Alessandro_Corbelli

Linda di Chamounix is meer dan een aria!

Linda

Linda di Chamounix is één van de laatste opera’s van Donizetti. Een doorsnee operaganger kent er waarschijnlijk maar één aria uit: ‘O luce di quest’anima’, een zeer virtuoos trapezewerk, waarmee menig coloratuursopraan stemmencompetities onveilig maakt.

Merkwaardig genoeg werd de aria pas na de première aan de opera toegevoegd, speciaal voor Eugenia Tadolini, de tweede vertolkster van de titelrol. Van haar wordt verteld dat haar lyrische coloratuursopraan zeer expressief was en over veel kleuren beschikte.

Daar moest ik, luisterend naar Eglise Gutiérrez, aan denken, want zo moest Tadolini waarschijnlijk geklonken hebben. Zeer virtuoos, maar ook met zeer veel gevoel voor drama zingt Gutiérrez de gekwelde titelheldin die zeer spectaculair haar verstand verliest en het niet minder spectaculair hervindt.

Stephen Costello (onthoud de naam!) is een nieuwkomer op het ‘lyrische tenoren horizon’. Zijn timbre is zeer prettig en zijn hoogte soepel en aangenaam. In zijn rol van de schilder Carlo, die eigenlijk de Sirval heet en een burggraaf is (daar word je inderdaad gek van) is hij bijzonder overtuigend.

Marianna Pizzolato beschikt over een mooi, rond, licht en een zeer wendbaar mezzo. Meer een sopraan eigenlijk, maar dan iets donkerder getimbreerd. Het is ook buitengewoon aangenaam naar haar te luisteren waardoor ze zowat een perfecte cast is voor Pierotto, Linda’s vriend en vertrouweling.

Zowel Ludovic Tézier (vader van Linda) als Bálint Szabó (de prefect) zijn aan elkaar gewaagd en de oudgediende Alessandro Corbelli weet perfect raad met de buffo-rol van markies di Boisfleury. Zeer, zeer aanbevolen!


Gaetano Donizetti
Linda di Chamounix
Eglise Gutiérrez, Ludovic Tézier, Elizabeth Sikora, Alessandro Corbello, Stephen Costello,  Bálint Szabó, Marianna Pizzolato e.a.
Orchestra of the Royal opera House, Covent Garden olv Sir Mark Elder
Opera Rara ORC 43 (3cd’s)

 

Gianni Schicchi. Een mini discografie.

Schicchi_original_cover

De op een episode uit de Inferno uit Dante`s La divina comedia gebaseerde schurkenkomedie is een heerlijk niemendalletje waarin de personages niet voor elkaar onderdoen in hun – best aandoenlijke – semiverdorvenheid.

De opera voelt als een ontspannende ademhaling na de voorafgaande twee donkere uren gevuld met passie en moord. Het valt mij dus niet mee om Gianni Schicchi los te weken van de Trilogie waar hij bij hoort.

De komische éénakter zit bijna altijd vast aan Il Tabarro en Suor Angelica, want was het Puccini’s bedoeling niet om die drie, totaal verschillende korte opera’s tot een schijnbaar onmogelijke drie-eenheid samen te smelten? Iets, wat hem ook waanzinnig goed is gelukt, maar waar menig operabaas anders over denkt?

Vladimir Jurowski/Annabel Arden/Glyndebourne 2004

Schicchi Glyndebourne

Maar mocht u het werkje alleen willen hebben, dan kan het. En dan bent u het beste uit met de registratie uit Glyndebourne 2004 (Opus Arte OA 918 D). Ik kan u dan ook meteen geruststellen: ook in vergelijking met andere producties is deze zonder meer aan te bevelen, want:
a) onvoorstelbaar leuk en slim geregisseerd en
b) goed geacteerd en gezongen.

Felicity Palmer is misschien de beste Zita ooit. Hoe zij het woordje ‘ladro’ (dief) uitspreekt, kostelijk en onnavolgbaar!

Marie McLaughlin is een weergaloze La Ciesca, vrouw van Marco, Buoso’s zoon. Voor die twee dames alleen al is het de moeite waard om de dvd aan te schaffen.

Maar er is natuurlijk meer: Sally Matthews is een zeer prettig zingende Lauretta en Alessandro Corbelli is de vleesgeworden Schicchi.

De enige die een beetje uit de toon valt is Massimo Giordani: zijn Rinuccio had jeugdiger en onnozeler gekund.

De kostuums en het decor zijn prachtig, de slimme regie van Annabel Arden librettogetrouw en de directie van de jonge Vladimir Jurowski sprankelend en opwindend. Dat het eind sterk doet denken aan ‘Room with a view’ is lekker meegenomen.

