Die_Frau_ohne_Schatten

Die Frau ohne Schatten in de sporen van David Lynch

Tekst: Neil van der Linden

Still uit David Lynch' Inland Empire

Ik heb geen idee of Katie Mitchell de films van David Lynch kent. Misschien wel. Met name zijn latere, mystieke, zoals Mulholland Drive en met name Inland Empire kent. In Inland Empire doken net als in haar regie van Die Frau ohne Schatten ook mensen met beestenkoppen op die de handeling beïnvloedden. Voor wie moeite heeft met haar regie van Die Frau ohne Schatten kan het goed zijn te proberen die als een David Lynch te ondergaan. Passages met ijzeren logica worden afgewisseld met momenten van wonderlijke mystieke schoonheid. Niet zo gek. Het libretto van Hugo von Hofmannstahl laat zich eigenlijk al heel goed als een David Lynch-script lezen.

Die Frau ohne Schatten was oorspronkelijk bedoeld als een lichtvoetig eigentijds equivalent van Die Zauberflöte, zoals Strauss en Von Hofmannstahls Der Rosenkavalier bedoeld was als equivalent van Da Ponte-operas. Maar net zoals Der Rosenkavalier in elk geval in omvang uit de hand liep, dijde Die Frau ohne Schatten ook steeds meer uit, en kwam Hofmannstahl, soms tot wanhoop van Strauss, met steeds meer en steeds ingewikkelder tekst. Strauss was zelf ook niet een componist die gemakkelijk maat kon houden. Gelukkig maar, want aldus werd ook Die Frau ohne Schatten een ‘mislukking’ van goddelijke lengte.

Op jacht met zijn valk wilde de Kaiser een gazelle doden, maar zij is een geest en verandert zichzelf ter plekke in een beeldschone vrouw. Hij trouwt met haar, maar de Kaiserin heeft geen ‘schaduw’: ze kan geen kinderen krijgen. Intussen is de Kaiserin de talisman waarmee ze zich kan veranderen kwijt en kan niet meer terug. Haar voedster, de Amme, krijgt van Keikobad, heerser van de geestenwereld en vader van de Kaiserin, de opdracht voor de Kaiserin een ‘schaduw’ te vinden in de mensenwereld. Dat zal ten koste gaan van een aardse vrouw. De Färberin, echtgenote van de verver Barak, is degene die als ‘donor’ wordt  aangewezen

Keikobad uit zich in het libretto alleen via een boodschapper, maar in deze enscenering zien we hem wel, in de gedaante van een menselijke figuur met een gazellen-hoofd. Hij wordt geassisteerd door twee figuren met vossen-hoofden, die zich soms bedienen van  pistolen om het verhaal vooruit helpen.

Al snel na het begin wordt een zwangerschaps-echoscoop het podium opgereden, want de Kaiserin en Färberin moeten steeds worden getest op zwangerschap. (In de tekst van Von Hofmannstahl staat trouwens letterlijk iets over stralen die door een lichaam heen dringen en het medisch gebruik van Röntgenstralen vond al volop plaats sinds de ontdekking ervan in 1895.)

Het libretto lijkt overigens geregeld de mogelijkheid open te laten dat kinderloosheid evengoed aan de echtgenoot kan liggen. Onvruchtbaar zaad, of zelfs impotentie: de Färberin zingt op gegeven moment dat de vijzel van haar echtgenoot Barak niet goed in de kom roert, wat natuurlijk over verf kan gaan, ook toch ook over de seks.

En is de jachtvalk tot wie de Kaiser zich in zijn fraaie smachtende monoloog richt, die hem de weg had gewezen naar de Kaiserin en die hem weer vergezelt als hij drie dagen op jacht gaat, niet evengoed als fallussymbool op te vatten, en is de monoloog misschien een weeklacht over zijn eigen impotentie? (En zou Strauss’ eerstvolgende opera Intermezzo trouwens niet over zijn huwelijksbeslommeringen gaan?) 

Enfin, vandaar dat de Amme op zeker moment voor de Färberin een mooie jongeling laat opdraven, met wie ze, onder dwang, in deze enscenering met de pistolen van Keikobads adjudanten op zich gericht, een paar keer seks heeft, waaraan ze overigens, althans volgens de Amme, zoals die later zingt, ook plezier lijkt te beleven.

Hier gaat Katie Mitchell heel precies om met de uitbeelding. De Färberin heeft in het libretto wel drie keer seks met de jongeling, en die wordt geblinddoekt onder dwang binnen gevoerd en ook al laat de Färberin het, terwijl ze onder schot wordt gehouden, allemaal gewillig gebeuren, toch kan ze later beweren dat ze Barak niet ontrouw is geweest.

Hofmannstahl en Strauss schuwden seksueel misbruik en verkrachting dus niet, evenmin als drank- en (in deze enscenering in elk geval) drugs-misbruik, onder meer als plat vermaak van de drie sinistere broers van Barak, maar ook niet via de ‘hogere’ alchemistische brouwsels die Keikobad en zijn dochter bereiden. Als je het iets meer in de moderne tijd wil plaatsen wordt het inderdaad David Lynch ten top.

Op het podium zien we het op en neer beweegbaar hyperrealistisch ‘twee-verdiepingen’-decor zoals we dat kennen van Katie Mitchells eerdere regieën bij De Nationale Opera van George Benjamins Written on Skin (2012) en Janáčeks Jenůfa (2018). Nu verbeelden ze een upstairs-downstairs wereld, conform de werelden van de twee centrale ‘paren’.

In de wereld upstairs van de Kaiserin en de Kaiser is alles design. Elegante wit- en grijstinten en gebogen lijnen van de muren en de verlichtingsarmaturen refereren aan Bauhaus-architectuur. (Die Frau one Schatten ging in première in hetzelfde jaar als dat waarin Walter de Bauhaus-beweging oprichtte, 1919).

