendbare stem kan Grigorian die verschillende types overtuigend ten gehore brengen. Wat haar echter tot een unieke vertolker van de beroemde titelfiguur maakt, is haar vermogen zingen en acteren tot een organisch geheel te maken.

John Daszak is vocaal een sterke Herodes, maar kan verder weinig indruk maken: alles draait hier om Salome. Zelfs Jochanaan blijft, ook letterlijk, in haar schaduw. Bas-bariton Gabor Bretz is vooral een sterk zingende schim. De enige keer dat hij goed in beeld komt, is als hij door een stel hulpkrachten met een tuinslang wordt schoongespoten.

De Wiener Philharmoniker, het huisorkest van de Salzburger Festspiele, zorgt onder leiding van Franz Welser-Möst voor een zeer geslaagde muzikale ondersteuning, hier en daar de hoofdrol opeisend tijdens de tussenspelen.

Deze opname door (C-major 801704) is een absolute aanrader voor liefhebbers van dit topwerk van Richard Strauss.

Trailer van de productie:

Asmik Grigorian, John Daszak, Anna Maria Chiuri, Gábor Bretz, Julian Prégardien
Wiener Philharmoniker olv Franz Welser-Möst
Regie: Romeo Castelluci

Asmik Grigorian als Fedora: verismo op zijn best.

Tekst: Peter Franken

 

Aan de Koninklijke Opera in Stockholm ging op 10 december 2016 jaar een nieuwe productie van Fedora in première. Asmik Grigorian triomfeerde in de titelrol.

 

2 Fedora

Umberto Giordano componeerde Fedora in 1898, ruim een jaar na zijn grote succes Andrea Chenier. Van de ruim tien opera’s die Giordano schreef zijn dit de twee die repertoire hebben gehouden, al moet gezegd dat Fedora lange tijd een marginaal bestaan heeft geleid. Maar de voorbije 25 jaar mag het werk zich weer in de belangstelling van grote operahuizen verheugen met voorstellingen in onder meer Milaan, Wenen en New York.

MEV-11679926 - © - © The Michael Diamond Collection / Mary Evans Pict

Het libretto van de hand van Arturo Colautti is gebaseerd op het toneelstuk Fédora van Victorien Sardou, de toneelschrijver die in 1887 al eens succes had met La Tosca, in 1900 op het operatoneel gebracht door Puccini. Beide stukken draaien om een verliefde vrouw die ongewild haar geliefde in levensgevaar brengt.

Prinses Fedora is een rijke Russische weduwe die op het punt staat in het huwelijk te treden met graaf Vladimir Andrejevich, een losbol die haar bedriegt met een andere vrouw. Als zij hem de avond voor het huwelijk komt opzoeken in zijn woning, is hij afwezig. Kort daarna wordt hij echter zwaargewond binnengebracht en overlijdt nog diezelfde nacht. Zij zweert hem te zullen wreken.

Hieronder een opname uit 1903: Gemma Bellincioni, de allereerste  Fedora zingt ‘O grandi occhi lucenti’

Graaf Loris Ipanov wordt direct verdacht van de moord op Fedora’s aanstaande en hij vlucht naar Parijs. Fedora betrekt daar een woning en als belangrijk persoon binnen de Russische expat community kost het haar weinig moeite hem in te palmen. Voor ze de Russische geheime politie op hem afstuurt wil ze echter zekerheid hebben of hij werkelijk de gezochte moordenaar is.

Caruso

In een emotioneel gesprek verklaart Loris haar zijn liefde, die zij afwijst. Zijn repliek is dat de liefde zelf haar verbiedt om te weigeren: ‘Amor ti vieta’. Deze korte aria is het enige gedeelte van de opera dat grote bekendheid geniet. Caruso zong het bij de première op 17 november 1898:

Omdat Loris niet ontkent Andrejevich te hebben gedood geeft Fedora hem aan bij de autoriteiten in Rusland. Haar brief gaat nog dezelfde avond mee met een gereedliggend schip. Als Loris haar de volgende dag confronteert met bewijzen dat Andrejevich haar bedroog, en wel met Loris’ eigen geliefde, krijgt Fedora direct spijt van haar poging tot wraakneming. Loris had Andrejevich betrapt, deze had op hem geschoten waarop Loris het vuur had beantwoord. Complicatie is verder dat Fedora inmiddels verliefd is geworden op Loris en hem uit handen van de politie wil houden.

Het verliefde stel vlucht naar Zwitserland en alles gaat goed tot Fedora te horen krijgt dat de broer van Loris is opgepakt op verdenking van medeplichtigheid aan wat men voor een politieke moord houdt. Hij is in zijn cel overleden waarop zijn moeder is gestorven aan een hartaanval. Daarmee is Fedora indirect verantwoordelijk voor twee doden in Loris’ familie.

