Carmen

DNO opent seizoen met reprise van Carsens Carmen

Tekst: Peter Franken

Het lijkt eindeloos lang geleden, die Carmen productie uit 2009 die zaterdag opnieuw in première ging. Maar de reprise was al eerder gepland tot Covid alles in de war schopte. Of deze oude productie het wachten waard was, hangt af van de gekozen invalshoek. Meer dan een qualified success werd het in elk geval niet.

Zoals vrijwel elke regisseur heeft ook Carsen zijn gimmicks. In zijn beginjaren waren dat stoelen op het toneel, veel stoelen. In een of andere vorm is dat altijd blijven terugkomen. Verder een massale vrijpartij waarbij het koor zich het liefst geheel ontkleedt zodra ‘love is in the air’, denk aan de tweede akte van zijn Bohème in Antwerpen. Natuurlijk gebeurt dat ook in Carmen, nu met kleren aan, de tijden zijn veranderd.

Later is er iets nieuws bijgekomen: koorleden en figuranten die zich omkleden op het toneel. In zijn Carmen uit 2009 is dat het geval met de mannen die aanvankelijk in burger zijn maar zich haastig moeten veranderen in militairen, in hedendaagse outfit overigens. In zijn Cav Pal uit 2019 werd hier zo ongeveer de hele voorstelling aan opgehangen, compleet met make up tafels op het toneel. En ook het slot van zijn Idomeneo uit 2019 laat zo’n verkleedpartij zien. Hier gaan we van uniformen naar burgerkledij. Kortom, Carsen heeft er een nieuwe gimmick bij.

Als sinds zijn Turandot in Antwerpen zo’n 30 jaar geleden is duidelijk dat Carsen heel goed in staat is een koor te regisseren, later uitgebreid tot grote mensenmassa’s. Dat laat hij nadrukkelijk zien in deze Carmen waarin het koor is uitgebreid met vele figuranten. Er staan bij herhaling enorme groepen op het toneel, ook in scènes die daartoe geen enkele aanleiding bieden.

Een treffend voorbeeld is het begin van de tweede akte als de taverne van Llilas Pastia wordt overspoeld met een mensenmenigte en Carmens ‘Les tringles des sistres tintaient’ dat zij zingt met incidentele ondersteuning van Frasquita en Mercédès uitloopt op een spektakelstuk met het gehele koor. Hoezo taverne? Ander punt is dat die tent vergeven is van de animeermeisjes, uitdagend gekleed en direct in voor handel met de bezoekers. Het oogt nog net niet als een bordeel.

In de laatste akte hoort de toeschouwer wat zich op de tribune van de arena afspeelt. Carsen heeft dat zichtbaar gemaakt door een halfronde tribune op het toneel na te bouwen die geheel bezet wordt door koorleden en ‘participanten’. Het is een leuk gezicht en heeft zeker toegevoegde waarde. De ontmoeting van Carmen en José vindt nu plaats IN de arena en na afloop wordt ze net als een gedode stier door het personeel opgetild en weggedragen. Haar laten wegslepen door een paard zou ook te levensecht zijn geweest natuurlijk.

Waar ik moeite mee heb is dat die tribune er al van meet af aan staat. De eerste drie aktes zit je tegen een oplopende stoelenwand aan te kijken. Koor en solisten lopen op en af, iets dat het kinderkoor nog het meest natuurlijk afgaat, niet verrassend. En Carsen doet zijn reputatie eer aan door elke keer weer een zwerm deelnemers op en af te laten gaan, doet denken aan spreeuwen op een zomeravond.

De intimiteit van de handeling binnen de publieke ruimte komt hierdoor ernstig in het gedrang. Interactie wordt geforceerd. Carmen loopt zomaar ineens de tribune op om de vrijwel onzichtbare Don José een roos toe te werpen. De van haar kant wat sarcastische woordenwisseling blijft volledig op de achtergrond. ‘Ik ben met mijn insigne bezig’, zegt hij als excuus dat hij niet heeft opgelet. ‘Ton épinglette? Vraiment’. Met dat ‘is het heus’ zet ze hem weg als een kleine jongen en nu moet hij maar zien dat hij zijn mannelijkheid weer terugwint. Eigenlijk is het pleit hier volledig beslecht maar daar heb ik in deze regie niets van meegekregen.

Die tribune is niet meer dan een gimmick die al heel gauw verveelt en gewoon begint te irriteren. De enige keer dat er inventief gebruik van wordt gemaakt is het creëren van een donker berglandschap waarin een grote groep  van linksboven naar rechtsonder met kisten lopen te sjouwen, wapensmokkel.