De Kaiser gaat gekleed in militair tenue, maar de Kaiserin en het personeel (in het libretto ‘slaven’) dragen haute couture in dezelfde gedistingeerde wit- en grijstinten. De omgangsvormen met het personeel zijn afstandelijk. Alleen aan het eind van het tweede bedrijf, al de Kaiserin na haar zoektocht weer thuiskomt, omarmt ze even één van de kleedsters. De Amme, natuurlijk niet van adellijke komaf, gedraagt zich net zo tegenover het personeel (maar wordt aan het einde van de opera op haar plaats gewezen, als Keikobads handlangers iedereen behalve de twee paren overhoop schieten).

De downstairs– souterrainwoning van de Färberin en Barak is tijdloos lelijk, met alleen een kitscherige kerstboom en een armetierig schemerlampje naast een klein raam. De Färberin probeert enige distinctie in haar uiterlijk aan te brengen, maar Barak loopt erbij als een zwaarlijvige sloddervos. Samen met zijn drie inwonende broers slaat hij dan ook heel wat bier achterover. Als om het plan met de schaduw uit te voeren de Kaiserin en de Amme hun intrek nemen als personeel, moeten de huisgenoten voortdurend hun positie tegenover de ‘minderen’ bewijzen. Ironie wil dat Die Frau ohne Schatten af was in 1917, het jaar van de Russische revolutie, die beoogde korte metten te maken met klassenverhoudingen.

De meest exuberante orkestpassages kolkten en klotsten over me heen, dankzij de spectaculair dirigerende Marc Albrecht en het spectaculair spelende Nederlands Philharmonisch. Dat was niet alleen het geval als Strauss het hele orkest inzet, maar ook in de kamermuzikale momenten zoals de befaamde cellopartij tijdens de aanroep tot de Falcke door de Kaiser in de tweede akte en de soloviool en trompetpartijen in het “Vater, bist du’s?” van de Kaiserin, dat een bijna mystiek-religieuze lading kreeg.

Michaela Schuster, bij de Nationale Opera een oudgediende als Waltraute in de Ring-uitvoeringen vanaf 2005, was helemaal op haar plaats als Die Amme. Vocaal nog steeds in topvorm, ook al heeft ze hier in 2011 ook al de senioren-rol van Klytämnestra gezongen. Ze beeldt de rol ook mooi tragisch uit, met zichtbaar een warm hart voor de Kaiserin, maar ook zichtbaar hautain tegenover iedereen die ze beneden haar stand beschouwt, tussen Brangäne en Mrs Danvers (Hitchcocks Rebecca) in.

Daniela Köhler is een gedegen Kaiserin en oogt als gesoigneerde dame (die intussen het personeel als slaven behandelt).

Aušrinė Stundytė, de Färberin, eerder te zien in Zemlinsky’s Eine florentinische Tragödie (2017), krijgt de ruimte om een vocaal en theatraal uiterst genuanceerd en innemend personage neer te zetten. Een beetje punky, mede dankzij dat kortgeknipte haar, maar als het moet ook ontroerend. Een slachtoffer van de manipulaties van het hof, al laat ze zich dat in deze regie niet zomaar welgevallen. Haar vermogen tot vocale nuances helpen dit alles waar te maken.

Barak-tenor AJ Glueckert (waarom dat Amerikaansige ‘AJ’, het doet zo denken aan ‘JD’ Vance?) heeft voor de rol van Der Kaiser de juiste ‘Siegmund-kwaliteiten’, zoals fraai naar voren komt in zijn smeekbede-monoloog aan Die Falke. En de Kaiser Josef Wagner staat bij DNO vast al op de ‘to do’-lijst voor komende Wagner-baritons.

De kleine rollen zijn ook mooi bezet, met onder meer ‘onze’ Eva Kroon, Michael Wilmering, Anneleen Bijnen en anderen. Het aandeel van het koor in allerlei veeleisende ensembles is ook fraai, inclusief in de laatste plaats de ‘Kinderstimmen’ en het Nieuw Amsterdams Kinderkoor. 

De opname waarmee ik met deze opera vertrouwd raakte is de 1956-uitvoering onder Karl Böhm, die ook opnametechnisch nog steeds mooi klinkt, en met een prachtige Leonie Rysanek als Kaiserin:

Martha Mödl als Amme was natuurlijk ook een belevenis, onder Joseph Keilberth in 1964, met bijvoorbeeld ook Hans Hotter als Geisterbote, en een piepjonge Brigitte Faessbender in het vrouwenensemble; die helaas de Amme zelf niet op de plaat heeft vastgelegd

Voor Fritz Wunderlicht als luxe-Jüngling kun je terecht bij een opname ook uit 1964 uit Wenen onder Von Karajan, met Lucia Popp als luxe-Falke, ook met Rysanek, en ook Christa Ludwig als Färberin, uit 1964 ook, een opvoering ter gelegenheid Strauss’ honderdste geboortejaar. Er zijn verschillende uitvoeringen in omloop, want de cast wisselde een paar keer

Voor de beste weergave van de klankpracht van het werk moet je bij de relatief recentste opnamen zijn, Solti in Wenen in een studio-opname uit 1992, die hiermee zijn beoogde Strauss-Decca-opera-cyclus voltooide:

En Sinopoli live in Dresden, uitgebracht in 1997:

Solti dirigeerde het werk in die jaren in Salzburg, in een wat ‘traditionele’ regie van Götz Friedrich, die nogal statisch en afstandelijk lijkt te werken. Wat mij betreft had Solti overigens Cheryl Studer ook best mee mogen nemen naar de studio L

Er is ook een prachtige sterrencast-liveopname van Sinopoli uit 1999 uit Wenen, wel op YouTube, maar helaas zonder beeld:

