Vladimir_Jurowski

Die Meistersinger von Nürnberg. Discografie

Meistersinger scenefoto

Die Meistersinger von Nürnberg – Stolzings Probesingen. Gemälde von Michael Echter

Te midden van de tientallen cd’s en dvd’s van Die Meistersinger von Nürnberg ben ik de kluts een beetje kwijtgeraakt, dus de kans dat uw geliefde opname er niet tussen zit, is meer dan mogelijk. Ik heb het op naam van de dirigent gerangschikt, de zangers komen vanzelf aan de beurt. En: zullen we maar eens met de Nederlanders beginnen?

Jaap van Zweden

meistersinger van Zweden

7 februari 2009 was één van die middagen die nu al als legendarisch gelden, en dat niet vanwege de ongewone begintijd (11.00 uur ‘s morgens) en de lange duur (tot 17.00 uur in de namiddag). Jaap van Zweden tilde in het Concertgebouw in Amsterdam Die Meistersinger op tot een werkelijk ongekend hoog niveau. En dan te bedenken dat het pas zijn tweede Wagner-opera was!

Niet minder imposant was de bezetting. Allereerst was er Robert Holl (Hans Sachs), die de rol al jaren achtereen tijdens de Bayreuther Festspiele zong en er helemaal mee was vergroeid. Met zijn soepel gevoerde sonore bas riep hij allerlei gevoelens op – het meest die van een diepe bewondering. Wat een vertolking!

Eike Wilm Schulte (Beckmesser) kroop helemaal in zijn rol van een oude intrigant, Burkhard Fritz was zeer geloofwaardig in zijn prachtig gezongen ‘prijslied’ en Rainer Trost was een mooie David. Barbara Havemann liet een gemengde indruk op mij achter. Ik had een groter en ronder geluid verwacht, maar misschien lag het aan de rol?

Om de sfeer te vergroten werd de foyer van het Concertgebouw destijds ingericht als een heuse ‘bierstube’: men kon plaats nemen achter lange houten tafels en zich tegoed doen aan zuurkool met worst.

De uitvoering werd gelukkig op cd uitgebracht, op QuattroLive (2009014s). De opname is via de vakhandel en de webwinkel van het Koninklijk Concertgebouworkest te koop, maar voor zuurkool met worst en het biertje moet u zelf zorgen.

Bernard Haitink

Meistersinger Haitink

Er zijn ten minste drie redenen om Haitinks Meistersinger (ROHS 008) aan te schaffen: de zoetgevooisde Walther van de te vroeg overleden Gösta Winbergh, de fenomenale Beckmesser van Thomas Allen en de dirigent zelf.

Haitink is minder uitgesproken dan Van Zweden. Zijn lezing is, zoals wij van hem gewend zijn, zeer degelijk. De opera werd tijdens de inmiddels legendarische ‘laatste avond’ (het Royal Opera House zou verbouwd worden en ging twee jaar lang dicht) op 12 juli 1997 opgenomen.


Wolfgang Sawallisch

5099973901822_wag_bl_cdq301e CD Booklet - Printers Pairs

Ben Heppner was in 1994 nog een volop lyrisch-dramatische Walther, met de nadruk op lyrisch. Zijn hoogte was stralend en hij zong met veel gevoel. Een Walther die ook Plácido Domingo gezongen zou kunnen hebben (iets wat hij overigens ook deed – hij kweet zich voortreffelijk van zijn rol, maar voor de rest is de opname niet echt aan te bevelen).

Cheryl Studer is voor mij één van de beste Eva’s ooit, en zal dat voorlopig ook wel blijven. Hetzelfde geldt voor Bernd Weikls Hans Sachs.

De stem van Deon van der Walt (David) heeft veel weg van jonge Klaus Florian Vogt. Wie weet was ook hij richting Walther gegaan als zijn vader hem niet had doodgeschoten?

Het Bayerischer Statsorchest klinkt ‘himmlisch’ (Warner 5099973901822)         ).


Herbert von Karajan

untitled

Het beste voorbeeld van een David die ooit volwassen ging worden is bij Karajan geleverd. Tegenover de Walther van René Kollo (niet mijn kopje thee, maar ik moet toegeven dat zijn ‘prijslied’ prachtig klinkt) staat de David van niemand minder dan Peter Schreier.

Geraint Evans is hier een ietwat karikaturale Beckmesser, maar Helen Donath is een heerlijke, meisjesachtige Eva. En het orkestspel staat als een huis (Warner 5099964078823)      



Thomas Schippers

Meistersinger Schi[pers

Nu de Metropolitan Opera haar archieven heeft geopend, worden wij met veel schatten uit het tot nu toe verborgen Sesam verblijd. Deze Meistersinger werd op 15 januari 1972 opgenomen en ik moet nogmaals constateren dat er niets boven live gaat.