Alessandro Corbelli als Schicchi uit de opname:

James Conlon/Woody Allen/San Francisco 2015

Schicchi Woody Allen

In 2008 was het niemand minder dan Woody Allen die Gianni Schicchi onder handen heeft genomen, het was zijn eerste (en meteen ook de laatste) operaregie. De recensies waren wisselend, maar men was vol lof over de directie van James Conlon en de vertolkers van de hoofdrollen (o.a. Thomas Allen en Saimir Pirgu). Pas bij de herneming in 2015 werd de productie door Sony (88985 315089) voor dvd opgenomen, met een geheel nieuwe cast.

Nu ben ik een echte Domingo-fanaat, maar de komische rol van de sympathieke schurk Schicchi ligt hem gewoon niet. Hij ziet er best leuk uit in zijn maffioso-outfit, maar voor die rol mist hij een paar lage noten. Nergens kan hij mij ook overtuigen als een volkse schavuit, hij zingt gewoon te serieus.

Andriana Chuchman is een aardige Lauretta, maar Arturo Chacón-Cruz is een behoorlijk ondermaatse Rinuccio. Zijn ‘Avete torto’ doet pijn aan mijn oren. Ook Meredith Arwady (Zita) is niet om over naar huis te schrijven. Jammer.

Woody Allen zelf was niet aanwezig was bij de herneming en dat is misschien de verklaring waarom ik het alles behalve grappig en/of leuk vindt.

 

 

Lorin Maazel 1977

Schicchi Sony

Voor hen die toch echt alle drie de opera’s willen hebben en nog niets op de plank hebben liggen: koop de Sony (88697-527292) opname onder Lorin Maazel en dan bent u voor de rest van uw leven klaar.

De in 1977 opgenomen Il Trittico heeft een cast om te zoenen, met een prominente plaats voor Renata Scotto, die Giorgetta en Angelica (the best ever!) voor haar rekening neemt.

De opname van Gianni Schicchi wordt -zoals het hoort – gedomineerd door Gianni Schicchi, hier vertolkt door de ongeëvenaarde Titto Gobbi. Hij zingt de rol met de restanten van zijn stem, maar die restanten zijn nog steeds onweerstaanbaar en wat hij er mee doet..  Daar wordt je stil van.

Tito Gobbi als Gianni Schicchi:

Ileana Cotrubas is een verrukkelijke Lauretta en de jonge Domingo een jeugdige en stralende Rinuccio.


Paolo GorinSchicchi-[Scheveningen-Live]-cover

En tot slot iets bijzonders. Geen idee of het nog op de markt is, maar wie zoekt …
In 1979 werd Gianni Schicchi in het Scheveningen opgevoerd, met in de titelrol in Nederland zeer geliefde bariton: Renato Capecchi. Hans Vonk dirigeerde het Rotterdams Filharmonisch en er deden een keur aan de Nederlandse zangers mee: Meinard Kraak, Lieuwe Visse en Tom Haenen.

Bella Voce heeft de eenakter op  cd uitgebracht gekoppeld aan de opnamen van Il Tabarro (met Renato Bruson, Marilyn Zchau en Vladimir Atlantov) en Suor Angelica met Pilar Lorengar en Kerstin Meijer uit Wenen

Als bonus krijgt u fragmenten van de uitvoering door de Nederlandse Operastichting, opgenomen tijdens het Holland Festival in het Stadsschouwburg in Amsterdam op 12 juli 1959. De titelrol werd ongeëvenaard gezongen door Paolo Gorin, verder horen we nog Guus Hoekman als Simone en Jo van de Meent als Zita. (BLV 107.406)

Gianni Schicchi met Paolo Gorin, daar bestaat ook een zeer bijzondere opname van op de dvd. De opera werd op 21-05-1959 in het Koninklijke Schouwburg in Den Haag gepresenteerd met in het publiek koningin Juliana, prins Bernhard, prinsessen Beatrix en Irene en als speciale gast de sjah van Perzië, Mohammed Reza Pahlawi.

Schicchi Perzie

Het geheel werd rechtstreeks live op de televisie uitgezonden en door de ‘piraten’ op video  (nu dvd) uitgebracht.

Naast Paolo Gorin ziet u Edith Martelli als Lauretta, Lidy van de Veen als Zita, Ettore Babbini als Rinuccio en Guus Hoekman als Simone. Het Orkest van de Nederlandse Opera staat onder leiding van Arrigo Guarnieri.