Muzikale leiding  Marc Albrecht
Regie  Katie Mitchell
Decor en kostuums  Naomi Dawson
Licht  Bethany Gupwell
Video  Rob Casey
Dramaturgie  Klaus Bertisch
Der Kaiser  AJ Glueckert
Die Kaiserin  Daniela Köhler
Die Amme  Michaela Schuster
Der Geisterbote  Sam Carl 
Der Hüter der Schwelle des Tempels  Daria Brusova* 
Die Stimme des Falken  Aitana Sanz
Eine Stimme von Oben  Eva Kroon
Erscheinung eines Jünglings  Egor Zhuravskii
Barak der Färber  Josef Wagner
Sein Weib (Die Färberin)  Aušrinė Stundytė
Der Einäugige, Der Einarmige, Der Bucklige  Michael Wilmering, Joe Chalmers, Robert Lewis 
Dienerinnen  Daria Brusova, Elizabeth Poz, Anneleen Bijnen 
Die Stimmen der Wächter der Stadt  Peter Arink, Geert van der Kaaij, Maksym Nazarenko, Harry Teeuwen 
Kinderstimmen  Aliya Akhmedeeva, Tomoko Makuuchi, Elsa Barthas, Itzel Medecigo, Sophia Patsi
Acteurs Anton van der Sluis, Jip Warmerdam, Melina Theo, Thespis Athineus, Alicia Verdú Macián, Maarten Redeker 
Nederlands Philharmonisch
Koor van De Nationale Opera
Nieuw Amsterdams Kinderkoor 

Photo’s © Ruth Walz

Written on Skin George Benjamin:

Jenufa:

Bespreking door Peter Franken van haar verfilming van Brittens The Turning of the Screw:

Trailer Mulholland Drive:

Trailer Inland Empire:

Strauss’ Intermezzo bij de Deutsche Oper Berlijn:

Discogafie:

Het een en ander over Die Frau ohne Schatten

Let us talk about DIE FRAU OHNE SCHATTEN


It has been said that ‘The Woman Without a Shadow’ is a kind of remake of The Magic Flute. There is something in that, because in this, very moralistic, fairy tale, too, the main characters are subjected to the most terrible ordeals, which, if endured well, will make them better persons. You can also detect a ˜Pelleas-like” symbolism, and Das Rheingold and Siegfried are nowhere far away either. But, simply put, this opera is mainly a kind of glorification of married life enriched with many children

˜FROSCH”, as the opera is called in the corridors, is considered Strauss’ most difficult opera to cast – one of the reasons why it is almost always cut. I think this is a pity, all the more so since the ˜melodrama” (the Empress’ outburst when she realises that the Emperor is already almost completely turned into stone), among other things, is also cut, and I think that (along with the beginning of the third act) it is one of the opera’s most exciting and dramatic moments.

DVD’S

GEORG SOLTI, 1992



In 1992, Solti conducted a totally complete performance of the work in Salzburg. Götz Friedrich’s direction was considered particularly strong at the time, but I do not find it entirely satisfactory. The mise-en-scène is undoubtedly excellent, but he falls short in the direction of the characters, leaving the singers a bit awkwardly bouncing around on the stage..



The beautifully designed stage setting is lovely with very minimalist but realistic scenery, but the costumes are a bit bizarre at times. There is a lot of use of strobe lighting, which combined with violent musical passages can come across as rather too much.

Cheryl Studer is a dream of an Empress. Her voice, with its very recognisable timbre and beautiful pitch, is soaring, transparent almost, innocent and erotic at the same time. Thomas Moser is an attractive Emperor, perhaps a touch too light for this role, which occasionally causes him breathlessness and forced notes, but his singing is fine.

Robert Hale (Barak) was already far past his prime here, at less than 50 years old. A pity, because his portrayal is very charismatic. Eva Marton hurts the ears, but is so committed that you forgive her. Her aria of despair at the beginning of the third act is touching and gives you goosebumps.


The palm of honour, however, goes to Marjana Lipovšek, who portrays a truly phenomenal Amme. What this woman has at her disposal in terms of colour nuances and how she handles her (very warm) mezzo borders on the impossible. On top of that, she is also a gifted actress; I could not take my eyes off her. (Decca 0714259

WOLFGANG SAWALLISCH, 1992



Six months later, FROSCH was presented in Japan. It was the very first time the opera was performed there, so expectations were high. The production was in the hands of an all-Japanese team led by Ennosuke Ichikawa, a famous director and stage actor of the Kabuki theatre.
What he and his colleagues have achieved is simply mesmerising. FROSCH translates wonderfully to the rules of Kabuki, it gets even more convincing – it gains credibility and tension because of these rules. Lipovšek is even meaner here, even more evil than with Solti. Her movements are now smaller and more subdued which, curiously, makes them more expressive, and she can do even more with her voice.

Peter Seiffert is an excellent Emperor, his voice is rich, elegant, warm, sensitive and pliable, and all his high notes sound like a bell. Unfortunately, the Empress is not of the same level. Luana DeVol intones very broadly, her soprano sounds shrill and is totally bereft of lyricism (why didn’t they include Studer?), but she is a very convincing actress.

Alan Titus and Janis Martin may be a touch less intense than Hale and Marton with Solti, but their voices sound much more pleasant. They can also act, and how! Moreover, Martin looks very attractive, which is not unimportant for the role. I find the orchestra led by Sawallisch even more beautiful than Solti’s, more fairy-like, more transparent too, and more sultry… A truly phenomenal production. (Arthaus Musik 107245)




CD’S

KARL BÖHM 1955



The very first recording of the opera dates from 1955. It was recorded live in Vienna, and has been amazingly polished by the Orfeo team.

Leonie Rysanek is the very best Empress I have ever heard. She dares to take risks, taking her beautiful, lyrical soprano to the limits of the impossible. With this role, she set a standard that is not easy to match.
Hans Hopf (Emperor) has a kind of ˜heroic” way of singing that I don’t really like, but I imagine he is considered as ideally cast by many fans. It is a matter of taste, I would say.


