Tekst: Peter Franken

Franco Alfano componeerde zijn opera Risurrezione begin 20e eeuw. Het werk op een libretto van Cesare Hanau is gebaseerd op de ‘gelijknamige’ roman van Tolstoi uit 1899.

De première vond plaats in 1904 in Turijn. Met deze keuze sloot Alfano aan bij zijn collega Giordano die een vergelijkbaar onderwerp had gekozen voor zijn Siberia (1903). Ook diens Fedora (1898) past in de grote belangstelling voor Russische dramatiek die in die tijd opgeld deed. Verbanning naar een strafkamp in Siberië na een dramatische gebeurtenis is ook aan de orde in Lady Macbeth van Sjostakovitsj terwijl Janaceks Aus einem Totenhaus zich concentreert op de gebeurtenissen in zo’n kamp.

Door Dynamic is een opname uitgebracht van een voorstelling in Teatro del Maggio Musicale Fiorentina in januari 2020. Het betreft een productie die door Rosetta Cucchi is gemaakt voor het Wexford Festival. Het decor is van Tiziano Santi en de kostuums werden ontworpen door Claudia Pernigotti.

De eerste akte laat Prins Dimitri na lange tijd weer eens logeren bij zijn tante op het platteland. Daar ziet hij zijn vroegere speelkameraadje Katerina terug, een boerenmeisje dat inmiddels tantes gezelschapsdame is en door Dimitri Katyusha wordt genoemd.

Ze had een crush op hem en laat zich na enige fysieke aandrang door hem verleiden. Als Dimitri de volgende ochtend naar het front vertrekt om tegen de Turken te vechten laat hij honderd roebel voor haar achter. Alsof hij haar heeft willen betalen voor de seks.

Nogal voorspelbaar in zo’n verhaal wordt Katyusha zwanger na deze one night stand met als gevolg dat ze door Dimitri’s tante op straat wordt gezet. Als ze hoort dat Dimitri gewond is en bij zijn tante komt herstellen krijgt ze hoop. Hij moet echter al direct weer vertrekken en haar enige kans is nu dat ze hem op het station kan ontmoeten. Daar ziet ze Dimitri in gezelschap van een prostitué en bovendien wordt ze door het spoorwegpersoneel bij de instappende reizigers weggehouden. Deze tweede akte speelt zich af op het station.

De derde akte toont een vrouwengevangenis met vrouwen achter een groot aantal naaimachines. Katyusha is de nieuwkomer in hun gezelschap na haar veroordeling tot 20 jaar strafkamp in Siberië. Voor haar is dit gevang slechts een tussen station. Na de geboorte van haar kind, dat inmiddels is gestorven, is ze in een bordeel terecht gekomen waar ze in korte tijd de favoriet werd van een groot aantal vermogende klanten. Ze schept erover op, mooie kleren, prachtige kamer, juwelen en zo meer. Ze is er vals van beschuldigd een klant te hebben vergiftigd en die dubbele tegenslag in haar leven heeft Katyusha onherkenbaar veranderd.

Van een lief onschuldig meisje is ze geworden tot een rauw scheldend ‘viswijf’ dat aan alles en iedereen lak heeft. Als ze wat geld door een bewaker krijgt aangereikt dat is gestuurd door haar vroegere madam koopt ze daar onmiddellijk aquavit voor dat ruimhartig wordt verdeeld onder de medegevangenen.
Als iedereen is afgemarcheerd om de mis bij te wonen verschijnt Dimitri. Hij laat Katyusha terughalen om met haar te kunnen spreken. Ze wil hem niet herkennen en bezweert dat ze Maslava is, haar bordeelnaam. Gaandeweg trekt ze bij, wil weten wat hij komt doen. Dimitri vertelt dat hij jurylid was bij haar proces en weet dat ze onschuldig is. Aan de herroeping van het vonnis wordt gewerkt. Katyusha schoffeert hem op alle mogelijke manieren en als hij al weg wil gaan vertelt ze hem over zijn dode zoon. Overmand door schuldgevoel vraagt hij haar om met hem te trouwen. Katyusha heeft liever wat roebels en dan oprotten graag.

