Mozart
Mozart, Wagner, Eva-Maria Westbroek en Bernard Haitink: wat een avond!

Haitink dirigeert Chamber Orchestra of Europe © Ronald Knapp
“Het zijn de beste musici die je kunt krijgen”. Aan het woord is maestro Bernard Haitink en de – volgens hem – ‘beste musici’, die zitten in het Chamber Orchestra of Europe. Waar? Niet waar? Een ieder die het concert van 16 november in het Amsterdamse Concertgebouw heeft bijgewoond kan niet anders dan toestemmend ‘ja’ knikken. Want wat was het geweldig!
Hieronder: Bernard Haitink vertelt over zijn liefde voor muziek en zijn band met het Chamber Orchestra of Europe
Maar ligt het niet ook een beetje aan de bejaarde maestro zelf? Het was voor het eerst sinds jaren dat ik Haitink weer eens live hoorde en het moet gezegd: zo’n fantastisch concert hoor je nog maar zelden.

© anp
Haitink is misschien de eerlijkste onder de dirigenten. Voor hem geen uiterlijk vertoon, geen klanken puur om de schoonheid ervan en ook geen lege noten. Hij respecteert de partituur en speelt precies dat wat de componist heeft neergepend. Geen eindeloos durende vertragingen om aan het orkest die ‘ferne klank’ te ontlokken waar menig dirigent van droomt. Geen exquise cuisine maar een fatsoenlijke maaltijd voor de ziel. Voedzaam en lekker tegelijk.
Zijn Mozart klonk precies zo als toen ik hem voor het eerst hoorde en hopeloos verliefd op hem werd. Speels, lichtvoetig en zo hemeltergend mooi! De ‘Haffner symfonie’, oftewel nummer 35 was al prachtig genoeg, maar na de pauze, toen een derde van het publiek al was vertrokken, toen gebeurde het echt. Het tweede wonder.
Haitink hief zijn stokje op en wat volgde was de zowat de mooiste uitvoering van de ‘Praagse symfonie’ die ik ooit live meemaakte. De sensatie kan ik alleen maar met het plezier vergelijken waarmee ik naar de oude opname onder Klemperer luister. Rustige, bedachtzame tempi zonder dat je er in slaap bij valt of ongemakkelijk op je stoel gaat schuiven. Met dien verschil dat Haitinks orkest gisteren nog lichter en luchtiger klonk dan Klemperers RIAS.
En toen was er tijd voor de toegift en die was MOOI! Door de schoonheid van de uitvoering bevangen kon ik niet meteen er op komen wat ik hoorde. En dat terwijl ik het zo goed kende! Mendelssohn, ja, maar verder? Gelukkig wist een collega het wel: het was het Scherzo uit ‘Midsummer Nights Dream’. Alle zaal-verlaters mogen nu spijt als van hier tot Tokyo hebben: ze hebben iets gemist wat wellicht nooit meer terugkomt.

© Concertgebouw
Dat was het tweede wonder van de avond, want het eerste gebeurde voor de pauze, toen Eva-Maria Westbroek ons trakteerde op één van de allermooiste uitvoeringen van de ‘Wessendonck-Lieder’ van Wagner.
Dit repertoire ligt haar meer dan uitstekend. Het grote gebaar van de oneindige en alles verterende liefde, half verscholen onder een dikke laag mystiek en zware symboliek …. Geef het aan Westbroek en daar weet zij raad mee! Haar vertolking was vlammend. Het kwam rechtstreeks vanuit haar hart en ziel en bloeide in de hoogte als een bloem dat alleen ’s nachts open gaat. Eenmalig.
Hier heeft Haitink zich op de tweede plan gepost. Zonder dat de volle klank van het orkest er onder leed heeft hij de musici – terecht – tot een dienstbaar instrument van de zangeres gemaand. Waardoor niets en niemand haar in de weg stond om haar liefde voor de liederen te laten verklanken.
Hieronder vertelt Eva-Maria Westbroek over haar liefde voor de liederen:
Voor zo ver ik weet werd het concert – waarom? – niet opgenomen. Gelukkig kan niemand mij de herinnering aan de zowat perfecte avond wegnemen.
Mozart – Symfonie nr. 35 in D, KV 385 ‘Haffner’
Wagner – Wesendonck-Lieder, WWV 91
Mozart – Symfonie nr. 38 in D, KV 504 ‘Praagse’
Eva-Maria Westbroek – sopraan
Chamber Orchestra of Europe olv Bernard Haitink
Gehoord op 17 november 2017 in de grote zaal van het Concertgebouw in Amsterdam
Die Entführung aus dem Serail. Mini discografie