Elisabeth Höngen is a vile Amme, and Christel Glotz an impressive, if not always cleanly intoned Färberin Böhm conducts very lovingly (Orfeo D’Or 668053)




HERBERT VON KARAJAN, 1964



In 1964, on the occasion of Strauss’ 100th birthday, von Karajan conducted a very inspired FROSCH at the Wiener Staatsoper. Christa Ludwig’s scoring of the Färberin is not exactly idiomatic, but her high notes and her reading of the role are very impressive to say the least.

In terms of vocal beauty, Walter Berry (then also in real life her husband) is probably the finest Barak, unfortunately is Jess Thomas (Emperor) a bit disappointing. Leonie Rysanek repeats her magnificent reading of the Empress, even more intense, and even more fused with the role.

The luxurious scoring of the minor roles by Fritz Wunderlich (the Jüngeling ) and Lucia Popp (a.o. Falke), makes the recording even more appealing. Von Karajan conducts as we have come to expect from him – narcissistic but oh so impressive and with a great sense of nuance. (DG 4576782)




GEORG SOLTI 1987-1990


You cannot avoid Solti’s studio recording (it took him three years, between 1987-1990), if only because he recorded every note as it had been written by Strauss.


The scoring of the Emperor by Plácido Domingo was considered an attack on the work by many ˜purists” at the time. Unjustly so. His voice is in every way ideal for the role, and with his musicality, the colours in his voice and his more than ordinary vocal acting skills, he portrays a very humane and vulnerable Emperor.



Julia Varady is, as far as I am concerned, along with Studer, the best Empress after Rysanek, what a voice, and what a performance! Hildegard Behrens is a torn Färberin , her complete identification with the role is limitless. (Decca 4362432)



Frau ohne Schatten in Rotterdam: een werkelijk fabuleuze matinee

Die Frau ohne Schatten van Strauss: één van de meest gespeelde opera’s in Nederland?

Seizoen 2024/25 van De Nationale Opera. Wat staat ons te wachten?

Een jaar geleden, toen het seizoen van De Nationale Opera bekend werd gemaakt, schreef ik:

“Het nieuwe seizoen is bekend gemaakt. Ik heb er een paar weken over gedaan om er iets van te vinden, want eigenlijk vond ik er niets van. Een oneliner? Ja, zeker, vandaar dat ik het een en ander ga toelichten. Want: moeten we juichen? Nee. Mogen we teleurgesteld zijn? Ja. Zijn er veel herhalingen en te veel van hetzelfde? Ja. Zijn er dan helemaal geen verrassingen en leuke dingen? Ja, die zijn er, maar heus?”

Helaas kan ik geen betere introductie tot het seizoen 2024/25 bedenken.



RIGOLETTO

We beginnen met de herneming van de – voor mij – afschuwelijke Rigoletto in de regie van Damiano Michieletto. De productie is zeven jaar oud:

https://basiaconfuoco.com/2017/05/10/rigoletto-van-damiano-michieletto-amsterdam-2017/

Alleen: zeven jaar geleden hadden we een werkelijk fantastische cast gehad en van de nieuwe zangers weet ik niet zo veel. Ik ken alleen Roman Burdenko, de vertolker van de hoofdrol. Ook de dirigent, Antonino Fogliani  is voor mij niet echt een bekende naam, wat natuurlijk niets zegt. Wellicht worden er nieuwe sterren ontdekt? Je weet maar nooit!

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/rigoletto

PETER GRIMES

In oktober worden we getrakteerd op de nieuwe productie (regie: Barbora Foráková) van Peter Grimes van Britten. Daar ben ik blij mee want deze fantastische opera wordt bij ons veel te weinig uitgevoerd! Viotti dirigeert en de namen van zangers klinken veel belovend, dus; wie weet?

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/peter-grimes

In november volgen twee nieuwe titels: een kinderopera Lennox

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/lennox

en Le Lacrime di Eros met muziek van o.a. Caccini, Peri en Monteverdi.
Concept, regie, decors en kostuums zijn van Romeo Castelucci en het muzikaal concept muzikale concept is van de dirigent Raphaël Pichon

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/le-lacrime-di-eros

DIE FLEDERMAUS

en dan is er december. Feesten! Kerst, Nieuwjaar en, uiteraard Sylvesterparty, waar traditioneel Die Fledermaus bij hoort. Na de vele herhalingen van de ooit leuke maar inmiddels zeer verouderde (35 jaar oud en eindeloos herhaald, voor het laatst in 2008) productie van Johannes Schaaf  krijgt de prachtige operette een nieuwe boost.


Barrie Kosky keert terug om zijn liefde voor de operette ook aan Nederlanders te verklaren en Viotti laat ons, hoop ik, swingen. Pardon, walsen.


In de cast ontdek ik tot mijn grote plezier drie Nederlanders: Thomas Oliemans (Dr.Falke), Mark Omvlee (Dr. Blind) en Frederik Bergman (Frank).

De grootste verrassing is echter de bezetting van Orlofsky: hij wordt gezongen door niemand minder dan Marina Viotti, de zus van onze dirigent

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/die-fledermaus

EEN LIED VOOR DE MAAN

Ook aan de kinderen wordt in december gedacht:  Mathilde Wantenaars Een lied voor de maan komt terug.

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/een-lied-voor-de-maan

Neil van der Linden bezocht de voorstelling in oktober 2021.
Zijn recensie:

DIE ERSTEN MENSCHEN




In de maan januari wordt Die Ersten Menschen van Rudi Stephan herhaald. Het is een productie van Calixto Bieito die oorspronkelijk gedirigeerd werd door Xavier Roth.
Roth komt niet meer terug en het is nog onbekend wie hem gaat vervangen. Gelukkig kregen we dezelfde, fantastische cast als in juni 2021.

