Carlo_Bosi

Gedenkwaardige Adriana Lecouvreur uit de Met

In de serie Live from the Met werd zaterdag 12 januari Cilea’s Adriana Lecouvreur uitgezonden. Met een topcast in een klassieke productie werd het een gedenkwaardige avond. Peter Franken doet verslag.

adriana_lecouvreur aleardo_villa_-_

Francesco Cilea is een van die operacomponisten die hun bekendheid danken aan een enkel werk, in zijn geval Adriana Lecouvreur. De opera ging op 26 november 1902 in Milaan in première. In 1904 was er een reeks opvoeringen in Londen. Na een onderbreking van een eeuw stond de opera aldaar in 2010 weer op het affiche met Angela Gheorghiu en Jonas Kaufmann. Het betrof een coproductie van ROH, Wenen, San Francisco, Liceu en Bastille. Later heeft de Met zich daar nog bijgevoegd waar de productie dit seizoen première heeft. Het wachten is nu uiteraard op DNO om deze rij compleet te maken.

Adriana is een mooi voorbeeld van een bijna vergeten opera die plotseling in de belangstelling komt te staan doordat meerdere huizen zich er over ontfermen. Uiteraard is dat geen artistiek altruïsme maar veeleer een tactiek om de kosten te drukken en het risico te spreiden.

adriana freni

Dat wil overigens niet zeggen dat het werk nooit eens ergens te zien was. La Scala heeft het al decennia op het repertoire en bij tijd en wijle wordt het weer eens ten tonele gevoerd. Zo ook in 2007 met Daniela Dessi en Fabio Armilliato in de hoofdrollen. Deze productie uit de jaren ’80 is op dvd verkrijgbaar met Mirella Freni in de titelrol. Het was mijn eerste bezoek aan La Scala en ik heb er mooie herinneringen aan.

Uiteraard was Adriana ook te horen in de ZaterdagMatinee. In 1965 vertolkte Magda Olivero de titelrol en zelfs op cd is te horen hoe prachtig ze kon acteren dat ze dood ging.

adriana magda

Magda Olivero als Adriana

En in 2006 stond Nelly Miricioiù als Adriana op het toneel, haar revanche na de mislukte Norma bij DNO het jaar daarvoor.

adriana nelly

DE OPERA

adriana schilderij

Charles Antoine Coypel: Adrienne Lecouvreur en Cornélie (1726)

Adriana Lecouvreur is een gevierd actrice aan de Comédie Francaise, zo rond 1700. Zij is verliefd op een officier uit het gevolg van de graaf van Saksen, die in werkelijkheid de graaf zelf is. Deze probeert zich tot koning van Polen te laten kronen en heeft daar Franse hulp bij nodig. Daartoe maakt hij de invloedrijke Prinses van Bouillon het hof.

De Prins van Bouillon heeft zo zijn eigen besognes, hij is regelmatig aan de Comédie vanwege zijn maîtraisse Duclos, een collega van Lecouvreur. Verder is hij een gevorderd amateur chemicus die een vluchtig poeder heeft weten te maken dat bij inademing delirium en een snelle dood tot gevolg heeft.

Gaandeweg komt Adriana achter de ware identiteit van haar officier en ontdekt de prinses dat ze haar aanbidder moet delen met een ander, en nog wel een actrice. Dat geeft uiteraard problemen en die leiden uiteindelijk tot Adriana’s dood. De gimmick in het verhaal is een bosje viooltjes. Adriana geeft het aan Maurizio, deze geeft het op zijn beurt aan de Prinses. In de laatste akte ontvangt Adriana een kistje met daarin de verlepte viooltjes. Deze zijn vergiftigd met het poeder dat de Prinses van haar echtgenoot heeft ‘geleend’. Als Adriana  deze aan haar lippen brengt, wordt ze onwel en sterft kort daarna.

Kort na het begin van de handeling zingt Adriana Io sono l’umile ancella waarin zij aangeeft slechts de nederige dienares van de kunst te zijn. De muzikale lijn van deze aria vormt zo ongeveer de enige pijler waarop de rest van het werk rust.

Cilea heeft zeer pakkende muziek gecomponeerd die de handeling uitstekend ondersteunt, maar melodisch is het niet zeer gevarieerd. Aan het einde zingt Adriana nog de tweede hit waar de opera om bekend staat, Poveri fiori als ze de verlepte viooltjes aanschouwt en zodoende wordt herinnerd aan het verlies van haar minnaar Maurizio. Adriana Lecouvreur staat daarom ook wel bekend als de opera met de twee hits.

