Giuliano_Carella

Queen Elisabeth, Leicester and Mary Stuart: history rewritten by Rossini

This opera is perhaps not one of Rossini’s most interesting works, but it is so very beautiful! The story? Leicester, Elisabetta’s lover, makes war in Scotland, secretly marries Matilde (a daughter of Mary Stuart) and takes her and her brother Enrico with him to England. He confides his secret to Norfolk, whom he considers his friend, but the latter betrays him. But it will all work out in the end, and – more importantly – it assures us of more than three hours of vocal pleasure.

It was the first of nine operas Rossini had written for the Teatro San Carlo in Naples. It was also his first opera for Isabella Colbran as well as his first opera in which all recitatives were accompanied by the strings.

For the recording by Opera Rara in 2002, a special edition was made from the manuscript. This was the first time that the work was recorded completely.

The scoring is phenomenal. Jennifer Larmore (Elisabetta) and Majella Cullagh (Matilde) are both irresistible. Bruce Ford is a beautiful, lyrical Leicester and Antonino Siragusa a truly sparkling Norfolk. Giuseppe Carella conducts the whole with great inspiration and verve.

And if the overture sounds familiar to you, then you are right: Rossini reused it for Il Barbiere di Sevilla (ORC22).


Memorabele concerten van weleer: La Wally met Eva-Maria Westbroek

Sopranen. Daar draaide het Nederlandse operaleven in februari en maart 2010 om. Bijna alle producties die in die twee maanden de revue passeerden waren gecentreerd rond de grote en minder grote diva’s.

Op 26 februari dat jaar maakte Eva-Maria Westbroek haar lang verwachte debuut in de titelrol van Catalani’s  La Wally tijdens de ZaterdagMatineein het Concertgebouw. Ze maakte alle hooggespannen verwachtingen waar en het publiek lag aan haar voeten.

Met haar volle, rijke en buitengewoon plezierige  stem; haar charisma en charme stelde zij ons niet teleur, al was ze naar mijn idee soms iets te eenzijdig in de karakterisering van haar personage. Maar met de meer dan intens gezongen slot maakte ze ons allemaal heel erg gelukkig.

Hagenbach zou oorspronkelijk gezongen worden door Nicola Rossi Giordano maar  hij werd ziek en werd vervangen door de Zweedse tenor Mats Carlsson. Zijn sten was op zich best mooi maar een maatje te klein voor die rol. Jammer.

Van de rest van de cast maakte vooral Kristof Klorek een enorme indruk op me. Met zijn ruwe, grootse bas zette hij perfect de macho Stromminger neer. Mooi en indrukwekkend was ook de bariton Piero Terranova als een agressieve, maar menselijke Gellner.

Eva Maria Westbroek en Piero Terranova in heet duet: ‘Sei tu?…:

Het Radio Filharmonisch Orkest en het groot omroepkoor gaven onder leiding van Giuliano Carella een kleurrijke en genuanceerde uitvoering van veel te weinig uitgevoerde Catalani’s meesterwerk.

Eva Westbroek zingt ‘Ebben… Ne andrò lontana’, de aria der aria’s die mede overbekend werd door de film Diva. Opname uit de Matinee:

Wilhelmenia Wiggins Fernandez in de scene uit de film:

Queen Elisabeth, Leicester en Mary Stuart: de geschiedenis door Rossini herschreven

Opera Rara Elisabetta

Deze opera behoort wellicht niet tot de meest interessante werken van Rossini, maar wat is het mooi! Het verhaal? Leicester, de geliefde van Elisabetta voert oorlog in Schotland, trouwt daar in het geheim met Matilde (een dochter van Mary Stuart) en neemt haar en haar broer Enrico mee naar Engeland. Hij vertrouwt Norfolk, die hij als zijn vriend beschouwt zijn geheim toe, maar die verraadt hem. Het komt allemaal goed, en – nog belangrijker – het verzekert ons van ruim drie uur vocaal genot.

Het was de eerste van negen opera’s die Rossini voor het Teatro San Carlo in Napels had geschreven. Het was ook zijn eerste opera voor Isabella Colbran en ook zijn eerste opera waarin alle recitatieven door de strijkers werden begeleid.

