Sara_Jakubiak

The Greek Passion uit Salzburg: uitstekende uitvoering van een opera die meer aandacht verdient

Tekst: Peter Franken

In 2023 stond tijdens de Salzburger Festspiele The Greek Passion op het programma, een weinig gespeeld werk met een wel zeer actuele problematiek: hoe gaat een gemeenschap om met een groep vluchtelingen die zo groot in getal is dat men erdoor overspoeld lijkt te worden?

Nikos Kazantzakis © Universal Edition Magazine

De Tsjechische componist Martinú had na zijn terugkeer uit Amerikaanse ballingschap zijn zinnen gezet op het schrijven van een opera die zich zou afspelen in zijn geboorteland maar vond daarvoor maar geen geschikt libretto. Bij toeval leerde hij in Frankrijk de Griekse schrijver Nikos Kazantzakis kennen die kort daarvoor furore had gemaakt met zijn boek Christus wordt weer gekruisigd.

Martinú ging hiermee aan de slag en bewerkte de stof tot een libretto waarin nog slechts de Griekse namen en een vleugje muziek dat is overgewaaid uit de Orthodoxe Kerk aan de oorspronkelijke situering herinneren. The Greek Passion is een universeel drama dat heel wel beleefd kan worden als een reeks gebeurtenissen die zich afspelen in een willekeurige gesloten dorpsgemeenschap.

Martinú’s stijl is neo-klassiek, een voorkeur die na zijn vlucht naar de Verenigde Staten in 1940 werd versterkt door de eisen die de Amerikaanse muziekwereld aan nieuwe composities stelde. Met atonaal werk kwam men niet ver in de jaren ‘40 in New York. In dat opzicht kan The Greek Passion wel vergeleken worden met Prokofjevs War and Peace hoewel Martinú’s werk sterker wordt gekenmerkt door ‘Sprechgesang’. Ook Peter Grimes komt zo nu en dan om de hoek kijken, mede doordat in het Engels wordt gezongen.

In een Grieks dorpje heeft men de gewoonte eens in de zeven jaar een passiespel op te voeren. Kort na Pasen worden door de priester Grigoris de dorpelingen aangewezen die hierin de hoofdrollen zullen vervullen. Gedurende een jaar worden zij geacht zich in hun rol in te leven en ernaar te handelen. De rol van Christus wordt toegekend aan de herder Manolios.

De weduwe Katerina, die zich prostitueert, wordt als vanzelfsprekend aangewezen als de toekomstige Maria Magdalena, haar souteneur Panais wordt zeer tegen zijn zin opgescheept met een bestaan als Judas.

Vrijwel onmiddellijk schiet iedereen in zijn rol. Manolios verliest alle belangstelling voor zijn verloofde Lenio, Katerina begint van Manolios te dromen en stoot Panais af. Maar de vlam slaat pas echt in de pan als er plotseling een compleet dorp op de stoep staat, verdreven en gevlucht, op zoek naar een nieuwe plek om te wonen.

Als een van de vluchtelingen ter plekke sterft aan uitputting ziet Grigoris zijn kans schoon om van hen af te komen. Hij roept luidkeels dat de vrouw is overleden aan cholera waardoor de dorpelingen zich uit angst voor besmetting tegen de vluchtelingen keren. Deze zoeken hun toevlucht op een naburige heuvel en stichten daar een nieuw dorp.

Plotseling is er nu sprake van grotere problemen dan het gebruikelijk dorpsgeneuzel. De nieuwkomers hebben geen voedsel, geen kleding, moeten geholpen worden. En de beoogde passie-acteurs nemen hierin het voortouw, Manolios en Katharina voorop, wat tot ontwrichting van de dorpsgemeenschap leidt. Manolios gaat nog verder, begint te prediken en krijgt volgelingen in het dorp. Tamelijk voorspelbaar wordt dit zijn ondergang: rond kersttijd wordt hij vermoord, door Panais om in stijl te blijven.

Version 1.0.0

De productie die Simon Stone voor Salzburg maakte ruimt een grotere rol in voor het vluchtelingen aspect dan uit het libretto kan worden gehaald. Als de groep ontheemden, afkomstig uit een ander Grieks dorp dat door de Turken is verwoest, zich wil vestigen op een heuvel in de omgeving laat Stone aan het einde van de tweede akte er een stel schreeuwende dorpelingen op af komen die hen zogenaamd verdrijven. Maar in de derde akte zitten ze er gewoon nog.

