No one loved him as much as I did, when I heard him for the first time. His Don Carlo with Dutch National Opera in Amsterdam really had the WOW factor. No less. I interviewed him twice and both times he impressed by his intelligence and common sense.
Alas, it has not lasted long. The cause? Too much, too arduous, too fast? There was talk of ‘personal problems’. He had to undergo a procedure, a growth on his vocal cords. His career came to a halt a few times. He does still sing but I can no longer like it.
This interview dates from June 2004 and was made during the rehearsal of Don Carlo.
The jubilant press releases taught me that Rolando Villazon was a real discovery. Opera Magazines even spoke of a ‘second Domingo’ which a very critical friend of mine in London, whom had heard him sing in Les Contes d’Hoffmann, could confirm.
I was very enthousiast about his first cd with Italian opera-arias ( Erato 5456262), which explains why I felt honoured to meet him, even before his Amsterdam debut as Don Carlo.
I was allowed to talk to the tenor as the first of a long line of interviewers, a luxury, even allowing me to watch the last part of the rehearsal. Well, you should know that I’m quiet experienced opera goer, but this was truly sensational, even for me. I was awestruck, but fortunately Villazon turned out to be a great raconteur.
Rolando Villazón (Don Carlo) Dwayne Croft (Rodrigo) in Amsterdam:
It is hot that evening but that does not seem to bother him and even before the ordered water has arrived, he’s already told me about his life in Paris with his wife Lucia a psychotherapist (no she does not practice on me, ha, ha, ha), and his two sons: Dario and Matteo.
How does it feel to be a star? Were you expecting to be as successful as you are?
“Expecting…not really, you don’t expect it to happen but one hopes it does. My wife recently asked me how it feels to get all this attention all of a sudden. And I said: it feels like flying, it’s like wow but dizzying at the same time. I’m afraid to fall during my flight and thus failing to fulfill my mission as an opera singer and an artist. She answered: don’t be scared, I’m here and I’ll catch you if you fall.”
His voice was discovered when he was 18 years old, but he was doubtful, there were so many things to do in life. Reading psychology for instance. The priesthood. He was still young and life was so confusing. He felt just like Stephen Dedalus from ‘A portret of an artist as a young man’, who thought of becoming a Jesuit priest, whilst all he wanted to do was write. And Villazon wanted to sing, that’s what he loved more than anything.
He would lock himself up in his room at the age of twelve to sing Mexican songs and musicals. When he’d bought Perhaps love, an LP with duets by Domingo and John Denver, he was sold. He bought all Domingo’s records, be it with cross-overs, because opera was unknown to him at that time. Domingo was his idol and master. they’ve become great friends meanwhile and Villazon considers it a great honour knowing that Domingo is keeping a close watch over his career.
“When I was in Berlin doing Lélisir dámore Domingo was there for Pique Dame. I went to all his rehearsals and could not have asked for a better education. His intensity, his involvement his whole being; teaches me. I flew to Washington just to see him rehearse Le Cid.
Does he think his career will evolve like Domingo’s?
“Not for the moment. Domingo is a legend and I am me. I love to take risks, hence Hoffmann, Carlos and soon my first Don Jose. But other than that I’ll just sing lyric parts. It is too soon for me to go for the dramatic parts.”
In 2007 Villazon recorded his first solo recital for DG. He did not take the easy route. He chose arias he had never sung before and will probably never sing again. Not only because they are too heavy for him but also because they are seldom performed, at least most of them. That adds great value to this cd, because be fair, did you ever hear of Maristella by Pietri?
Het 400 jaar oude Teatro Regio di Torino werd tijdens een grote brand in 1936 totaal verwoest. Het duurde maar liefst tot april 1973 voordat het herbouwde theater zijn deuren opende.
Het heugelijke feit van die heropening werd veertig jaar later, in 2013, herdacht met een productie van Don Carlo van Verdi. Kosten noch moeite werden gespaard. Men bouwde historisch getrouwe decors, de kostuums werden tot in de kleinste details gekopieerd en er mochten honderden figuranten aanrukken…
Het resultaat is oogverblindend mooi. Je krijgt het gevoel midden in een museum te zijn gedropt, waar je mag deelnemen aan een historisch verantwoorde documentaire. Helaas gaat die documentaire wel enigszins ten onder aan te veel details en te weinig oog voor de magie van de eigen verbeelding.
Ramón Vargas, één van de beste Carlo-vertolkers van de laatste tijd, klinkt duidelijk ongedisponeerd. Svetlana Kasyan (Elisabetta) is een regelrechte ramp: veel te jong, veel te vroeg. Ze weet zich geen raad met haar rol en klinkt zeer verkrampt. En dat ze nu al met een veel te ruim vibrato zingt, is ronduit verontrustend. Zonde, want de jonge Georgische heeft een kanon van een stem. Ze zou er voorzichtiger mee moeten omspringen.
Hieronder het duet van Don Carlo en Elisabetta:
Ook Ludovic Tézier (Posa) en Daniela Barcellona (Eboli) presteren onder hun gebruikelijke niveau. Marco Spotti is een redelijk goede Grand Inquisitore en gelukkig weet Ildar Abdrazakov (Philips) het zangniveau op te krikken.
Het orkest uit Turijn onder leiding van Gianandrea Noseda klinkt zonder meer prima en de solocellist verdient een pluim voor zijn bijdrage aan ‘Ella giammai m’amo’.
Gek eigenlijk: krijgen we eindelijk een productie die om te zoenen zo mooi is, wordt er niet goed in gezongen… En ook niet zo goed geacteerd, want regisseur Hugo de Ana is de personenregie uit het oog verloren.
