Verismo
Verismo past Jonas Kaufmann als een handschoen
In 2010 heeft Jonas Kaufmann een cd met aria’s uit verschillende veristische opera’s opgenomen. Met als slagroom op de taart het slotduet uit Andrea Chenier, gezongen met ‘onze eigen’ Eva-Maria Westbroek. Het is één van zijn beste solo-albums geworden: verismo past de Duitse tenor als een handschoen.
De cd is, met maar 61 minuten, aan de korte kant. Op zich heb ik daar niets op tegen, zeker ook omdat de cd, naast de bekendere en minder bekende stof, ook een tweetal absolute rariteiten bevat. Denk alleen maar aan ‘Ombra di Nube’ van Licinio Refice.
Kaufmann begint bijzonder sterk met een echte tranentrekker, ‘Giulietta, son io’ uit Giulietta e Romeo van Zandonai. De aria lijkt geschapen voor zijn prachtige stem. Hiermee kan hij laten zien waar hij over beschikt en dat is niet weinig. In sommige recensies worden hem zowat goddelijke kwaliteiten toegemeten, een omschrijving waar ik toch best een beetje huiverig voor ben, maar nu weet ik het niet zo zeker meer
Af en toe (Pagliacci, Mefistofele) doet hij mij aan Plácido Domingo denken. Op zich merkwaardig, want hun stemmen lijken in het geheel niet op elkaar. Maar misschien is het de combinatie van zuivere lyriek met power en zeggingskracht? Ook het acteren met de stem heeft hij gemeen met de ‘grootste aller tenoren’ (de term komt van BBC Magazine).
Hij neemt je mee in het verhaal, sleurt je er doorheen om je na afloop met tranen en verbijstering achter te laten. Een prestatie, die inderdaad alleen de grootsten van de grootsten kunnen leveren, zeker als je enkel aria’s en niet de complete opera zingt.
Wat ik ook zo ontzettend mooi aan hem vind is de warmte die hij uitstraalt, soms voelt het gewoon als een warme bad.
En dan het orkest! Onder leiding van Antonio Pappano, die het grote gebaar niet schuwt, dompelt het Orchestra dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia uit Rome je in een weelde van klank en emoties,
Zijn er dan helemaal geen minpuntjes? O ja, zeker! Niet voor alle aria’s is Kaufmanns stem geschikt. Zo zet hij ‘Lamento di Frederico’ uit L’Arlesiana van Cilea veel te zwaar aan waardoor zijn hoge noten wat afgeknepen klinken.
Er is ook iets raars met het duet met Eva-Maria Westbroek. Ik kan mij natuurlijk vergissen, maar het klinkt alsof hun stemmen apart (en ook nog eens in aparte ruimtes) zijn opgenomen en dan aan elkaar geplakt.
Jonas Kaufmann over het zingen van verismo:
Het is best zware en zeer emotionele stof, verismo, en na 61 minuten ben je echt moe, van het luisteren alleen. Maar het geeft niet. Dit is OPERA. Op zijn best!
Verismo Arias
Zandonai, Giordano, Cilea, Leoncavallo, Mascagni, Boito, Ponchielli, Refice
Jonas Kaufmann (tenor), met medewerking van Eva-Maria Westbroek
Orchestra e coro dell’Accademia Nazionale di Santa Cecilia, Roma olv Antonio Pappano
Decca 4782258
Zie ook:
JONAS KAUFMANN zingt PUCCINI
DU BIST DIE WELT FÜR MICH. Jonas Kaufmann zingt operette.
CECILIA
IS VERISMO DOOD? Deel 1: Cavalleria Rusticana
IS VERISMO DOOD? deel 2
Nelly Miricioiu – Keizerin van de ZaterdagMatinee

Nelly Miricioiu in Baia Mare (Roemenië) in 2015
Ik kan mij het operaleven zonder Nelly Miricioiu niet voorstellen. Met haar kruidige sopraan, haar zeer karakteristiek timbre en haar tot de perfectie beheerste vibrato behoort ze vanaf de jaren tachtig tot de uitstervende rasse van de echte diva’s, type Callas, Scotto of Olivero.
Mijn vroegste operaherinneringen brengen mij terug naar Thaïs van Massenet. Mét Nelly Miricioiu. Daarna heb ik haar 25 jaar in de Grote Zaal van het Concertgebouw mogen bewonderen, tijdens de onvergetelijke ZaterdagMatinees waar zij 17 verschillende rollen heeft gezongen. Van Rossini, Bellini, Donizetti en Verdi. Maar ook van Puccini, Zandonai en Mascagni.
Hieronder: Nelly Miricioiu en John Bröcheler in de laatste scène uit Thaïs (live opname uit het Concertgebouw 1985):
Ik bewonderde haar op de bühne in Brussel als Anna Bolena en in Antwerpen als Magda (La Rondine) en Anna (Le Villi). Tussen haar en het DNO wilde het echter niet echt lukken. Luisa Miller ging ten onder aan een stupide regie en bij Norma werd zij ziek en kreeg zij stemproblemen. Doodzonde, want Miricioiu is niet alleen een zeer begenadigde zangeres maar ook een fenomenale actrice.
Hieronder: Nelly Miricioiu als Anna Bolena in Amsterdam 1989
MASTERCLASS

