Die Frau ohne Schatten van Strauss: één van de meest gespeelde opera’s in Nederland?

Frosch Amsterdamfrosch

Het Nederlandse operaseizoen in 2008 kon niet beter beginnen: De Nationale Opera in Amsterdam beet de spits af met een ijzersterke Die Frau ohne Schatten in de regie van Andreas Homoki. De productie was niet nieuw, oorspronkelijk werd zij al in 1992 in Genève uitgevoerd, maar in de tussenliggende zestien jaar heeft zij niets aan haar zeggingskracht verloren.

79._dsc0103kopie

Alle rollen werden voortreffelijk ingevuld met eersterangs zangers, waarvoor de castingdirectie van de Amsterdamse opera een groot applaus verdient: FROSCH geldt immers als één van de moeilijkst te bezetten opera’s van Strauss.

67._dsc0115kopiea

De Keizerin werd weergaloos gezongen door Gabriele Fontana. Haar romige sopraan met een prachtige, zuivere hoogte en haar intensiteit deden mij af en toe aan Leonie Rysanek denken. Haar Keizerin was wanhopig en breekbaar, haar tweedstrijd fysiek voelbaar en haar overwinning vanzelfsprekend.

70._dsc0240kopiea

Van Evelyn Herlitzius (Baraks vrouw) mag dan bekend zijn dat ze heel wat zware rollen voorbeeldig aan kan, toch moest ik af en toe mijn adem in bewondering inhouden. Zij was dramatisch zonder zichzelf te overschreeuwen, stemvast en zuiver.

De Noorse bariton Terje Stennsvold zette een zeer ontroerende, menselijke Barak neer. Met zijn warme stem met een enorm volume wist hij moeiteloos de zaal te vullen, en zijn rolinvulling was een belevenis.

73._dsc0281kopiea

De rol van Amme werd helaas zoals vaker gecoupeerd. Ontzettend spijtig, des te meer daar Doris Soffel een fenomenaal zingende actrice is. Met haar prachtige stem en haar voorbeeldige acteerprestaties was ze een Amme uit duizenden.

80._dsc0123kopie

Een beetje moeite had ik met de Keizer van Klaus Florian Vogt. Niet dat hij slecht zong, integendeel! Zijn lyrische tenor bloeide in de hoogte en hij wist mooi te kleuren en te nuanceren, maar voor mij is de Keizer het prototype van een macho die niets anders doet dan jagen en met zijn vrouw vrijen, en dat hoorde ik bij hem niet. Vogt klonk als een zoetgevooisde softie, wat ook alweer goed te pas kwam in de laatste scène, waarin hij (door de loutering) een begrijpend en liefhebbend echtgenoot is geworden.

De Nederlandse Lenneke Ruiten maakte een zeer indrukwekkend debuut in de drie kleine sopraanrollen, Corinne Romijn was een fantastische Eine Stimme von oben en Jean-Léon Klostermann een goede Erscheinung eines Jünglings.

Het orkest onder Marc Albrecht speelde de sterren naar beneden. Het Amsterdamse publiek heeft al zo lang een goede dirigent moeten missen dat er geen einde kwam aan het applaus en al na de eerste pauze werd hij beloond met (terechte) bravo’s. Met sierlijke gebaren leidde hij het transparant spelende orkest van het ene hoogtepunt naar het andere, soepel jonglerend tussen Wagneriaanse uitbarstingen en kamermuzikale pianissimi. Alleen al hoe hij de muziek aan het einde van de eerste acte liet uitdoven is onvergetelijk.

 

Foto credits © Clärchen und Matthias Baus

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s