Alban_Berg

Gevloerd door Lulu van Krzysztof Warlikowski in Brussel 2012

lulu-affich

Wanneer voor het laatst bent u kapot, maar dan ook totaal kapot van een opera teruggekomen? Mij overkomt het heel zelden, maar na Lulu van Alban Berg in de Brusselse Munt was ik totaal gevloerd. Niet zozeer door de opera zelf, maar vooral door de heftige regie van Krzysztof Warlikowski.

Alban Bergs opera zelf biedt al best heftige stof. Er wordt niet zachtzinnig met seks, dood en verderf omgegaan. Maar Warlikowski zou Warlikowski niet zijn geweest als hij niet er nog een schepje (zeg maar gerust een paar scheppen!) er bovenop had gedaan.

Hij koos ervoor om Lulu te benaderen “als een onthutsend requiem ter nagedachtenis aan een engel”. Komt de titel u bekend voor? Ja, zo heet het vioolconcerto van Alban Berg.

lulu_054

Barbara Hannigan (Lulu)

Wel een gevallen engel, want in zijn concept is Lulu ook Lilith, de eerste vrouw van Adam. Maar zij is ook Lolita en één van de kindvrouwtjes die uitgebuit worden door mannen en de maatschappij. Zij droomt ervan om danseres te worden en om haar droom te benadrukken gebruikt Warlikowski de wereld van het klassieke ballet als metafoor. Er worden dan ook jonge balletdansers ten tonele gevoerd, allemaal leerlingen van de Antwerpse balletschool.

lulu_039

Aan het einde van de eerste akte (er wordt, zoals bijna altijd tegenwoordig, de door Cerha voltooide versie gebruikt) komt er een in een ‘zwarte zwaanpakje’ gestoken danseres, die met ontbloot bovenlijf een soort kruising tussen de ‘stervende zwaan’ en de ‘flamenco’ danst.

Voor de opera goed en wel begint, nemen er in gala gestoken ‘toeschouwers’ plaats op het toneel, dat in het midden laat of wij nu in een theater of in een circus zitten. Zij (en wij dus ook) worden getrakteerd op het door Longchamp geschreven scheppingsverhaal en de legende van Lilith.

Vervolgens komt er van alles langs, en dan ook eens tegelijk. Wilde dieren, rariteitenkabinet, circusartiesten, travestieten, punks, artiesten, balletdansers. Plus zeer prominent geprojecteerde foto’s en video’s – de schilder uit Lulu is namelijk nu een fotograaf.

Dat alles maakt dat het mij duizelde en ik naar adem moest happen. Ik kon ook de meeste kleine rollen niet  van elkaar onderscheiden wat best verwarrend op mij overkwam.

lulu-barbara-hannigan

Barbara Hannigan (Lulu)

Muzikaal was de avond werkelijk niet kapot te krijgen. Barbara Hannigan is, behalve een fantastische zangeres en dirigent, ook een professionele balletdanseres en die mogelijkheid heeft Warlikowski met beide handen aangegrepen. Hij liet haar zowat de hele tijd op spitzen lopen en dansen (!) en haar in allerlei onmogelijke houdingen wringen. Haar lenigheid overschrijdt ook alle grenzen en is alleen vergelijkbaar met een circusartieste. En zij zong ook nog!

LULU

Dietrich Henschel (Dr.Schön) en Barbara Hannigan Lulu)

Lulu is niet de makkelijkste van alle rollen die er bestaan, niet alleen vanwege de zeer hoge noten (daar weet Hannigan heel goed raad mee), maar ook vanwege de heftigheid van het karakter. De meeste tijd was zij gekleed in een dun en doorzichtig lingeriesetje – zij kan het hebben – en ze maakte alle hevige seksscènes zeer aannemelijk, zonder dat ze ergens ordinair werd. Chapeau! Terecht werd zij beloond met een laaiende ovatie.

lulu_086

Natascha Petrinski (Geschwitz) en Barbara Hannigan (Lulu)

Maar ook de andere zangers waren allemaal voortreffelijk. Natascha Petrinsky (Geschwitz) is als zangeres behoorlijk gegroeid – haar mezzo is stevig en heeft een prachtige warme laagte. Haar smeekbedes aan Lulu waren zeer ontroerend en oprecht. En ook zij is een mooie verschijning met grote acteerkwaliteiten

LULU

Dietrich Henschel (Dr.Schön) en Barbara Hannigan (Lulu)

Dat moet ook gezegd worden van Dietrich Henschel (Dr. Schön en Jack the Ripper). Je hoorde ook dat hij behalve opera- ook een begenadigd liedzanger is, wat hem in zijn rol zonder meer heeft geholpen. Hij had genoeg kleuren tot zijn beschikking om Dr.Schön van alle nuances en twijfels te voorzien en zijn Jack the Ripper was zeer huiveringwekkend.

lulu_036

De Amerikaanse tenor Charles Workman zong zijn eerste Alva en dat deed hij voortreffelijk. Zijn stem is groot en resonerend en hij wist alle valkuilen van de rol te omzeilen en bleef lyrisch, zelfs in de meest heftige passages.