Affiche bij de eerste uitvoering van de opera 16 juli 1782 in Burgtheater
CD
Aan opnamen van Die Entführung aus dem Serail geen gebrek, maar écht goede kun je op de vingers van één hand tellen. Bovendien moet je daarvoor vaak behoorlijk ver terug in de tijd. Maar de allernieuwste opname – op 21 september 2015 live in het Théâtre des Champs-Élysées opgenomen en door Jérémie Rhorer zeer levendig gedirigeerd – behoort voor mij tot de allerbesten.
David Portillo is een buitengewoon fraaie Pedrillo. Licht en luchtig, vermakelijk en amusant; en ondertussen sterren naar beneden zingend…. Schitterend.
Rachelle Gilmore is een heerlijke Blonde. Luister maar naar ‘Welche Wonne, welche Lust’, die zij met een onberispelijke hoogte en kristalheldere coloraturen zingt! Adembenemend.
Mischa Schelomianski schittert als Osmin. Dat hij de rol met een dik Russisch accent zingt is hier alles behalve storend. Osmin kan het hebben.
Jane Archibald (Konstanze) klinkt af en toe een beetje schel, maar zo gauw zij ‘Ach ich liebte’ inzet geef ik mij helemaal over.
Alleen Belmonte (Norman Reinhardt) heb ik weleens beter gehoord. Zijn stem is smeuïg en zijn timbre aangenaam, maar het ontbeert hem een beetje aan souplesse, waardoor hij zijn ‘Wenn der Freude Tränen liessen’ niet tot een goed einde brengt. Gelukkig lukt het bij ‘Ich baue ganz auf deine Stärke’ veel beter, maar ik blijf moeite met zijn versieringen hebben.
Het is niet perfect, nee, maar dat zijn live-voorstellingen nooit. Eén van de redenen waarom ze juist zo leuk zijn; er gaat immers niets boven live theater! De tempi zijn aan de flinke kant maar nergens opgejaagd en het orkest sprankelt dat het een lieve lust is. En er is geen regisseur die het voor mij weet te verpesten. Zo wil ik mijn opera’s hebben (Alpha 242)
DVD
De wegen van de platenmaatschappijen zijn soms ondoorgrondelijk en zo kon het gebeuren dat er binnen een kort tijdbestek twee verschillende uitvoeringen van Entführung aus de Serail bij dezelfde firma, BelAir Classics uitkwamen. Het betreft respectievelijk een productie die Jonathan Miller voor de Zürcher Festspiele in 2003 vervaardigde (BAC007) en een voorstelling gefilmd in Aix-en-Provence in 2004, in de regie van Jérome Deschamps en Macha Makeïeff, en gedirigeerd door Marc Minkowski (BAC028).
Tussen beide producties zit een wereld van verschil, zo zie je maar wat een goede (of zo je wilt: een slechte) regie met een opera kan doen.
Zürcher Festspiele 2003
Jonathan Miller, toch niet de eerste de beste, laat het gewoon afweten. Er gebeurt niets. In het midden staat een palmboom en de zangers komen op, leunen er tegenaan en zingen hun aria.
Ze zijn totaal aan hun lot overgelaten, wat bij de meesten resulteert in clichématige gebaren en gebaartjes. Bij Patricia Petibon (Blonde) gebeurt juist het tegenovergestelde: zij chargeert dat het een lieve lust is en doet aan overacting. In het kort: hier zijn zes personages op zoek naar een regisseur.
Patricia Petibon zingt ‚Durch Zartlichkeit und Schmeicheln‘:
Ook over het zingen ben ik niet enthousiast, want zelfs Piotr Beczala (Belmonte) en Malin Hartelius (Konstanze) presteren ver beneden hun niveau.
Er is wel één pluspuntje: Klaus Maria Brandauer in de spreekrol van Bassa Selim. Iedere scène met hem verandert in puur theater. Hij acteert niet, nee, hij geeft gewoon een masterclass in acteren.
Aix-en-Provence 2004
De productie uit Aix-en-Provence kan je in één woord beschrijven: kostelijk. Al bij de aanblik van het orkest (allemaal met tulbanden en andere exotische hoofddeksels op) en de opkomst van de breed glimlachende Minkowski weet je dat je je gaat amuseren.
Het toneel wordt bevolkt door een bonte verzameling van merkwaardige figuren in oriëntaalse kostuums, de ene grap volgt de andere grol op, waarbij geen enkel cliché wordt geschuwd. Het is geen komedie meer, het is een slapstick. En waarom niet? Mozart kan het goed hebben, zeker als het om een singspiel gaat.
De dansante opkomst van Bassa Selim (een fantastische Shahrokh Moshkin-Ghalam, een in Frankrijk zeer beroemde danser en acteur) is een verhaal apart. Zijn Duits is abominabel, maar het zij hem vergeven, want wat hij verder met die rol doet (inclusief spectaculaire verdwijntruc aan het eind) is adembenemend.
Malin Hartelius laat horen wat een fantastische Kostanze zij is. Magali Léger (Blonde), Matthias Klink (Belmonte), Loïc Félix (Pedrillo) en Wojtek Smilek (Osmin) zijn allemaal prima, het orkest fel en Minkowski op dreef. Maar wees gewaarschuwd: het zit barstensvol Mohammed grappen.
Die Zauberflöte: discografie

Tekening van van Karl Friedrich Thiele naar het ontwerp van Karl Friedrich Schinkel
Die Zauberflöte is zonder twijfel één van de populairste opera’s ooit. De officiële catalogus telt meer dan tachtig opnamen op cd’s en zo’n vijftien op dvd’s. De kans dat u de opera niet kent is, denk ik, nihil. Er gaat geen jaar voorbij zonder dat de opera ergens bij in u in de buurt wordt uitgevoerd. Ik twijfel er ook niet aan dat u minstens één opname in de kast hebt staan.

“Water en vuurproef”, scèneontwerp van Karl Friedrich Schinkel 1817