Hieronder de trailer van de productie:
GIUSEPPE VERDI
Don Carlo
Ramón Vargas, Svetlana Kasyan, Ildar Abdrazakov, Ludovic Tézier, Daniela Barcellona, Marco Spotti e.a.
Orchestra and Chorus Teatro Regio Torino olv Gianandrea Noseda
Regie: Hugo de Ana
OPUS ARTE OA 1128 D
Niemand was zo gek op hem zoals ik, toen ik hem voor het eerst hoorde. Zijn Don Carlo bij De Nationale Opera in Amsterdam in 2004 was van een ‘WOW!’ gehalte. Niet minder. Ik heb hem twee keer geïnterviewd en beide keren was ik onder de indruk van zijn intelligentie en gezond verstand. Helaas. Lang heeft het niet geduurd.
De oorzaak? Te veel, te zwaar, te snel? Er werd gefluisterd over problemen in de ‘privésfeer’. Hij moest onder het mes, had een bobbel op zijn stembanden. Een paar keer had hij keer carrièrestop. Hij zingt nog steeds, hoor, maar ik kan het maar niet (meer) mooi vinden.
Dit interview is gemaakt tijdens de Don Carlo- repetities in juni 2004
Dat Rolando Villazon een echte ontdekking was wist ik al uit de juichende persberichten. In de operatijdschriften was zelfs sprake van een ‘tweede Domingo’ wat een zeer kritische vriend uit Londen die hem in Les Contes d’Hoffmann had gehoord bevestigde.
Ikzelf was zeer enthousiast over zijn eerste cd met Italiaanse opera-aria’s (Erato 5456262), vandaar dat ik het een eer vond om hem te kunnen ontmoeten, nog voor zijn Amsterdams debuut als Don Carlo.
Ik mocht de tenor spreken als eerste van een ware stoet aan interviewers, een weelde. Ook, omdat ik nog een staartje van de repetitie mocht meemaken. Nu moet u weten dat ik al heel wat gewend ben en het een en ander op operagebied heb meegemaakt, maar dit was een ware sensatie. Ik werd er sprakeloos van, gelukkig bleek Villazon een begenadigd verteller.
Rolando Villazón (Don Carlo) Dwayne Croft (Rodrigo) in Amsterdam:
Het is heet die avond, maar daar heeft hij geen last van en nog voordat het bestelde water is gearriveerd, vertelt hij dat hij in Parijs woont, met zijn vrouw Lucia die psychoanalytica is (“nee, ze oefent niet op mij, ha, ha, ha”), en zijn twee zoontjes: Dario en Matteo.
Hoe voelt het om een ster te zijn? Verwachtte jij het succes dat je ten deel viel? “Verwachten.. nou nee, je verwacht het niet, al hoop je dat het gaat gebeuren. Mijn vrouw vroeg me onlangs nog hoe ik me voel met al die aandacht die ik opeens krijg. En ik zei: het voelt als vliegen. Het is van ‘o wow’ maar tegelijk ook duizelingwekkend. En ik ben bang om tijdens de vlucht te vallen en mijn missie als een operazanger, een kunstenaar niet te kunnen volmaken. En toen zei ze: wees niet bang, ik ben hier en als je valt, ga ik je vangen”.
Zijn stem werd ontdekt toen hij 18 jaar oud was, maar hij twijfelde, hij wou nog zoveel doen in zijn leven. Psychologie studeren, bijvoorbeeld. Of een priester worden. Hij was nog jong en het leven was zo verwarrend. Hij voelde zich net als Stephen Dedalus uit ‘Een portret van een kunstenaar als jongeman’, die dacht dat hij een jezuïet wilde worden, terwijl hij alleen maar wilde schrijven. En Villazon wilde zingen, daar hield hij het meeste van.
Op zijn twaalfde al sloot hij zich in zijn kamer op en zong: Mexicaanse liedjes, musicals. En toen hij Perhaps love kocht, een LP met duetten die Domingo met John Denver had ingezongen, was het raak. Hij kocht alle platen van Domingo, met cross-overs, dat wel, want toen wist hij nog niets van de opera af. Domingo was zijn idool en leermeester. Inmiddels zijn ze goede vrienden geworden en het is voor hem een grote eer dat Domingo zijn carrière nauwlettend volgt.
“Toen ik in Berlijn was voor L’elisir d’amore stond Domingo in Pique Dame. Ik ging naar elke repetitie van hem, een betere leerschool bestaat niet. Zijn intensiteit en zijn betrokkenheid, zijn alles eigenlijk: daar leer ik van. Ik ben ook speciaal naar Washington gevlogen om zijn repetities van Le Cid bij te wonen”.
Denkt je dat je carrière zich in dezelfde richting als die van Domingo zal ontwikkelen? “Vooralsnog niet. Domingo is een legende en ik ben ik. Ik hou ervan om risico’s te nemen, vandaar die Hoffmann, Carlos, en binnenkort mijn eerste Don José. Maar daarna zing ik alleen maar lyrische rollen. Het is voor mij te vroeg om in dramatische rollen te stappen”.
In 2007 had Villazon zijn eerste solorecital voor DG opgenomen. Hij heeft het zichzelf niet makkelijk gemaakt. Voor zijn cd-debuut koos hij aria’s van opera’s die hij nog nooit had gezongen en die hij vrij zeker ook nooit gaat zingen. Niet alleen omdat ze te zwaar zijn voor hem maar ook omdat ze zelden nog opgevoerd worden, de meeste althans. En daar schuilt ook de grootste waarde van deze cd, want zeg maar zelf: heeft u ooit van Maristella van Pietri gehoord?
Cielo e mar
Aria’s van Ponchielli, Cilea, Mercadante, Boito, Pietri, Gomes, Verdi en Donizetti
Orchestra Sinfonica di Milano Giuseppe Verdi olv Daniele Callegari
DG 4777593