 

DE UITVOERING

adriana-lecouvreur-43
De productie van David McVicar is uiterst conventioneel, een kostuumdrama geheel volgens het libretto. Dat lijkt de kant te zijn die McVicar meer en meer op gaat, zeker ook getuige zijn Anna Bolena en Maria Stuarda in de Met. Toch wel tamelijk verrassend als je terugdenkt aan zijn eerdere werk zoals Glyndebourne’s Giulio Cesare (de “Bollywood productie”) en ROH’s Salome. Nou kan Adriana het wel hebben, dat kostuumdrama, aangezien er sprake is van een toneel (Comédie Francaise) op het operatoneel en dat werkt beter als de acteurs niet van kostuum hoeven te wisselen als ze van het ene toneel op het andere stappen.

Het ballet in de derde akte is muzikaal niet echt een hoogtepunt en zou wat mij betreft wel geschrapt mogen worden. Het werd uitgevoerd als een parodie op klassiek ballet met een hoop gedoe met linten en draden. Voor de verhaallijn is het niet essentieel, de confrontatie van Adriana met de Prinses wordt er slechts door onderbroken zonder dat er iets aan wordt toegevoegd.

adriana-confrontation

Anna Netrebko looks on jealously at Piotr Beczała kissing Anita Rachvelishvili’s hand in Adriana Lecouvreur.
(© Ken Howard)

Piotr Beczala  gaf een uitstekende vertolking van Maurizio, gevangen in een conflict tussen zijn ambitieuze manipulerende publieke kant en zijn naar echte liefde verlangend private zijde.

adriana anna

© Ken Howard

Anna Netrebko overtuigde als Adriana, haar acteren was van grote klasse en haar twee hits voldeden geheel aan mijn verwachtingen. Anita Rachvelishvili is haar ideale tegenspeelster. Eerder dit seizoen stonden beide dames elkaar in Aida ook al naar het leven als rivalen in de liefde, als respectievelijk Aida en Amneris. Ook nu was het vuurwerk tijdens hun vocale en verbale uitwisselingen. De typering  catfight was hier zeker op zijn plaats.

Hieronder Anna Netrebko (Adriana) en Anita Rachvelishvili (Prinses van Bouillon) in een fragment uit de tweede acte, gefilmd tijdens de final dress rehearsal:

Rachvelishvili gaf zeer geloofwaardig gestalte aan de invloedrijke vrouw die behalve de obligate abt als cicibeo ook nog een serieuze aanbidder heeft en daarbij berekening verwart met liefde.

adriana2

Ambrogio Maestri (center) plays stage manager Michonnet, and Patrick Carfizzi (left) plays Quinault in Adriana Lecouvreur.
(© Ken Howard)

Nog niet genoemd is de figuur van Michonnet, de oudere regisseur die net als Hans Sachs voor Eva een “vaderlijke” belangstelling heeft voor zijn jonge protegée Adriana en tegen het einde zichzelf moet overtuigen van het feit dat hij toch echt te oud voor haar is. Ambrogio Maestri was een mooie typecast in deze rol.

Maurizio Murano als Prins van Bouillon en Carlo Bosi als de abbé zorgden voor comic relief in de eerste akte met hun optreden als duo List en Bedrog. In de derde akte vervulde de abbé meer de rol van het doorratelende speeltje van de Prinses culminerend in de scène waarin ze hem haar waaier in de mond propt om hem het zwijgen op te leggen. Mooi detail.

adriana-act-last

Anna Netrebko and Piotr Beczała, The final scene (© Ken Howard)

De muzikale leiding was in handen van Gianandrea Nosedo die kan terugkijken op een buitengewoon geslaagde voorstelling. Het moet een waar genoegen zijn om te kunnen werken onder deze omstandigheden: een uitstekend orkest en een gedroomde cast. Het is te hopen dat er een video opname beschikbaar komt volgende jaar. Deze Adriana verdient het om bewaard te worden voor komende generaties operaliefhebbers.

Beczala en Netrebko:

Tekst: Peter Franken

Daniela Dessì schittert als ADRIANA LECOUVREUR

La forza del destino bij De Nationale Opera in Amsterdam

La forza del Destino

© Foto Petrovsky&Ramone

Als geen ander wist Verdi wat noodloot was. Kort na elkaar verloor hij zijn beide kinderen en zijn vrouw en aangezien zijn eerste opera’s hem niet het succes brachten waar hij van droomde dacht hij al aan opgeven. Toch verzoende hij zich met zijn lot en ging dapper verder, wat hem geen windeieren heeft gelegd. Of hij iets van zichzelf aan het personage van Alvaro, de held van La forza del destino (De macht van het noodloot) heeft gegeven, dat weten we natuurlijk niet, maar echt uitgesloten is het niet.