Als deze bericht krijgt dat de brief van een vrouw deze gebeurtenissen heeft veroorzaakt, zweert hij zich op haar te zullen wreken. Fedora maakt zich na enige aarzeling bekend als degene die hij zoekt maar ondanks haar smeekbeden weigert hij haar te vergeven. Ze pleegt zelfmoord door gif in te nemen, Loris vertwijfeld achterlatend.

Gepantserde prinses

Regisseur Cristof Loy is er met zijn team in geslaagd een goed ogende voorstelling te maken die het verhaal volledig recht doet. Met uitzondering van Fedora loopt iedereen in min of meer eigentijdse kledij rond, maar voor het overige is de gehele enscenering trouw aan het tijdsbeeld: prerevolutionair Rusland, een Russische expat salon met Poolse pianovirtuoos, fietsen als nouveauté etc.

1 Fedora

Fedora is in de eerste akte gekleed in chique lange jurk met bontstola en draagt een blonde pruik. In de tweede akte is dat een cocktail dress en draagt ze aanvankelijk een rossige pruik. Daarna zien we de zwartharige Asmik Grigorian zonder pruik. Zodoende wordt het personage als het ware afgepeld van een gepantserde prinses tot een gewone vrouw.

3 Fedora

Een grote lijst achter op het toneel toont videobeelden van de handeling. Als iemand even het toneel verlaat krijgt de toeschouwer te zien wat die persoon daar aantreft. Zo kijken we met Fedora naar de stervende Vladimir. Later verandert het raamwerk in een grote opening waardoor op het achtertoneel de party in Fedora’s Parijse salon te zien is. Zodoende wordt de alles bepalende discussie tussen Fedora en Loris op het voortoneel mooi uitgelicht.

Asmik Grigorian

Deze uit Litouwen afkomstige sopraan speelde Fedora bij wijlen als een tijgerin met klinkende stem, maar wisselde dat af met een prachtig portret van een onzekere vertwijfelde vrouw. Met hoog oplopende emoties zette ze een ware veristische heldin neer. Haar sterfscène was van een heftigheid die deed denken aan Magda Olivero’s vertolking van de rol. Schitterend gespeeld en zo mogelijk nog beter gezongen. Zij die haar gehoord hebben als Rachel in La Juive weten wat voor een geluid uit deze fantastische sopraan kan komen, zo ook hier als Fedora. Brava, brava, brava!

Loris Ipanov werd uitstekend vertolkt door de Italiaanse tenor Andrea Carè. Carè was goed opgewassen tegen het zang- en acteergeweld van Grigorian en oogste het eerste open doekje van de voorstelling met zijn ‘Amor ti vieta’.

Andrea Caré en Asmik Grigorian:

Grote bijrollen waren er voor de Franse diplomaat De Siriex, mooi neergezet door Ola Eliasson, en voor gravin Olga Sukarev. Sofie Asplund maakte met prima zang maar vooral met fantastisch lenig acteerwerk een echte party animal van Olga. Vlinderend van de ene man naar de ander eiste ze alle aandacht op en zodra dat even niet lukte, bijvoorbeeld na het Russische folksong intermezzo van De Siriex, kreeg ze de pest in en zette dan onmiddellijk alle zeilen bij om de aandacht weer op zich gevestigd te krijgen: ‘It’s about ME, ME, ME!’

4 Fedora

De overige rollen en de bijdrage van het koor waren goed verzorgd. De Koninklijke Hofkapel stond onder de leiding van Tobias Ringborg, die met dit orkest een bijna perfecte weergave van het werk wist te brengen. Groot compliment.

Ik was er speciaal voor naar Stockholm gereisd – Fedora en Asmik op één avond, dat wil je niet missen. Het was alleszins de moeite waarde, een fantastische avond en na afloop was ik ‘très ému’. Dat is verismo op zijn best.

Trailer van de productie:

Deze recensie is (met kleine aanpassingen) eerder verschenen op Place de l’Opera:

https://www.operamagazine.nl/featured/38841/fedora-in-stockholm-verismo-op-zijn-best/

Foto’s: © Monika Rittershaus en Matthias Horn

Is verismo dood? Deel 2: Plácido Domingo als Andrea Chénier en Loris Ipanov

‘Wozzeck’ uit Salzburg: veel Kentridge, weinig Berg

Asmik Grigorian steelt de show als Marie in uitmuntende WOZZECK

‘Wozzeck’ uit Salzburg: veel Kentridge, weinig Berg

Wozzeck Kentridge dvd

Kort door de bocht: William Kentridge’s productie van Alben Bergs Wozzeck gaat over de eerste Wereldoorlog en dat gaat gepaard met veel gasmaskers. Zelfs het kind van Marie en Wozzeck (hier een houten pop) heeft er één, op plaats van zijn gezicht. Wie de componist en zijn curriculum vitae kent weet wat voor een trauma die periode hem heeft bezorgd, maar de oorlog, die zit er in de opera gewoon niet in.

