Les vêpres siciliennes was Verdi’s first French ‘grande opéra’, which, after much insistence by the Paris Opera, he composed on a libretto by Eugene Scribe and Charles Duyverier. It is one of his longest operas, thanks in part to the lengthy ballet in the third act, which was compulsory for the Paris of the time (no less than half an hour!).
The story is set in Palermo in 1282, during the French occupation of Sicily. The young Sicilian Henri is in love with Hélène, a young Austrian duchess, who is being held prisoner by Guy de Montfort, the French governor of Sicily. When de Montfort turns out to be Henri’s father, the complications are incalculable, and by the end just about everybody is dead. The premiere in 1855 was a fiasco and a few years later, Verdi adapted the work into the Italian I vespri Siciliani, which was much more successful. However, the opera never became a real box-office hit.
IN FRENCH
Les vêpres siciliennes was the third release in Opera Rara’s series of ‘original versions’, following earlier releases of Macbeth and Simon Boccanegra. It had already been recorded live at The Camden Theatre in London in May 1969 and broadcast by the BBC in February 1970, but the CD was not released until 2004.
The performance, starring Jacqueline Brumaire, Jean Bonhomme and Neilson Taylor, is fair to good, but as a document it is of extraordinary importance (ORCV303).
In June 2002, our unsurpassed Saturday Matinee staged Les vêpres siciliennes concertante. It is a great pity that the recording has never been released on CD, because the performance (with, among others, Nelly Miricioiu, Francisco Casanova and Zeljko Lucic) was really good.
IN ITALIAN
If you want the Italian version of the opera, the choice is a bit greater, but to say the market is flooded with them?
To be honest, I only know of one studio recording of the work (once RCA RD 80370). The cast includes Martina Arroyo, Plácido Domingo, Sherill Milnes and Ruggiero Raimondi. It is well worth seeing, especially as the music is virtually complete.
For the rest, we have to depend on (admittedly, in most cases very interesting) pirate recordings. Highly recommended is a recording with Montserrat Caballé and Plácido Domingo from Barcelona 1974 (SRO 837-2).
The same recording on another label (SRO is no longer available):
Don’t forget La Divina (with Boris Christoff and others), recorded in 1951 during the Maggio Musicale Fiorentino (Testament SBT 21416).
Fantastic is also the version with Renata Scotto, Gianni and Ruggiero Raimondi from La Scala 1970 The entire opera:
And then there are a few recordings with Cristina Deutekom This one is from Paris 1974:
And Leyla Gencer. Recording from 1970:
Please note: most recordings have been (greatly) shortened. Check the internet just to be sure, because these pirate labels come and go and the difference in price can be enormous.
AND ON DVD
In the 1980s, the American Susan Dunn was immensely popular. She was seen as the ultimate Verdi soprano. In her ‘Bologna years’ she became the favourite singer and protégé of Riccardo Chailly, the chief conductor there at the time. She made many CD recordings with him. Apart from Verdi also Mahler, Schoenberg and Beethoven, and they also recorded opera performances for video.
Elena in I vespri Siciliani was one of her star parts. She sang it, with enormous success, for the first time in 1986 (Warner Music Vision 504678029-2). Luca Ronconi’s production is quite traditional and the decors are true to nature. It feels like being among the cacti on a very sultry Sicily. The costumes also leave nothing to be desired, but the whole performance is rather static.
The audience clearly loves it. One open curtain follows another and the singers gratefully accept all the applause. Even though none of the protagonists are great actors – which may also be due to the director – their singing is of a very high level. And there is a surprise too: Anna Caterina Antonacci in the small role of Ninetta.
Below, Susan Dunn sings “Arrigo! Ah, parli a un core”:
Deze opera speelt zich af op Sicilië en voor een beter begrip van de inhoud is enige kennis van de regionale geschiedenis vereist. Sicilië maakte deel uit van het Romeinse Rijk en na de Romeinen kwamen de Vandalen gevolgd door de Ostrogoten, Byzantijnen en Arabieren. In de 11e eeuw werd het eiland veroverd door de Noormannen, feitelijk Vikingen, die een krachtig bewind wisten uit te oefenen. Spanjaarden uit Aragon, Fransen, Duitsers en later Spanjaarden van het huis Bourbon completeren de stoet. Het Franse bestuur was van korte duur. Het repressieve karakter van het régime leidde al na ongeveer twintig jaar tot een opstand waarbij alle Fransen werden verdreven of gedood. Op 31 maart 1282 sloeg de vlam in de pan nadat een Franse officier een Siciliaanse vrouw op weg naar het avondgebed zou hebben beledigd. De man werd in de kerk doodgestoken.
Deze gebeurtenis is in Verdi’s Les vêpres Siciliennes verwerkt, beter bekend als I vespri Siciliani. Het was een opdrachtwerk van de Parijse Opéra waar het in 1855 in première ging. In zijn oorspronkelijke vorm is het een grand opéra in vijf aktes met een groot ballet.
