Paoletta_Marrocu

Iris uit Teatro Goldoni Livorno

TEKST: PETER FRANKEN

Iris was Mascagni’s zevende opera en stamt uit 1898. Ik hoorde dit werk in 2003 in de Matinee met Nelly Miricioiù die daarmee in de voetsporen trad van Magda Olivero 40 jaar eerder. Daarvan is een opname op cd uitgebracht waarop Olivero te horen is naast Renato Capecchi en Luigi Ottolini.

Iris uit Amsterdam 1963 met Magda Olivero:

Iris met Nelly Miricioiu, Amsterdam 2003

Een geënsceneerde uitvoering van Iris is er voor mij nooit van gekomen maar in 2017 was het werk te zien in Mascagni’s geboortestad Livorno. Een opname van de voorstelling op 16 december is uitgebracht op dvd.

Voor de voorstelling in Livorno heeft regisseur Hiroki Ihara zich omringd met een compleet Japans productieteam aangetrokken, zo lijkt het althans al je de namen leest. Het effect is duidelijk, waar mogelijk is een Japanse sfeer gecreëerd al komt het wel wat clichématig over als je het land een beetje kent uit eigen ervaring. Een prieeltje met Mount Fuji op de achtergrond, van die dingen. De kostumering oogt zeer authentiek waarbij duidelijk wordt getoond dat de handeling zich afspeelt op de grens van twee werelden: klassiek Japans waarin de westerse moderniteit al een beetje doordringt. Zo draagt de rijke ‘playboy’ Osaka een driedelig kostuum.

Mascagni schreef zijn muziek op een origineel libretto van Luigi Illica, dus geen bewerkt toneelstuk. Deze beoogde in te haken op de belangstelling voor het symbolisme dat in de opera vooral wordt geassocieerd met Debussy’s latere Pelléas et Mélisande. Niettemin hinkt het resultaat op twee gedachten, romantisch realisme in het handelen en vooral zingen van de would be minnaar Osaka en veel symboliek ontleend aan het Shintoïsme in de wereld van Iris. Ze is een heel jong meisje dat leeft met haar pop alsof het een levend wezen is en vereert de zon als een godheid.

Osaka heeft zijn blik op Iris laten vallen en wil haar hebben. De in de amusementswijk Yoshiwara actieve Kyoto kan dat wel voor hem regelen. Als Osaka op haar is uitgekeken kan hij Iris vervolgens aan zijn troep meiden toevoegen, feitelijk is hij gewoon een pooier. Opvallend overigens die twee namen, kennelijk wist Illica zo weinig over Japan dat hij zijn personages maar naar bekende steden noemde.

Om Iris uit huis te lokken, ze wordt zeer kort gehouden door haar blinde vader, zetten die twee een toneelstukje op voor de deur. Het is zogenaamd een reizend theatergroepje, aangevuld met een paar van Kyoto’s geisha’s. Het effect is een hybride van Il Pagliacci en Kabuki en als Iris eenmaal tussen de toeschouwers staat wordt ze ontvoerd en gedrogeerd. Voor haar vader laat Kyoto een briefje en wat geld achter, om aan te geven dat hij Iris eerlijk heeft gekocht.

Ze wordt wakker is de mooiste kamer van Kyoto’s etablissement en waant zich dood en dus in de hemel. De priester had verteld dat je daar alles zou kunnen wat op aarde niet lukte. Maar luit spelen gaat niet en schilderen evenmin. Dan komt Osaka binnen en Iris herkent zijn stem uit de theatershow waarin hij gemaskerd de zoon van de zonnegod Jor zong. Ze blijft echter in die droomwereld hangen als hij haar probeert te verleiden en na een uurtje geeft hij het op, dit is geen vrouw maar een pop. Al probeer je nog zo veel, tot haar kan je niet doordringen. De vergelijking met Mélisande dringt zich op, meer dan ‘Je ne suis pas heureuse’ krijgen haar mannen er niet uitgetrokken.

Лекция «Оперное творчество П. Масканьи» 2020, Борисоглебский район — дата и  место проведения, программа мероприятия.
Iris wordt vervloekt door haar vader © The Victrola book of the opera

Osaka haakt af, Kyoto mag haar houden en die zet Iris in een doorschijnend gewaad in een vitrine als nieuw uithangbord voor zijn bedrijf. Dan verschijnt haar vader die niet beter weet of ze zit daar uit vrije wil. Hij vervloekt haar en gooit kluiten modder in haar richting. Iris probeert in wanhoop vervolgens zelfmoord te plegen door in een afvalput te springen, ze komt letterlijk in de goot terecht. Daar beleeft ze een apotheose die eindigt met de stralen van de net opkomende zon.