Nogal verrassend is de manier waarop de drie zigeunerinnen vervolgens op pad worden gestuurd om zich over de douaniers te ontfermen. Na die seksuele toespelingen in de taverne draait Carsen het helemaal om. De drie dames worden gestoken in mantelpak met hoed en stola. Ze hebben veel bagage bij zich en daar is de douane wel eventjes mee bezig.

Van de ruim 20 Carsen producties die ik heb gezien is dit een van de minsten. Het is aan de solisten, koor en orkest om dat goed te maken. Dat lukte dirigent Jordan de Souza met het Nederlands Philharmonisch Orkest uiteindelijk het beste. Ik was zeer te spreken over hetgeen er uit de orkestbak kwam. Een minimum aan bombast ook al ontkom je daar bij sommige meezingers nooit helemaal aan natuurlijk. Ook al doordat het koor dan uit volle borst stond te zingen. Maar verder veel intieme momenten met subtiel spel, fijnzinnig zoals je van de Souza mag verwachten gelet op zijn reputatie. Het koor, ingestudeerd door Lionel Sow vond ik vooral erg enthousiast, evenals het kinderkoor overigens.

Bas bariton Lukasz Golinski was een fraaie Escamillo, overtuigend in zijn rol van de torero die niemand hoeft te overtuigen van zijn mannelijke superioriteit. Zijn beroep staat voor machismo. Toch waagt hij zich niet in zijn eentje in de bergen, op zoek naar Carmen. Net als in de arena waagt hij zijn leven nooit zonder zijn cuadrilla, ook hier zijn ze erbij, alle vijf. In de laatste akte zien we ze fraai uitgedost met hun collega’s van de twee andere torero’s. Drie banderilleros en twee picadores. 

Georgiy Derbas-Richter (Moralès) en Frederik Bergman (Zuniga) gaven in de eerste twee aktes gestalte aan de officieren die direct gecharmeerd zijn van Michaëla respectievelijk Carmen maar bij die dames niet erg ver komen. De twee kleinere vrouwenrollen van Frasquita en Mercédès kwamen voor rekening van respectievelijk Inna Demenkova en Polly Leech. Met verve gezongen en geacteerd. Adriana Gonzalez klonk als Michaëla stralend bij haar entrée maar moest tin de derde akte behoorlijk forceren. Redelijk gezongen maar niet bijzonder

Dat brengt me bij de twee hoofdrollen, het tragisch duo Carmen en Dos José. Stanislas de Barbeyrac als Don José leverde een behoorlijke prestatie maar wisselde intieme lyrische passages af met nogal schreeuwerige momenten. Meer dan een voldoende zat er niet.

De Carmen van N’jai Bridges is wat problematisch al is me niet echt duidelijk of dat aan de regie lag. Ze zet aanvankelijk een vrouw neer die vooral heel sterk is en de hele wereld denkt aan te kunnen. Bij de inzet van ‘L’amour est un oiseau rebelle’ schrok ik van de wijze waarop ze haar stem zo laag en donker mogelijk leek te maken. Het klonk ‘kelig’ en beslist niet uitdagend of verleidelijk.

Als ze haar visitekaartje heeft afgegeven – met mij valt niet te spotten, ik ben alle mannen de baas en de vrouwen ook natuurlijk – klinkt ze minder gemaakt maar we moeten wachten tot haar monologue intérieur ‘En vain pour éviter’ waarin ze bezingt dat de kaarten elke keer weer het zelfde zeggen: ’toujours: la mort’. Nu hoeft ze voor niemand de schijn op te houden en klink ze natuurlijk en aantrekkelijk. Toch is het opvallend dat de casting van deze prachtige gekleurde vrouw, geen zigeunerin maar gewoon anderszins exotisch, zo weinig oplevert in termen van verleidelijke femme fatale.

In tegenstelling tot de tekst lijkt ook Don José voor haar niet meer dan een man voor een half jaartje te zijn. En door haar als chic geklede dame te tonen in de laatste akte, de nieuwe vlam van de bemiddelde Escamillo, komt ze over als een golddigger. Nee, dit is niet mijn favoriete Carsen.

Trailer van de productie

Alle voorstellingen zijn uitverkocht, voor de prachtige opera Königskinder zijn nog voldoende kaarten beschikbaar.