Schippers dirigeert adembenemend lichtvoetig en de ouverture vliegt bij hem voorbij, al doet hij er maar een halve minuut sneller over dan Karajan of Sawallisch.

James King is een triomferende Walther. Zeer macho ook – zo worden ze echt niet meer gemaakt! Pilar Lorengar is een lichte Eva, een echt jong meisje (Sony 85304)

 

Christian Thielemann en Otto Schenk

Mestersinger Euroarts

Wilt u er ook beeld bij, dan heb ik voor u twee echte aanbevelingen. In 2008 werd in Wenen de oude productie van Otto Schenk hernomen (Euroarts 0880242724885). HEERLIJK! Je maakt het werkelijk bijna nooit meer mee dat je alles in zijn verband kan zien: de decors, de kostuums, het verhaal…

U gelooft het misschien niet, maar zelfs Johan Botha (Walther) doet aan acteren in deze productie! Alleen al daarvoor is de dvd een must…

Maar er is meer. Wat dacht u van Falk Struckmann als Sachs (oké, die man kan bij mij niets fout doen)? En de heerlijk vileine Adrian Eröd (Beckmesser)? En als u weet dat de dirigent Christian Thielemann heet … Tja!

Hieronder trailer van de productie:

 

Vladimir Jurowski en David McVicar

Meistersinger-Glyndebourne

Ik ben er zeker van dat David McVicar goed naar Otto Schenk heeft gekeken. Het is meer dan duidelijk dat hij zijn pappenheimers kent! De door hem in 2012 in Glyndebourne geregisseerde voorstelling (Opus Arte OA BD7108) is in alles een tribuut aan de oude meester. Hulde!

Ik vind de voorstelling verder mooier dan mooi. Lyrisch, ingehouden… Zou dat ook de bedoeling zijn geweest van Bayreuth? Ooit? Ik weet het niet, ik ben er nog nooit geweest.

Alle zangers zijn ronduit fantastisch, al moet ik toegeven dat Gerald Finley (Sachs) en Johannes Martin Kränzle (Beckmesser) optisch iets te jong ogen. Mijn held echter heet Vladimir Jurowski. Door zijn sierlijke gebaren alleen al maakt hij dat ik mijn ogen niet van hem kan afslaan!

The making of:

 

Sebastian Weigle en Katharina Wagner

Meistersinger-Bayreuth

En dan komen we bij Bayreuth anno nu, bij Katharina Wagner (Opus Arte OA 1041 D). Haar idee op zich is niet eens zo slecht. Walther is niet alleen een vernieuwer, maar ook een breker. Hij maakt zowel de traditie als vakmensen kapot, terwijl hij niet meer dan een prutsende amateur is. Aan het eind conformeert hij zich aan de regels en dan wordt Beckmesser de nieuwe ‘rebel’. Intussen is Hans Sachs een soort ‘führer’ geworden, want we bevinden ons in het Bayreuth van eind jaren dertig…

Helaas, concepten werken niet als ze niets, maar dan ook niets met de opera in kwestie hebben en dat is hier het geval. Klaus Florian Vogt is een (toen nog) fatsoenlijke Walther, de erepalm gaat echter naar de  Beckmesser van Michael Volle.

En nu iets leuks: Romanticism vs. Modernism at the Royal Opera House

Deze clip komt uit de in de jaren negentig opgenomen Britse documentaire over het ROH. Ergens halverwege zien we een klein fragment uit de ook hier besproken (helaas alleen audio) prachtige, traditionele productie van ‘Die Meistersinger von Nürnberg’ ‘, onder leiding van Bernard Haitink.

ARIADNE AUF NAXOS: Glyndebourne 2013

Ariadne

Ariadne auf Naxos behoort niet tot mijn geliefde opera’s. Ik heb er gewoon geen vat op. Is het een komedie? Is het een drama? Gaat het over mythologische figuren, over een artiestenleven, over “hoge” versus “lage” kunst, over huwelijkstrouw, over ego’s? Of is het gewoon een mix van alles, zoals het leven zelf? Eén ding is zeker: het levert stof tot nadenken. En, mits goed uitgevoerd (en geregisseerd!) kan de opera je een goede avond bezorgen: beschouwelijk en toch vermakelijk. Mits …

Goed, de proloog in deze productie van Katharina Thoma vind ik echt heel erg leuk. Dat de actie zich afspeelt in een kasteel in Sussex in 1940 vind ik geen probleem. Er zijn nergens contradicties met het libretto. Het is geestig, goed geregisseerd (een grote plus voor de personenregie) en zeer vermakelijk.