Voor de opname door Opera Rara in 2002 werd een speciale editie vanuit het manuscript vervaardigd en het werk werd voor het eerst helemaal compleet opgenomen.

De bezetting is fenomenaal. Jennifer Larmore (Elisabetta) en Majella Cullagh (Matilde) zijn beiden onweerstaanbaar. Bruce Ford is een mooie, lyrische Leicester en Antonino Siragusa een werkelijk spetterende Norfolk. Giuliano Carella leidt het geheel zeer geïnspireerd en met verve.

En als de ouverture u bekend voorkomt dan heeft u gelijk: Rossini hergebruikte het voor Il Barbiere di Sevilla (ORC22)


L’esule di Granata van Meyerbeer: waar blijft de hele opera?

GranataSulemano, de van de Abenserage clan stammende koning van Granada wordt door de vijandige clan van Zegri’s onttroond, zijn gezin wordt vermoord en hijzelf verbannen. Een Zegri-leider bestijgt de troon en na zijn dood volgt Almanzor, diens zoon, hem op als koning.

Almanzor is verloofd met Azema, die de dochter van doodgewaande Sulemano blijkt te zijn en als Sulemano heimelijk terugkeert naar Granada zijn de verwikkelingen niet uit de lucht. Maar het komt allemaal goed, want Almanzor heeft een hart van goud.

Het niet bijster originele libretto van Felice Romani werd door Meyerbeer voorzien van door en door Rossiniaanse muziek, vol ornamenten, coloraturen en vurige aria’s en duetten.

Dat de opera geen succes werd, ligt dan ook niet aan de prachtige noten. Alle drie de protagonisten zijn rijkelijk voorzien van schitterende muziek, maar het mooiste en ontroerendste behoort aan de goede koning Almanzor.

Zijn allerlaatste aria en de daaropvolgende scène zijn van een ongekende schoonheid, wat nog versterkt wordt door de uitvoering, want al is Laura Claycomb een virtuoze Azema en de jonge Mirco Palazzi een autoritaire Sulemano, de warmbloedige Manuela Custer steekt als de echte koning boven alles en iedereen uit. Wat een prestatie, chapeau!


Giacomo Meyerbeer
L’esule di Granata (highlights)
Manuela Custer, Laura Claycomb, Mirco Palazzi
Academy of St.Martin in the Fields olv Giuliano Carella
Opera Rara ORR234

Opera Rara en drie onbekende ‘serieuze’ Rossini’s

ERMIONE

Opera rara ermione

Stof tot nadenken: men zegt ‘Rossini’, men denkt ‘lachen’. Terwijl meer dan de helft van zijn opera’s zogenaamde opera seria’s zijn!

Zo ook Ermione. Het werk werd voor het eerst in maart 1819 in Napels uitgevoerd en het is nog steeds niet bekend waarom het al in april dat jaar van het programma verdween.

Zijn (concertante) comeback maakte Ermione bijna 150 jaar later. Maar pas in 1987, na de eerste scenische uitvoering in Pesaro (met in de cast onder andere Montserrat Caballe als Ermione en Marylin Horne als Andromaca) werd het werk voor het eerst op zijn waarde geschat.

De (complete) opname uit Pesaro:

Het op Andromaque van Racine gebaseerde libretto van Andrea Leone Tottola is nogal verwarrend. Het is, althans voor mij, volstrekt onduidelijk wie van wie houdt en wie op wie wraak wil nemen. Maar aan het eind is zowat iedereen dood.

Het dramatische verhaal wordt muzikaal ondersteund door spannende aria’s en wondervolle duetten en nonetten, waar het sextet uit Lucia di Lammermoor peanuts bij is. En toch is het onmiskenbaar Rossini, met adembenemend vocaal trapezewerk en salto’s mortales in noten.

