Sumi_Jo

Karajans zwanenzang: Un ballo in maschera

TEKST: PETER FRANKEN

Ballo Solti Schelsinger

Als de kroon op zijn reeks grote Verdi producties tijdens de Salzburger Festspiele had Herbert von Karajan voor de editie van 1989 Un ballo in maschera (1859) geprogrammeerd. Tevoren was er een opname gemaakt voor de cd uitgave en voor de Festspiele werd John Schlesinger aangetrokken om een opulente productie op het toneel te zetten. Karajan overleed echter tijdens de repetitieperiode en werd op de valreep vervangen door Georg Solti waardoor de voorstellingenreeks werd gered, en met groot succes.

In 1990 werd de productie hernomen en daarvan is een opname gemaakt die op dvd werd uitgebracht. Als je daar zo’n dertig jaar later op terugkijkt valt op dat Schlesinger er een wel erg museale enscenering voor heeft gemaakt, natuurlijk wel helemaal in Karajans straatje. Maar zelfs voor 1989 oogt het uiterst gedateerd. Let wel, de spraakmakende Ring van Chéreau dateert van 15 jaar daarvoor en die oogt nu heel klassiek.

Herbert von Karajan had gekozen voor de originele versie die zich afspeelt aan het hof van de Zweedse koning Gustavo III einde 18e eeuw. Dat komt een stuk overtuigender over dan de versie die Verdi door de censuur werd opgelegd en waarbij de hoofdrol wordt vertolkt door de Engelse gouverneur van Boston. Daar klinkt overigens nog wel iets van door als Gustavo tegen het einde zijn vriend en rivaal in de liefde voor Amelia ‘terug naar zijn vaderland wil sturen, zodat een oceaan hem van diens echtgenote zal scheiden’. Voor iemand die Anckarström heet kan er toch nauwelijks een ander vaderland denkbaar zijn dan Zweden, en daar is hij al.

Het libretto wordt tot in de kleinste details gevolgd en de kostumering is zo ‘authentiek’ dat je plaatsvervangend medelijden krijgt met het Zweedse hof van twee eeuwen eerder, wat een drama om altijd maar weer in die zware pakken en jurken rond te moeten lopen. Zelfs de lichtvoetige Oscar gaat gekleed als ware hij de belangrijkste hoveling in plaats van een page. De decors blijven niet bij die kostumering achter en ogen zonder meer indrukwekkend, maar ook erg museaal.  Gelukkig was er een topcast voor aangetrokken waardoor het toch allemaal blijft boeien.

Op zich is het verhaal vrij eenvoudig. Gustavo gedraagt zich als de spreekwoordelijke verliefde man die geen enkele remming wenst te ervaren om bij zijn geliefde te geraken. Daarmee brengt hij Amelia in gevaar maar dat schijnt hem niet te deren. Evenmin laat hij zich weerhouden door het feit dat Amelia’s echtgenoot zijn beste vriend is die over hem waakt en daar een dagtaak aan lijkt te hebben, zoveel vijanden heeft de verlichte despoot Gustavo inmiddels gemaakt.

Josephine Barstow geeft een mooie vertolking van de handenwringende eveneens verliefde Amelia, die echter wel redelijk helder blijft denken, ook al helpt het haar niet. In het middenregister komt haar stem niet erg goed door maar het merendeel van de partij wordt in het hoge register gezongen dus blijft het probleem beperkt. Florence Quivar is een heel goed Ulrica, acteert ook uitstekend in een setting die wat voodoo-achtig overkomt bij aanvang.

Veel aandacht ging indertijd uit naar de Oscar van Sumi Jo. Zij was in 1989 Karajans nieuwste protegée die naar zou blijken ook zonder hem een bliksemcarrière wist te maken als belcantozangeres. Met de rol van Oscar heeft ze niet de minste moeite en het is leuk haar acterend aan het werk te zien.

Leo Nucci ziet als Renato zijn huwelijk en zijn relatie met Gustavo in rook opgaan en geheel in lijn met het vaste gebruik in de opera zweert hij wraak. Gustavo zal zijn verraad met de dood moeten bekopen. Dat deze inmiddels een decreet heeft getekend waarmee het vertrek van de familie Anckarström wordt geregeld, ver weg van elke verleiding, komt te laat en is sowieso een gebaar zonder inhoud. Gustavo heeft de reputatie van Renato en Amelia vernietigd, daar valt niets aan te depanneren. Tegelijkertijd heeft hij zichzelf evenmin een dienst bewezen door zijn puberale gedrag.

