A peculiar man, Adams, but he can compose like no other. He is one of the most successful and frequently performed contemporary composers and that is not without a reason: his music is very accessible and pleasant to the ear, without it immediately sounding like a tapestry of sound or muzak.
Adams gets his inspiration from “landscapes and their relation to the human psyche” (his own words!) and considers his music to be “ethnic, but influenced by jazz and pop”. He calls his style ‘post-style’ and says that most of his compositions are a celebration of American culture.
He loves America and its poets. His (in my opinion) most beautiful work, The Wound Dresser, was composed to a poem by Walt Whitman.
‘Hail Bop’, Tony Palmer’s documentary about John Adams, is beautiful, exciting and informative. There are many music and opera fragments, interesting interviews, and beautiful images of the American landscape that Adams loved so much.
I only have trouble with the fragments of the filmed version of ‘Death of Klinghoffer’. I have never experienced the opera as anti-Semitic or even anti-Israeli, but I find the over-realistic images of Palestinian children throwing stones and Israeli soldiers shooting, a bit too much and also irrelevant: the opera was composed in 1991, almost ten years before the outbreak of the second Intifada. But anyway, you don’t have to agree with me (Warner Music Vision 50-51011-4857-2-5)
Bonus: 10 Essential Nixon in China Clips (shared from Opera News):
10. While this is not a performance clip (there’s not a hugely diverse selection online), it’s a good introduction to Adams’s opera (via Adams and director Peter Sellars) for those unfamiliar. Interviewed by Sondra Radvanovsky, in 2011 at the Met. —EG
9. The original cast of Nixon at HGO, 1987, with John Duykers as Mao, Sanford Sylvan as Chou En Lai and James Maddalena as Nixon. —FPD
8. June Anderson, looking eerily like First Lady Pat Nixon, at the Chatelet in Paris, 2012. —FPD
7. Carolann Page created the role of Pat Nixon in the HGO premiere, but Dawn Upshaw’s recording of “This is Prophetic” is a beautiful interpretation. —EG
6. A bright-eyed, sympathetic Pat Nixon sung by Janis Kelly in the Met’s HD Live transmission. —LTG
5. Peter Sellars’s production had its Met premiere in 2011, Mark Morris’s choreography shining in the “Flesh Rebels” scene. —EG
4. The opera’s centerpiece, “This is prophetic,” is a show-stopping reverie, especially as sung by Carolann Page. —HS
3. Adams’s Foxtrot for Orchestra is some of his most glorious, gorgeous music. I love the way that it shimmers with strange melancholy and a kind of cubist nostalgia. It is so keenly constructed that it was also used to wonderful effect a few years ago in the Tilda Swinton movie I am in love and seemed instantly to take on an entirely new meaning. —AW
2. Kathleen Kim is fantastic in this performance of Jiang Qing’s signature aria. This is one of the opera’s big moments, and she makes the role and this siren song entirely her own. —AW
1. Nixon’s entrance aria, “News has a kind of mystery,” sounds like classic rock n’ roll deconstructed through minimalist opera. A decade after first seeing this opera, I still get this stuck in my head. —HS
And this is my favourite piecee of the opera is the aria of Chou En-lai (Sanford Sylvain) “I am old and I cannot sleep”
In februari 1972 bracht de Amerikaanse president Richard Nixon een staatsbezoek aan China. Vijftien jaar later maakten John Adams en Peter Sellars daar een opera van. De wereldpremière van Nixonin China vond plaats in Houston, oktober 1987, als opdrachtwerk van vier operahuizen waaronder ook DNO.
Hieronder een fragment uit de derde acte uit Houston:
De Europese première in het Muziektheater liet dan ook niet lang op zich wachten: juni 1988. De eerste intendant van DNO in de nieuwe behuizing, Jan van Vlijmen, was toen alweer vertrokken. Dat neemt niet weg dat Nixon op diens artistieke conto moet worden geschreven. Bij zijn aantreden had van Vlijmen gezegd: ‘Ik wil 25 nieuwe producties in vijf jaar maken, want je kunt niet met het verleden dat nieuwe Muziektheater binnen’. Het was hem niet vergund dat te realiseren maar dit nieuwe opdrachtwerk zat al hoog en breed in de pijpleiding toen hij het veld moest ruimen.