Het Franse libretto is van Charles Duveyrier en Eugène Scribe naar hun werk Le duc d’Albe, de opera waaraan Donizetti in 1840 had gewerkt maar die om uiteenlopende redenen onvoltooid was gebleven.
Het genre Grand Opéra heeft als inhoudelijk kenmerk dat de handeling losjes wordt bepaald door historische figuren tegen de achtergrond van grote gebeurtenissen die pogingen van de protagonisten om het leven naar hun hand te zetten bijna op voorhand doen mislukken. Zo ook Les Vêpres Siciliennes waarin Henri wordt vermorzeld tussen de intuïtieve liefde voor zijn vader Montfort en zijn afkeer voor de verpersoonlijking van de onderdrukking van het Siciliaanse volk, de Franse gouverneur Montfort. De overeenkomsten met Donizetti’s Le Duc d’Albe zijn heel duidelijk. Alleen de namen zijn veranderd.
In 1989 stond I vespri Siciliani op het programma van La Scala. In de hoofdrollen Giorgio Zancanaro als Monforte, Cheryl Studer als Elena en Ferruccio Furlanetto als Procida. Chris Merrit vertolkte de rol van Arrigo, de Italiaanse versie van Henri. Zoals gezegd wordt deze opera vrij zelden gespeeld, een lot dat het werk deelt met een reeks vroege Verdi’s. Maar voor een opera die vlak na Verdi’s succesnummer La traviata kwam is dat op zijn zachtst gezegd opmerkelijk.
Toen ik na vele jaren de dvd van de opname uit 1989 nog eens afspeelde, werd me echter toch wel veel duidelijk. Alles wat La traviata na een moeilijke start tot een megasucces heeft gemaakt, ontbreekt in Vespri. La traviata is een aansprekende liefdesgeschiedenis met een schitterende rol voor de prima donna en een ontroerend duet van Violetta met Germont sr. De rol van Alfredo is routine Verdi, het gaat om de sopraan en de bariton. Verder is de opera heel compact, er staat geen noot teveel in.
In Vespri komt de liefdesgeschiedenis van Arrigo en Helena nauwelijks uit de verf. De scènes van Montfort worden nodeloos gerekt, zeker in de briefscène lijkt er geen einde aan te komen. Het ballet in de derde akte kan natuurlijk gemakkelijk worden geschrapt maar zelfs dan blijft er een onnodig lang werk over waarin de componist de protagonisten zich moeizaam laat voortslepen. Mijn conclusie is dan ook dat dit werk terecht wordt genegeerd, het is eerder een curiosum dan een aansprekende latere Verdi.
De enscenering in La Scala is basaal. Een plein met een blauwe achtergrond, de zee. Een kamer in het paleis van de gouverneur, een balzaal en een gevangenis waarin zich een beul meldt met een heuse grote hakbijl. De gebeurtenissen spelen zich af in de 13e eeuw maar de kostumering duidt op de periode waarin de opera is ontstaan. De Fransen zien er schitterend uit in hun uniformen waarin hemelsblauw is gecombineerd met roomwit. Elena loopt in een zwarte jurk, ze is in de rouw vanwege haar broer. Het volk is aanwezig in een ‘Cavalleria’ kostumering.
Men heeft in deze productie het ballet zeer serieus genomen. Het wordt in zijn volle lengte uitgevoerd en is aardig om te zien. Ook al wordt er uitstekend gedanst, het blijft natuurlijk een showstopper.
Zancanero laat een goede Montfort horen al heeft hij toch wel wat moeite de spanning vast te houden als Verdi hem langer laat zingen dan op dat moment wenselijk is. Chris Merritt biedt een uitstekende vertolking van de geplaagde Arrigo die echter te veel moet lamenteren over zijn genadeloze lot. Hoe goed hij ook zingt, zijn personage gaat irriteren.
Helena is in mijn beleving een van de minst aansprekende rollen die Verdi een prima donna heeft toebedacht. Ze is feitelijk onnodig voor het verhaal. De roof van aanstaande bruiden door Franse soldaten is voldoende om de vlam in de pan te laten slaan.
Het loyaliteitsprobleem van Arrigo speelt tussen hem en Procida. Helena is er tussen gewurmd omdat Verdi anders zonder sopraan kwam te zitten. Dat gezegd hebbende moet ik vaststellen dat Cheryl Studer zich uitstekend weet te weren. De opname dateert uit haar ‘wonder years’ toen ze gezien werd als the voice of the century. Met name het bekende ‘Mercè, dilette amiche’ in de vijfde akte gaat haar heel goed af.
Ferrucio Furlanetto overtuigt als verpersoonlijking van het geschonden Siciliaanse zelfbeeld, een echte revolutionair. Sowieso is het altijd een genoegen deze man te horen zingen.
Riccardo Muti heeft de muzikale leiding. Het zal vooral aan hem te danken zijn dat deze productie er überhaupt is gekomen.