Foto’s: © Bart Grietens

A literal black and white Carmen from 1915



Just like today’s movies, opera used to be public entertainment number one. And that for a long time. No wonder, then, that from the very beginning of cinema, much attention was paid to this already well known art form. Carmen, one of the most popular operas of the time, appealed particularly to the imagination and was filmed as early as 1912 with the prima ballerina of the Opéra Comique, Régina Badet, in the leading role.

Cecil B.DeMille with Geraldine Farrar




In 1915, Cecil B. DeMille filmed the opera again, this time with Geraldine Farrar as the man-eating gypsy. Now, Farrar was not only one of the greatest sopranos and MET legends of the early 20th century, her beautiful appearance and excessive acting talent also enabled her to build a career as a Hollywood actress.

The story was  substantially amended, making Carmen a thoroughly bad woman, possessing hardly any subtleties. Everything is black and white, just like the (silent) film itself, but that should not spoil the fun, because there is a lot to enjoy.

The film has been fully restored from DeMille’s personal copy, and the original score by Hugo Riesenfeld has been recreated by Gilian B. Anderson, who also conducts the London Symphonic Orchestra in the recorded soundtrack. As a bonus a few arias, sung by Farrar, have been edited in between scenes. For film and opera lovers alike, this is a veritable monum

Herinneringen aan Maria Ewing

TEKST PETER FRANKEN

Zondag 9 januari overleed Maria Ewing. We deelden geboortejaar 1950 en zo’n detail brengt het allemaal wat dichter bij. Ik zag haar één keer live, als Elle in La voix humaine, een productie van de Reisopera in 2011.

Maria Ewing tijdens de repetitie van La voix humaine:

Mijn eerste kennismaking met Maria Ewing was in 1985 toen ik haar in een uitzending vanuit Glyndebourne zag als sigaar rokende Carmen, zeer overtuigend. Een vergelijkbaar personage zette ze neer in de productie van ROH die in 1991 door ArtHaus werd uitgebracht.

Deze productie van Nuria Espert is zeer klassiek en laat in de vierde akte zelfs twee picadores te paard op het toneel verschijnen. Dat laat onverlet dat het acteren van de protagonisten buitengewoon realistisch is, een klassieke enscenering hoeft niet betekenen dat er een ouderwetse voorstelling ten tonele wordt gevoerd, met zangers als houten klazen. De vonken vliegen er van af, met name door het fenomenale optreden van Ewing.

Maria Ewing als Carmen in Glyndebourne:

Haar Carmen is aanvankelijk nogal arrogant. Het stoort haar dat Don José haar gewoon geen blik waardig te gunt en dat na haar ‘Oiseau rebelle’. Zoiets kan ze niet over haar kant laten gaan, die man moet ze hebben. Als ze vraagt wat hij aan het doen is en als reactie krijgt dat hij met zijn insigne bezig was antwoordt ze ‘Vraiment’ op zo’n sarcastische manier dat het met José daarna onmogelijk nog goed kan komen.

Maria Ewing en Barry McCauleyL

Dat ze hem uit zijn ‘eigen leven’ weghaalt en zodoende zijn burgerlijke toekomst verpest, deert haar niet. Easy come, easy go, als hij lastig en jaloers wordt is het tijd om hem af te danken, hij moet maar zien wat er van hem terecht komt na zijn desertie uit het leger om harentwil en vooral ook door haar toedoen.

Eveneens uit de Royal Opera stamt een dvd met daarop Maria Ewing als een werkelijk uitnemende Salome in een volstrekt klassieke productie van Peter Hall. De opname is gemaakt in 1992. Hall volgt het libretto tot in de kleinste details, van de maan in de eerste scène tot het moment waarop Salome wordt doodgedrukt tussen de schilden van de paleiswachters.

En uiteraard zijn er zeven kledingstukken die tijdens de sluierdans worden afgeworpen, of eigenlijk vijf en twee echte sluiers. Ewing eindigt volledig naakt op het toneel, tot verrukking van Herodes die natuurlijk direct daarop in de tang genomen wordt.

Michael Devlin is zeer overtuigend als de profeet Jochanaan, goed gebouwde jong ogende man die slechts gekleed in een lendendoek de blikken van Salome op zich gericht weet en daarvan gruwt. Hoe meer ze zich aan hem probeert op te dringen, des te groter wordt zijn afkeer. Totdat hij plotseling uit een ander vaatje begint te tappen. Zij is nog niet verloren, moet de Mensenzoon opzoeken, zich voor zijn voeten werpen en om vergeving voor haar zonden vragen. Kan zijn dat de profeet dat echt meent, maar je ziet haar alleen maar denken aan wat ze hem eerder vroeg: ‘is die Mensenzoon net zo mooi als jij?’.