Daarvoor heb je zangers van formaat nodig en dat zijn ze ook. Allemaal. Het valt niet mee om tussen de mannelijke Pirro (Paul Nilon) en de lieflijke Oreste (Colin Lee) te kiezen. Laat staan tussen de dames: Carmen Giannattasio (Ermione) is één en al furie en Patricia Bardon een meelijwekkende tragédienne. (ORC42)

Carmen Giannattasio en Colin Lee zingen Un’ Empia mel rapi’:

ELISABETTA REGINA D’INGHILTERRA

Opera Rara Elisabetta

Deze opera behoort wellicht niet tot de meest interessante  werken van Rossini, maar wat is het mooi!

Het verhaal? Leicester, de geliefde van Elisabetta voert oorlog in Schotland, trouwt daar in het geheim met Matilde (een dochter van Mary Stuart) en neemt haar en haar broer Enrico mee naar Engeland. Hij vertrouwt  Norfolk, die hij als zijn vriend beschouwt zijn geheim toe, maar die verraadt hem. Het komt allemaal goed, en – nog belangrijker – het verzekert ons van ruim drie uur vocaal genot.

Het was de eerste van negen opera’s die Rossini voor het Teatro San Carlo in Napels had geschreven. Het was ook zijn eerste opera voor Isabella Colbran en ook zijn eerste opera waarin alle recitatieven door de strijkers werden begeleid.

Voor de opname door Opera Rara in 2002 werd een speciale editie vanuit het manuscript vervaardigd en het werk werd voor het eerst helemaal compleet opgenomen.

De bezetting is fenomenaal. Jennifer Larmore (Elisabetta) en Majella Cullagh (Matilde) zijn beiden onweerstaanbaar. Bruce Ford is een mooie, lyrische Leicester en Antonino Siragusa een werkelijk spetterende Norfolk. Giuseppe Carella leidt het geheel zeer geïnspireerd en met verve.

En als de ouverture u bekend voorkomt dan heeft u gelijk: Rossini hergebruikte het voor Il Barbiere di Sevilla (ORC22)


ZELMIRA

Opera Rara Zelmira

Halverwege de opera, als de door iedereen valselijk voor de moord op haar vader beschuldigde Zelmira haar zoon aan Emma toevertrouwt, krijgen beide dames een duet te zingen, die in zijn schoonheid alleen maar te vergelijken is met ‘Ovi Songe’ uit ‘Bianca e Falliero’ van Bellini. Begeleid door een harp en een Engelse hoorn, laten ze hun stemmen versmelten in de droevige melodieën, die ze in lange lijnen tot de mooiste borduursels laten spinnen.

Van het libretto moet de opera het niet hebben, maar de muziek is er niet minder mooi om. Het was de laatste, die Rossini voor Napels componeerde en valt te vergelijken met zijn andere ‘Napolitaanse opera’s’: Otello, bij voorbeeld. Of  Maometto II.

De opera werd in 2003 live opgenomen in Edinburgh. Het publiek was duidelijk overenthousiast, en terecht. Zelmira werd gezongen door Elizabeth Futral, een pracht van een zangeres met schitterende dramatische coloraturen, af en toe een tikje te scherp, maar dat past bij de rol van de gekwelde prinses.

Prachtig mooi is ook de Antenore van Bruce Ford, een solide zanger in het belcanto repertoire. De meeste bravo’s echter gingen naar Manuela Custer (Emma) en Antonino Siragusa (Ilo). Daar had ik graag bij willen zijn!  (ORC27)

Finale van de eerste acte ‘Sì fausto momento’:

Het verhaal achter Opera Rara Gefascineerd door onbekende opera’s: op bezoek bij OPERA RARA.

Interview met Jennifer Larmore JENNIFER LARMORE

Interview met Carmen Giannattasio CARMEN GIANNATTASIO

Meyerbeer’s ‘LE PROPHÈTE’ in Essen: great singing in an okay production

le Prophete Anna Osborn

Le Prophète in Essen. Drawing by Anna Osborn

As Heinrich Heine supposedly once said: “When the end of the world comes make your way to the Netherlands. Everything happens fifty years later there.” Probably nothing more than a (witty) bon mot, but “se non è vero, è ben trovato”……

Fact is we do tend to remain on the sidelines waiting to see what happens in foreign opera houses. These houses have programmed many forgotten or rarely performed operas like Król Roger long before we did. Now Giacomo Meyerbeer finally has been (re)discovered abroad, we can cherish the hope the Master of Grand Opéra will soon frequent our opera houses as well. France, Great Britain, Belgium and Germany have preceded us. In  Germany one can even speak of a genuine ‘Meyerbeer revival.’