Verder wordt op de witte achterwand van het toneel door een paar aan kabels hangende schilders de tekst ‘refugees out’ aangebracht. Dat leidt af van de kern van de zaak: priester Grigoris ziet zich aangetast in zijn absolute autoriteit. Hij regeert met de bijbel als plaatsvervanger gods, klaar om deze of gene te excommuniceren die hem voor de voeten loopt. Dat zijn passiepersoneel zich een jaar lang moet gedragen conform de hen opgespelde rol kan geen kwaad. Hun gedrag kan er alleen maar door verbeteren en dat de beoogde Jezus geen belangstelling meer heeft voor zijn verloofde maar zich nu richt op Katerina is hooguit amusant, leuk om naar te kijken.

De komst van die andere groep Grieken die in nood verkeren geeft de passiespelers die Jezus en zijn apostelen moeten vertolken echter de gelegenheid zich te manifesteren als echte navolgers van de joodse rabbi. Ook Katerina valt in haar rol als Maria Magdalena en cijfert zichzelf weg ten gunste van deze groep minder bedeelden. En voor je het weet zien beide dorpen Manolios als weldoener en leidsman. De maatschappelijke orde raakt verstoord, lees: ‘de autoriteit van Grigoris.’

De ontheemden wachten de verdere gebeurtenissen niet af, die trekken gewoon verder. Grigoris en zijn dorpsgenoten blijven achter met een trauma dat hen nog generaties zal belasten. Dat laatste aspect komt bij Stone wel goed naar voren, vooral de blik van ontzetting die Gábor Bretz als Grigoris ten beste geeft laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Maar hij herpakt zich en doet de dood van een dorpsgenoot verder zwijgend af als een ongelukje.

Het decor van Lizzie Clachan benut de volledige breedte van het ondiepe toneel van de Felsenreitschule. Het is vrijwel leeg op een paar openingen na, zowel in de wand als in de vloer. Die kunnen open en dicht respectievelijk naar boven komen en weer verzinken. Een van de openingen suggereert de bron in het centrum van het dorp.

De achterwand is lichtblauw en daarop verschijnt de eerder genoemde tekst ‘refugees out’. De kostumering van Mel Page toont de dorpelingen overwegend in grijstinten, de ontheemden zien er uit alsof ze net ergens van de straat zijn geplukt, hooguit een beetje te sjofel naar Salzburgse maatstaven.

Tenor Sebastian Kohlhepp zit als de schaapherder Manolios van meet af aan prachtig in zijn rol van de joodse rabbi die door zijn gedrag en uitspraken de maatschappelijke verhoudingen op hun grondvesten doet trillen. Uitnemende vertolking van deze grote rol.

Een betere tegenspeelster dan Sara Jakubiak als Maria Magdalena had hij, en het publiek, zich niet kunnen wensen. Haar optreden roept bij mij de herinnering op aan Das Wunder der Heliane waarin ze als Heliane een vergelijkbaar personage vertolkt. Heerlijke sopraan en een voltreffer in de casting.

Sopraan Christina Gansch weet te overtuigen als tweede vrouw in de driehoeksverhouding die ontstaat zodra Manolios in zijn rol valt. Als versmade verloofde zet ze alle zeilen bij om hem tot de afgesproken bruiloft te bewegen maar als dat niet lukt zoekt ze direct iemand anders in de persoon van Nikolio, ook een schaapherder.

Mooi optreden ook van Gábor Bretz als Grigoris, de barse priester die over lijken gaat om de eenheid in zijn eigen dorpsgemeenschap te handhaven. Zijn collega Fotis, priester van de ontheemden, geeft hem prima weerwerk: mooie rol van Lukasz Golinski. In een van de kleinere rollen zien we Helena Rasker als ‘oude vrouw’.

Prachtige zang van het koor, met name in de vierde akte. Prima spel van de Wiener Philharmoniker onder leiding van Maxime Pascal. Al met al een uitstekende uitvoering van een betrekkelijk onbekend werk van de componist die door menig operaliefhebber eerder wordt geassocieerd met het dromerige Julietta.

Grafschrift op de graf van Nikos Kazantzakis
Ik hoop niets. Ik vrees niets. Ik ben vrij.