Kentridge ziet parallellen tussen ‘Die letzten Tage der Menschheit’ van Karl Kraus (1915-1922) en Büchners ‘Woyzeck’ (1837), maar zijn die er wel? Het – waargebeurde – verhaal over de jonge soldaat Woyzeck, die in 1824 ter dood werd veroordeeld voor de moord op zijn vriendin werd door Georg Büchner in een toneelstuk verwerkt.

De bijna honderd jaar verlate première in 1913 werd ook door Alban Berg bezocht. Hij raakte er zo onder de indruk dat hij prompt besloot om daar een opera van te maken. Liefde, jaloezie, armoede, afgunst, wanhoop… noem het op en het zit er in. Behalve de oorlog dan.

De productie is echt des Kentridge’s. Wie zijn Lulu in Amsterdam heeft gezien weet wat hem te wachten staat. Overdaad aan visuele beelden gaan hand in hand met de alomtegenwoordigheid van video-projecties, een grote fixatie van de regisseur. Spannend is het wel maar …  Maar het is zo verschrikkelijk voorspelbaar!

Gelukkig valt er muzikaal veel te genieten. Matthias Goerne is een prima Wozzeck die door dat gedoe op de bühne zijn innerlijkheid en verscheurdheid – optisch – helaas verliest. Geen betere Marie tegenwoordig dan Asmik Grigorian. Temperamentvol, sensueel, uitdagend maar ook zo ontroerend!

Frances Pappas is een zeer goede Margret, John Daszak een heerlijk oversekste Drum Major en Mauro Peter een mooie Anders. De prachtige bas Jens Larsen zet een zeer overtuigende Doktor neer en Gerhard Siegel is een voortreffelijke Hauptmann.

Het Wiener Philharmoniker klinkt onder leiding van Vladimir Jurowski voornamelijk lyrisch.

Hieronder trailer van de productie:

 

Matthias Goerne, Asmik Grigorian, Gerhard Siegel, Jens Larsen, John Daszak, Mauro Peter e.a.
Wiener Philharmoniker olv Vladimir Jurowski
Regie: William Kentridge
Harmonia Mundi HMD 989053.54 (DVD + Blu-Ray)

Zie ook: LULU van Kentridge

WOZZECK ZaterdagMatinee

Discografie van Wozzeck: ALBAN BERG: Wozzeck. Discografie.

Asmik Grigorian steelt de show als Marie in uitmuntende Wozzeck

Florian Asmik-Grigorian-c-Rytis-Seskaitis-768x512

Asmik Grigorian foto: Rytis Seskaitis

Het is een waargebeurd verhaal. In 1824 werd de soldaat Johann Christian Woyzeck schuldig bevonden aan de moord op zijn vriendin Johanna Christiane Woost en ter dood veroordeeld. Op de markt van Leipzig werd het vonnis voltrokken: Woyzeck werd met het zwaard gedood. Aan de veroordeling ging een brede maatschappelijke discussie vooraf (sociale media avant la lettre?). Men vroeg zich af of Woyzeck toerekeningsvatbaar kon worden verklaard.

Het verhaal heeft de jonge Duitser Georg Büchner geïnspireerd tot het schrijven van zijn toneelstuk, dat onafgemaakt is gebleven: Büchner is in 1837 op 24-jarige leeftijd aan tyfus overleden. Het manuscript werd pas in 1879 gedrukt, het toneelstuk moest tot 1913 wachten tot het op de planken werd gebracht. Componist Alban Berg bezocht het toneelstuk een jaar later in Wenen en besloot er een opera van te maken. Door het uitbreken van de oorlog duurde het een paar jaar eer hij de partituur had voltooid, de première in 1925 in Berlijn was een overweldigend succes.

“Fragmentarisch, hallucinerend en uiterst pessimistisch”. Zo werd het toneelstuk omschreven en zo is de opera ook. Dit werk – misschien wel de aangrijpendste opera van de vorige eeuw – weet zich immer te vergezellen van een evenredige ongenaakbaarheid. De muziek is zeer expressief en niet in één definitie samen te vatten: Berg gebruikte zowel de dodekafonie als de zoetste vioolklanken, en wisselde het sprechgesang af met melancholieke “aria’s”.

