Een discografie van Verdi’s Don Carlo is eigenlijk niet te doen. Eén van de mooiste, zo niet de mooiste opera in de geschiedenis kent tientallen verschillende versies en duizenden opnamen op cd, dvd, blu-ray, lp’s en mc’s, you tube, spotify…… Duizenden studio-opnamen, en minstens net zo veel piraten… Moeilijk.
Eén ding weet ik zeker: wat – en hoeveel – ik ook zal kiezen, er zullen altijd mensen zijn die mij de omissie van hun geliefde opname zullen verwijten. Ik neem het ze niet kwalijk. Zou ik ook doen.
PLÁCIDO DOMINGO
Don Carlo(s) is naast Otello wellicht één van de belangrijkste rollen in Plácido Domingo’s carrière. Hij zong hem in het Italiaans en in het Frans, in de versie met vier akten en die met vijf akten, plus alle mogelijke combinaties. Drie van zijn vertolkingen springen eruit, niet in de laatste plaats vanwege zijn partners en/of de regie.
De rijke productie van John Dexter uit de Metropolitan Opera (1983), gedirigeerd door Levine en met Mirella Freni als Elisabetta en Grace Bumbry als Eboli, en verder met (ja, gaat u maar alvast watertanden) Nicolai Ghiaurov, Feruccio Furlanetto en de nu bijna helemaal vergeten Louis Quilico is niet alleen buitengewoon fraai om te zien maar ook onvoorstelbaar goed gedirigeerd en gezongen. Hemels! (DG 000507609).
Domingo en Freni:
De opname onder Giulini uit 1971 met de onnavolgbare Montserrat Caballé als Elisabetta (Warner Classics 0825646908332) is een absolute MUST en mag in geen enkel verzameling ontbreken.
En dan hebben we nog de allereerste opname van de complete Franse versie, met Katia Ricciarelli als Elisabetta onder een werkelijk schitterende directie van Claudio Abbado (DG 4153162). Hier ontbreekt geen maat, geen noot van de partituur, al is veel in de vorm van appendix bij gedaan.
ROLANDO VILLAZON
Don Carlo was de sensatie van het seizoen 2003/2004 in Amsterdam. De opera ging tijdens het Holland Festival 2004 in première en men had er graag honderden euro’s (zoveel werd er op de zwarte markt voor de tickets betaald) voor over om erbij te zijn. De redenen waren legio: onder andere het laatste optreden in Amsterdam van Riccardo Chailly die het na zestien jaar tijd vond om op te stappen bij het Concertgebouworkest.
De regie was in handen van Willy Decker, lieveling van het Amsterdamse publiek, die al voor heel wat hoogtepunten bij de DNO had gezorgd. Deze keer had hij zichzelf overtroffen door een emotioneel en zeer persoonlijk drama neer te zetten, dat zich voornamelijk rond de vader-zoonrelatie concentreerde. Ook het katholieke geloof was alomtegenwoordig: de bühne werd gedomineerd door een gigantisch kruisbeeld, niet alleen als symbool van het lijden, maar ook, of misschien voornamelijk, als afschrikbeeld.
Met Don Carlo maakte Rolando Villazón zijn Amsterdams debuut. De jonge Mexicaan, met een timbre wat toen aan de jonge Domingo deed denken, zorgde voor een opzienbarend en opwindend optreden. Ook de rest van de cast was zeer goed. Een legendarische productie (Opus Arte OA 0932).
Villazon en Dwayne Croft (Rodrigo) in Amsterdam:
In 2008 zong Villazón Carlo in de Londense Covent Garden. De rol had zijn paradepaardje moeten worden, maar bleek uiteindelijk te zwaar voor hem te zijn.
De beetje bizarre maar ook zeer naturalistische productie was in handen van Nicholas Hytner en het geheel werd werkelijk briljant gedirigeerd door Antonio Pappano. Marina Poplavskaya was een ontroerende Elisabetta en in Simon Keenlyside verwelkomden wij een zowat perfecte Rodrigo (Warner Classics 5099963160994).