LULU

Barbara Hannigan (Lulu) en Tom Randle (Maler)

Tom Randle zette een zeer overtuigende Maler en Neger neer. Hij beschikt over een enorm charisma, waardoor hij beide rollen van een zeer persoonlijke klank, voordracht en uitstraling kon voorzien.

Het Symfonieorkest van de Munt speelde onder leiding van maestro Paul Daniel een beetje hard, maar geen van de zangers werd overstemd.

Na afloop was er een groot applaus voor de zangers en de musici, maar het productieteam moest het met een gedeeld bravo/boe geroep doen.

De voorstelling is door BelAir opgenomen en op dvd uitgebracht:

Fotomateriaal: (c) B. Uhlig / De Munt La Monnaie)

Bezocht op 14 oktober 2012 in De Munt in Brussel

Voor de productie van Lulu in Amsterdam zie:
LULU van Kentridge

Discografie:
LULU: discografie

Gesprek met Barbara Hannigan:
Barbara Hannigan : “In principe zing ik alles alsof het Mozart is”

Renée Fleming zingt Berg, Wellesz en Zeisl

Fleming Berg Zeisl

Aan opnamen van de Lyrische Suite van Berg geen gebrek. Zowel in de versie voor strijkkwartet als bewerkt voor een (kamer)orkest: de keuze is groot. Of het Bergs bedoeling was dat het laatste deel, Largo Desolato ook gezongen zou worden is zeer twijfelachtig, maar logisch is het wel.

Theodor Adorno, Bergs leerling en vertrouweling beschouwde het werk als een latente opera en daar zit wat in. Adorno was, als één van de weinigen, op de hoogte van diens affaire met de getrouwde Hanna Fuchs, voor wie hij het werk componeerde. Voor Berg was Fuchs niet alleen zijn geliefde en zijn muze, maar ook zijn Isolde en zijn Lulu.

Hanna Fuchs

Het is pas de laatste jaren dat er openlijk over de affaire wordt gesproken en de wetenswaardigheid is zonder meer van invloed is geweest op de interpretatie van de “Emerson’s”. Wat ze ook ruimschoots toegeven.

Het is niet de eerste keer trouwens, dat het gedicht van Baudelauire, dé inspiratiebron voor het laatste deel van het kwartet, ook daadwerkelijk wordt gezongen. Kronos Quartet en Dawn Upshaw hebben de versie al in 2003 opgenomen, er bestaat ook een opname van Quator Diotima met Sandrine Piau. De “Emerson’s” echter bieden ons beide versies aan: met en zonder zang.

De beslissing om Berg’s Lyrische Suite aan de liederen van Egon Wellesz te koppelen is niet minder dan geniaal. Beide componisten hadden hun opleiding bij Schönberg genoten, die ze, behalve het twaalftoonstechniek ook een grote dosis expressionisme had bijgebracht. Iets, wat je zeer duidelijk hoort in de cyclus Sonette der Elisabeth Barrett Browning.

Fleming Wellesz door Kokoschka

Egon Wellesz door Oskar Kokoschka

Dat de liederen niet vaker worden opgevoerd is niet alleen vreemd maar ook een grote schande. Dat heeft  natuurlijk alles te maken met het “ooit verboden en daarna vergeten”, wat ook Eric Zeisl noodlottig is geweest. Zijn korte lied Komm Süsser Tod smaakt naar meer: kon er niet wat meer Zeisl aan de cd toegevoegd worden? Het ligt niet aan onvoldoende ruimte: met krap 56 minuten is de cd aan een zeer korte kant.

Fleming Zeisl

Eric Zeisl door Gertrud Zeisl ©Dr. Barbara Zeisl-Schoenberg

De romige, gecultiveerde sopraan van Renée Fleming, én haar maniërisme passen de liederen als een handschoen. Met als resultaat een prachtige kruising van Gustav Klimmt met Max Beckmann. De zeer beeldende en uitdrukkingsvolle uitvoering van het Emerson String Quartet draagt bij aan de totale belevenis. Een must.