Trailer van de productie:

Foto’s: © Salzburger Festspiele / Monika Rittershau




Meer over The Greek Pasion:

Eindelijk een scenisch pakkende Francesca op dvd

Tekst: Peter Franken

Francesca da Rimini door Dante Gabriel Rosetti (1855)

Riccardo Zandonai (1883-1944) schreef meer dan tien opera’s waarvan alleen Francesca da Rimini enige bekendheid geniet. De opera ging in 1914 in première en heeft sindsdien een leven in de luwte geleid. Zijn librettist Tito Ricordi baseerde zich op een toneelstuk van Gabriele d’Annunzio waarbij hij zich vooral concentreerde op de liefdesaffaire van de protagonisten.

Het verhaal van Francesca da Polenta en Paolo Malatesta is gebaseerd op personages uit de 13e eeuw. Paolo, bijgenaamd Il bello, wordt naar Francesca gestuurd als huwelijksmakelaar voor zijn oudere broer, de weinig aantrekkelijke manke Giovanni. De twee worden op slag verliefd en beginnen een affaire. Ze worden echter ontmaskerd door Malatestino, de jongste broer van het stel en die zorgt ervoor dat Giovanni het koppel in flagrante weet te betrappen. Beiden worden samen aan het zwaard geregen en sterven in hun laatste omhelzing.

Francesca wordt wel de Italiaanse Tristan genoemd. Ook hier de aantrekkelijke jonge man die een bruid moet werven voor een onaantrekkelijke partij. Giovanni in de rol van Marke en Malatestino als Melot. Belangrijk verschil is echter dat Francesca willens en wetens in de waan wordt gebracht en gelaten dat ze daadwerkelijk met Paolo gaat trouwen. Ze wordt glashard door beide families bedrogen, met inbegrip van Paolo.

I

n het drieluik dat Christof Loy voor Deutsche Oper Berlin maakte over eigenzinnige vrouwen in opera’s van begin vorige eeuw heeft hij Francesca een plaats gegeven naast Els (der Schatzgräber) en Heliane (Das Wunder der Heliane). Daarbij heeft Loy zich laten leiden door de gedachte dat een mannetjesputter als d’Annunzio geen middeleeuwse zwijmelpartij met fatale afloop voor ogen heeft gestaan toen hij de zoveelste bewerking van dit verhaal schreef.

We kunnen het de auteur niet meer vragen maar voor Loy was het aanleiding om Francesca neer te zetten als een zelfbewuste manipulatieve vrouw die niet door het leven wenst te gaan als willoos slachtoffer van een complot. Het kale feit dat haar familie zijn toevlucht nam tot dit bedrog geeft al aan dat ze een sterke wil heeft en met geen mogelijkheid te bewegen was geweest tot een huwelijk met Giovanni.

We zien Paolo en Francesca samen, op slag verliefd. Ze geeft hem een roos, ze kussen elkaar en zij tekent ongezien het contract dat haar wordt voorgehouden. Vervolgens wordt dit aan Giovanni voorgelegd, die ook op het toneel aanwezig is.

Bariton Ivan Inverardi is een grote zwaargebouwde man en oogt middelbaar. Met zijn lange haar en slecht zittend pak zet Loy hem neer als maffia capo. Dus niet mank maar gewoon onaantrekkelijk voor de mooi jonge Francesca. Dat valt des te meer op doordat verder iedereen er tip top bijloopt in maatkostuums en strakke jurken.

De proloog loopt direct over in de oorlogsscène waarbij Francesca Paolo op een soort zelfmoordmissie stuurt, als boetedoening voor zijn bedrog. Hier zien we weer een overeenkomst met Tristan, die door Isolde op het matje wordt geroepen omdat de rekening tussen hen beiden nog niet vereffend is. Maar ze drinken uit hetzelfde glas waarmee hun liefde feitelijk bevestigd wordt.

Voor Francesca is dat echter niet genoeg, ze wil dat alle broers haar schoothondje worden. Na Giovanni laat ze ook de jongste broer Malatestino uit datzelfde glas drinken. Met list en bedrog is ze deze Malatesta familie binnengehaald, nu zijn ze alle drie verliefd op haar en heeft ze de vernedering kunnen afschudden.