La forza_037

© Monika Rittershaus

Het noodlot is voor Alvaro zeer ongenadig; ondanks zijn beste bedoelingen loopt alles in de soep. Per ongeluk doodt hij zijn schoonvader in spe en in een door hem ongewild duel verwondt hij dodelijk de broer van zijn geliefde die, voor hij sterft, nog de kans ziet om zijn zus te vermoorden.

lEonora (Eva-Maria Westbroek) & aLVARO (Roberto Aronica)

Roberto Aronica (Alvaro) en Eva-Maria Westbroek (Leonora) © Monika Rittershaus

Iedereen dood en hoe nu verder? In de eerste versie van de opera liet Verdi zijn held zelfmoord plegen, maar bij nader inzien liet hij hem zich met het (nood)lot verzoenen en het verder in Gods handen leggen. Het noodlot waar niet aan valt te ontsnappen, het kinderlijk naïeve vertrouwen in God en – of misschien voornamelijk – moeder Maria: zie hier de belangrijkste thema’s van de opera.

 

La Forza christof loy

Christoph Loy © De Nationale Opera

Christoph Loy heeft het goed begrepen en trakteerde ons op een onwaarschijnlijk goede, mooie, logische en librettogetrouwe productie. Wanneer zie je nog dat als er zwaarden getrokken moeten worden er ook daadwerkelijk zwaarden worden getrokken, en als er een pistool moet afgaan er ook daadwerkelijk een pistool afgaat? Om maar iets te noemen?

Het zou vanzelfsprekend moeten zijn, maar dat is het helaas niet (meer). Dat alleen maakt het reisje richting Waterlooplein meer dan waard. Maar er is natuurlijk veel meer, want laten we eerlijk zijn: voor de regie ga je niet naar de opera, althans ik niet.

 

La Forza Michele_Mariotti_I4Q5944©Rocco_Casaluci_2015-copia

Michele Mariotti © Rocco Casaluci

Met het orkest en het koor zat het meer dan snor. Maestro Michelle Mariotti ontlokte het Nederlands Philharmonisch Orkest de mooiste en zoetste klanken. Hij liet het orkest fluisteren en waar nodig brullen, het voelde als een openbare masterclass Verdi-dirigeren.

Muti-achtig volgde hij de partituur op de voet en voorzag elke noot van de juiste kleur, maar de glans en schittering en de soms iets extreem geaccentueerde tempi en accenten, die deden mij het meest aan de jonge Abbado denken. Het voelde alsof de beide maestri samen Amsterdam aandeden om het Nederlandse publiek een avondje echte Verdi voor te schotelen. Mamma mia! Dat hoor je niet iedere dag, gelooft u mij maar!

Leonora (Eva-Maria Westbroek)

Eva-Maria Westbroek (Leonora) © Monika Rittershaus

Eva-Maria Westbroek (Leonora) gaf ons alles wat ze had. Of eigenlijk meer, want bij ‘Pace, pace, mio Dio’ aangekomen kwam ze een beetje in ademnood en haar krachten lieten haar in de steek. Desalniettemin: zeer bewonderenswaardig! Haar Leonora was voornamelijk kwetsbaar en o zo makkelijk te verwonden. Dat hoorde je zeer goed aan het einde van de eerste akte: haar ‘La Vergine degli Angeli’ was meer dan ontroerend. Geholpen door de mannen van het Koor van de Nationale Opera liet ze mij de pauze ingaan met tranen in de  ogen.

Alvaro is één van de zwaarste Verdi-rollen en ik betwijfelde het of Roberto Aronica het aan zou kunnen. Ik kende hem alleen van licht lyrische rollen, Nemorino (L’Elisir d’amore) en Rodolfo (La Bohéme) en daarmee vergeleken is Alvaro een ware Mont Everest. Nou, geloof mij, Aronica deed het en hoe! Zijn stem heeft zich enorm ontwikkeld tot een echte spinto-formaat, waarmee hij alle hoeken van de zaal makkelijk bereikte, ook waanneer hij pianissimo zong. Buitengewone prestatie.

