Fabio_Luisi

Bellini’s I Capuleti e i Montecchi uit Zürich

TEKST: PETER FRANKEN

Het libretto van Felice Romani lijkt oppervlakkig op Shakespeare’s toneelstuk maar maakt gebruik van oudere bronnen. Zo zijn de Capuleti en de Montecchi rivaliserende politieke groeperingen in plaats van twee in aanzien gelijkwaardige families die gescheiden worden door een vete. De Capuleti staan voor de Guelfen, de Montecchi voor de Ghibellijnen. Giulietta is verloofd met Tebaldo maar in het geheim verliefd op Romeo, iemand uit het andere kamp. Om het ingewikkeld te maken heeft Romeo per ongeluk Giulietta’s broer vermoord tijdens een degengevecht waarna hij uit Verona is verbannen.

De gehele opera speelt zich af in en om het paleis van de Capuleti waarvan het familiehoofd de naam Capellio draagt. Bij aanvang zien we een spoedvergadering in de vroege ochtend. De Ghibellijnen onder aanvoering van de gehate Romeo bereiden een aanval voor. Romeo is al zo lang niet meer in de stad gezien dat niemand nog weet hoe hij eruit ziet. Dat hij toegang heeft gehad tot Giulietta kan alleen met hulp van binnenuit het geval zijn geweest. Daar speelt Lorenzo, de lijfarts van de familie, een grote rol.

Romeo komt naar Capellio’s paleis om over vrede te praten. Het moet nu maar eens afgelopen zijn met die eeuwige strijd, temeer daar hij er nu ook persoonlijk belang bij heeft. Hij komt echter als Romeo’s afgezant en niemand doorziet dit. Als hij vrede voorstelt onder voorwaarde dat de Ghibellijnen en Guelfen gelijke rechten krijgen in de stad en ter bezegeling daarvan Romeo met Giulietta mag trouwen, ontsteekt Capellio in grote woede. De moordenaar van zijn zoon als schoonzoon? Dat nooit. Sowieso heeft hij al een schoonzoon klaar staan in de persoon van Tebaldo die zwaar verliefd is op Giulietta. De ontmoeting eindigt met een ongeremde oproep tot nieuw geweld: dood aan de Ghibellijnen.

In de volgende scènes zien we Romeo via een geheime ingang in Giulietta’s slaapkamer doordringen. Hij ziet haar voor het eerst sinds lange tijd maar de liefde is allerminst gedoofd. Maar toch weigert ze met hem het paleis te ontvluchten. Letterlijk zegt ze dat ze wordt tegengehouden door een macht die sterker is dan de liefde. Dan gaat het om familie eer, loyaliteit, gehoorzaamheid aan de wet. Feitelijk is hier sprake van een meisje dat de facto gegijzeld is door haar vader en aan een Stockholm syndroom leidt. Die enorm sterk gevoelde dwang om aan al haar vaders wensen en vooral eisen te voldoen (zijn wil is haar wet) komt duidelijk naar voren als ze in een later stadium zijn begrip en vergeving vraagt voor de omgang met Romeo, en hij dat ondanks alle smeekbeden hardvochtig afwijst.

Lorenzo wil Giulietta te hulp komen door middel van een drank die haar schijndood zal maken waardoor het huwelijk met Tebaldo kan worden verijdeld. Hij zal Romeo op de hoogte stellen van deze situatie zodat die zijn geliefde kan ontvoeren zodra ze weer bij kennis is. Maar Capellio vertrouwt de lijfarts niet meer en geeft opdracht hem goed in de gaten te houden. Zodoende loopt alles anders met de bekende afloop. De dood van die twee wordt overigens al ruim tevoren getelegrafeerd als we de moeite nemen goed naar de tekst te kijken. Voortdurend spreekt Giulietta over de dood als haar enige uitweg, over dat een huwelijk met Tebaldo haar dood betekent enzovoort. Ook Romeo heeft maar weinig vertrouwen in een goede afloop tijdens zijn aardse leven. Hij ervaart de dood als zijn permanente metgezel, altijd nabij waar hij ook gaat. In dat opzicht vertoont het gebeuren veel overeenkomsten met de tweede akte van Tristan und Isolde.

Het componeren van dit werk uit 1830 was een haastklus voor Bellini en hij loste dit op door een tiental complete stukken uit zijn mislukte opera Zaira in omgewerkte vorm te gebruiken. Als we de muziek vergelijken met zijn latere werk dan valt op dat belcanto hier vooral de betekenis heeft van mooie zang, zonder die opgeklopte uithalen in de hoogte die zo kenmerkend zijn voor La Sonnambula en vooral I Puritani. Het valt te betreuren dat de componist niet verder is gegaan op deze weg maar zich heeft aangepast aan de kennelijke smaak van het publiek, met dank aan Rossini. Opmerkelijk is ook de keuze van een mezzo voor de rol van de minnaar, geen tenor-sopraan duetten hier. Tebaldo neemt in dat opzicht de honneurs waar en Capellio vervult de rol van de bariton die er een stokje voor steekt.

Uit Zürich komt een opname op dvd van een productie uit 2015 van Christof Loy. Op een draaitoneel zijn verschillende binnenruimtes van Capellio’s paleis te zien, waaronder Giulietta’s slaapkamer. Het idee van een opgesloten meisje dat geheel is overgeleverd aan de nukken en grillen van een overheersende vader – nergens een moeder met mitigerende invloed te bekennen – staat centraal in Loys benadering. Romeo is voortdurend vergezeld van een figurant: de Dood, wat sommige scènes extra beklemmend maakt.