Tussen Paolo en Francesca gaat het er hevig aan toe, eigentijds en niet met alleen maar smachtende blikken en machteloze gebaren. Pech is dat de jonge Malatestino het in de gaten krijgt en jaloers als hij is op Paolo probeert hij Francesca uit haar tent te lokken. Ze heeft dat weliswaar door maar gaat er te vrij mee om. In deze scène is er opvallend veel fysiek contact tussen die twee. Malatestino voelt zich als een kleine jongen behandeld en ‘gaat het zeggen’.

Loy’s regie heeft er een pakkende voorstelling van gemaakt die Francesca toont in een ongebruikelijke vierhoeksverhouding met fatale afloop, niet in de laatste plaats door haar eigen toedoen. En dat maakt de uitgebrachte Blu-ray tot iets bijzonders, een absolute aanrader.

De cast is goed verzorgd, over de volle breedte. Van de hofdames en de intriganten tot de drie broers Malatesta en hun gemeenschappelijk liefdesobject Francesca. Malatestino heeft een betrekkelijk kleine rol maar tenor Charles Workman laat hem door zijn overtuigende vertolking veel groter lijken dan hij is. Zowel tegenover Francesca als Giovanni laat hij duidelijk blijken hen een slag voor te zijn en dus niets te vrezen heeft, hoe onaangenaam zijn gedrag ook mag wezen.

Ivan Inverardi als Giovanni is een overtuigende potentaat. Zijn zang is dienovereenkomstig, overheersend en bedreigend zonder ook maar ergens zichzelf te overschreeuwen.

Het liefdespaar komt voor rekening van de nieuwe coryfee Jonathan Tetelman en de gelauwerde Sarah Jakubiak die eerder ook Heliane voor Loy vertolkte. Tetelman is een knappe keren, ideaal voor Paolo il Bello, en hij zingt de sterren van de hemel.

Een geweldige tenor en mooie aanwinst. Jakubiak draagt de voorstelling, er is vrijwel geen scène waarin ze niet op het toneel te vinden is. Ze geeft zich helemaal en het resultaat is indrukwekkend. Uitstekend gezongen en geweldig geacteerd.

Carlo Rizzi heeft de muzikale leiding. Koor en orkest van DOB. Uitgebracht op Naxos.

Making of:

Fotomateriaal: © Monika Rittershaus

Wonderlijke productie van Das wunder der Heliane uit Berlijn

Heliane dvd

“Selig sind die Liebenden. Die der Liebe sind, sind nicht des Todes”. Met die twee zinnen kun je eigenlijk Das Wunder der Heliane samenvatten. Het libretto van Hans Müller-Einigen dat gebaseerd is op het toneelstuk ‘Die Heilige’ van Hans Kaltneker lijkt een beetje bizar, maar je moet het door de ogen van de tijdgeest bekijken. Het mysterieuze, onaardse, buitennatuurlijke, het goddelijke, de uitvergrote emoties, de decadentie en de onverholen erotiek… dat zie je in veel kunstwerken uit die tijd. Ook de opofferingsgezindheid en het motto dat liefde alles overwint: zo niet nu, dan in het hiernamaals.

De jarenlang genegeerde opera’s van Korngold zijn tot mijn grote vreugde met een grote inhaalmanoeuvre bezig (nee, nog steeds niet in Nederland) en de Deutsche Oper Berlin bracht de opera – na negentig jaar negeren – in 2018 op de planken. Marc Albrecht dirigeerde en de regie was in handen van Christof Loy.

De enscenering is typisch Loy: heb je er twee of drie gezien dan heb je ze allemaal gezien. En: nee, ik bedoel het niet negatief. Loy is één van de weinige hedendaagse regisseurs die hun eigen weg gaan zonder het libretto (laat staan de muziek) geweld aandoen. Naar deze voorstelling heb ik met ingehouden adem gekeken. En geluisterd, want de zangers zijn allemaal gewoon onvoorstelbaar goed.

De rol van Heliane, de enige personage in de opera die een naam heeft wordt formidabel gezongen door de Amerikaanse sopraan Sara Jakubiak.

Brian Jagde is een zowat gedroomde Vreemdeling, nog nooit heb ik die rol zo waanzinnig goed gezongen gehoord. Krachtig, maar ook lyrisch en voornamelijk zeer humaan.

Joseph Wagner is een Herrescher uit je ergste nachtmerries, Derek Welton is een ware ontdekking in zijn rol van Der Pförtner en Okka von der Damerau is een uitstekende Botin. Marc Albrecht laat de muziek vloeien, zoals het hoort. Top.