Nelly Miricioiu en Jihae Shin © Jeanne Doomen
In maart 2016 was Miricioiu een paar dagen in Amsterdam voor de masterclasses aan jonge, veel belovende zangers.
Ik mocht één van haar “lesjes” bijwonen en keek ademloos toe hoe zij de jonge Zuid Koreaanse Jihae Shin klaar probeerde te stampen voor het belcanto-vak.

Nelly Miricioiu en Jihae Shin © Jeanne Doomen
Miricioiu is een zeer fysiek aanwezige lerares. Zij zingt het een en ander voor en laat haar leerlinge voelen hoe de spieren op bepaalde klanken reageren. Hoe zij ze beter, indrukwekkender of gewoon juister kan maken. Zij legt haar hand op Shin’s buik en schud met haar hoofd: nee, zo gaat het mis.
“Voel maar”, zegt ze en legt Shin’s hand op haar eigen buik. Ook het hele gezicht wordt bij de les betrokken: vanaf de slapen, ogen en jukbeenderen tot de kin. De lippen moeten verder uit elkaar getrokken worden, de mond moet breder, veel breder! Hoort ze nu wel wat voor een verschil het maakt?

Nelly Miricioiu en Jihae Shin © Jeanne Doomen
Jihae Shin is een goede en volgzame leerling, zij onthoudt alles goed en doet braaf na wat haar wordt opgedragen.
“Brava”, roept de lerares, maar die coloratuur (er wordt ‘Caro nome’ uit Rigoletto ingestudeerd), die moet toch echt anders! Die “haha haha haha” moet je niet accentueren, dat doet Reinild (de pianiste Reinild Mees, die alle lessen niet alleen begeleidt maar er ook fysiek aan meedoet) al. Dat moet van de piano komen, je moet er soepel eroverheen glijden, je moet je techniek niet laten horen. En vergeet je glimlach niet, je lippen, je lippen…”
Zij doet het even voor en alles valt weer op zijn plaats. Net als even later bij ‘Ah! non credea mirarti’ uit La Sonnambula. De leerlinge doet het fantastisch, maar pas bij de lerares slaat de ontroering toe.
Hoe vindt u het, lesgeven? En: is het niet verschrikkelijk vermoeiend?
“Ik houd er ontzettend van. Niet iedere goede zanger is ook een goede leraar, maar ik denk dat ik het goed doe. Het is een feit dat veel van mijn leerlingen het echt ver brengen en daar ben ik trots op.
“Een masterclass kan je natuurlijk niet met het echte lesgeven vergelijken, maar zelfs dan hoop je dat je wat wezenlijks over kan brengen. Iets wat blijft. En, voornamelijk, helpt. Ik kijk ook vaak bij masterclasses die mijn collega’s geven, zo leer ik zelf ook nog wat. Ik ben nog steeds leergierig.”
Kijk: het gaat niet alleen om de stem. Of het talent, hard werken en/of uitstraling. Het gaat om het hele plaatje. Dat je er goed uitziet is natuurlijk meegenomen, maar voor mij geldt dat je mij met je stem moet overtuigen en niet met je uiterlijk. Aan de andere kant… Gisteren heb Il Matrimonio Secreto van Cimarosa gezien, met werkelijk fantastische jonge zangers die ook nog eens “looked their roles“ . Een ideale situatie.
Er zijn weinig echt goede leraren en zangers zijn een wegwerpartikel geworden. De enige dat telt is de competitie, maar er is ook veel angst. Want doe iets niet of niet naar de wens dan zijn er tientallen zo niet honderden anderen die al in de rij staan om het van je over te nemen. Ik heb audities meegemaakt, waarbij tegen de zanger werd gezegd: je bent werkelijk geweldig, maar er zijn er veel meer die net zo geweldig zijn als jij, de volgende!”
Hoe denkt u over de vele concoursen die er zijn?
“Ik vind ze zeer belangrijk. Zonder meer. Je kan echt niet zonder. Als je je als jonge zanger wilt profileren, als je je wilt laten zien, dan moet je. En soms hop je van het ene naar het andere concours in de hoop te winnen en ontdekt te worden.
Wat niet helpt: veel van de concoursen kunnen niet kiezen voor wie ze eigenlijk bedoeld zijn. Willen ze een carrièreopstap zijn voor jonge en beginnende zangers of moet het winnen de al gearriveerde zangers wat meer bekendheid en betere rollen bezorgen.