Alban Berg, Egon Wellesz, Eric Zeisl
Lyric Suite; Sonette der Ellisabeth Barrett Browning; Komm Süsser Tod
Renée Fleming, sopraan; Emerson String Quartet
Decca 4788399

Das Lied von Terezín & Requiem Ebraico

Asmik Grigorian steelt de show als Marie in uitmuntende Wozzeck

Florian Asmik-Grigorian-c-Rytis-Seskaitis-768x512

Asmik Grigorian foto: Rytis Seskaitis

Het is een waargebeurd verhaal. In 1824 werd de soldaat Johann Christian Woyzeck schuldig bevonden aan de moord op zijn vriendin Johanna Christiane Woost en ter dood veroordeeld. Op de markt van Leipzig werd het vonnis voltrokken: Woyzeck werd met het zwaard gedood. Aan de veroordeling ging een brede maatschappelijke discussie vooraf (sociale media avant la lettre?). Men vroeg zich af of Woyzeck toerekeningsvatbaar kon worden verklaard.

Het verhaal heeft de jonge Duitser Georg Büchner geïnspireerd tot het schrijven van zijn toneelstuk, dat onafgemaakt is gebleven: Büchner is in 1837 op 24-jarige leeftijd aan tyfus overleden. Het manuscript werd pas in 1879 gedrukt, het toneelstuk moest tot 1913 wachten tot het op de planken werd gebracht. Componist Alban Berg bezocht het toneelstuk een jaar later in Wenen en besloot er een opera van te maken. Door het uitbreken van de oorlog duurde het een paar jaar eer hij de partituur had voltooid, de première in 1925 in Berlijn was een overweldigend succes.

“Fragmentarisch, hallucinerend en uiterst pessimistisch”. Zo werd het toneelstuk omschreven en zo is de opera ook. Dit werk – misschien wel de aangrijpendste opera van de vorige eeuw – weet zich immer te vergezellen van een evenredige ongenaakbaarheid. De muziek is zeer expressief en niet in één definitie samen te vatten: Berg gebruikte zowel de dodekafonie als de zoetste vioolklanken, en wisselde het sprechgesang af met melancholieke “aria’s”.

Meesterwerk of niet (meesterwerk!): alles staat of valt met de uitvoering. Wat dat betreft hebben we geen reden tot klagen: de uitvoering van ZaterdagMatinee op 4 juni kan tot de absolute top gerekend worden. Dat het zo geweldig werd is voornamelijk aan de zangers te danken. En aan de dirigent, al had hij het orkest bij sommige scenes wat zachter mogen laten spelen.

Er waren ook een paar minpunten. Zo vond ik het constante geloop van de zangers (en van de orkestleden!) bij vlagen behoorlijk irritant: het was storend en het leidde de aandacht af. Logisch was het ook niet, want soms was de zanger al de bühne af, terwijl er nog woorden tegen hem gericht werden. Af en toe moest ik aan het vroegere ‘komt op, zingt, gaat af’-principe denken.

Voor de rest niets dan lof. Florian Boesch (Wozzeck) en Asmik Grigorian (Marie) hadden hun rollen al eerder en ook samen (Keulen 2011) vertolkt. Ze waren op elkaar ingespeeld en de chemie tussen de twee zangers was voelbaar.

Florian-Boesch-Lukas-Beck-2

Florian Boesch foto: Lukas Beck

Boesch zingt met een intensiteit die ik alleen als “zinderend” kan omschrijven. Zijn stem is groot, resonerend en beeldend. Bij hem heb je geen tekst nodig om te begrijpen wat hij zingt, als versta je niet alle woorden. Een echte stemacteur.

En toch: mijn aandacht werd voornamelijk door zijn geliefde Marie opgeëist.
Het was de eerste keer dat ik Asmik Grigorian live hoorde en zij heeft niet alleen mijn hart gestolen, maar ook mijn kijk op de opera veranderd. Opeens was het niet meer Wozzeck, met wie ik meevoelde, maar de door hem vermoorde geliefde. Opeens realiseerde ik mij dat Berg, ondanks dat hij zich met zijn hoofdfiguur identificeerde, het meeste met Marie op had. Haar personage had hij weliswaar onderbelicht, maar hij gaf haar de mooiste muziek. Het slaapliedje, bij voorbeeld, dat zij in de eerste acte zingt.. Zo mooi en zo ontroerend.