De fenomenaal zingende Nucci staat tegenover de excellerende Plácido Domingo die de hoofdrol extra glans weet te geven door zijn optreden. Laten we deze Ballo postuum maar zien als Karajans zwanenzang in Salzburg. Het had een mooi afscheid kunnen zijn.

zie ook: 2 x ‘Gemaskerde moord’ op Plácido Domingo alias koning Gustaaf III

Adams’ Nixon in China mooi uitgevoerd in Parijs

Tekst: Peter Franken

Nixon news

In februari 1972 bracht de Amerikaanse president Richard Nixon een staatsbezoek aan China. Vijftien jaar later maakten John Adams en Peter Sellars daar een opera van. De wereldpremière van Nixon in China vond plaats in Houston, oktober 1987, als opdrachtwerk van vier operahuizen waaronder ook DNO.

Hieronder een fragment uit de derde acte uit Houston:

De Europese première in het Muziektheater liet dan ook niet lang op zich wachten: juni 1988. De eerste intendant van DNO in de nieuwe behuizing, Jan van Vlijmen, was toen alweer vertrokken. Dat neemt niet weg dat Nixon op diens artistieke conto moet worden geschreven. Bij zijn aantreden had van Vlijmen gezegd: ‘Ik wil 25 nieuwe producties in vijf jaar maken, want je kunt niet met het verleden dat nieuwe Muziektheater binnen’. Het was hem niet vergund dat te realiseren maar dit nieuwe opdrachtwerk zat al hoog en breed in de pijpleiding toen hij het veld moest ruimen.

Aanvankelijk was er wereldwijd wel belangstelling voor Nixon, na 1990 echter niet meer. Na langere tijd was er een bescheiden revival, in gang gezet door een nieuwe productie van ENO in 2000, maar veel meer dan een enkele productie hier en daar zat er niet in. In 2011 beleefde het werk eindelijk zijn première in de MET. Op 11 februari 2017 werd een concertante uitvoering gegeven door het Nationaal Jeugd Orkest in de NTR ZaterdagMatinee.

In een artikel over Philip Glass’ Einstein on the beach beschreef Franz Straatman de oorsprong en verdere ontwikkeling van minimal music en stelde vervolgens: ‘de navolgende generatie Amerikaanse componisten met John Adams als meest spraakmakend, benutten de minimale techniek in maximale zin, getuige Adams’ orkestwerken en zijn opera’s Nixon in China en Doctor Atomic’. Echter Nixon is niet te vergelijken met Einstein maar eerder met later werk van Glass zoals Waiting for the barbarians, in 2006 in het Muziektheater te zien in een productie uit Erfurt.

Nixon in Châtelet

Nixon02

©Marie-Noëlle Robert

Het Théâtre du Châtelet is het muziektheater van de stad Parijs. Het heeft geen vaste bespelers maar werkt geheel op basis van gastprogrammering en ad hoc producties. Zo nu en dan leidt dat tot een spraakmakende opera op het affiche. Denk aan Les Troyens en Medée, beiden o.l.v Gardiner en met Antonacci in een hoofdrol, en Die Feen, de allereerste opera van Richard Wagner. In 2012  was daar ineens een nieuwe Nixon in China in een gloednieuwe eigen productie. Ik bezocht de première op 10 april.

nixon-in-china-chatelet-00

© Marie-Noëlle Robert

De opera begint met de aankomst van Nixon op het vliegveld van Beijing. Hij komt de vliegtuigtrap af en zwaait naar zijn gastheren. Daarna volgt een scène waarin hij wordt ontvangen door Mao. Dit deel is een conversatiestuk: Mao spreekt in propagandistische beelden, Nixon en Kissinger begrijpen hem nauwelijks en praten maar wat terug. Drie secretaresses schrijven alles nauwgezet op. Het geheel is wat statisch en doet de toeschouwer verlangen naar een werk als Capriccio. Ook daarin wordt aanhoudend gepraat maar het is wel een stuk levendiger.

Nixon in China16

© Marie-Noëlle Robert

Tijdens de scène in de Grote Hal van het Volk brengen Chou En-lai en Nixon wederzijdse toasts uit. Prominent in beeld is een woud aan televisieschermen waarop zowel de actuele gebeurtenis als archiefbeelden van het leven in de jaren ’70 in de VS en China te zien zijn. Impliciet worden de verschillen in politiek klimaat en levensstandaard beklemtoond.