Kortom: hij ijlt en zij geilt, dat laatste heel duidelijk als ze wat op de grond ligt te kronkelen tijdens het orkestrale tussenspel voordat Herodes naar buiten komt. Narroboth kon het al lang niet meer aanzien en heeft zichzelf doodgestoken, goed gezongen door Robin Leggate, wel een beetje pathetisch geacteerd.

Herodes wordt redelijk goed vertolkt door Kenneth Riegel, al klinkt zijn Engels wel een beetje door in de Duitse zang. Gillian Night is adequaat als een licht hysterische Herodias. Terwijl die twee ruziën over de op handen zijnde dans trekt Ewing zich even terug om wat meer kleren aan te trekken, anders kan het helaas niet doorgaan. Ze beweegt heel behoorlijk, dansen is een groot woord, maar de spanning zit hem natuurlijk in de onderliggende erotiek die de kijker beleeft door de ogen van Herodes.

Muzikaal wordt de voorstelling gedragen door Michael Devlin maar vooral door Maria Ewing die er een absoluut topoptreden van maakt.

Een beetje gecensureerd:

Natuurlijk had ze toen de vocale mogelijkheden daarvoor maar die weet ze dan ook volledig te benutten, zonder waarneembaar te doseren om vooral het einde te kunnen halen.

Maria Ewing in de laatste scene  van Salome:

Haar vertolking van Sjostakovits’ Lady Macbeth heb ik op cd, heel jammer dat daar geen dvd van bestaat, had haar graag ook in die rol willen bewonderen. RIP Maria.

Gustav Mahler: Symfonie nr. 4 door het Koninklijk Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink, met  Maria Ewing – sopraan, Jaap van Zweden – viool. Opname van de Kerstmatinee 1982:

Schitterende Carmen uit de Opéra Comique in Parijs

Carmen van Bizet, gedirigeerd door Sir John Eliot Gardiner Gardiner… wie had dat vroeger voor mogelijk gehouden? En toch is het logischer dan u denkt. Want met de voorstelling uit 2009 bracht Gardiner de opera terug naar de plaats van haar wereldpremière en speelde het werk met instrumenten uit die tijd.

De (geniale!) regie van Adrian Noble is voornamelijk gefocust op de personages, de enscenering is zeer illustratief en het libretto wordt op de voet gevolgd. Het is realistisch, mooi en spannend. Het eenheidsdecor wordt aan iedere scène aangepast, waardoor je je op al die verschillende locaties waant.

De stemmen zijn aan de kleine kant, maar ik denk niet dat het destijds een probleem was in de Opéra Comique in Parijs, laat staan op dvd.

Andrew Richards is niet de beste José ooit, maar zijn invulling van de rol is fenomenaal. Hij begint als een aardige en zeer aaibare vreemdeling en eindigt als een soort Jezus, met de waan in zijn ogen.

Jammer genoeg heeft Nicolas Cavallier (Escamillo) onvoldoende sexappeal voor een macho toreador, maar hij compenseert veel door zijn mooie zang.

Anna Caterina Antonacci is één van de beste Carmens tegenwoordig. Mooi, sexy, uitdagend en nergens vulgair. Haar diepe, warme stem kent alle kleuren van de regenboog.

Gardiner heeft er duidelijk zin in. Zijn tempi zijn soms duizelingwekkend.

Georges Bizet
Carmen
Anna Catarina Antonacci, Andrew Richards, Anne-Catherine Gillet, Nicolas Cavallier; The Monteverdi Choir, Orchestre Révolutionnaire et Romantique o.l.v. Sir John Eliot Gardiner; regie: Adrian Noble
FRA Musica 004 (2DVD’s)

 

Welke Carmen moet ik hebben? HELP!

Carmen domingo-carmen-wiener-staatsoper-kleiber

In de prehistorische tijden, toen de kijkcijfers alleen niet zaligmakend waren en er rekening werd gehouden met het cultuurminnende publiek, kwamen ook televisiekijkende operaliefhebbers aan hun trekken. Op een avond in 1982 werd er op de Nederlandse televisie Carmen uitgezonden.

Waarom ik toen ben gaan kijken? Geen idee, ik hield immers niet van de opera. Of het moest vanwege een toenmalig vriendje zijn geweest die een groot liefhebber was van alles wat met Spanje te maken had. Nou, ik heb het geweten. Vanaf die avond was de wereld dezelfde niet meer, en mijn leven een grote liefde rijker.