Florian asmik_grigorian_as_marie_in_wozzeck

En dan haar gebed in akte drie! Buigend over haar Bijbel leest zij de verzen over Maria Magdalena, over hoe haar zonden haar werden vergeven. Om dan in tranen uit te barsten: “Du hast Dir ihrer erbarmt, erbarme Dich auch meiner”. Het is een gebed zonder zin, want haar lot staat vast en dat weet Marie/Grigorian ook wel. Haar zinloze smeekbede deed mijn hart bloeden. Onvoorstelbaar eigenlijk hoe mooi en lyrisch Grigorian haar stem, zelfs bij het grootste orkestgeweld wist te laten klinken.

Endrik Wottrich imponeerde als de tamboer-majoor. Hij maakte de op zichzelf verliefde macho met een enorme ego zeer herkenbaar. Prachtig hoe makkelijk hij zijn tenor zonder te pushen wist te hanteren: het is tenslotte een hel van een rol.

Thomas Piffka was een voortreffelijke kapitein. Ook hij wist het gemis aan beelden met zijn stem alleen prima te verbeelden. De scène, waarin hij samen met de dokter (Nathan Berg op zijn best) getuige is van het verdrinken van Wozzeck greep me naar de keel.

Margaret werd schitterend gezongen door Cécile van der Sant. Wat een mooie en warme stem en wat een voordracht! Haar kleine rol van jaloerse buurvrouw heeft zij tot één van de hoogtepunten weten te tillen.

Peter Tantsitis was een goede Andres en John Heuzenroeder een Nar uit duizenden. Zijn korte optreden is zeer zeker niet onopgemerkt gebleven.

Het Radio Filharmonisch Orkest en het Groot Omroepkoor hebben mij niet teleurgesteld en leverden hun gebruikelijke, uitstekende prestaties. Een waarlijk excellente afsluiting van het seizoen.

De uitvoering van Wozzeck is nog terug te beluisteren op de website van Radio 4.

Alban Berg
Wozzeck
Florian Boesch, Asmik Grigorian, Endrik Wottrich, Thomas Piffka, Nathan Berg, Cécile van de Sant, e.a.
Radio Filharmonisch Orkest en Groot Omroepkoor olv Markus Stenz.
Bezocht op 4 juni 2016 in Het Concertgebouw – Amsterdam.

ALBAN BERG: Wozzeck. Discografie.

‘Wozzeck’ uit Salzburg: veel Kentridge, weinig Berg

Lulu van William Kentridge ging over William Kentridge

Lulu Kentridge

Untitled II (Drawing from Lulu), 2015 by William Kentridge

De grote hoeveelheid publiciteit die regisseur William Kentridge in aanloop naar de première van Lulu bij De Nationale Opera genereerde, bleek van profetische waarde te zijn. Deze Lulu gaat over hem, en veel minder over Berg en de muziek die hij schreef.

Dat Lulu van Alban Berg geen makkelijke opera is weet iedereen die zich er ooit in verdiepte en dan heb ik het niet alleen over de twaalftoonsmuziek.

Ook de hoofdpersoon is moeilijk en ongrijpbaar en de personages om haar heen zijn, op Geschwitz na, verre van sympathiek. Toch wordt de opera best vaak uitgevoerd, wat zonder meer te danken is aan de regiemogelijkheden die het libretto biedt.

Voor de nieuwe Amsterdamse productie heeft men William Kentridge weten te strikken: een icoon uit de hedendaagse visuele kunst die voornamelijk beroemd is om zijn tekeningen, animatiefilms en installaties. De laatste tijd doet hij er ook opera bij.

In aanloop naar de première zijn er in alle media tientallen artikelen, interviews en beschouwingen over en met Kentridge verschenen. Die gingen – voornamelijk – over zijn levensloop, zijn werk, en de situatie in Zuid Afrika, toen en nu. Men was een beetje de componist en zijn schepping uit het oog kwijtgeraakt. Het ging nog maar zelden over Berg en zijn Lulu.

Zo heb ik ook de voorstelling ondervonden. Alle aandacht ging naar de bewegende beelden, filmpjes, tekeningen en de groots geprojecteerde krantenknipsels en –koppen. Het was zonder meer fascinerend en je kwam ogen (maar ook bewuste aandacht) te kort om het allemaal te kunnen bevatten. Maar onder dat visuele geweld raakte de opera zelf ondergesneeuwd.

Lulu-Clärchen-Matthias-Baus-2

Jennifer Larmore (Gräfin Geschwitz), Daniel Brenna (Alwa), Franz Grundheber (Schigolch), Mojca Erdmann (Lulu)

Kentridge maakte de handeling ondergeschikt aan de beelden en als het Koninklijk Concertgebouworkest onder de zeer bekwame leiding van Lothar Zagrosek niet hemels had zitten spelen in de bak, dan was je waarschijnlijk ontgaan dat er ook muziek bij was. De voorstelling ging, net als de media-aandacht vooraf, niet over Lulu, maar over Kentridge en zijn wereld.