Aanvankelijk was er wereldwijd wel belangstelling voor Nixon, na 1990 echter niet meer. Na langere tijd was er een bescheiden revival, in gang gezet door een nieuwe productie van ENO in 2000, maar veel meer dan een enkele productie hier en daar zat er niet in. In 2011 beleefde het werk eindelijk zijn première in de MET. Op 11 februari 2017 werd een concertante uitvoering gegeven door het Nationaal Jeugd Orkest in de NTR ZaterdagMatinee.
In een artikel over Philip Glass’ Einstein on the beach beschreef Franz Straatman de oorsprong en verdere ontwikkeling van minimal music en stelde vervolgens: ‘de navolgende generatie Amerikaanse componisten met John Adams als meest spraakmakend, benutten de minimale techniek in maximale zin, getuige Adams’ orkestwerken en zijn opera’s Nixon in China en Doctor Atomic’. Echter Nixon is niet te vergelijken met Einstein maar eerder met later werk van Glass zoals Waiting for the barbarians, in 2006 in het Muziektheater te zien in een productie uit Erfurt.
Het Théâtre du Châtelet is het muziektheater van de stad Parijs. Het heeft geen vaste bespelers maar werkt geheel op basis van gastprogrammering en ad hoc producties. Zo nu en dan leidt dat tot een spraakmakende opera op het affiche. Denk aan Les Troyens en Medée, beiden o.l.v Gardiner en met Antonacci in een hoofdrol, en Die Feen, de allereerste opera van Richard Wagner. In 2012 was daar ineens een nieuwe Nixon in China in een gloednieuwe eigen productie. Ik bezocht de première op 10 april.
De opera begint met de aankomst van Nixon op het vliegveld van Beijing. Hij komt de vliegtuigtrap af en zwaait naar zijn gastheren. Daarna volgt een scène waarin hij wordt ontvangen door Mao. Dit deel is een conversatiestuk: Mao spreekt in propagandistische beelden, Nixon en Kissinger begrijpen hem nauwelijks en praten maar wat terug. Drie secretaresses schrijven alles nauwgezet op. Het geheel is wat statisch en doet de toeschouwer verlangen naar een werk als Capriccio. Ook daarin wordt aanhoudend gepraat maar het is wel een stuk levendiger.
Tijdens de scène in de Grote Hal van het Volk brengen Chou En-lai en Nixon wederzijdse toasts uit. Prominent in beeld is een woud aan televisieschermen waarop zowel de actuele gebeurtenis als archiefbeelden van het leven in de jaren ’70 in de VS en China te zien zijn. Impliciet worden de verschillen in politiek klimaat en levensstandaard beklemtoond.
De volgende dag bezoekt Pat Nixon een fabriek waar glazen olifanten worden gemaakt, een varkensboerderij, het Zomerpaleis en zo meer. Als ze een olifantje als aandenken meekrijgt vertelt ze opgetogen dat de olifant het symbool is van de Republikeinen, haar politieke partij.
Pat Nixon (June Anderson) bezoekt een olifanten farm ‘This is prophetic!’
Die avond staat een voorstelling met muziek en dans op het programma, getiteld ‘De rode vrouwenbrigade’, geheel in de stijl die gangbaar was tijdens de Culturele Revolutie.
Hierin wordt een actrice zozeer belaagd door een slechterik dat Pat vergeet waar ze is en het toneel opgaat om in te grijpen. Daarna zingt Madame Mao het bekende ‘I am the wife of Mao Tse-tung’.
Hieronder Sumi Jo zingt ‘I am the wife of Mao Tse-tung’ voorafgegaan door balletscène:
De laatste scène laat de verschillende koppels aan het woord, in toenemende mate in privé conversatie. De sfeer wordt intiem, de echtparen dansen wat met elkaar of om elkaar heen. Kissinger en Chou En-lai lopen er wat verloren bij. Aan het slot zingt Chou ‘I am old and I cannot sleep’.