U begrijpt natuurlijk wel dat deze Carmen (opname uit 1978 van de Wiener Staatsoper) voor mij de ultieme is geworden. En al moet ik toegeven dat Escamillo (een povere Yuri Mazurok) in niets lijkt op een toreador, en dat Carmen (Elena Obraztsova) een zwaar Russisch accent heeft – het is allemaal onbelangrijk. Al bij de eerste maat van de ouverture slaat je hart over. Je gaat op het puntje van je stoel zitten tot de laatste noot is uitgeklonken en je erachter komt dat het al heel laat is geworden, en je kat gevoerd moet worden.

Het is voornamelijk de schuld van Carlos Kleiber. Hij komt op, een jonge Rutger Hauer-achtige verschijning, heft de armen op, en… beng! Zijn armen zwieren door de lucht als lichtvoetige danseressen en worden één met het orkest. Nooit eerder hoorde ik de melodische lijnen zo in elkaar overvloeien, nooit eerder maakte ik een duizelingwekkender begin van de tweede acte mee, zo in contrast met de overgang naar III.

De enscenering is superrealistisch, met bijzonder veel oog voor de kleinste details. Het lijkt meer een film dan een opera in het theater, maar ja, de regisseur heet dan ook Franco Zefirelli.

Deze Carmen betekende voor mij ook de eerste kennismaking met het fenomeen Plácido Domingo: een tenor met een gouden keel en een stem van fluweel. Dat hij ook nog eens een aantrekkelijke man was en goed kon acteren, maakte dat ik tot over mijn oren verliefd werd. Dat ik niet alleen was, dat werd me meteen duidelijk: na ‘La fleur que tu m’avais jetée’ kreeg hij een eeuwigdurend applaus. (Arthaus Musik 10909)

Afbeeldingsresultaat voor Carmen Kaufmann

Iets vergelijkbaars gebeurde mij in 2011, toen de BBC een saaie Kerstmiddag opvrolijkte met een operatransmissie uit de Londense Covent Garden. Orkestraal is deze Carmen iets minder spectaculair dan bij Kleiber. Antonio Pappano is een gepassioneerde dirigent en zweept het orkest van het Royal Opera House tot ongekende hoogtes, maar mijn gevoel van knock-out werd deze keer veroorzaakt door de ongemeen spannende regie en fenomenale hoofdrolvertolkers.

Francesca Zambello schuwt sentimenten niet en zorgt voor een schaamteloos, realistisch spektakel, zonder updaten en concepten. De actie speelt zich daadwerkelijk in Sevilla af en het oog wordt getrakteerd op prachtige choreografieën en schitterende kostuums. Anna Caterina Antonacci is een zeer pittige en sexy Carmen, zeer uitdagend maar ook zelfbewust en trots. Haar prachtige zwarte ogen spuwen vuur, en haar mooie verschijning en een groot acteertalent verbloemen niet dat ze ook zingen kan: haar krachtige stem kent een scala aan emoties. Al met al: een echte tragédienne. Een echte Carmen.

Ildebrando D’Arcangelo is een fantastische, viriele Escamillo. Zijn opkomst op het grote zwarte paard is werkelijk spectaculair. Jonas Kaufmann is zonder meer de beste José die ik ooit in mijn leven heb meegemaakt. Zijn spinto tenor klinkt fenomenaal in alle registers, nergens gechargeerd en waar nodig lyrisch en fluisterzacht. Ook als acteur is hij niet te overtreffen, en zijn meer dan aantrekkelijk uiterlijk nemen we als bonus mee. U begreep het al: deze Carmen moet u hebben! (Decca 0743312)

https://images-na.ssl-images-amazon.com/images/I/81FurpsuPCL._SL1219_.jpg

Ook de in 2003 in Glyndebourne opgenomen voorstelling in de regie van David McVickar ziet er schitterend uit. Het toneelbeeld in de eerste twee aktes is zeer bedrijvig. De derde acte begint mistig, met spaarzame belichting (de belichting is überhaupt zeer vernuftig), zeer filmisch, en zeer ontroerend. In IV heb je alles wat nodig is om Sevilla te bevolken: de torero’s, de matadoren, de prachtig geklede Spaanse Doña’s en Donnen. Adembenemend.