Meesterwerk of niet (meesterwerk!): alles staat of valt met de uitvoering. Wat dat betreft hebben we geen reden tot klagen: de uitvoering van ZaterdagMatinee op 4 juni kan tot de absolute top gerekend worden. Dat het zo geweldig werd is voornamelijk aan de zangers te danken. En aan de dirigent, al had hij het orkest bij sommige scenes wat zachter mogen laten spelen.

Er waren ook een paar minpunten. Zo vond ik het constante geloop van de zangers (en van de orkestleden!) bij vlagen behoorlijk irritant: het was storend en het leidde de aandacht af. Logisch was het ook niet, want soms was de zanger al de bühne af, terwijl er nog woorden tegen hem gericht werden. Af en toe moest ik aan het vroegere ‘komt op, zingt, gaat af’-principe denken.

Voor de rest niets dan lof. Florian Boesch (Wozzeck) en Asmik Grigorian (Marie) hadden hun rollen al eerder en ook samen (Keulen 2011) vertolkt. Ze waren op elkaar ingespeeld en de chemie tussen de twee zangers was voelbaar.

Florian-Boesch-Lukas-Beck-2

Florian Boesch foto: Lukas Beck

Boesch zingt met een intensiteit die ik alleen als “zinderend” kan omschrijven. Zijn stem is groot, resonerend en beeldend. Bij hem heb je geen tekst nodig om te begrijpen wat hij zingt, als versta je niet alle woorden. Een echte stemacteur.

En toch: mijn aandacht werd voornamelijk door zijn geliefde Marie opgeëist.
Het was de eerste keer dat ik Asmik Grigorian live hoorde en zij heeft niet alleen mijn hart gestolen, maar ook mijn kijk op de opera veranderd. Opeens was het niet meer Wozzeck, met wie ik meevoelde, maar de door hem vermoorde geliefde. Opeens realiseerde ik mij dat Berg, ondanks dat hij zich met zijn hoofdfiguur identificeerde, het meeste met Marie op had. Haar personage had hij weliswaar onderbelicht, maar hij gaf haar de mooiste muziek. Het slaapliedje, bij voorbeeld, dat zij in de eerste acte zingt.. Zo mooi en zo ontroerend.

Florian asmik_grigorian_as_marie_in_wozzeck

En dan haar gebed in akte drie! Buigend over haar Bijbel leest zij de verzen over Maria Magdalena, over hoe haar zonden haar werden vergeven. Om dan in tranen uit te barsten: “Du hast Dir ihrer erbarmt, erbarme Dich auch meiner”. Het is een gebed zonder zin, want haar lot staat vast en dat weet Marie/Grigorian ook wel. Haar zinloze smeekbede deed mijn hart bloeden. Onvoorstelbaar eigenlijk hoe mooi en lyrisch Grigorian haar stem, zelfs bij het grootste orkestgeweld wist te laten klinken.

Endrik Wottrich imponeerde als de tamboer-majoor. Hij maakte de op zichzelf verliefde macho met een enorme ego zeer herkenbaar. Prachtig hoe makkelijk hij zijn tenor zonder te pushen wist te hanteren: het is tenslotte een hel van een rol.

Thomas Piffka was een voortreffelijke kapitein. Ook hij wist het gemis aan beelden met zijn stem alleen prima te verbeelden. De scène, waarin hij samen met de dokter (Nathan Berg op zijn best) getuige is van het verdrinken van Wozzeck greep me naar de keel.

Margaret werd schitterend gezongen door Cécile van der Sant. Wat een mooie en warme stem en wat een voordracht! Haar kleine rol van jaloerse buurvrouw heeft zij tot één van de hoogtepunten weten te tillen.

Peter Tantsitis was een goede Andres en John Heuzenroeder een Nar uit duizenden. Zijn korte optreden is zeer zeker niet onopgemerkt gebleven.

Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor hebben mij niet teleurgesteld en leverden hun gebruikelijke, uitstekende prestaties. Een waarlijk excellente afsluiting van het seizoen.

De uitvoering van Wozzeck is nog terug te beluisteren op de website van Radio 4.

Alban Berg
Wozzeck
Florian Boesch, Asmik Grigorian, Endrik Wottrich, Thomas Piffka, Nathan Berg, Cécile van de Sant, e.a.
Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor olv Markus Stenz.
Bezocht op 4 juni 2016 in Het Concertgebouw – Amsterdam.

ALBAN BERG: Wozzeck. Discografie.

‘Wozzeck’ uit Salzburg: veel Kentridge, weinig Berg