Maar dan, na de pauze, als wij dus het eigenlijke toneelstuk over Ariadne krijgen (volgens het libretto speelt het zich af op een idyllisch eiland) en wij in een soort veldhospitaal belanden, dan zijn ze mij helemaal kwijt. Ik vind het idioot, onbegrijpelijk, gruwelijk eigenlijk.

Zonde, want de uitvoering is zeker goed, met twee echte uitschieters: Thomas Allen als de briljante muziekmaster en Kate Lindsay (een echte ontdekking!) als het prototype van een jonge componist.

Laura Claycomb is een leuke Zerbinetta: zij ziet er uit als Betty Grable, kan goed acteren en er is ook niets op aan te merken aan haar hoge noten noch haar heerlijke coloraturen. Toch: haar grote aria is niet een echte showstopper.

Sergey Skorokhodov heft voldoende noten en volume in huis om een perfecte Bacchus neer te zetten, maar ziet er zo bespottelijk uit in zijn vermomming van een gewonde frontsoldaat dat ik een giechel kan niet onderdrukken.

Ook Soile Isokoski presteert onder haar gebruikelijke niveau, maar zonder beeld valt van haar zang veel te genieten.

Het orkest onder leiding van Jurowski – het was zijn laatste jaar als chef dirigent in Glyndebourne – speelt gewoon verrukkelijk. En de bonustracks, met onder meer een geanimeerd gesprek met Jurowski en de terugblik van Thomas Allen op zijn “Glyndebourne – jaren” zijn niet te versmaden!

Hieronder een fragment uit de proloog:

Richard Strauss
Ariadne auf Naxos
Soile Isokoski, Kate Lindsay, Laura Claycomb, Sergey Skorokhodov, Thomas Allen London Philharmonic Orchestra olv Vladimir Jurowski
Regie: Katharina Thoma
Opus Arte OA 1135D

 

Semjon Kotko van Prokofjeff is een geniale agitprop

kotko-sjevtsjenko

Taras Sjevtsjenko door Ivan Kramskoj

“When I am dead, bury me In my beloved Ukraine […] Oh bury me, then rise ye up
And break your heavy chains…. And water with the tyrants’ blood The freedom you have gained. And in the great new family, The family of the free, With softly spoken, kindly word”
Taras Sjevtsjenko ’Zapovit’ (Testament), Engelse vertaling John Weir

Opera is net het echte leven. Politiek speelt er – naast liefde, vriendschap en macht – de belangrijkste rol in. De meeste opera’s gaan erover. Niet zelden worden ze voor propagandadoeleinden misbruikt, waarbij zelfs de meest afschuwelijke geschiedvervalsing niet wordt geschuwd. Het doel heiligt de middelen en zo wordt een (soms nietsvermoedende) luisteraar emotioneel zo gemanipuleerd dat hij met de ‘foute personen’ meeleeft.

Maar een menselijk geweten is een wonderbaarlijk iets. Naarmate de tijd verstrijkt gaan de ooit zo pijnlijke (politieke) gebeurtenissen tot een verleden behoren. Niemand stoort zich nog aan de geschiedvervalsing in, pak ‘m beet, Don Carlo, moeilijker wordt het zodra het een recent verleden aangaat.

kotko-boekomslag

Semjon Kotko van Sergej Prokofjev is een onvervalste socialistisch-realistische agitprop. Het libretto van de hand van de componist is gebaseerd op de novelle Ik ben de zoon van werkvolk van Valentin Katajev. Het speelt zich af in Oekraïne in 1918, een land verscheurd tussen verschillende belangen waar iedereen vecht tegen iedereen en de bolsjewieken de good guys zijn.

Daar heb ik moeite mee, ik ken de geschiedenis maar al te goed. Diep in mijn achterhoofd doemt een vraag: wat als Semjon Wolfgang heette en de actie zich in 1938 in München afspeelde? Je moet er natuurlijk niet met je verstand naar luisteren, maar ik merk dat het best moeilijk is. Er is meer in het spel: gewoon een knop in je hoofd omzetten werkt niet.

kotko-prof

Sergej Prokofjev

Maar de muziek is weergaloos. Bij het begin al word ik emotioneel meegesleept, want Prokofjevs partituur is zeer filmisch. Geen wonder: daar was hij een ware meester in. Het verhaal wordt zeer dramatisch verteld, er is geen tijd voor verveling. De in de ouverture aangekondigde idylle verandert gaandeweg in een drama met als hoogtepunt de waanzinnig spannende derde acte.