De vierde akte speelt zich af in een kamp in Siberië in de omgeving van Tomsk. Een zeer empathische medegevangene Simonson is verliefd op Katyusha geworden. Ze is tot zichzelf teruggekeerd, is weer haar vroegere zelf, de volwassen versie van het lieve meisje van weleer. Als Dimitri verschijnt met een brief waarin staat dat ze is vrijgesproken vertelt Simonson hem dat hij met haar wil trouwen. Hij beseft dat ze dat nooit zal doen als Dimitri haar niet wil opgeven. Die stelt Kayusha voor de keus. Ze verklaren elkaar alsnog hun liefde maar Katyusha besluit niettemin bij Simonson te blijven. Als vrij persoon om medegevangenen bij te staan. Het is haar persoonlijke ‘wederopstanding’.
De cast heeft een enorme omvang door het grote aantal bijfiguren, van huishoudelijk personeel tot gevangenisbewaarders. Verder staan er veel koorleden op het toneel die dubbelen als figuranten.

De drie hoofdrollen komen voor rekening van een sopraan, tenor en bariton waarbij de bariton deze keer aan het langste eind trekt.
De Koreaanse bariton Leon Kim geeft een roerende vertolking van Simonson, geheel in overeenstemming met dit van empathie overlopende personage. Tegen hem blijkt Prins Dimitri uiteindelijk niet opgewassen. Katyusha houdt dan wel van hem maar hij vertegenwoordigt haar vroegere leven. Daarvan heeft ze definitief afscheid genomen. De Amerikaanse tenor Matthew Vickers is een zeer lyrische Dimitri die vooral in de langere solopassages heerlijk is om te beluisteren. Het werk is grotendeels doorgecomponeerd waardoor van echte aria’s geen sprake is maar zo nu en dan komen die toch aardig in beeld
Alle ogen zijn natuurlijk gericht op Katyusha die werkelijk fantastisch tot leven wordt gebracht door de Franse sopraan Anne Sophie Duprels, een acterende zangeres die ruwheid niet schuwt. Ze doet me denken aan iemand als Ausrine Stundyte. De transformatie van onschuldig meisje in gevallen topbitch en terug naar een soort Florence Nightingale lijkt haar moeiteloos af te gaan. En op haar zang is werkelijk niets aan te merken, een top optreden.
Interview met Anne Sophie Duprels:
Koor en orkest van Maggio Musicale Fiorentina staan onder leiding van Francesco Lanzillotta.
Trailer:
Interview met Francesco Lanzillotta:
Fotomateriaal © Michele Monasta
Magda Olivero
“Magda Olivero had het geluk dat ze bij het instuderen van de rol van Katjusha gecoacht werd de componist zelf en zijn vrouw Marta. Ze zong de rol voor het eerst in 1937 met naast haar Tito Gobbi en de laatste keer 34 jaar later in 1971 in Turijn. De clip hieronder komt uit een film die opgenomen werd in 1964 in Napels en de beelden werden gesynchroniseerd met geluidsopname van een radio-uitzending, opgenomen op 18 februari 1957 in Florence “ (vrije vertaling van de tekst op YouTube).
Er bestaat ook opname met Olivero, uit Turijn 1971 (audio):
Carla Gavazzi
En laten we Carla Gavazzi niet vergeten: deze opname is uit 1951:















































Soms denk ik wel eens dat Plácido Domingo de reïncarnatie is van Puccini. Niet omdat ze zo op elkaar lijken (al hebben ze op de foto’s wel dezelfde uitstraling), maar vanwege de muziek. Die lijkt geschapen te zijn voor Domingo’s timbre. Het is alsof Puccini componeerde met Domingo’s stem in het hoofd.






