Daarin onderscheidt de IVC zich in de zeer positieve zin. Je krijgt er alle aandacht en er wordt voor gezorgd dat je er “rijker” vandaan komt, ook al win je niets. Je krijgt er masterclasses en goede raden. En de sfeer is zeer vriendelijk, gemoedelijk.”
Wat vindt u van superrealistische scènes op het toneel, steeds gebruikelijker tegenwoordig? Scènes met geweld en expliciete seks?
“Er is niets tegen realistische beelden, maar moet het in alle details? Choqueren om het choqueren, alles laten zien, omdat het ook op de tv te zien is? Ik weet dat verkrachting bestaat, maar moet ik het op het toneel zien gebeuren?”
“Vulgariteit op de bühne, dat heb ik nooit begrepen. Is ook nergens voor nodig. Ik herinner mij de productie van La Fiamma van Respighi met de fantastische Roemeense tenor en mijn zeer dierbare collega Gabriel Sadé. De regisseur wilde de liefdesnacht zo realistisch mogelijk in beeld brengen: naakt dus. Dat voelde niet lekker, op die manier zou ik mij nooit op de rol en al zeker niet op het zingen kunnen concentreren. Dat wilde ik niet. Er werd toen besloten om ons een soort “tweede huid” te geven. Het zag er heel realistisch uit, maar voor mijn gevoel had ik iets aan, ik was niet naakt.”
Hieronder de derde akte uit La Fiamma, het begint met het liefdesduet:
Laten we het over verismo hebben. Een stroming die tegenwoordig zo verschrikkelijk veronachtzaamd wordt. Er zijn ook weinig zangers die in de veristische stijl kunnen zingen. Waar zou het aan liggen? Wordt het weinig gespeeld omdat er geen zangers voor zijn? Of zijn er geen veristische zangers omdat het niet gespeeld wordt?
“Beide natuurlijk. Verismo wordt als niet ‘intellectueel’ genoeg beschouwd, daar wordt tegenwoordig op neergekeken. We leven in een tijd die arm is aan echte emoties, aan echte gevoelens: liefde, empathie, geloof. Emoties tonen geldt als ouderwets, daar kan je niets mee als je conceptueel te werk gaat. Er zijn ook geen nuancen meer, die hebben we afgedankt.
Maar er zijn ook weinig zangers die het kunnen zingen, dat is waar. Tijdens de opleiding wordt er te veel nadruk op de technische perfectie gelegd en te weinig op individualiteit.
Mode en hype spelen ook een niet te verwaarlozen rol. Vroeger kon je geen Rossini opera behoorlijk bezetten, tegenwoordig wemelt het van de Rossini en belcanto specialisten.
Soms lijkt het alsof er maar twee mogelijkheden zijn: oude muziek en vroege belcanto én Wagner. Ergens onderweg zijn we niet alleen verismo maar ook Verdi kwijtgeraakt. Je kan makkelijker Tristan bezetten dan Macbeth. Dat geeft te denken. Maar – en dat mag je niet onderschatten – de keuze ligt ook aan dirigenten en hún prioriteiten. De orkesten zijn groot en met een Wagner kan de dirigent kan makkelijker ‘scoren’. “

Nelly Miricioiu met Magda Olivero na de uitvoering van ‘Iris’ van Mascagni. Concertgebouw Amsterdam 2003 ©FB
Zelf heb ik een veristische natuur, het zit in me, mijn lichaam schreeuwt om emoties. Van al mijn rollen het meest houd ik van Iris. Denk ik. Zij is, samen met Silvana in La Fiamma en Francesca da Rimini, een van mijn lievelingsrollen”
Over emoties gesproken: hieronder zingt Miricioiu ‘Io son l’umile ancella’ uit Adriana Lecouvreur van Cilea:
Alles wat ik heb bereikt heb ik aan Jan Zekveld, Mauricio Fernandez (de voormalige baas en castingdirector van Zaterdag/Matinee) en Patrick Schmid (medeoprichter en directeur van Opera Rara) te danken. Ze begrepen mijn karakter en ontdekten mijn mogelijkheden. Beiden zagen ze mijn potenties en hebben mij gemaakt zoals ik ben. Ze waren mijn peetvaders.”

met Patric Schmid © Opera Lounge
Hieronder Miricioiu in één van haar zeer vele belcanto rollen: Antonina uit Belisario van Donizetti. Ze zingt ‘Egli è spento, e del perdono’:
Bent u een fan? Of wilt u er één worden? Op Facebook bestaat een Nelly Miricioiu-fanclub:
https://www.facebook.com/groups/NellyMiricioiuFanclub/
German translation of the interview: Nelly Miricioiu Königin des Belcanto
|