De dood van Carmen (haar keel wordt zeer bloedig doorgesneden) is thrillerachtig spannend. Jammer genoeg wordt de hoofdrol vertolkt door Anne Sofie von Otter. Want laten we eerlijk zijn: Carmen is haar ding niet. In haar dappere pogingen om nog iets van het Spaanse temperament over te laten komen, verwordt ze tot een ordinaire del. Zonde. (OPUS ARTE OA 0867)

CD’S

Domingo Camen berganza

Wat de cd’s betreft is de keuze zo verschrikkelijk groot dat het bijna onmogelijk is om er één (of twee) uit te pikken. Vooropgesteld dat u nog helemaal geen één opname thuis hebt, zou ik voor de Deutsche Grammophon-registratie (4196362) uit 1978 gaan. Claudio Abbado dirigeert meesterlijk en spannend, zeer lyrisch ook. De hoofdrollen mogen er ook allemaal wezen: Berganza, Domingo, Milnes en Cotrubas.


https://http2.mlstatic.com/bizet-carmen-solti-domingo-troyanos-3-cd-box-set-D_NQ_NP_396505-MLA25049663221_092016-F.webp

Ook goed is de twee jaar oudere Solti (4144892), voornamelijk vanwege beide zangeressen: een onvergetelijke Tatiana Troyanos en een jonge Kiri te Kanawa. Domingo is hier minder goed op dreef dan bij Abbado, en Van Dam vind ik geen spannende Escamillo.


Zonder meer interessant zijn de vertolkingen van de hoofdrol door Victoria de los Angeles en natuurlijk Maria Callas. En voor de liefhebbers (en verzamelaars) van historische opnamen: Urania (URN 22.378) heeft niet zo lang geleden de live in Parijs in 1959 opgenomen voorstelling uitgebracht, met een verleidelijke Carmen van Consuelo Rubio en een elegante Don José van Leopold Simoneau.


Waar u ook niet omheen kunt is de vertolking van de rol door de legendarische Conchita Supervia (verschillende labels).


Carmen Broadway-Cast-1943-Bizet-Hammerstein---Carmen-Jones

In 1943 heeft Oscar Hammerstein II de opera tot een Broadway-musical bewerkt, Carmen Jones. Hij verplaatste de actie naar het heden (we hebben het over de beginjaren van de Tweede Wereldoorlog) in het zuiden van Amerika. De première, op 2 december 1943 was een groot succes, en dan te bedenken dat de hele (zwarte!) cast zijn debuut maakte op de planken.

Een paar jaar geleden heeft Naxos (81208750) de highlights (opgenomen in 1944) van de musical uitgebracht, met als bonus een viertal nummers uit de gelijknamige film van Otto Preminger, uit 1954. De rol van Carmen werd daar gespeeld door Dorothy Daindridge, maar ingezongen door de piepjonge (20!) Marilyn Horne, toen nog sopraan. Adembenemend

 

Overigens: wist u dat de beroemdste hit van de opera helemaal niet van Bizet was? Het heet El Arreglito  en werd gecomponeerd dor Sebastián Yradier. Bizet was er van overtuigd dat het een volkslied was en toen hij er achter kwam dat het geschreven was door een componist die pas tien jaar eerder was overleden, heeft hij een voetnoot aan de partituur toegevoegd, met de bronvermelding

Over Victoria de los Angeles, madonna onder operazangeressen.

de los Angeles

Victoria de los Angeles was zonder twijfel één van de mooiste lyrische sopranen van haar generatie. Zij debuteerde in 1945 in het Liceu in Barcelona als de Grafin in Le Nozze di Figaro. Haar internationale doorbraak kwam toen zij in 1948 voor de BBC optrad als Salud in La vida breve van Manuel de Falla, een rol die ze voor het eerst scenisch vertolkte tijdens het Holland Festival in 1953.

de los angeles Salud

Eén jaar later zong zij Marguerite in Faust van Gounod in Parijs en daarna kwamen alle grote podia in de hele wereld

Haar echte naam was Victoria Lopez Garcia. Waarom ze ‘de los Angeles’ als haar toneelnaam had gekozen? Ach, zo belangrijk is het ook weer niet, maar het paste haar als een handschoen. Niet alleen zag ze eruit als een Spaanse Madonna, ook haar stem was engelachtig: bloedmooi en van een onschuldige schoonheid. Iets wat haar minder geschikt maakte voor sommige rollen, zoals bij voorbeeld Violetta. Niet dat het slecht was, maar het klonk wel heel erg kuis.

]

En toch was zij één van de beste Manons (Massenet), ook niet het voorbeeld van een ‘fatsoenlijke’ vrouw:

Ook haar vertolking van Carmen is waanzinnig goed. Niet hoerig en niet zo zelfverzekerd, maar o zo aantrekkelijk!