Hopefully the wait will not be as long as in Paris, where fans of the composer had to wait for twelve years for their next ‘Meyerbeer’ after Les Huguenots. If it does take that long, trips abroad will be the only option, something Meyerbeer enthousiasts have been doing for years.

Personally, I jumped at the first opportunity, and travelled to the Aalto-Theater in Essen, where in April and May 2017 an unforgettable production of Le Prophète took place.

Le_prophète_Act4_sc2_1849_-_NGO3p1147

Le-prophete-1849

After Robert le Diable and Les Huguenots, Le Prophète was the third Meyerbeer setting of a libretto by Eugène Scribe. Scribe based his story of (religious) fanaticism, sectarianism and abuse of power loosely on the life story of the Dutch Anabaptist John of Leiden, adding the necessary romantic entanglements and  amorous adventures.

Le Prophete Jan_van_Leiden_by_Aldegrever

Le Prophete Jan_van_Leiden_by_Aldegrever

Scribe got his inspiration from two novels by Carl Franz van der Velde, ‘Die Wiedertäufer’ and ‘Die Lichtensteiner’. From the latter stems the character of Fidés, Jean’s mother.  This role, created by the famous mezzo-soprano Pauline Viardot,  made the mother-son relationship one of the most important themes of the opera.

In the opera Fidés is depicted as a strong woman, who counterbalances Jean’s megalomania very well. She was brought to life superbly by Marianne Cornetti.

10731_13069_Le_Prophete_Jung_Matthias09

Jean (John Osborn) and Fidés (Marianne Cornetti © Matthias Jung

The American mezzo has a big, booming voice, able to move from low to high notes and back down again without problems. With her immense involvement she conveys her deepest feelings to the audience. I don’t know how Pauline Viardot sounded, but I have little doubt Cornetti approaches that ideal as close as possible.

10739_13085_Le_Prophete_Jung_Matthias17

‘Ô prêtres de Baal’ . John Osborn & Marianne Cornetti © Matthias Jung

Cornetti moved me to tears in “Ah, mon fils, sois béni!”, the scene in the second act where she finds out her son spares her life by handing over his beloved to Oberthal.  Her “Ô prêtres de Baal” did not leave me unmoved either.

We know John Osborne mainly from his belcanto roles, but his voice has developed a lot in the direction of French heroic roles. Who does not remember his formidable Benvenuto Cellini in Amsterdam?

10734_13075_Le_Prophete_Jung_Matthias12

Til Faveyts ( Zacharie), John Osborn (Jean) & Pierre Doyen (Mathisen) © Matthias Jung

Meyerbeer is not new to Osborn. In 2011 he sang an outstanding Raoul (Les Huguenots) in Brussels. I thought he sang incredibly well then, but it was nothing compared to this Jean.

10726_13059_Le_Prophete_Jung_Matthias04

John Osborn © Matthias Jung

I have heard singers like Gedda and Domingo sing Jean, both fantastic in different ways, but Osborn outdid both of them. He combined his wonderful and pure height with the intensity of Domingo, and sang with the musicality and the intelligence his two predecessors were so famous for. To give the final performance a little extra oomph, Osborn treated his audience to a couple of added high notes, which were received with much gratitude.

10724_13055_Le_Prophete_Jung_Matthias02

Lynette Tapia (Berthe) © Matthias Jung

This was the first time I heard Lynette Tapia live, and I must admit she impressed me a lot. Her voice is not exactly big, which might cause problems in larger opera houses, but in Essen she could give the role of Berthe everything it needs.