Geen enkele emotie wordt ons bespaard. De boel dreigt te ontploffen, er vallen een paar doden, maar de liefde van de jonge soldaat Semjon en de dochter van zijn vijand, Sonja overwint alles, het kwaad wordt vernietigd en de revolutie zegeviert. Wat je ook verder van het verhaal en de emotionele manipulaties mocht denken: muzikaal zit het helemaal snor.

Het Groot Omroepkoor, voor de gelegenheid versterkt door het Vlaams Radio Koor (instudering: Klaas Stok) was de ster van de middag. De door hen gezongen ’Zapovit’ (Testament) van Sjevtsjenko was adembenemend mooi en liet je met ingehouden adem en tranen in je ogen achter. Alleen al daarvoor was het bezoek aan de Matinee de moeite waard!

kotko-oleg-dolgov

Oleg Dolgov

De tenor Oleg Dolgov zong een bewonderenswaardige Kotko. De hondsmoeilijke rol verlangt van zijn vertolker meer dan een Wagneriaanse uithoudingsvermogen, waarbij hij geen seconde zijn lyriek mag vergeten. Denk aan ‘Cavaradossi meets Siegfried’ en dat (en veel meer) had Dolgov in huis. Volkomen overtuigend in liefdevolle scénes met zijn moeder (uitstekende Alexandra Durseneva) evenals in zijn heldhaftige verlangen naar actie.

Boris Rudak deed voor hem niet onder als zijn toekomstige zwager Mikola. Toegegeven: de (lyrische) rol is veel kleiner en van een mindere omvang, maar verlangt minstens zoveel inlevingsvermogen.

Beide bassen: Maxim Mikhailov (Tkatsjenko) en Vladimir Ognev (Remenjoek) waren aan elkaar gewaagd. Mikhailov deed mij af en toe aan Leiferkus denken, zeker in de manier hoe hij de rol van de “volksvijand” gestalte gaf.

Ook de bariton Andrey Breus kon mij behoorlijk bekoren. Zijn Tsarjov klonk jongensachtig en onbezonnen. In de scène waarin hij met zijn verloofde Ljoebka (zeer ontroerende Evelina Dobračeva) wandelt moest ik denken aan Koelegin en Varvara in Kat’a Kabanova.

kotko-kadurina

Alexandra Kadurina

De jonge Oekraïense mezzo Alexandra Kadurina (Frosja) was voor mij dé ontdekking van de middag. Haar zeer licht gevoerde stem klonk zeer meisjesachtig, maar wat een volume! En wat een persoonlijkheid! Van haar gaan we zeker veel meer horen.

In haar rol van Sonja vond ik Lyubov Petrova lichtelijk teleurstellend, maar dat kan ook liggen aan haar gebrek aan charisma. Én aan het zeer hoog niveau van alle zangers: de bezetting was tot in de kleinste rollen subliem gecast (bedankt, Mauricio Fernandez: we zullen je missen!).

Ook wat de couleur locale betreft was het zaterdag prima in orde. Die was niet alleen in de muziek, maar ook op de bühne aanwezig: de meeste zangeressen hadden Oekraïense doeken om hun schouders gedrapeerd. Het was niet alleen mooi om te zien, maar maakte tevens dat je er nog meer bij betrokken bij raakte, bij het verhaal.

kotko-jurowski

Vladimir Jurowski ©Drew Kelly

Over Vladimir Jurowski en het door hem briljant geleide Radio Filharmonisch Orkest kan ik kort zijn: subliem. Het was een echte belevenis en wie er niet bij was kan het alleen maar betreuren.

Maar er gebeurde iets meer: Jurowski heeft het einde veranderd. Bij Prokofjev eindigt de opera met de apotheose aan het Rode Leger, maar Jurovski liet het ‘Testament’ terugkomen, nu gezongen in het Oekraïens. Om daarna nog de ouverture (gedeeltelijk) te herhalen. Mooi was het wel en legde een melancholische sluier over de opera. Zou Prokofjev het zo hebben gewild? We kunnen het hem niet meer vragen. In het programmaboekje legde Jurowski het helemaal uit, maar is zijn verklaring niet ook een soort propaganda? Sta mij toe om mijn mening daarover voor mezelf te houden.