Nixon09

©Marie-Noëlle Robert

De volgende dag bezoekt Pat Nixon een fabriek waar glazen olifanten worden gemaakt, een varkensboerderij, het Zomerpaleis en zo meer. Als ze een olifantje als aandenken meekrijgt vertelt ze opgetogen dat de olifant het symbool is van de Republikeinen, haar politieke partij.

Pat Nixon (June Anderson) bezoekt een olifanten farm ‘This is prophetic!’

Die avond staat een voorstelling met muziek en dans op het programma, getiteld ‘De rode vrouwenbrigade’, geheel in de stijl die gangbaar was tijdens de Culturele Revolutie.

Nixon07

©Marie-Noëlle Robert

Hierin wordt een actrice zozeer belaagd door een slechterik dat Pat vergeet waar ze is en het toneel opgaat om in te grijpen. Daarna zingt Madame Mao het bekende ‘I am the wife of Mao Tse-tung’.

Hieronder Sumi Jo zingt ‘I am the wife of Mao Tse-tung’ voorafgegaan door balletscène:

De laatste scène laat de verschillende koppels aan het woord, in toenemende mate in privé conversatie. De sfeer wordt intiem, de echtparen dansen wat met elkaar of om elkaar heen. Kissinger en Chou En-lai lopen er wat verloren bij. Aan het slot zingt Chou ‘I am old and I cannot sleep’.

De uitvoering

Nixon in China19

June Anderson als Pat Nixon © Marie-Noëlle Robert

De door mij bezochte voorstelling was een groot succes. Er werd uitstekend gezongen en gemusiceerd. Franco Pomponi wist te overtuigen als Nixon, dit ondanks de geringe fysieke gelijkenis met de echte Nixon. Dat was anders bij June Anderson, volledig opgemaakt als First Lady Pat en in deze rol geheel in haar element. Ook bij Alfred Kim (Mao), Kyung Chun Kim (Chou) en Peter Sidhom (Kissinger) was sprake van goede typecasting.

Nixon Sumi

© Marie-Noëlle Robert

De meeste aandacht ging echter uit naar Sumi Jo die de rol van Madame Mao vertolkte. Ze bracht haar coloratuuraria met daarin een hoge D met verve en zag er verder net zo angstaanjagend uit als het echte kopstuk van wat indertijd ‘De bende van Vier’ werd genoemd. Die laatste constatering brengt mij bij de volgende beschouwing.

Actualiteit in operalibretti

Hedendaagse gebeurtenissen moeten een flinke langdurende impact hebben om interessant te blijven voor latere generaties operabezoekers. Nixon in China is voor ouderen wel aardig maar voor de generatie vanaf geboortejaar 1970 nauwelijks interessant. Nixons bezoek aan China zorgde in 1972 voor een politieke aardverschuiving binnen de koude oorlog arena maar de impact daarvan is inmiddels sneeuw van eergisteren. En wie weet er nu nog iets van ‘De bende van Vier’? Hooguit wordt die aanduiding nog wel eens in overdrachtelijke zin gebruikt zoals ook ‘De drie musketiers’ maar over de oorsprong en achtergrond tast men al gauw in het duister.

Iets dergelijks zien we bij de volgende Adams-Sellars productie The death of Klinghofer. De meeste operabezoekers zullen nog maar een vaag idee hebben waar dat eigenlijk over gaat. Wat dat betreft is het Manhattan Project in Doctor Atomic een veel betere keuze. De impact van de ontwikkeling van de atoombom is enorm en van blijvende aard. Het heeft de wereld definitief veranderd. Daardoor is dit onderwerp ook voor latere generaties direct aansprekend. De tijd zal het moeten leren maar persoonlijk verwacht ik dat deze opera meer kans heeft repertoire te houden dan Nixon en Klinghofer.

Teaser van Doctor Atomic door De Nationale Opera in Amsterdam:

Marin Alsop dirigeert NIXON IN CHINA

 

2 x ‘Gemaskerde moord’ op Plácido Domingo alias koning Gustaaf III

 

Assassination of King Gustav III of Sweden at a masked ball at the Royal Opera House in Stockholm, 1792

Assassination of King Gustav III of Sweden. Illustration for Weltgeschichte Fur Das Volk by Otto von Corvin and Wilhelm Held (Verlag und Druck von Otto Spamer, 1880).