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/die-ersten-menschen



recensie van Neil van der Linden:

https://basiaconfuoco.com/2021/06/08/mystery-and-eroticism-after-paradise-rudi-stephans-die-ersten-meschen/

IDOMENEO

Zo te zien is Idomeneo opeens hot, very hot. Althans de opera van Mozart. Lange tijd zelden gespeeld,  is de opera nu bezig met zijn grote inhaal manoeuvre. Niet erg, het werk is het meer dan waard. Mits, en hier beginnen mijn twijfels. Niet over de zangers, want met Idomeneo van Daniel Behle en Elettra van Jacquelyn Wagner zitten we snor. Net als met Anna El-Khashem (Ilia) en Cecilia Molinari (Idamante).

Wat kunnen we verwachten? Veel ballet, dat zeker. Zeker als je weet dat de regie in handen ligt van Sidi Larbi Cherkaoui.

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/idomeneo-re-di-creta

OPERA FORWARD FESTIVAL


Maart is al jaren gereserveerd voor het Opera Forward Festival, met veel (voornamelijk) nieuwe en avantgardistische werken. Het is altijd afwachten, maar spannend is het wel.


Zelf kijk ik uit naar OUM, muziektheatervoorstelling over Oum Kalthoum, zonder meer de grootste en belangrijkste Egyptische zangeres.

Volgens de makers Kenza Kouchoukali en Bushra El-Turk gaat de voorstelling over “het terugvinden van je wortels waarin Oum Kathoum invloedrijke muzikale universum gecombineerd wordt met het boek Visage retrouvé van schrijver en regisseur Wajdi Mouawad”.

Kenza Koutchoukali: “Waar ik naar zoek is radicale empathie”

https://www.operaballet.nl/artikelen/regisseur-kenza-koutchoukali-over-haar-makerschap

Meer over het Festival kunt u lezen op:

https://www.operaballet.nl/nieuw-seizoen-24-25/de-nationale-opera

DIE FRAU OHNE SCHATTEN

In april krijgen we een nieuwe productie van Die Frau ohne Schatten, (FROSCH in de wandelgangen) van Richard Strauss. Voor veel Straussiannen het summum van het summum. Regie is van de hand van Katie Mitchell, Marc Albrecht dirigeert.

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/die-frau-ohne-schatten

De bezetting is veelbelovend met (o.a.) Aušrinė Stundytė als de Färberin en Sara Jakubiak als de Keiserin.

DIDO AND AENEAS (concertante)

Het is alleen maar concertante, maar er is wel een regisseur: Rosemary Joshua.
Het is een coproductie met Nederlandse Reisopera en Opera Zuid en  het wordt uitgevoerd door leden van De Nationale Operastudio

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/dido-and-aeneas-concertant

ANANSI

In mei krijgen we Anansi terug, ‘een spetterend totaalkunstwerk’ en ‘wervelend en fantasievol muziektheater’. Althans zo werd de nieuwe dansopera Hoe Anansi the stories of the world bevrijdde bij de wereldpremière in 2021 ontvangen. Het is een “kleurrijke familievoorstelling” over spin Anansi.

Muziek is van Neo Muyanga , choreografie van Shailesh Bahoran. Lochlan Brown dirigeert en Kenza Koutchoukali regisseert. In de cast ontdekken we o.a. Katia Ledoux, Frederik Bergman en Claron McFadden


Recensie van Neil van der Linden:

https://basiaconfuoco.com/2021/11/15/hoe-de-nationala-opera-de-nederland-caraibische-cultuur-in-huis-haalde/

BORIS GODOENOV



Met Boris Godoenov is het altijd afwachten voor welke versie er wordt gekozen. Er zijn er zo veel, waarvan maar liefst twee van Moessorgski zelf. De nieuwe productie in Amsterdam die gespeeld wordt in het kader van Holland Festival wordt geregisseerd door Kirill Serebrennikov en dat belooft hedendaagse machtsspel in een Rusland van Poetin.

https://www.operaballet.nl/de-nationale-opera/2024-2025/boris-godoenov

Het Koninklijk Concertgebouworkest staat onder leiding van Vassily Petrenko en de hoofdrol wordt gezongen door de Poolse bas-bariton Tomasz Konieczny is Godoenov.
De, bijzonder in Amsterdam geliefde Raehann Bryce-Davis keert terug naar DNO als Marina Mnisjek


Mocht iemand zich al willen inlezen:

https://basiaconfuoco.com/2018/09/06/boris-godoenov/

Die Kaiserin in Salzburg

TEKST: PETER FRANKEN

Zoals bij veel werken van Strauss is Die Frau ohne Schatten een product van de samenwerking van de componist met Hugo von Hofmannsthal. Die wilde een sprookje schrijven, een soort moderne Zauberflöte. Dat heeft geleid tot een verhaal met de nodige ongerijmdheden.

Hugo von Hoffmansthal en Richard Strauss

Centraal staat de figuur van de Kaiserin, dochter van Keikobad, de heerser over het Geestenrijk. Zij verstond de kunst zich te veranderen in een dier en in de gedaante van een gazelle is ze de Kaiser, een hartstochtelijk jager, ten prooi gevallen. Daarbij is ze half mens geworden; ze is namelijk doorschijnend en heeft dus geen schaduw. Keikobad laat haar een jaar bij hem verwijlen. Als ze in die periode niet zwanger is geraakt, zal ze terugkeren in het Geestenrijk en zal de Kaiser tot steen worden.

Aangezien zwanger worden ondanks elke nacht geslachtsverkeer na een jaar nog niet is gelukt, gaat ze met haar voedster (Amme) naar de mensenwereld om een schaduw te kopen. Daar komt de vrouw van Barak in beeld, een jong meisje getrouwd met een veel oudere man in een huis met drie zich voortdurend misdragende broers. Zonder veel problemen kan ze worden overgehaald om te kiezen voor kinderloosheid in welvaart in ruil voor haar schaduw.