La forza del destino bij De Nationale Opera in Amsterdam

La forza del Destino

© Foto Petrovsky&Ramone

Als geen ander wist Verdi wat noodloot was. Kort na elkaar verloor hij zijn beide kinderen en zijn vrouw en aangezien zijn eerste opera’s hem niet het succes brachten waar hij van droomde dacht hij al aan opgeven. Toch verzoende hij zich met zijn lot en ging dapper verder, wat hem geen windeieren heeft gelegd. Of hij iets van zichzelf aan het personage van Alvaro, de held van La forza del destino (De macht van het noodloot) heeft gegeven, dat weten we natuurlijk niet, maar echt uitgesloten is het niet.

La forza_037

© Monika Rittershaus

Het noodlot is voor Alvaro zeer ongenadig; ondanks zijn beste bedoelingen loopt alles in de soep. Per ongeluk doodt hij zijn schoonvader in spe en in een door hem ongewild duel verwondt hij dodelijk de broer van zijn geliefde die, voor hij sterft, nog de kans ziet om zijn zus te vermoorden.

lEonora (Eva-Maria Westbroek) & aLVARO (Roberto Aronica)

Roberto Aronica (Alvaro) en Eva-Maria Westbroek (Leonora) © Monika Rittershaus

Iedereen dood en hoe nu verder? In de eerste versie van de opera liet Verdi zijn held zelfmoord plegen, maar bij nader inzien liet hij hem zich met het (nood)lot verzoenen en het verder in Gods handen leggen. Het noodlot waar niet aan valt te ontsnappen, het kinderlijk naïeve vertrouwen in God en – of misschien voornamelijk – moeder Maria: zie hier de belangrijkste thema’s van de opera.

 

La Forza christof loy

Christoph Loy © De Nationale Opera

Christoph Loy heeft het goed begrepen en trakteerde ons op een onwaarschijnlijk goede, mooie, logische en librettogetrouwe productie. Wanneer zie je nog dat als er zwaarden getrokken moeten worden er ook daadwerkelijk zwaarden worden getrokken, en als er een pistool moet afgaan er ook daadwerkelijk een pistool afgaat? Om maar iets te noemen?

Het zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar dat is het helaas niet (meer). Dat alleen maakt het reisje richting Waterlooplein meer dan waard. Maar er is natuurlijk veel meer, want laten we eerlijk zijn: voor de regie ga je niet naar de opera, althans ik niet.

 

La Forza Michele_Mariotti_I4Q5944©Rocco_Casaluci_2015-copia

Michele Mariotti © Rocco Casaluci

Met het orkest en het koor zat het meer dan snor. Maestro Michelle Mariotti ontlokte het Nederlands Philharmonisch Orkest de mooiste en zoetste klanken. Hij liet het orkest fluisteren en waar nodig brullen, het voelde als een openbare masterclass Verdi-dirigeren.

Muti-achtig volgde hij de partituur op de voet en voorzag elke noot van de juiste kleur, maar de glans en schittering en de soms iets extreem geaccentueerde tempi en accenten, die deden mij het meest aan de jonge Abbado denken. Het voelde alsof de beide maestri samen Amsterdam aandeden om het Nederlandse publiek een avondje echte Verdi voor te schotelen. Mamma mia! Dat hoor je niet iedere dag, gelooft u mij maar!

Leonora (Eva-Maria Westbroek)

Eva-Maria Westbroek (Leonora) © Monika Rittershaus

Eva-Maria Westbroek (Leonora) gaf ons alles wat ze had. Of eigenlijk meer, want bij ‘Pace, pace, mio Dio’ aangekomen kwam ze een beetje in ademnood en haar krachten lieten haar in de steek. Desalniettemin: zeer bewonderenswaardig! Haar Leonora was voornamelijk kwetsbaar en o zo makkelijk te verwonden. Dat hoorde je zeer goed aan het einde van de eerste akte: haar ‘La Vergine degli Angeli’ was meer dan ontroerend. Geholpen door de mannen van het Koor van de Nationale Opera liet ze mij de pauze ingaan met tranen in de  ogen.

Alvaro is één van de zwaarste Verdi-rollen en ik betwijfelde het of Roberto Aronica het aan zou kunnen. Ik kende hem alleen van licht lyrische rollen, Nemorino (L’Elisir d’amore) en Rodolfo (La Bohéme) en daarmee vergeleken is Alvaro een ware Mont Everest. Nou, geloof mij, Aronica deed het en hoe! Zijn stem heeft zich enorm ontwikkeld tot een echte spinto-formaat, waarmee hij alle hoeken van de zaal makkelijk bereikte, ook waanneer hij pianissimo zong. Buitengewone prestatie.