In één van zijn interviews zei Kentridge dat de opera gaat over “de breekbaarheid of de onmogelijkheid of de fragmentatie van het verlangen”. Dat is volgens mij de clou: de regisseur wilde (of kon) nergens kiezen welke kant hij eigenlijk uit wilde gaan.
Zijn regieconcept was er geen.

Wat ik hem echter het meeste kwalijk neem, was dat een degelijke personenregie vrijwel volledig ontbrak. De personages kwamen nergens tot leven. Ze waren net als Kentridges tekeningen: vluchtig aangestipt, her en der dik aangezet, maar nergens van vlees en bloed.
Niettemin werd de sfeer – het interbellum ontmoet het Duitse expressionisme bijzonder goed getroffen, wat nog versterkt werd door de vele getekende en geanimeerde portretten van o.a. Berg zelf.

Mojca Erdmann was een zeer mooie en lenige, maar nergens sensueel – erotische Lulu. Haar hoge noten waren onberispelijk, maar nergens kon ik een lijn in haar zang ontdekken. Wat zij deed voelde als zingen van losse klanken.

lulunews

Jennifer Larmore (Gräfin Geschwitz), Mojca Erdmann (Lulu)

Berg hield van Gräfin Geschwitz. Voor haar hart van goud en haar opofferingen beloonde hij haar aan het einde van de derde akte met een heuse aria, die mij altijd aan “Erbarme dich” van Bach doet denken. Het was ook het allereerste moment van de avond dat ik emotie voelde. Jennifer Larmore zong de aria zo hartroerend mooi en met zo veel inleving, dat ik even naar een zakdoekje moest grijpen.

Johan Reuter was een autoritaire Dr. Schön: goed gezongen en geacteerd. Toch voelde ik zijn breekbaarheid niet. Ik rook zijn zweet niet en zijn paranoia in de tweede akte kwam zeer onbegrijpelijk over.

Mojca Erdmann (Lulu),  Daniel Brenna (Alwa)

Mojca Erdmann (Lulu), Daniel Brenna (Alwa)

 Een beetje moeite had ik ook met Alwa van Daniel Brenna. Ik vond zijn stem iets te veel aan lyrische kant (ja, ik weet dat hij inmiddels ook Siegfried heeft gezongen!) en zijn hoogte klonk soms een beetje geknepen.

Mojca Erdmann (Lulu), William Burden (Der Maler)

Mojca Erdmann (Lulu), William Burden (Der Maler)

William Burden was een voortreffelijke Maler. Zijn emoties wist hij goed over te brengen in zijn zang. Des te ontnuchterender was de aanloop naar zijn zelfmoord. Het was alsof hij aankondigde zich te gaan scheren. Maar misschien was dat juist de bedoeling? Ook als de behoorlijk karikaturaal aangezette Neger was hij goed.

Werner van Mechelen was zeer goed op dreef als de dierentemmer en zijn Athleet zong hij zeer gespierd. Dankzij zijn stem-acteren wist hij ook iets van de beweegredenen van de verrader en afperser over te brengen, want ook hier heeft de regisseur het laten afweten.

Met zijn sonore bas zorgde Julian Close (Der Bankier) voor een paar onvergetelijke minuten van zanggenot. Pluimpje ook voor Roger Smeets, die in zijn klein rolletje als journalist heeft bewezen dat kleine rollen soms groot kunnen zijn.

Het was echter Franz Grundheber (77 jaar!) die in zijn rol als Schigolch de show stal.. Alleen al voor zijn fenomenale zang/acteer prestatie was de gang naar het Muziektheater de moeite waard.

Repetitor Ernst Munneke legt uit wat de muziek in Lulu zo bijzonder maakt:

 

Trailer van de productie:

 

alle foto’s:  Clärchen & Matthias Baus

Alban Berg
Lulu
Mojca Erdmann, Jennifer Larmore, Johan Reuter, Daniel Brenna, Franz Grundhebber, Werner van Mechelen, William Burden e.a.
Koninklijk Concertgebouw Orkest olv Lothar Zagrosek
Regie: William Kentridge

Bezocht op 1 juni 2015

Discografie: LULU: discografie

Productie van Warlikowski in Brussel: LULU van Krzysztof Warlikowski. Brussel 2012

Zie ook het interview met Jennifer Larmore: JENNIFER LARMORE

Wozzeck van Kentridge: ‘Wozzeck’ uit Salzburg: veel Kentridge, weinig Berg