Alvaro (Roberto Aronica) & Carlo (Franco Vassallo)

Roberto Aronica (Alvaro) en Franco Vassalo (Carlo) © Monika Rittershaus

 

Zijn grote aria ‘La vita è inferno all’infelice’ gaf hij – geholpen door de prachtige klarinet solo –  de nodige weemoed en klaagtonen mee. En je wist het: deze Alvaro heeft het allemaal al gezien, hij wilt echt  niet meer. Toch hoorde je in zijn interpretatie voldoende heroïek om er zeker van te zijn dat, mocht het nodig zijn hij tot het bittere einde zal vechten.

Wat hij ook deed. Eerst op het slagveld waar hij gewond raakte en daarna, jaren later, in het duel met Carlo, met wie hij eerst vrienden voor het leven werd en met wie hij de vriendschap met een schitterend gezongen duet bezegelde.

Carlos (Franco Vassallo) en Alvaro (Roberto Aronica)

Franco Vassalo (Carlo) en Roberto Aronica (Alvaro) © Monika Rittershaus

Dat je die Carlo niet echt moest vertrouwen, dat had Alvaro best kunnen weten, ook zonder de ware identiteit van de man te kennen. Een gokkende zuipschuit en een vechtersbaas, niet echt materiaal voor de beste vriend zou je zeggen. Franco Vassalo zette die rol uitstekend neer. Hij beschikt over een grote, warme Verdi-bariton waarmee hij mij volledig wist te overtuigen

Preziosilla (Veronica Simeoni), dansers en Koor van de Nationale Opera

Veronica Simeoni (Preziosilla) © Monika Rittershaus

Veronica Simeoni (Preziosilla) viel mij helaas tegen. In plaats van een ronde en kruidige mezzo met een vibrerende laagte hoorde ik een dunne sopraan die haar krachten werkelijk tot het uiterste moest spannen om nog iets van haar ‘Viva la guerra’ te maken. Voor het ‘Rataplan’ heeft de regisseur haar een Turks haremkostuum aangemeten en haar heeft laten dansen, waardoor haar stemgebreken minder opvielen. En het moet gezegd: zij zag er mooi uit en in het dansen deed ze niet onder voor de mannen van het ballet (choreografie Otto Pichler).

 

Leonora (Eva-Maria Westbroek) & Guardiano (Vitalij Kowaljow)

Vitalij Kowaljow (Padre Guardiano) en Eva-Maria Westbroek © Monika Rittershaus

Vitalij Kowaljow zong een warme, meevoelende Padre Guardiano en Allessandro Corbelli wist het publiek te bespelen met zijn semi komische rol van Fra Melitone.

 

La forza_368-1

Alessandro Corbelli (Fra Melitone) © Monika Rittershaus

Alle kleine rollen waren meer dan voorbeeldig bezet en dat mag toch echt een unicum heten. Carlo Bosi zette een voortreffelijke Mastro Trabuco neer, wat een zanger en wat een acteur! Peter Arink was een uitmuntende chirurg en de rol van un alcade lag voortreffelijk in handen (of moet ik zeggen stembanden?) van de – zoals altijd – meer dan de betrouwbare Roger Smeets.

Leonora (Eva-Maria Westbroek) & Curra (Roberta Alexander)

Eva-Maria Westbroek en Roberta Alexander (Curra) © Monika Rittershaus

Toch moesten ze allemaal verbleken bij Roberta Alexander (Curra). Met haar 68 jaar gaf ze een zowat openbare les in een rol zingend acteren en men kan alleen maar betreuren dat haar rol zo klein was. Beste DNO: mogen we mevrouw Alexander nog wat vaker op de Amsterdamse planken meemaken? Alstublieft?

 

La Forza

Peter Arink (un chirurgo) en Roberta Alexander (Curra) bij het slotapplaus © Lieneke Effern

Bij de nazit kwam ik Antonio Pappano tegen, toch niet iemand die de DNO-premières platloopt. Daar was een simpele verklaring voor: de productie gaat richting het Londense ROH, waar hij het zal dirigeren. Het is natuurlijk afwachten of Pappano de opera nog beter zou kunnen laten klinken dan Mariotti in Amsterdam heeft laten horen, maar dat denk ik eerlijk gezegd niet. Maar één ding weet ik zeker: zo’n (mannen)koor, dat krijgen ze daar, in Londen, zeer zeker niet. Zo’n koor vind je gewoon nergens.

Mensen: op naar het Waterlooplein, deze productie mag u niet missen!

Zie voor meer informatie: http://www.operaballet.nl/nl/opera/2017-2018/voorstelling/la-forza-del-destino

Discografie: GIUSEPPE VERDI: LA FORZA DEL DESTINO