Haar stem was niet alleen lyrisch, warm en delicaat maar ook zeer aristocratisch, waardoor haar Mimi en Cio Cio San behalve broos en hulpeloos iets koninklijks kregen en zelfs Santuzza verrijkt werd met een beetje nobiliteit.

Maar de los Angeles was meer dan alleen een operadiva. Behalve in opera’s trad zij veelvuldig op als concertzangeres op en was een zeer begenadigd liedzangeres. Er wordt over haar verteld, dat zij aan het begin van haar carrière, vóór ze in een opera ging optreden, erop stond om eerst een liedrecital te geven. Zo kon zij zich eerst aan het publiek voorstellen als de echte Victoria en niet als een operapersonage.

Haar repertoire was onvoorstelbaar groot. Zij zong Italiaanse, Spaanse, Franse en Duitse liederen en wist als geen ander op alles wat zij zong een eigen stempel te drukken. Haar Brahms en Mendelssohn zijn onweerstaanbaar, en bij haar ‘Ich Liebe Dich’ van Grieg wordt men vanzelf verliefd.

Haar liefdevolle, ietwat zoetige timbre, haar souplesse en haar vermogen om woorden te kleuren maakten haar bijzonder geschikt voor het Franse repertoire. Haar Debussy, haar Ravel, haar Delibes (luister maar even naar ‘Les filles de Cadiz’!) zijn werkelijk ongeëvenaard.

Voor het Spaanse lied had ze net zoveel betekend als Fischer-Dieskau voor het Duitse of  Peter Pears voor het Engelse. Zij zong werkelijk alles, wat in haar vaderland werd gecomponeerd: beginnend met de middeleeuwse liederen en sefardische romanceros en eindigend in zarzuelas en hedendaagse composities.

Hopelijk is deze album nog steeds te koop.


Victoria de los Angeles
The very best of
Warner Classics 5758882 (2 cd’s)

Plácido Domingo op zijn Frans: een kleine selectie

Domingo jose

Bizet: Carmen

Domingo carmen-wiener-staatsoper-kleiber

Vroeger hield ik niet van de opera. Ik was gek op vioolconcerten en pianosolowerken, heel vroeg leerde ik kamermuziek te waarderen en toen ik iets ouder werd kwamen ook liederen op mijn weg. Maar opera? Het idee alleen dat er een oude, dikke dame een jong meisje moest verbeelden die aan tbc stierf bezorgde mij al de slappe lach. Over vooroordelen gesproken!

Tot ik, op een memorabele avond in 1982 de tv aanzette om naar Carmen te kijken. Ik deed het alleen maar om mijn toenmalige vriendje te “pleasen” en toen gebeurde het. Vanaf die avond was de wereld dezelfde niet meer, en mijn leven een grote liefde rijker.

De bewuste Carmen heb ik jarenlang op een slecht gekopieerde maar peperdure mc (weet iemand nog wat het was?) gekoesterd. Het kwam later uit op verschillende ‘piratenlabels’ en uiteindelijk op dvd (Arthaus Musik 109096).

Inmiddels ben ik vele jaren en ervaring verder, maar nog steeds vind ik de opname onweerstaanbaar. Allereerst vanwege Domingo. Luister naar zijn ‘La fleur que tu m’avais jetée’: als je daar geen kippenvel van krijgt, dan weet ik het niet meer. En ook vanwege Carlos Kleiber, een dirigent zoals ze tegenwoordig niet meer gemaakt worden.

Domingo Camen berganza

De allermooiste cd-opname, althans voor mij, is die met Teresa Berganza onder Claudio Abbado (DG 4196362). Het werd in 1978 in de studio, maar wel na een serie live-voorstellingen, opgenomen en dat hoor je. Ileana Cotrubas (Micaëla) en Sherrill Milnes (Escamillo) completeren de voortreffelijke cast.


https://http2.mlstatic.com/bizet-carmen-solti-domingo-troyanos-3-cd-box-set-D_NQ_NP_396505-MLA25049663221_092016-F.webp

Twee jaar eerder heeft Domingo de opera ook al in de studio opgenomen (Decca 4144892), maar daar ben ik er minder over te spreken. Solti dirigeert voortreffelijk en Tatiana Troyanos is een Carmen uit duizenden, misschien zelfs beter dan Berganza, maar José van Dam is geen Escamillo en het geheel mist de theatersfeer.