De Kaiserin krijgt echter medelijden met Barak en zijn vrouw en kan zichzelf er niet toe brengen het plan door te zetten. Daardoor verandert de Kaiser in steen, zoals voorspeld. Uiteindelijk loopt het met beide echtparen toch goed af, zo lijkt het.

De Kaiserin heeft een grote aria in de laatste akte waarin ze haar vader Keikobad toezingt en hem vertelt dat ze niet anders kan en niet anders wil, dan dat ze heeft gedaan: ‘Vater bist du es’. Het is het melodieuze hoogtepunt van deze opera die verder muzikaal niet de meest toegankelijke van Strauss’ werken is.

Het heeft er alle schijn van dat von Hofmannsthal licht gefascineerd was door het opmerkelijke karakter van Pauline, Strauss’ ruziezoekende echtgenote. Ze placht zich te gedragen als iemand die haar omgeving nooit goed genoeg vond en leek het vrijwel altijd slecht naar de zin te hebben. Strauss werd regelmatig overladen met onzinnige verwijten maar doordat hij tamelijk flegmatiek was wist hij er zo goed mee om te gaan dat het stel tot zijn dood in 1949 getrouwd is gebleven. In de lankmoedige Barak en zijn ruziezoekende vrouw zit een behoorlijke dosis huwelijksleven van Richard en Pauline.

Van de productie die Götz Friedrich maakte voor de Salzburger Festspiele van 1992 is een dvd uitgebracht. Friedrich en zijn decorbouwer Rolf Glittenberg hebben zich veel moeite getroost om een librettogetrouwe FroSch op het toneel te brengen daarbij de regieaanwijzingen van von Hofmannthal zo veel als mogelijk opvolgend. De kostumering van Marianne Glittenberg sluit daar perfect op aan. Het toneelbeeld oogt wonderschoon en door middel van snelle scènewisselingen achter gesloten doek wordt de strikte scheiding tussen de feeënwereld en de mensenwereld volledig in stand gehouden.

De ervaring van het bijwonen van een voorstelling is hoe dan ook vluchtig, je kan je er maar een deel van blijven herinneren. In dat opzicht is deze dvd een monument, een mogelijkheid die schitterende gebeurtenis in Salzburg opnieuw te beleven.

Cheryl Studer had in die tijd de bijnaam ‘Kaiserin’ en dat sloeg op haar vertolking van deze rol in Strauss grote opera en natuurlijk ook op haar helaas tijdelijke dominantie op het operatoneel. In deze productie maakt ze door haar optreden als Die Kaiserin die bijnaam en reputatie geheel waar. Naast schitterende zang weet Studer ook nadrukkelijk de inwendige strijd van haar personage zichtbaar te maken. Om te voorkomen dat haar geliefde in steen zal veranderen dwingt ze haar Amme om naar de mensenwereld af te dalen om daar een schaduw te kopen. Maar eenmaal in dat proces gaat ze steeds meer twijfelen, zozeer dat uiteindelijk ten overstaan van haar vader als een soort noodkreet klinkt ‘Ich will nicht’. Daarmee volgt ze haar ‘geweten’ of ‘moreel besef’, voor zover een half mens half fee wezen dat bezit. Feitelijk is ze al mens geworden en na die beproeving te hebben doorstaan laat haar vader Keikobad haar gaan en mag ze in vrede en vooral liefde leven met haar ontsteende Kaiser.

Die Frau ohne Schatten wordt wel eens vergeleken met Die Zauberflöte omdat er twee koppels in voorkomen die beiden ‘beproevingen’ moeten doorstaan. Daarmee wordt Schikaneder teveel eer gegund. Zijn libretto is je reinste vaudeville, opgeleukt met beelden die ontleend zijn aan de vrijmetselarij om het een diepzinnig tintje te geven. Maar die beproevingen zijn scouting uitjes vergeleken met wat von Hofmannsthal zijn protagonisten voorschotelt. Liefde, zelfopoffering, kinderloosheid, het zijn serieuze thema’s en dat kan van Die Zauberflöte niet gezegd worden.

Marjana Lipovsek is een zeer goede Amme, een beetje creepy en overtuigend in haar afkeer van het mensengeslacht. Ze heeft tot het uiterste geprobeerd haar opdracht te vervullen maar wordt aan het eind afgedankt en veroordeeld tot een leven onder de mensen.  En dat alleen omdat ze de mentale ommezwaai van haar meesteres niet kan volgen. Studer en Lipovsek hebben duidelijk contrasterende stemmen waardoor hun vertolkingen ook vocaal duidelijk te onderscheiden zijn.

De Färberin van Eva Marton blijft daarbij achter. Haar kijvende bijdragen in de eerste en tweede akte zijn toch teveel precies dat: kijven. Pas in de derde akte klinkt Marton minder geforceerd maar daar heeft ze natuurlijk eindelijk wat langere zanglijnen van Straus gekregen.

Robert Hale is als Barak de lankmoedigheid zelve. Hij had die jonge bruid al meegekregen met een gebruiksaanwijzing en lijkt te wachten tot ze een beetje uit haar puberale kuren is gegroeid. Komt wel goed allemaal. Dat ze in werkelijkheid diep ongelukkig is ontgaat hem en dat maakt haar woedend. Dat het tussen die twee uiteindelijk wel goed lijkt te komen is minder voor de hand liggend dan de verlossing van het ‘hogere’ paar. Der Kaiser wordt uitstekend gezongen door Thomas Moser, acterend wordt er niet heel veel van hem gevergd.

Een opvallende bijrol is die van Bryn Terfel als Der Geisterbote, niets mis mee natuurlijk.

De vele bijrollen zijn goed bezet en de Wiener Philharmoniker levert een fenomenale prestatie onder leiding van een zeer geïnspireerde Georg Solti. Alsof de dagen van Karl Böhm herleefden.