De opera begint met een proloog waarin het koor een hymne aan de zon zingt: ‘Sin Io! Son Io la vita’. Dat is zo overdonderend dat het eerder op zijn plaats was geweest aan het einde, al laat Mascagni de melodie daar nog wel terugkomen. Daarna komen we muzikaal in rustiger vaarwater, nu spreekt vooral de handeling. Van overdreven oriëntaalse invloeden is geen sprake, het blijft herkenbaar als het werk van een Italiaanse componist die zijn best doet niet als in een geconditioneerde reflex terug te vallen in romantiek en realisme. Hoe het ook zij, het is een bijzonder werk dat beslist meer aandacht verdient, al was het maar om Mascagni van die ‘one time wonder’ reputatie af te helpen.

De titelrol wordt zeer aanvaardbaar vertolkt door sopraan Paoletta Marrucu, overigens de enige naam op het affiche die enige bekendheid geniet, bij mij althans. Marrucu klinkt hier en daar wat geknepen maar weet alle tonen precies te treffen, op zich al een prestatie want de zwaarte van haar partij liegt er niet om.

Tenor Paolo Antognetti klinkt onbekommerd Italiaans als Osaka, mooi gedaan. Bariton Carmine Monaco d’Ambrosia geeft prima gestalte aan de bad guy Kyoto, ach, hij doet gewoon zijn werk zullen we maar zeggen.

Het Orchestra Filharmonica Pucciniana staat onder leiding van Daniele Agiman. Heel toepasselijk natuurlijk dat de enige officiële opname van Iris uit Livorno komt, voor liefhebbers van Mascagni een must. De dvd is overigens wel moeilijk verkrijgbaar, gewoon proberen maar.

Paoletta Marrocu zingt ‘Ancora il triste sogno … ‘

Paoletta Marrocu zingt ‘Un dì, ero piccina’:

Paoletta Marrocu en Paolo Antognetti in ‘Ho fatto male a ridere’:

Fotocredits: © Augusto Bizzi, Livorno

File:Mascagni – Iris – Iris’ father curses her – The Victrola book of the opera.jpg

Ildebrando Pizzetti: Moord in de kathedraal. En meer

https://images-na.ssl-images-amazon.com/images/I/711x9XPw9OL._SY879_.jpg

Ildebrando Pizzetti behoorde – samen met onder andere Ottorino Respighi, Riccardo Zandonai, Franco Alfano en Gian Francesco Malipiero – tot de zogenoemde ‘Generazione dell’80’, een groep Italiaanse componisten geboren rond 1880. Wat ze allemaal gemeen hadden, was een zekere hang naar het neoclassicisme en belangstelling voor de renaissance en de Byzantijnse muziek.

Dat alles is prominent aanwezig in Assassinio nella Cattedrale, een muziekdrama naar het toneelstuk Murder in the cathedral van T.S. Elliott, waarvoor Pizzetti zelf het libretto heeft geschreven. Ik vind het een pracht van een stuk, met een zeer sterk libretto, mooie koorpartijen en een perfect uitgewerkte hoofdrol die een goede bas-bariton alle ruimte geeft om te schitteren. Onvoorstelbaar eigenlijk dat de opera nog maar zo zelden wordt opgevoerd.

Deze Decca-opname werd in december 2006 gefilmd in het oogverblindende Basilica di San Nicola in Bari. Het doet er allemaal heel erg authentiek door aan, al denk ik dat het live toch indrukwekkender moet zijn geweest dan op dvd. Logisch, eigenlijk.

De uitvoering op zich is prima, niet overweldigend, maar zeker voldoende. De opkomst van de aartsbisschop maakt wel een enorme indruk, het heeft veel weg van de eerste opkomst van Scarpia; daar word je stil van. Zeker als de zanger in kwestie Ruggero Raimondi heet. Zijn stem is een beetje droog geworden, maar hij is een echt theaterdier en zet een zeer imposante Thomas Becker neer.

Ruggero Raimondi, Paoletta Maroccu , e.a..
Orchestra Sinfonica Della Provincia di Bari olv Piergiogio Morandi; regie: Daniele d’Onofrio (Decca 0743253)

NICOLA ROSSI-LEMENI EN VIRGINIA ZEANI

pizzetti-zeani

De première van Assassinio nella Cattedrale vond plaats in La Scala in Milaan, in maart 1958. De hoofdrollen werden gezongen door  Nicola Rossi-Lemeni (voor wie Pizzetti de opera componeerde en Leyla Gencer. Kort na de première werd de opera in Turijn live opgenomen, met – alweer Rossi-Lemeni – en Virginia Zeani. Absoluut onmisbaar voor de ‘Generazione dell’80’ én verisme liefhebber (Stradivarius STR 10067/57)

Virginia Zeani in een aria uit de opname:

DEBORA E JAELE

pizzetti-debora

Mocht u nog meer van Pizzetti willen horen (wat ik me heel goed kan voorstellen), dan kan ik u de opname van Debora e Jaele aanbevelen. De cast is om te likkebaarden, met de zeer indrukwekkende Clara Petrella voorop in de rol van Jaele. De opera werd in 1952 in Milaan opgenomen, Gianandrea Gavazzeni dirigeert (GOP 66.354)