10745_13097_Le_Prophete_Jung_Matthias23

‘Voici le souterraine’. Lynette Tapi, Marianne Cornetti & John Osborn

 

The way Tapia coloured her voice in order to project all her different moods was just as beautiful as her coloratura. She was so courageous in “Voici le souterraine” that it was hard to believe this was the same woman who at the start of the opera was all joy because she was going to marry her beloved. Or how firm she sounded when she realised her beloved Jean and the hated prophet were one and the same person!

10741_13089_Le_Prophete_Jung_Matthias19

Tijl Faveyts, Karel Ludvik, Albrecht Kludszuweit © Matthias Jung

Karel Ludvik was an outstanding Count Oberthal. The Canadian bass-baritone, who lives in the Netherlands possesses a beautiful, even voice that is begging for more belcanto roles.

10733_13073_Le_Prophete_Jung_Matthias11

Tijl Faveyts, Albrecht Kludszuweit & Pierre Doyen © Matthias Jung

The three Anabaptists were excellently cast with Albrecht Kludszuweit, Pierre Doyen and Tijl Faveyts. I am amazed a bass with the exceptional qualities of Faveyts does not sing in all the big opera houses.

10735_13077_Le_Prophete_Jung_Matthias13

Til Faveyts (Zacharie) © Mathias Jung

Giuliano Carella conducted with love, and gave the singers the room to sing out.

10729_13065_Le_Prophete_Jung_Matthias07

John Osborn © Matthias Jung

The staging by Vincent Boussard did not bother me. No psychologizing, no multiple layers or difficult to understand symbols. With this topic, moving the opera to a caliphate would have been an easy way out, saving Boussard a lot of trouble, but luckily he stayed faithful to the libretto. The ballet was a drag, but at least it was well integrated into the total. The lighting designed by Guido Levi was simply breathtaking, with images that looked like paintings. The videos in the background formed a (at times very moving) background that did not distract from the music.

10744_13095_Le_Prophete_Jung_Matthias22

John Osborn © Matthias Jung

The bad news: if you were not there you have missed an unforgettable performance.

The good news: the German firm Oehms has recorded the performance live for a future release on cd: Bravo Oehms!

A trailer of the production can be found on the website of the Aalto Theater Essen:

http://www.aalto-musiktheater.de/premieren/le-prophete.htm

Photos of the final curtain (© Lieneke Effern):

Performance reviewed: May 14th, 2017 in the Aalto-Musiktheater, Essen

English translation: Remko Jas

Original Dutch: MEYERBEER: LE PROPHÈTE. Essen 2017

Giacomo Meyerbeer
Le Prophète
John Osborn, Lynette Tapia, Marianne Cornetti, Karel Ludvik, Albrecht Kludszuweit, Pierre Doyen, Tijl Faveyts
Opernchor, Extrachor und Kinderchor des Aalto-Theaters
Essener Philharmoniker under the direction of Giuliano Carella
Staging: Vincent Boussard

MEYERBEER: LE PROPHÈTE. Essen 2017

le Prophete Anna Osborn

Le Prophète in Essen. Tekening van Anna Osborn

Heinrich Heine zou ooit hebben gezegd dat als de wereld vergaat, hij dan naar Nederland gaat verhuizen want “daar gebeurt alles vijftig jaar later”. Het is waarschijnlijk niet meer dan een (leuke) bon mot, maar: “se non è vero, è ben trovato”…….

Het is in ieder geval wel zo dat we op operagebied vaak op de zijlijn zitten te wachten wat er in andere operahuizen gebeurt. Het buitenland was ons vóór in het programmeren van veel vergeten en/of zelden gespeelde opera’s, zoals Król Roger. En nu het buitenland Giacomo Meyerbeer heeft (her)ontdekt, mogen ook wij de hoop koesteren dat de grootmeester van de Grand Opéra ook onze operahuizen gaat frequenteren. Frankrijk, Groot Brittannië, België en Duitsland gingen ons al voor en in Duitsland kun je zelfs van een echte ‘Meyerbeer-revival’ spreken.

Hopelijk hoeft het niet zo lang te duren zoals in Parijs toen, toen de fans van de componist na Les Huguenots twaalf jaar op hun volgende ‘Meyerbeer’ zaten te wachten. En anders blijft er niets anders over dan naar het buitenland te reizen. Iets, wat de liefhebbers al jaren doen.