De complete opera staat nog op YouTube:

Die Frau ohne Schatten van Strauss: één van de meest gespeelde opera’s in Nederland?

Frosch Amsterdamfrosch

Het Nederlandse operaseizoen in 2008 kon niet beter beginnen: De Nationale Opera in Amsterdam beet de spits af met een ijzersterke Die Frau ohne Schatten in de regie van Andreas Homoki. De productie was niet nieuw, oorspronkelijk werd zij al in 1992 in Genève uitgevoerd, maar in de tussenliggende zestien jaar heeft zij niets aan haar zeggingskracht verloren.

79._dsc0103kopie

Alle rollen werden voortreffelijk ingevuld met eersterangs zangers, waarvoor de castingdirectie van de Amsterdamse opera een groot applaus verdient: FROSCH geldt immers als één van de moeilijkst te bezetten opera’s van Strauss.

67._dsc0115kopiea

De Keizerin werd weergaloos gezongen door Gabriele Fontana. Haar romige sopraan met een prachtige, zuivere hoogte en haar intensiteit deden mij af en toe aan Leonie Rysanek denken. Haar Keizerin was wanhopig en breekbaar, haar tweedstrijd fysiek voelbaar en haar overwinning vanzelfsprekend.

70._dsc0240kopiea

Van Evelyn Herlitzius (Baraks vrouw) mag dan bekend zijn dat ze heel wat zware rollen voorbeeldig aan kan, toch moest ik af en toe mijn adem in bewondering inhouden. Zij was dramatisch zonder zichzelf te overschreeuwen, stemvast en zuiver.

De Noorse bariton Terje Stennsvold zette een zeer ontroerende, menselijke Barak neer. Met zijn warme stem met een enorm volume wist hij moeiteloos de zaal te vullen, en zijn rolinvulling was een belevenis.

73._dsc0281kopiea

De rol van Amme werd helaas zoals vaker gecoupeerd. Ontzettend spijtig, des te meer daar Doris Soffel een fenomenaal zingende actrice is. Met haar prachtige stem en haar voorbeeldige acteerprestaties was ze een Amme uit duizenden.

80._dsc0123kopie

Een beetje moeite had ik met de Keizer van Klaus Florian Vogt. Niet dat hij slecht zong, integendeel! Zijn lyrische tenor bloeide in de hoogte en hij wist mooi te kleuren en te nuanceren, maar voor mij is de Keizer het prototype van een macho die niets anders doet dan jagen en met zijn vrouw vrijen, en dat hoorde ik bij hem niet. Vogt klonk als een zoetgevooisde softie, wat ook alweer goed te pas kwam in de laatste scène, waarin hij (door de loutering) een begrijpend en liefhebbend echtgenoot is geworden.

De Nederlandse Lenneke Ruiten maakte een zeer indrukwekkend debuut in de drie kleine sopraanrollen, Corinne Romijn was een fantastische Eine Stimme von oben en Jean-Léon Klostermann een goede Erscheinung eines Jünglings.

Het orkest onder Marc Albrecht speelde de sterren naar beneden. Het Amsterdamse publiek heeft al zo lang een goede dirigent moeten missen dat er geen einde kwam aan het applaus en al na de eerste pauze werd hij beloond met (terechte) bravo’s. Met sierlijke gebaren leidde hij het transparant spelende orkest van het ene hoogtepunt naar het andere, soepel jonglerend tussen Wagneriaanse uitbarstingen en kamermuzikale pianissimi. Alleen al hoe hij de muziek aan het einde van de eerste acte liet uitdoven is onvergetelijk.

 

Foto credits © Clärchen und Matthias Baus

 

Het een en ander over Die Frau ohne Schatten

frosch Amme_van_Alfred_Rollerkopie

Er wordt gezegd dat De vrouw zonder schaduw een soort remake van De Toverfluit is. Daar zit wat in, want ook in dit, zeer moralistisch sprookje worden de hoofdpersonen aan de verschrikkelijkste beproevingen onderworpen, die, mits goed doorstaan, een (beter) mens van je maken. Je kan er ook een ‘Pelleas-achtige’ symboliek in ontdekken, en ook Das Rheingold en Siegfried zijn nergens ver weg. Maar, simpel gezegd, is deze opera voornamelijk een soort apotheose van een met veel kinderen verrijkt huwelijksleven

‘FROSCH’, zoals de opera in de wandelgangen wordt genoemd, geldt als de moeilijkst te bezetten opera van Strauss – één van de redenen waarom hij bijna altijd wordt gecoupeerd. Jammer vind ik dat, des te meer daar er o.a. in het ‘melodrama’ (de uitbarsting van de Keizerin als ze zich realiseert dat de Keizer al bijna helemaal is versteend) wordt geknipt, en dat vind ik nou (samen met het begin van de derde acte) één van de spannendste en de meest dramatische momenten in de opera.

DVD’S
GEORG SOLTI, 1992

frosch martondvd3a

In 1992 dirigeerde Solti in Salzburg een helemaal complete uitvoering van het werk. De regie van Götz Friedrich werd toen bijzonder sterk gevonden, maar ik vind het niet helemaal bevredigend. De mise-en-scène is zonder meer voortreffelijk, maar in de personenregie schiet hij te kort, waardoor de zangers een beetje onbeholpen van hot naar her hollen.

Het mooi vormgegeven bühnebeeld is fraai met zeer minimalistische maar realistische decors, maar de kostuums zijn soms een beetje bizar. Er wordt veel gebruik gemaakt van stroboscoopverlichting, wat in combinatie met heftige muziekpassages nogal gewelddadig kan overkomen.

Cheryl Studer is een droom van een Keizerin. Haar stem, met een zeer herkenbaar timbre en prachtige hoogte, is zwevend, transparant bijna, onschuldig en erotisch tegelijk. Thomas Moser is een aantrekkelijke Keizer, wellicht een tikkeltje te licht voor zijn rol, wat hem af en toe ademnood en geperste noten bezorgt, maar hij zingt prima.