Alvaro (Roberto Aronica) & Carlo (Franco Vassallo)

Roberto Aronica (Alvaro) en Franco Vassalo (Carlo) © Monika Rittershaus

 

Zijn grote aria ‘La vita è inferno all’infelice’ gaf hij – geholpen door de prachtige klarinet solo –  de nodige weemoed en klaagtonen mee. En je wist het: deze Alvaro heeft het allemaal al gezien, hij wilt echt  niet meer. Toch hoorde je in zijn interpretatie voldoende heroïek om er zeker van te zijn dat, mocht het nodig zijn hij tot het bittere einde zal vechten.

Wat hij ook deed. Eerst op het slagveld waar hij gewond raakte en daarna, jaren later, in het duel met Carlo, met wie hij eerst vrienden voor het leven werd en met wie hij de vriendschap met een schitterend gezongen duet bezegelde.

Carlos (Franco Vassallo) en Alvaro (Roberto Aronica)

Franco Vassalo (Carlo) en Roberto Aronica (Alvaro) © Monika Rittershaus

Dat je die Carlo niet echt moest vertrouwen, dat had Alvaro best kunnen weten, ook zonder de ware identiteit van de man te kennen. Een gokkende zuipschuit en een vechtersbaas, niet echt materiaal voor de beste vriend zou je zeggen. Franco Vassalo zette die rol uitstekend neer. Hij beschikt over een grote, warme Verdi-bariton waarmee hij mij volledig wist te overtuigen

Preziosilla (Veronica Simeoni), dansers en Koor van de Nationale Opera

Veronica Simeoni (Preziosilla) © Monika Rittershaus

Veronica Simeoni (Preziosilla) viel mij helaas tegen. In plaats van een ronde en kruidige mezzo met een vibrerende laagte hoorde ik een dunne sopraan die haar krachten werkelijk tot het uiterste moest spannen om nog iets van haar ‘Viva la guerra’ te maken. Voor het ‘Rataplan’ heeft de regisseur haar een Turks haremkostuum aangemeten en haar heeft laten dansen, waardoor haar stemgebreken minder opvielen. En het moet gezegd: zij zag er mooi uit en in het dansen deed ze niet onder voor de mannen van het ballet (choreografie Otto Pichler).

 

Leonora (Eva-Maria Westbroek) & Guardiano (Vitalij Kowaljow)

Vitalij Kowaljow (Padre Guardiano) en Eva-Maria Westbroek © Monika Rittershaus

Vitalij Kowaljow zong een warme, meevoelende Padre Guardiano en Allessandro Corbelli wist het publiek te bespelen met zijn semi komische rol van Fra Melitone.

 

La forza_368-1

Alessandro Corbelli (Fra Melitone) © Monika Rittershaus

Alle kleine rollen waren meer dan voorbeeldig bezet en dat mag toch echt een unicum heten. Carlo Bosi zette een voortreffelijke Mastro Trabuco neer, wat een zanger en wat een acteur! Peter Arink was een uitmuntende chirurg en de rol van un alcade lag voortreffelijk in handen (of moet ik zeggen stembanden?) van de – zoals altijd – meer dan de betrouwbare Roger Smeets.

Leonora (Eva-Maria Westbroek) & Curra (Roberta Alexander)

Eva-Maria Westbroek en Roberta Alexander (Curra) © Monika Rittershaus

Toch moesten ze allemaal verbleken bij Roberta Alexander (Curra). Met haar 68 jaar gaf ze een zowat openbare les in een rol zingend acteren en men kan alleen maar betreuren dat haar rol zo klein was. Beste DNO: mogen we mevrouw Alexander nog wat vaker op de Amsterdamse planken meemaken? Alstublieft?

 

La Forza

Peter Arink (un chirurgo) en Roberta Alexander (Curra) bij het slotapplaus © Lieneke Effern

Bij de nazit kwam ik Antonio Pappano tegen, toch niet iemand die de DNO-premières platloopt. Daar was een simpele verklaring voor: de productie gaat richting het Londense ROH, waar hij het zal dirigeren. Het is natuurlijk afwachten of Pappano de opera nog beter zou kunnen laten klinken dan Mariotti in Amsterdam heeft laten horen, maar dat denk ik eerlijk gezegd niet. Maar één ding weet ik zeker: zo’n (mannen)koor, dat krijgen ze daar, in Londen, zeer zeker niet. Zo’n koor vind je gewoon nergens.

Mensen: op naar het Waterlooplein, deze productie mag u niet missen!

Zie voor meer informatie: http://www.operaballet.nl/nl/opera/2017-2018/voorstelling/la-forza-del-destino

Discografie: GIUSEPPE VERDI: LA FORZA DEL DESTINO