Vrijheid van meningsuiting is een groot goed waar we trots op moeten zijn en dat we als een kostbaar bezit moeten koesteren. Zij is niet vanzelfsprekend en als we niet oppassen kunnen wij haar kwijtraken. Steeds vaker lees je over toenemende (zelf)censuur, films die niet gemaakt (vertoond) mogen worden, of kritische artikelen die de pers niet halen.

De censuur …. Daar kon Verdi ons heel wat over vertellen, want de censuur heeft het hem vaak behoorlijk moeilijk gemaakt.

Ook het libretto voor zijn opera over de Zweedse koning Gustaaf, die op een gemaskerd bal vermoord werd, moest eraan geloven. Noodgedwongen verhuisde Verdi de plaats van de handeling van Stockholm naar Boston, en van de koning maakte hij een Engelse gouverneur.

Gedreven door onze hang naar authenticiteit, voeren we sinds tientallen jaren de ‘oorspronkelijke’, Zweedse versie op, maar de laatste tijd bespeur ik een trend om het weer naar Boston te verplaatsen. Wellicht klinkt Boston en een gouverneur iets moderner in onze oren dan een koning, en past het zo beter bij een conceptuele regie? Wie zal het zeggen ….

Niet, dat het Verdi iets zou hebben uitgemaakt – tenslotte heeft hij, toen het al mogelijk was, het werk nooit gereviseerd. Al vind ik zelf de Zweedse versie iets logischer…..

LONDEN, 1975

Ballo Abbado Schenk ROH

De door Opus Arte (OA 1236D) uitgebrachte productie van het Royal Opera House stamt uit het begin van 1975. Het geluid is een beetje dof, maar dat vergeet je zodra je de prachtige stemmen van de zangers hoort.

Katia Ricciarelli is één van de meest ontroerende Amelia’s die ik ken. De klank die ze produceert is misschien niet echt ‘Verdiaans ‘, en wellicht is ze in die rol toch iets te licht (aan dat soort rollen heeft ze haar stem vroegtijdig kapot gezongen), maar de pianissimi die ze spint verdienen een schoonheidsprijs, en haar breekbaarheid is voelbaar.

Daar past de vriendelijk bezorgde, liefdevolle, maar ook speelse tenor van de jonge Plácido Domingo als een handschoen omheen. Piero Cappuccilli is een voortreffelijke Renato en Reri Grist een Oscar zoals ze ze tegenwoordig toch echt niet meer maken. Alleen al haar optreden is het aanschaffen van de dvd waard.

Claudio Abbado (wat was hij toen nog jong!) dirigeert licht en houdt de tempi sprankelend, met een bruisende orkestklank als gevolg.

De regie van Otto Schenk is doeltreffend. Conventioneel en toch verrassend. En als geen ander legt hij de komische aspecten van de opera bloot.

Trailer van de productie:

 

SALZBURG, 1990

Ballo Solti Schelsinger

15 jaar later was Domingo al een doorgewinterde Gustavo – zijn koning is inmiddels volwassen geworden, serieuzer, en al zegt hij de voorspellingen van Ulrica niet te geloven, toch zie je iets van een schrik in zijn ogen, het zou wel eens waar kunnen zijn ..

Daar hoort ook een rijpere Amelia bij. Geen dromerig meisje, maar een vrouw met intense verlangens. Daar voldoet Josephine Barstow zeer zeker aan. Zij is een verscheurde Amelia, vol liefde, verdriet, pijn en tranen. Bij ‘Ecco l’orrido campo’ is haar angst fysiek voelbaar en bij ‘Morrò’ denk je samen met haar te moeten sterven.

Leo Nucci schittert als Renato en Sumi Yo is een lichte, spring-in-het-veld Oscar.

De regie is in handen van de beroemde filmregisseur John Schlesinger. Het eindresultaat is verpletterend: overweldigende, natuurgetrouwe decors, prachtige kostuums en schitterende massascènes. Het schilderachtige beeld doet af en toe denken aan enorme tableau-vivants, en de personenregie is zoals je van een gerenommeerde regisseur zou verwachten – fenomenaal.

Aan het eind van de opera, als de stervende koning zijn laatste kracht verzamelt en naar adem happend afscheid neemt van zijn geliefde, zijn onderdanen en het vaderland, kan niemand vermoeden dat met zijn laatste ‘addio’ ook een heel tijdperk vaarwel wordt gezegd.

Het was de laatste productie van Herbert von Karajan in Salzburg. Hij overleed vlak voor de première in 1989 en werd vervangen door Solti, die ook de reprise van de opera in 1990 begeleid heeft (Arthaus Musik 109105)