Robert Hale (Barak) was toen al uitgezongen, nog geen 50 jaar oud. Jammer, want zijn portrettering is zeer charismatisch. Eva Marton doet pijn aan je oren, maar is zo betrokken, dat je het haar vergeeft. Haar wanhoopsaria aan het begin van de derde akte is ontroerend en bezorgt je kippenvel.

De erepalm gaat echter naar Marjana Lipovšek, die een werkelijk fenomenale Amme neerzet. Wat die vrouw aan kleurnuancen tot haar beschikking heeft en hoe ze met haar (zeer warme) mezzo omgaat, grenst aan het onmogelijke. Daarbij is ze ook een begenadigd actrice, ik kon mijn ogen niet van haar afhouden. (Decca 0714259)

 

WOLFGANG SAWALLISCH, 1992

frosch die-frau-ohne-schatten-073408388

Een half jaar later werd FROSCH gepresenteerd in Japan. Het was de allereerste keer dat die opera daar werd uitgevoerd, en de verwachtingen waren dan ook hoog gespannen. De productie lag in handen van een algeheel Japans team aangevoerd door Ennosuke Ichikawa, een beroemd regisseur en toneelspeler van het Kabuki-theater.

Wat hij en zijn collega’s hebben bereikt is gewoon betoverend. FROSCH laat zich wonderbaarlijk vertalen naar de regels van Kabuki, sterker – daar wint hij aan geloofwaardigheid en spanning door. Lipovšek is hier nog gemener, nog kwaadaardiger dan bij Solti. Haar bewegingen zijn nu kleiner en meer ingetogen waardoor ze, merkwaardig genoeg, aan zeggingskracht winnen, en ze nog meer met haar stem kan doen.

Peter Seiffert is een excellente Keizer, zijn stem is rijk, elegant, warm, gevoelig en buigzaam, en al zijn hoge noten klinken als een klok. Jammer genoeg is de Keizerin niet van hetzelfde niveau. Luana DeVol intoneert ruim, haar sopraan klinkt schril en is totaal verstookt van lyriek (waarom hebben ze Studer niet meegenomen?), maar ze is een zeer overtuigende actrice.

Alan Titus en Janis Martin zijn misschien een tikkeltje minder intensief dan Hale en Marton bij Solti, maar hun stemmen klinken veel aangenamer. Acteren kunnen ze ook, en hoe! Bovendien oogt Martin zeer aantrekkelijk, hetgeen niet onbelangrijk is voor die rol. Het orkest olv van Sawallisch vind ik nog mooier dan bij Solti, sprookjesachtiger, doorzichtiger ook, en zwoeler …  Een waarlijk fenomenale productie. (Arthaus Musik 107245)

CD’S

KARL BÖHM 1955

frosch4011790668321

De allereerste registratie van de opera dateert uit 1955. Hij werd in Wenen live opgenomen, en is door het team van Orfeo verbazingwekkend goed opgepoetst.

Leonie Rysanek is de allerbeste Keizerin die ik ooit heb gehoord. Ze durft risico’s te nemen, en voert haar prachtige, lyrische sopraan tegen de grenzen van het onmogelijke. Met die rol heeft ze toen een norm gezet, waar niet makkelijk tegen op te boksen valt.

Hans Hopf (Keizer) heeft een soort “heroïsche” manier van zingen waar ik niet echt van houd, maar ik kan me voorstellen dat hij door veel liefhebbers als een ideaalbezetting wordt beschouwd. Kwestie van smaak, zou ik zeggen.

Elisabeth Höngen is een vileine Amme, en Christel Glotz een indrukwekkende, al niet altijd zuiver intonerende Färberin. Böhm dirigeert zeer liefdevol (Orfeo D’Or 668053)

HERBERT VON KARAJAN, 1964

frosch r-strauss-die-frau-ohne-schatten-0028945767828

In 1964, ter gelegenheid van 100ste geboortedag van Strauss, dirigeerde Karajan een zeer bevlogen FROSCH in de Wiener Staatsoper. De bezetting van de Färberin door Christa Ludwig is niet echt idiomatisch, maar ze haalt ze wel, haar hoge noten, en haar lezing van de rol is op zijn minst zeer indrukwekkend.

Qua stemschoonheid is Walter Berry (toen ook in het echt haar man) wellicht de mooiste Barak, helaas valt Jess Thomas (Keizer) me een beetje tegen. Leonie Rysanek herhaalt haar magnifieke lezing van de Keizerin, nog intenser, nog meer met de rol vergroeid.

De luxueuze bezetting van de kleine rollen door Fritz Wunderlich (de Jüngeling) en Lucia Popp (o.a. Falke), maakt de opname nog aantrekkelijker. Karajan dirigeert zoals we van hem gewend zijn – narcistisch maar o zo imponerend en met veel gevoel voor nuances. (DG 4576782)

 

GEORG SOLTI 1987-1990

frosch 28943624329

U kunt niet om Solti’s studioregistratie (hij heeft er drie jaar over gedaan, tussen 1987-1990) heen, alleen al omdat hij elke noot die door Strauss is geschreven, heeft opgenomen.

De bezetting van de Keizer door Plácido Domingo werd toen door de vele ‘puristen’ als een aanslag op het werk beschouwd. Onterecht. Zijn stem is in alle opzichten ideaal voor die rol en met zijn muzikaliteit, de kleuren in zijn stem en zijn meer dan gewone stemacteertalent zet hij een zeer humane en kwetsbare Keizer neer.

Julia Varady is, wat mij betreft, samen met Studer de beste Keizerin na Rysanek, wat een stem, en wat een voordracht! Hildegard Behrens is een verscheurde Färberin, haar volledige identificatie met de rol is grenzeloos. (Decca 4362432)