Zelf heb ik de eerste mogelijkheid dat zich aandeed met beide handen aangegrepen en begaf mij naar het Aalto-Theater in Essen, waar men in april/mei 2017 een onvergetelijke productie van  Le Prophète op de planken heeft gebracht.

Le-prophete-1849


Le prophète
was, na Robert le diable en Les Hugenots de derde opera die Meyerbeer componeerde op het libretto van Eugène Scribe. Zijn verhaal over het (religieus) fanatisme, sektarisme en machtswellust heeft Scribe losjes gebaseerd op het levensverhaal van de Nederlandse wederdoper Jan van Leiden, waar hij nog de nodige romantische verwikkelingen en liefdesperikelen aan toevoegde.

Le Prophete Jan_van_Leiden_by_Aldegrever

Zijn inspiratie vond Scribe in twee romans van Carl Frans van der Velde, ‘Der Wiedertäufer’ en ‘Die Lichtensteiner’. Uit de laatste komt ook de personage van Fidés, moeder van Jean, vandaan. Een personage die met de bezetting van de rol door de beroemde mezzosopraan Pauline Viardot de moeder-zoon verhouding tot één van de belangrijkste thema’s van de opera heeft opgetild.

In de opera wordt Fidés voorgesteld als een sterke vrouw, die de megalomanie van Jean goed tegenwicht kan bieden en de tegenwicht, die was bij Marianne Cornetti in uitstekende handen.

10731_13069_Le_Prophete_Jung_Matthias09

Jean (John Osborn) en Fidés (Marianne Cornetti © Matthias Jung

De Amerikaanse mezzo heeft een kanon van een stem, waarmee zij van hoog naar laag en terug kan wandelen alsof het niets is. Met haar immense betrokkenheid weet zij de grootste gevoelens aan een ieder duidelijk te maken. Nu weet ik niet hoe Pauline Viardot in het echt heeft geklonken, maar ik neem zonder meer aan dat Cornetti het ideaal zeer dicht benadert.

10739_13085_Le_Prophete_Jung_Matthias17

‘ô prêtres de Baal’ . John Osborn & Marianne Cornetti © Matthias Jung

In ‘Ah! mon fils, sois béni!’, de scène in de tweede akte waarin zij verneemt dat haar zoon haar leven boven zijn geliefde heeft gekozen wist zij mij tot tranen toe te roeren. Ook haar ‘Ô prêtres de Baal’, heeft mij niet onberoerd kunnen laten.

John Osborn kenden we voornamelijk van zijn belcanto rollen, maar zijn stem heeft zich behoorlijk richting Franse heroïek ontwikkeld. Wie herinnert zich zijn formidabele Benvenutto Cellini in Amsterdam niet?

10723_13053_Le_Prophete_Jung_Matthias01

John Osborn (Jean) © Matthias Jung

Ook Meyerbeer is hem niet vreemd: in 2011 zong hij een voortreffelijke Raoul (Les Huguenots) in Brussel. Ik vond hem toen onvoorstelbaar goed, maar het was nog niets vergeleken met zijn prestatie als Jean.

10744_13095_Le_Prophete_Jung_Matthias22

John Osborn © Matthias Jung

Nu moet u weten dat ik in de rol zulke fantastische, maar ook zulke verschillende zangers heb gehoord als Gedda en Domingo: beiden fenomenaal, toch wist Osborn ze beiden nog te overtroeven. Zijn schitterend zuivere hoogte wist hij met de intensiteit van Domingo te paren en dat alles werd gecombineerd met een muzikaliteit en intelligentie waar zijn beide voorgangers zo beroemd om waren. Om de laatste voorstelling dat ‘etwas’ meer te geven trakteerde hij zijn publiek op een paar extra hoge noten, die werden dan ook met veel dank ontvangen.