Domingo Camen Resnik

De allereerste, mij bekende opname dateert uit 1967. Het komt uit het Teatro Municipal de Santiago en staat onder de leiding van Anton Guadagna (Legato LCD 194-2). Regina Resnik is een voortreffelijke Carmen, maar wat de opname echt memorabel maakt is de Escamillo van Ramon Vinay, ooit zelf een Don José van formaat.

Domingo Carmen Verrett

Interessant ook de opname uit Covent Garden, 1973 (Arkadia MP 498-3). Voornamelijk vanwege Shirley Verrett in de hoofdrol en de piepjonge Kiri te Kanawa als Micaëla.

MASSENET: Werther

Domingo Werther

Werther was één van de geliefde rollen van de jonge Domingo. Helaas is er weinig van gedocumenteerd gebleven. Op 18 december 1977 werd de opera door de Bayerische Rundfunk in München opgenomen. Deze opname is inmiddels ook op cd uitgebracht (Orfeo C 464 982).

Charlotte werd toen gezongen door Brigitte Fassbaender, niet echt een zangeres met wie je de rol associeert… Nou! Laat je verrassen, want wat hier gebeurt, hoor je werkelijk heel zelden: drama, passie, liefde, wanhoop… Ze spat samen met Domingo werkelijk van je speler af.

Een fragment:

Domingo Werther Chailly

In 1979 werd er een studio opname van de opera gemaakt, onder Riccardo Chailly, met een totaal miscastte Elena Obraztsova als Charlotte. Het is best spannend, maar de poëzie ontbreekt.


Massenet: Manon

Domingo Manon

Ja, ook Manon behoorde ooit tot Domingo’s repertoire. De enige opname die ik ken, staat op Melodram (MEL 27054). Het is live opgenomen in de New York City Opera op 20 februari 1969. Manon wordt gezongen door de werkelijk onweerstaanbare Beverly Sills. Julius Rudel dirigeert.

Massenet: Le Cid

Domingo Le Cid

Een rariteit, zeker, maar wat een mooie rariteit! Sony (7454942 – check voor alle zekerheid het nummer, ze veranderen zo gauw!) heeft de concertante uitvoering in New York, 1989, live opgenomen. Eve Queler dirigeert en Grace Bumbry schittert als Chimene.


Gounod: Faust

Domingo Faust Freni

Gelukkig voor de liefhebber bestaat er van Domingo’s Faust een goede studio-opname. Het is in 1979 door EMI (tegenwoordig Warner)) opgenomen en in dit geval kan je rustig van één van de beste opnames van het werk spreken. Het orkest van de Parijse Opera staat onder leiding van Georges Prêtre, één van de beste dirigenten voor het Franse repertoire.

De cast is om je vingers bij af te likken: Mirella Freni is een broze en sensuele Marguerite en Nicolai Ghiaurov een zeer imponerende Méphistophéles. In de kleine rol van Valentin horen we niemand minder dan Thomas Allen.


Saint-Saëns: Samson et Dalila

Domingo Samson Warner

EMI (nu Warner dus) heeft de opera in 1991 in Parijs opgenomen. De dirigent was Myung-Whun Chung en daar wringt de schoen: hij heeft er geen kaas van gegeten. Maar hij was niet de enige boosdoener! Iemand kwam op het onzalige idee om Dalila door Waltraud Meier te laten zingen. Forget it.


Domingo Samson Borodina

De andere studio-opname, ditmaal op dvd (DG 0730599), heeft ook een Dalila waar je niets mee kan: Olga Borodina. Het is in 1998 in de Metropolitan Opera opgenomen. Ik was erbij en vond het niet leuk – en ik vind het nog steeds niet leuk.

Domingo Samson Verrett

Nee, geef mij maar de opname uit San Francisco! De regie was in handen van Nicolas Joel en Dalila werd gezongen door de echt sexy Shirley Verrett (Arthaus Video 100 202)

Offenbach: Les Contes d’Hoffmann

https://images-na.ssl-images-amazon.com/images/I/71wSWOvWrHL._SL1367_.jpg

Hoffmann was één van Domingo’s grootste rollen. Daar komt, wat mij betreft, geen andere zanger zelfs in de buurt.

Wilt u de opera op cd hebben dan is de Decca opname onder leiding van Richard Bonynge, met Dame Joan Sutherland in alle drie de vrouwelijke rollen (4173832) zeer aan te bevelen


Het een en ander over Verdi en Plácido Domingo

Plácido Domingo en belcanto

Plácido Domingo en Wagner