Les vêpres siciliennes was Verdi’s eerste Franse ‘grande opéra’, die hij, na lang aandringen door de Parijse Opera, componeerde op een libretto van Eugene Scribe en Charles Duyverier. Het is één van zijn langste opera geworden, wat onder meer te danken is aan het, voor het Parijs van toen, verplichte lange ballet in de derde akte (maar liefst een half uur!).
Het verhaal speelt zich af in Palermo in 1282, tijdens de Franse bezetting van Sicilië. De jonge Siciliaan Henri is verliefd op Hélène, een jonge Oostenrijkse hertogin, gevangen gehouden door Guy de Montfort, de Franse gouverneur van Sicilië. Als blijkt dat Montfort de vader van Henri is, zijn de verwikkelingen niet te overzien, en aan het eind is zowat iedereen dood.
De première in 1855 was een fiasco en een paar jaar later bewerkte Verdi het werk tot het Italiaanse I vespri Siciliani, waarmee hij veel meer succes boekte. Een echte kaskraker werd de opera echter nooit.
IN HET FRANS
Les vêpres siciliennes was de derde uitgave in de serie ‘originele versies’ van Opera Rara, na eerdere uitgaven van Macbeth en Simon Boccanegra. Het werd al in mei 1969 live opgenomen in The Camden Theatre in Londen en in februari 1970 door de BBC uitgezonden, maar de cd-uitgave kwam pas in 2004 op de markt.
De uitvoering, met in de hoofdrollen Jacqueline Brumaire, Jean Bonhomme en Neilson Taylor, is redelijk tot goed, maar als document is het van een buitengewoon belang. (ORCV303).
In juni 2002 heeft onze onvolprezen ZaterdagMatinee op Vrije Zaterdag Les vêpres siciliennes concertante op de planken gebracht. Het is bijzonder spijtig dat de opname ervan nooit op cd’s is verschenen, want de uitvoering (met onder andere Nelly Miricioiu, Francisco Casanova en Zeljko Lucic) was niet te versmaden.
IN HET ITALIAANS
Als u de Italiaanse versie van de opera wilt hebben, dan is de keuze iets groter, maar om te zeggen dat de markt er mee is overvoerd?
Eerlijk gezegd ken maar één _goede_ studio-opname van het werk (ooit RCA RD 80370). De cast bestaat uit onder andere Martina Arroyo, Plácido Domingo, Sherill Milnes en Ruggiero Raimondi. Het is zeer de moeite waard, zeker ook omdat de muziek vrijwel compleet is.
Voor de rest moeten we het (toegegeven, in de meeste gevallen op zijn minst zeer interessante) piratenopnames hebben. Zeer aan te bevelen is een opname met Montserrat Caballé en Plácido Domingo uit Barcelona 1974.
Dezelfde opname op een ander label (SRO is niet meer beschikbaar):
Vergeet ook La Divina (met onder andere Boris Christoff) niet, opgenomen in 1951 tijdens het Maggio Musicale Fiorentino (Testament SBT 21416).
Fantastisch is ook de versie met Renata Scotto, Gianni en Ruggiero Raimondi uit La Scala 1970 |
De hele opera:
En dan zijn er nog een paar opnamen met Cristina Deutekom
Deze is uit Parijs 1974:
en Leyla Gencer.
Opname uit 1970:
Let op: de meeste opnames zijn (sterk) ingekort. Check ook voor alle zekerheid het internet, want piratenlabels komen en gaan en het verschil in prijs kan enorm zijn.
EN OP DVD
In de jaren tachtig van de vorige eeuw was de Amerikaanse Susan Dunn immens populair. Men zag in haar de ultieme Verdi-sopraan. In haar ‘Bologna-jaren’ werd ze de lievelingszangeres en protégee van Riccardo Chailly, destijds de chef-dirigent aldaar. Met hem maakte zij heel wat cd-opnamen. Behalve Verdi ook Mahler, Schönberg en Beethoven, en er werden ook operavoorstellingen voor de video opgenomen.
Elena in I vespri Siciliani was één van haar glansrollen. Zij zong haar, met enorm succes, voor het eerst in 1986 (Warner Music Vision 504678029-2). De productie van Luca Ronconi is behoorlijk traditioneel en de decors zijn natuurgetrouw. Men waant zich als het ware tussen de cactussen op het broeierige Sicilië. Ook de kostuums laten niets te wensen over, maar de hele voorstelling is behoorlijk statisch.
Het publiek vindt het enig, en dat laten ze weten ook. Het ene open doekje volgt het andere en de zangers nemen ze dankbaar aan. Ook al zijn de protagonisten geen van allen echt grote acteurs – wat wellicht ook op het conto van de regisseur geschreven kan worden – gezongen wordt er op zeer hoog niveau. En er is ook een verrassing: Anna Caterina Antonacci in de kleine rol van Ninetta.
Hieronder zingt Susan Dunn “Arrigo! Ah, parli a un core”