kotko-slotapplaus

Het slotapplaus ©Ron Jacobi

De uitzending is terug te beluisteren op de site van NTR ZaterdagMatinee

http://www.npo.nl/ntr-zaterdagmatinee/26-11-2016/RBX_NTR_2647723

Sergej Prokofjev
Semjon Kotko
Oleg Dolgov, Alexandra Durseneva, Alexandra Kadurina, Vladimir Ognev, Maxim Mikhailov, Lyoubov Petrova, Andrey Breus, Evelina Dobračeva, Boris Rudak e.a.
Radio Filharmonisch Orkest, Groot Omroepkoor en Vlaams Radio Koor  (koordirigent Klaas Stok) olv Vladimir Jurowski

Bezocht op 26 november 2016 in Het Concertgebouw – Amsterdam

PROKOFJEFF: THE GAMBLER (De Speler). Discografie

DE SPELER in Amsterdam, december 2013

DRIE ‘FLEDERMAUSEN’ DIE NIEMAND MAG MISSEN

 fledermaus

Het is een geliefd werk om het oude jaar mee te besluiten of het nieuwe jaar mee aan te vangen: Die Fledermaus. De officiële catalogus telt meer dan 28 opnamen, waarvan 10 op dvd.

DVD: THEODOR GUSCHLBAUER, WENEN 1980

fledermaus-wenen

Voor mij is de opname die op oudejaarsavond in 1980 in de Wiener Staatsoper werd opgenomen (Arthouse 107153) verreweg de beste. De productie was één jaar oud en de regie lag in handen van Otto Schenk, een beroemde Weense acteur, die zelf 29 keer de rol van Frosch had gespeeld.

In een rijk en gedetailleerd decor ontvouwt zich een intrige vol leugens, dat tegelijk spannend, komisch en droevig is.

De bezetting kan gewoon niet beter: Bernd Weikl zet de losbandige en oerdomme Eisenstein neer met de nodige knipoog en humor, Lucia Popp is kostelijk als de verveelde huisvrouw Rosalinde, en  Brigitte Fassbaender onweerstaanbaar als prins Orlovsky.

Maar de allerbeste is de jonge Edita Gruberova (Adele): ze koketteert, doet ons lachen om haar bespottelijk accent, en ontroert in haar naïviteit. En dat alles met perfect gezongen coloraturen, brava!

Theodor Guschlbauer laat al in ouverture horen dat het een avond met de meesterlijk uitgevoerde mooiste melodieën gaat worden. Heerlijk.

Hieronder Edita Gruberova zingt ‘Mein Herr Marquis’

DVD: VLADIMIR JUROWSKI, GLYNDEBOURNE 2003

fledermaus-jurowski

 

Het is allemaal de schuld van de champagne, zeggen ze. Zou best kunnen, want het bruist, bubbelt, schittert en spettert dat het een lieve lust is. De bubbels zijn ook letterlijk omnipresent in deze schitterende productie van Die Fledermaus, die in augustus 2003 in Glyndebourne werd opgenomen (Opus Arte OA 0889D).

Het geheel is zeer Art Deco en Jugendstil, met decors die lijken te zijn ontworpen door Otto Wagner en geschilderd door Gustav Klimt. Die laatste is alomtegenwoordig, ook in de kleding. Van de jurk van Rosalinde tot de ‘schlafrok’ van Von Eisenstein, waarin de arme Alfred de gevangenis ingaat.

Voor deze productie zijn nieuwe dialogen geschreven (de regisseur, Stephen Lawless, ziet het stuk als een toneelstuk met muziek), makkelijk te volgen dankzij de Nederlandse ondertitels.

Thomas Allen zet een kruidige von Eisenstein neer die duidelijk aan een midlifecrisis lijdt in een ietwat ingeslapen huwelijk, en Pamela Armstrong is een pittige Rosalinde.

Malena Erdmann is een fantastische Orlofsky en Lybov Petrova en kittige Adele. Eigenlijk zijn ze allemaal fantastisch, inclusief de dirigent – de sprankelende Vladimir Jurowski – die ook actief deelneemt aan de actie.

Zet de champagne maar vast koud, geniet en drink. Niet noodzakelijk met mate.

Een fragment uit de productie:

Interview met Sir Thomas Allen:

CD: HERBERT VON KARAJAN 1960

Fledermaus Karajan

De opname van Herbert von Karajan uit 1960 (Decca 4758319), met o.a.  Waldemar Kmennt, Hilde Gueden, Erika Köth en Eberhard Wächter is een absolute must. Alleen al vanwege de weergaloze ‘einlagen’, waarin de grootste operasterren uit die tijd (uiteraard uit de Decca-staal) een zeer verrassende acte de presence geven.