De Guelfen zijn gestoken in avondkleding, de Ghibellijnen zien er uit als boeren en buitenlui. De vertrekken ogen sober, vergane glorie uit het interbellum. Opvallend is dat de Guelfen die als één man achter Capellio staan in hun afwijzing van de Ghibellijnen en die walgelijke Montecchi, nadrukkelijk pleiten voor een minder harde aanpak van Giulietta, zelfs Tebaldo staat allesbehalve op zijn strepen. Hij wil haar alleen trouwen als dat uit vrije wil is, van een gedwongen gesleep naar het spreekwoordelijke altaar wil hij niets weten. De muziek verloopt heel rustig en dat geeft de protagonisten alle gelegenheid hun teksten over het voetlicht te brengen. En die zijn een stuk interessanter dan in Gounods versie.

Joyce DiDonato schittert als Romeo, absoluut perfect, fantastisch optreden. Haar Giulietta is Olga Kutchynska die uitstekend partij weet te geven. Alexei Botnarciuc oogt als Capellio een beetje als Marlon Brando in The Godfather. Zijn zang is goed verzorgd, acterend tikje eenzijdig.

Mooie invulling van de rol van Giulietta’s officiële verloofde Tebaldo door tenor Benjamin Bernheim. Roberto Lorenzi is een sympathieke Lorenzo.

Fabio Luisi heeft de muzikale leiding.

Foto’s © Monika Rittershaus

discografie: Over Romeo en Julia van Bellini

Alzira van Verdi: een mislukking of een vergeten meesterwerkje?

Alzira

Verdi zelf vond het een mislukking. Waarom? Het verhaal is niet gekker dan Il Trovatore of La Forza del destino en de muziek beslist niet minder mooi. Toch wordt Alzira nog maar zelden uitgevoerd. Ooit hoopte ik dat deze opname er iets aan zou kunnen veranderen, want niet vaak hoor je een uitvoering op een zo hoog niveau. Helaas. We zijn al bijna 20 jaar verder en … en wanneer zijn we Alzira tegengekomen? Triest.

Terug naar de (ooit Philips) opname. De bas Slobodan Stankovic geeft schitterend gestalte aan Alvaro, de Spaanse gouverneur in Peru. Als Gusmano, zijn zoon en opvolger, horen wij Paulo Gavanelli: een pracht van een bariton en toen (de opname is uit 2001) nog een belofte voor later. Hun duet in de eerste acte, waarin de vader smeekt om genade voor de Inca leider Zamoro, laat hun stemmen samensmelten tot een ontroerende eenheid.

Marina Mescheriakova schitterde al in de eerder dat jaar uitgebrachte Jérusalem, en ook hier stelt zij niet teleur: haar romige sopraan heeft zij volledig onder controle en haar hoogte is voorbeeldig. Haar stem klinkt meisjesachtig en onschuldig, wat haar geschikt maakt voor de meeste Verdi heldinnen.

Ramon Vargas ontpopt zich steeds meer als de tenor van onze tijd. Het is een genoegen om zijn smeuïge stem zo moeiteloos en zuiver door de noten heen te horen glijden.  Zijn Zamoro is temperamentvol en gepassioneerd, en het is volkomen duidelijk: Vargas is een ster. Ook het orkest en de dirigent zijn grandioos.


Verdi
Alzira
Marina Mescheriakova, Ramon Vargas, Paulo Gavanelli, Slobodan Stankovic
L’Orchestre de la Suisse Romande olv Fabio Luisi
Philips 4646282

Is Verdi’s Jérusalem alweer vergeten?

Jerusalem

In de tweede helft van de negentiende eeuw was Parijs één van de belangrijkste operacentra. Hier hadden (o.a.) Gioacchino Rossini en Giacomo Meyerbeer hun grootste triomfen gehad en daar wilde de jonge Verdi ook erbij horen.

Het was voor Parijs dat hij zijn I Lombardi alla prima crociata uit 1843 in Jérusalem ‘veranderde’. Het verhaal: liefde, verraad en wraak tijdens de kruistochten bleef hetzelfde, de karakters echter hebben wat meer dimensies gekregen. Uiteraard kwam er een ballet in (we waren immers in Parijs), wat in een schitterend begin van de derde acte resulteerde.

Echt innoverend is de partituur niet: men hoort er flarden van Rigoletto en Macbeth in, en zelfs het Slavenkoor (hier het Pelgrimskoor) ontbreekt er niet. Maar man, man, man: wat is het allemaal mooi!

De uitvoering is van een buitengewoon hoog niveau. Fabio Luisi zweept het orkest tot ongekende hoogten, het zingt en het zindert dat het een lieve lust is. Kijk: zo ga je met Verdi om. Vind ik, althans.

Marina Menscheriakova heeft een stem uit duizenden, een formidabele techniek en wat een inlevingsvermogen! Luister maar naar haar gebed in de eerste akte, hoe zij haar stem terugneemt…. Ongeëvenaard.

Marcello Giordani is als haar geliefde Gaston aan haar gewaagd, en ook de rest van de zangers doet voor hen niet onder. Heerlijk!


Giuseppe Verdi
Jérusalem
Marina Mescheriakova, Marcello Giordani, Roberto Scandiuzzi, Philippe Rouillon
L’Orchestre de la Suisse Romande olv Fabio Luisi
Philips 4626132 (3cd’s)