10724_13055_Le_Prophete_Jung_Matthias02

Lynette Tapia (Berthe) © Matthias Jung

Het was de eerste keer dat ik Lynette Tapia live hoorde en ik moet bekennen dat ik behoorlijk onder de indruk ben geraakt. Haar stem is niet echt groot en ik denk dat zij in grotere operahuizen in problemen zou zijn geraakt, maar in Essen kon zij haar rol van Berthe alles geven wat zij nodig heeft.

10745_13097_Le_Prophete_Jung_Matthias23

‘Voici le souterraine’. Lynette Tapi, Marianne Cornetti & John Osborn

Het mooiste, naast haar coloraturen, vond ik de manier hoe Tapia haar stem kleurde om al haar gemoedstoestanden duidelijk over te kunnen brengen. In ‘Voici le souterraine’ was zij zo heldhaftig dat je amper kon geloven dat het dezelfde vrouw was die aan het begin van de opera één en al vreugde was omdat zij met haar geliefde dacht te trouwen. Of hoe standvastig zij klonk toen ze zich realiseerde dat haar geliefde Jean en de gehate profeet een en dezelfde persoon waren!

10741_13089_Le_Prophete_Jung_Matthias19

Tijl Faveyts, Karel Ludvik, Albrecht Kludszuweit © Matthias Jung

Karel Ludvik was een uitstekende Graaf von Oberthal. De Canadese, in Nederland wonende basbariton beschikt over een mooie, egale stem die schreeuwt om meer belcanto rollen.

10733_13073_Le_Prophete_Jung_Matthias11

Tijl Faveyts, Albrecht Kludszuweit & Pierre Doyen © Matthias Jung

De drie wederdopers waren meer dan voortreffelijk bezet door Albrecht Kludszuweit, Pierre Doyen en Tijl Faveyts. Bij de laatste verbaast het mij dat een bas van zo’n uitzonderlijke kwaliteit nog niet aan de grootste operahuizen ter wereld zingt.

Giuliano Carella dirigeerde liefdevol en gaf de zangers alle tijd om uit te zingen.

10726_13059_Le_Prophete_Jung_Matthias04

John Osborn © Matthias Jung

De regie van Vincent Boussard stoorde mij niet. Deze keer geen gepsychologiseer, geen (drie)dubbele lagen en moeilijk te ontwaren symbolen. Met dit onderwerp kon hij de actie makkelijk naar een kalifaat kunnen verhuizen en zich zo met een jantje-van-leiden van af maken. Dat deed hij niet en bleef redelijk trouw aan het libretto. Het ballet was knudde, maar werd wel in het geheel goed geïntegreerd en de belichting van Guido Levi was gewoonweg prachtig, wat bij wijlen op schilderijen lijkende beelden opleverde. De videoprojectie was niet meer dan een (soms zeer ontroerende) achtergrond: het leidde je aandacht niet van de muziek af.

Het slechte nieuws is: wie er niet bij was heeft een onvergetelijke voorstelling gemist.

Het goede nieuws is: de Duitse firma Oehms heeft de voorstelling live voor cd’s opgenomen. Bravo Oehms!

Trailer van de productie is te vinden op de site van het Aalto Theater Essen:

http://www.aalto-musiktheater.de/premieren/le-prophete.htm

Foto’s van het slotapplaus (© Lieneke Effern):

Giacomo Meyerbeer
Le Prophète
John Osborn, Lynette Tapia, Marianne Cornetti, Karel Ludvik, Albrecht Kludszuweit, Pierre Doyen, Tijl Faveyts
Opernchor, Extrachor und Kinderchor des Aalto-Theaters
Essener Philharmoniker olv Giuliano Carella
Regie: Vincent Boussard

Bezocht op 14 mei 2017 in het Aalto-Musiktheater in Essen

English translation: Meyerbeer’s ‘LE PROPHÈTE’ in Essen: great singing in an okay production

Meer Meyerbeer:
ROBERT LE DIABLE

DIANA DAMRAU zingt MEYERBEER

LES HUGUENOTS Brussel 2011

Schitterende Robert le Diable uit de Royal Opera op BluRay

L’Africaine. Hoe de liefde voor Vasco da Gama een Afrikaanse koningin fataal werd