Trailer van de productie:

ERICH WOLFGANG KORNGOLD
Das Wunder der Heliane
Sara Jakubiak, Brian Jagde, Josef Wagner, Okka von der Damerau, Derek Welton e.a.
Chorus and the orchestra of the Deutsche Oper Berlin olv Marc Albrecht
Regie: Christof Loy
Naxos 2110584-85

Das Wunder der Annemarie Kremers ‘Heliane’

Aanbeden, genegeerd, vergeten: over Erich Wolfgang Korngold en ‘Die Tote Stadt’

De Speler in Amsterdam 2013: schitterende zang in een saaie productie, december

Sara Jakubiak (Polina), John Daszak (Aleksej Ivanovitsj)

Sara Jakubiak (Polina)  & John Daszak (Aleksej) © Bernd Uhlig

Voor een doorsnee operaliefhebber is De Speler van Prokofjev niet meer dan een naam. Geen wonder. Met zijn ingewikkelde en deprimerende verhaal, onsympathieke personages, nerveuze ritmes en weinig herkenbare melodieën behoort de opera niet tot het standaardrepertoire en wordt maar mondjesmaat opgevoerd.

Zelf vind ik het jammer: ik vind het libretto uitermate boeiend en de muzikale taal, waarmee de componist de inhoud wist te ondersteunen bevalt mij zeer. De Nationale Opera in Amsterdam kon mij dan ook geen groter plezier doen dan de opera te programmeren en mijn verwachtingen waren hoog gespannen.

The making of:

Ik werd niet teleurgesteld, maar …. misschien toch een beetje? Na de meer dan enthousiaste verhalen die mij na generale hebben bereikt had ik een absoluut volmaakte voorstelling verwacht en dat was het niet.

Allereerst was er de regie. Toen kende ik Andrea Breth alleen van La Traviata in Brussel, die ik voornamelijk langdradig vond. Ook bij de première van De Speler  raakte ik niet onmiddellijk geboeid, zeker niet in de eerste helft van de voorstelling. Het was allemaal een beetje voorspelbaar, braafjes, saai.

despeler_067

Sara Jakubiak, John Daszak, Gordon Gietz, Pavlo Hunka © Bernd Uhlig

Breth bleef trouw aan de muziek en het libretto, en dat was een grote plus. De personages en hun handelingen waren herkenbaar en je hoefde je hoofd niet te pijnigen over verborgen concepten. Maar er zat geen vaart in en ik miste de verfijning in de personenregie.

Maar Breth (en haar hele artistieke team – de geweldige decors van Martin Zehetgruber mogen absoluut niet onvermeld blijven) revancheerde zich met een buitengewoon spannende laatste akte. De reusachtige roulettetafels, door een vernuftig gebruik van spiegels nog prominenter aanwezig, bepaalden het beeld en je waande je lotgenoot van de kroelende en door elkaar schreeuwende, aan waanzin bezweken mensenmassa. Sterker nog: opeens was je Aleksej zelf en wilde alleen maar doorgaan. Buitengewoon sterk.

Scène uit De speler (vierde akte)

© Bernd Uhlig

De scène in de hotelkamer van Aleksej ontroerde mij. Daar toonde de regisseur hem op zijn zwakst. Op het moment dat hij Polina in de kamer ontwaarde, veranderde hij van een bezeten psychopaat in iemand met zowaar menselijke gevoelens, al was het maar voor even.

John Daszak (Aleksej Ivanovitsj), Sara Jakubiak (Polina)

John Daszak (Aleksej) en Sara Jakubiak (Polina) © Bernd Uhlig

Ik moet bekennen dat ik grote moeite had met de invulling van de hoofdrol. John Daszak is een kanjer van een zanger en een echt theaterdier. Hij is begenadigd met een volumineuze en wendbare tenor, een indrukwekkend postuur, enorme toneelpersoonlijkheid en een charisma van hier tot Tokyo. Heb je hem ooit gezien, dan vergeet je hem nooit. Maar dat zijn allemaal eigenschappen die hem, volgens mij, juist ongeschikt voor de rol van de schizofrene Aleksej maken. Hij was te sterk, te aanwezig, te zeker van zichzelf. Nergens bespeurde ik de verscheurende twijfel, de angst en onzekerheid. Bovendien was hij zichtbaar te oud (Aleksej is maar 25!) Toch moet ik mijn hoofd buigen voor zijn enorme prestatie.

(meer…)