Het Requiem van Verdi geldt onbetwist als een van de mooiste muziekstukken ooit geschreven. Een open deur? Beslist, en toch valt je dat telkens weer op, zeker als je het een poos niet hebt gehoord.
Op de een of andere manier was Semyon Bychkov, broer van ooit onze chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest en het Nederlands Kamerorkest, Jakov Kreizberg, was hier vroeger zelden gevraagd. Verbazingwekkend eigenlijk als je weet hoe hij in andere landen werd gewaardeerd.
Vanaf 1998 was hij een vaste chef-dirigent van het WDR orkest in Keulen, waarmee hij ettelijke cd’s heeft opgenomen. In 2007 kwam er, live opgenomen Verdi’s Requiem er bij.
Semyon Bychkov is een man van de lange adem: hij articuleert breed en neem rustig de tijd voor. Toch doet hij er ruim acht minuten korter over dan mijn ‘ijkpunten’, Claudio Abbado en Carlo Maria Giulini. Op zijn mooist is hij als hij de noten vloeiend in elkaar laat overlopen, zoals in ‘Lacrimosa’, in een waarlijk belcanteske stijl. Ontroerend.
Van het solistenkwartet, allen zeer ervaren Verdi vertolkers, bevallen de mannen mij het best. Ferrucio Furlanetto beschikt over een sonore, zeer warme bas, waarmee hij acteert alsof zijn leven er van afhangt.
Met zijn gave om pure lyriek met gevoel voor drama te combineren weet Ramón Vargas ‘Ingemisco’ naar de bijzondere hoogten te tillen.
Verdi zelf vond het een mislukking. Waarom? Het verhaal is niet gekker dan Il Trovatore of La Forza del destino en de muziek beslist niet minder mooi. Toch wordt Alzira nog maar zelden uitgevoerd. Ooit hoopte ik dat deze opname er iets aan zou kunnen veranderen, want niet vaak hoor je een uitvoering op een zo hoog niveau. Helaas. We zijn al bijna 20 jaar verder en … en wanneer zijn we Alzira tegengekomen? Triest.
Terug naar de (ooit Philips) opname. De bas Slobodan Stankovic geeft schitterend gestalte aan Alvaro, de Spaanse gouverneur in Peru. Als Gusmano, zijn zoon en opvolger, horen wij Paulo Gavanelli: een pracht van een bariton en toen (de opname is uit 2001) nog een belofte voor later. Hun duet in de eerste acte, waarin de vader smeekt om genade voor de Inca leider Zamoro, laat hun stemmen samensmelten tot een ontroerende eenheid.
Marina Mescheriakova schitterde al in de eerder dat jaar uitgebrachte Jérusalem, en ook hier stelt zij niet teleur: haar romige sopraan heeft zij volledig onder controle en haar hoogte is voorbeeldig. Haar stem klinkt meisjesachtig en onschuldig, wat haar geschikt maakt voor de meeste Verdi heldinnen.
Ramon Vargas ontpopt zich steeds meer als de tenor van onze tijd. Het is een genoegen om zijn smeuïge stem zo moeiteloos en zuiver door de noten heen te horen glijden. Zijn Zamoro is temperamentvol en gepassioneerd, en het is volkomen duidelijk: Vargas is een ster. Ook het orkest en de dirigent zijn grandioos.
Verdi
Alzira
Marina Mescheriakova, Ramon Vargas, Paulo Gavanelli, Slobodan Stankovic
L’Orchestre de la Suisse Romande olv Fabio Luisi
Philips 4646282
Het 400 jaar oude Teatro Regio di Torino werd tijdens een grote brand in 1936 totaal verwoest. Het duurde maar liefst tot april 1973 voordat het herbouwde theater zijn deuren opende.
Het heugelijke feit van die heropening werd veertig jaar later, in 2013, herdacht met een productie van Don Carlo van Verdi. Kosten noch moeite werden gespaard. Men bouwde historisch getrouwe decors, de kostuums werden tot in de kleinste details gekopieerd en er mochten honderden figuranten aanrukken…
Het resultaat is oogverblindend mooi. Je krijgt het gevoel midden in een museum te zijn gedropt, waar je mag deelnemen aan een historisch verantwoorde documentaire. Helaas gaat die documentaire wel enigszins ten onder aan te veel details en te weinig oog voor de magie van de eigen verbeelding.
Ramón Vargas, één van de beste Carlo-vertolkers van de laatste tijd, klinkt duidelijk ongedisponeerd. Svetlana Kasyan (Elisabetta) is een regelrechte ramp: veel te jong, veel te vroeg. Ze weet zich geen raad met haar rol en klinkt zeer verkrampt. En dat ze nu al met een veel te ruim vibrato zingt, is ronduit verontrustend. Zonde, want de jonge Georgische heeft een kanon van een stem. Ze zou er voorzichtiger mee moeten omspringen.
Hieronder het duet van Don Carlo en Elisabetta:
Ook Ludovic Tézier (Posa) en Daniela Barcellona (Eboli) presteren onder hun gebruikelijke niveau. Marco Spotti is een redelijk goede Grand Inquisitore en gelukkig weet Ildar Abdrazakov (Philips) het zangniveau op te krikken.
Het orkest uit Turijn onder leiding van Gianandrea Noseda klinkt zonder meer prima en de solocellist verdient een pluim voor zijn bijdrage aan ‘Ella giammai m’amo’.
Gek eigenlijk: krijgen we eindelijk een productie die om te zoenen zo mooi is, wordt er niet goed in gezongen… En ook niet zo goed geacteerd, want regisseur Hugo de Ana is de personenregie uit het oog verloren.
Hieronder de trailer van de productie:
GIUSEPPE VERDI
Don Carlo
Ramón Vargas, Svetlana Kasyan, Ildar Abdrazakov, Ludovic Tézier, Daniela Barcellona, Marco Spotti e.a.
Orchestra and Chorus Teatro Regio Torino olv Gianandrea Noseda
Regie: Hugo de Ana
OPUS ARTE OA 1128 D