Villazon en Keenlyside:
FRANCO CORELLI
Franco Corelli had een perfecte stem voor Carlo: zeer mannelijk en macho, maar ook licht klagelijk, kwetsbaar en kinderlijk, wat, samen met zijn beroemde slis, hem lichtelijk schizofreen deed overkomen. In 1970 zong hij de rol aan de Weense Opera, en al was hij toen over zijn hoogtepunt heen, toch had zijn stem nog niets van zijn glans verloren. Zijn portrettering van de gekwelde prins was bijzonder verfijnd.
Gundula Janowitz (Elisabetta) klonk meer als een kind dan als een vrouw. Haar superlichte, zoete stem met een typisch vibrato was niet ideaal voor Elisabetta, maar maakte het wel aanneembaar dat ze fragiel en bang was, niet in staat om eigen beslissingen te nemen.
Eberhard Waechter was een goede, af en toe chargerende Posa, en Ghiaurov en Talvella werkelijk superieur als Philips en Il Grande Inquisitore. Het absolute hoogtepunt was echter de fulminante Eboli van Shirley Verrett. Luister maar naar ‘O don fatale’, hoe furieus ze het woord ‘crudel’ uitspreekt, haar stem daarna tot pianissimo terugneemt in ‘o mia regina’ en met een gekwelde ‘il mio dolor’ eindigt!
Jammer alleen van de vele coupures in de toch al kortere Italiaanse versie (Orfeo C 649 053 D).
IN HET FRANS
Dat Peter Konwitschny niet alleen maar misbaksels op zijn naam heeft staan heeft hij met zijn Don Carlos uit de Wiener Staatsoper (in 2010 nog op herhaling in Antwerpen) bewezen. Zij regie is zeer vernuftig en hij presteerde het om ook het publiek bij het spektakel te betrekken. En dat bedoel ik fysiek. Ik kan de opname zonder meer aanbevelen, al vind ik niet alle zangers overweldigend en dan druk ik mij voorzichtig uit (Arthaus Musik 107187).
Ramon Vargas (Carlos) en Bo Skovhus (Rodrigo):
Niet te versmaden is de opname onder Antonio Pappano, met Roberto Alagna, Thomas Hampson, Karita Matilla en José Van Dam uit de Parijse Châtelet. De regie van Luc Bondy is soms een beetje ‘weird’ maar in de gehele linie uitstekend en het zingen is goed tot zeer goed. Ooit was er moeilijk aan te komen maar inmiddels is de productie bij Warner Classics op dvd en bd uitgekomen (0825646347803). Een absolute aanrader.
Complete opera is hier te vinden:
https://www.operaonvideo.com/don-carlos-paris-1996-pappano-alagna-mattila-van-dam-hampson-meier/
Eigenlijk is bijna iedere rol bewaard gebleven van Anita Cerquetti, maar zij zong helaas slechts 10 jaar, dus dan ben je als verzamelaar gauw klaar
LikeGeliked door 1 persoon
Je hebt zeker je best gedaan, prachtig!
LikeGeliked door 1 persoon
De uitvoering onder Abbado is niet compleet. De enige echt complete oerversie is die onder Matheson op Opera Rara en De Billy in de regie van Konwitschny – die jij ook noemt, Basia – en dit van kaft tot kaft.
LikeGeliked door 1 persoon
Maarten: ik schreef “Hier ontbreekt geen maat, geen noot van de partituur, al is veel in de vorm van appendix bij gedaan.”.
Dus als een soort bonus er bij.
Mattheson ken ik niet, de Billynoem ik wel…
Soms ishet moeilijk om aan alle eiden te voldoen, maar ik echt mijn best gedaan 🙂
Bedakt voor je reactie!
LikeLike