De door mij bezochte voorstelling was een groot succes. Er werd uitstekend gezongen en gemusiceerd. Franco Pomponi wist te overtuigen als Nixon, dit ondanks de geringe fysieke gelijkenis met de echte Nixon. Dat was anders bij June Anderson, volledig opgemaakt als First Lady Pat en in deze rol geheel in haar element. Ook bij Alfred Kim (Mao), Kyung Chun Kim (Chou) en Peter Sidhom (Kissinger) was sprake van goede typecasting.
De meeste aandacht ging echter uit naar Sumi Jo die de rol van Madame Mao vertolkte. Ze bracht haar coloratuuraria met daarin een hoge D met verve en zag er verder net zo angstaanjagend uit als het echte kopstuk van wat indertijd ‘De bende van Vier’ werd genoemd. Die laatste constatering brengt mij bij de volgende beschouwing.
Actualiteit in operalibretti
Hedendaagse gebeurtenissen moeten een flinke langdurende impact hebben om interessant te blijven voor latere generaties operabezoekers. Nixon in China is voor ouderen wel aardig maar voor de generatie vanaf geboortejaar 1970 nauwelijks interessant. Nixons bezoek aan China zorgde in 1972 voor een politieke aardverschuiving binnen de koude oorlog arena maar de impact daarvan is inmiddels sneeuw van eergisteren. En wie weet er nu nog iets van ‘De bende van Vier’? Hooguit wordt die aanduiding nog wel eens in overdrachtelijke zin gebruikt zoals ook ‘De drie musketiers’ maar over de oorsprong en achtergrond tast men al gauw in het duister.
Iets dergelijks zien we bij de volgende Adams-Sellars productie The death of Klinghofer. De meeste operabezoekers zullen nog maar een vaag idee hebben waar dat eigenlijk over gaat. Wat dat betreft is het Manhattan Project in Doctor Atomic een veel betere keuze. De impact van de ontwikkeling van de atoombom is enorm en van blijvende aard. Het heeft de wereld definitief veranderd. Daardoor is dit onderwerp ook voor latere generaties direct aansprekend. De tijd zal het moeten leren maar persoonlijk verwacht ik dat deze opera meer kans heeft repertoire te houden dan Nixon en Klinghofer.
Teaser van Doctor Atomic door De Nationale Opera in Amsterdam:
John Adams behoort ongetwijfeld tot de meest succesvolle hedendaagse componisten. Logisch: zijn muziek is zeer toegankelijk en prettig in het oor liggend, zonder dat het meteen aan klanktapijt of muzak doet denken. Volgens zijn eigen woorden haalt hij zijn inspiratie uit “de landschappen en hun relatie met de menselijke psyche” en beschouwt zijn muziek als “etnisch, maar dan beïnvloed door jazz en pop”. Zijn stijl noemt hij zelf “post-style-style” en zijn composities een “celebratie van de Amerikaanse cultuur”.
Nixon in China werd al bij de première (1987) een grote hit. Terecht. Het is een ‘echte’, bijna ouderwetse opera, met prachtige melodieën en nazingbare aria’s.
Marin Alsop, chef dirigent van het Colorado Symphony Orchestra is al jaren lang een grote pleitbezorgster van de Amerikaanse muziek, Adams staat dan ook vaak op haar lessenaar. Om het 25-jarige jubileum van de Opera Colorado te vieren werd in 2009 een nieuwe opname van Nixon gemaakt.
Het werd tijd, want de enige opname die van de opera bestond, dateert uit 1988. Thomas Hammons, die ook al bij de première Kissinger zong, is nog steeds van de partij. Zijn stem is rijper geworden, minder mooi ook, maar dat past bij de rol.
Maria Knyova zingt een ontroerende Pat Nixon, haar ‘This is Prophetic’ klinkt als een echte tearjerker.
Chen-Ye Yuan (Chou En-lai) maakt indruk met zijn prachtig gezongen ‘I’m old’. Prachtige muziek. Prachtige uitvoering.
John Adams
Nixon in China
Robert Orth, Maria Kanyova, Thomas Hammons, Marc Heller, Chen-Ye Yuan
Colorado Symphony Orchestra olv Marin Alsop
Naxos 8.669022-24