De op een episode uit de Inferno uit Dante`s La divina comedia gebaseerde schurkenkomedie is een heerlijk niemendalletje waarin de personages niet voor elkaar onderdoen in hun – best aandoenlijke – semiverdorvenheid.
De opera voelt als een ontspannende ademhaling na de voorafgaande twee donkere uren gevuld met passie en moord. Het valt mij dus niet mee om Gianni Schicchi los te weken van de Trilogie waar hij bij hoort. De komische éénakter zit bijna altijd vast aan Il Tabarro en Suor Angelica, want was het Puccini’s bedoeling niet om die drie, totaal verschillende korte opera’s tot een schijnbaar onmogelijke drie-eenheid samen te smelten? Iets, wat hem ook waanzinnig goed is gelukt, maar waar menig operabaas anders over denkt?
Vladimir Jurowski/Annabel Arden/Glyndebourne 2004
Maar mocht u het werkje alleen willen hebben, dan kan het. En dan bent u het beste uit met de registratie uit Glyndebourne 2004 (Opus Arte OA 918 D). Ik kan u dan ook meteen geruststellen: ook in vergelijking met andere producties is deze zonder meer aan te bevelen, want:
a) onvoorstelbaar leuk en slim geregisseerd en
b) goed geacteerd en gezongen.
Felicity Palmer is misschien de beste Zita ooit. Hoe zij het woordje ‘ladro’ (dief) uitspreekt, kostelijk en onnavolgbaar! Marie McLaughlin is een weergaloze La Ciesca, vrouw van Marco, Buoso’s zoon. Voor die twee dames alleen al is het de moeite waard om de dvd aan te schaffen.
Maar er is natuurlijk meer: Sally Matthews is een zeer prettig zingende Lauretta en Alessandro Corbelli is de vleesgeworden Schicchi. De enige die een beetje uit de toon valt is Massimo Giordani: zijn Rinuccio had jeugdiger en onnozeler gekund.
De kostuums en het decor zijn prachtig, de slimme regie van Annabel Arden librettogetrouw en de directie van de jonge Vladimir Jurowski sprankelend en opwindend. Dat het eind sterk doet denken aan ‘Room with a view’ is lekker meegenomen.
Alessandro Corbelli als Schicchi uit de opname:
James Conlon/Woody Allen/San Francisco 2015
In 2008 was het niemand minder dan Woody Allen die Gianni Schicchi onder handen heeft genomen, het was zijn eerste (en meteen ook de laatste) operaregie. De recensies waren wisselend, maar men was vol lof over de directie van James Conlon en de vertolkers van de hoofdrollen (o.a. Thomas Allen en Saimir Pirgu). Pas bij de herneming in 2015 werd de productie door Sony (88985 315089) voor dvd opgenomen, met een geheel nieuwe cast.
Nu ben ik een echte Domingo-fanaat, maar de komische rol van de sympathieke schurk Schicchi ligt hem gewoon niet. Hij ziet er best leuk uit in zijn maffioso-outfit, maar voor die rol mist hij een paar lage noten. Nergens kan hij mij ook overtuigen als een volkse schavuit, hij zingt gewoon te serieus.
Andriana Chuchman is een aardige Lauretta, maar Arturo Chacón-Cruz is een behoorlijk ondermaatse Rinuccio. Zijn ‘Avete torto’ doet pijn aan mijn oren. Ook Meredith Arwady (Zita) is niet om over naar huis te schrijven. Jammer.
Woody Allen zelf was niet aanwezig was bij de herneming en dat is misschien de verklaring waarom ik het alles behalve grappig en/of leuk vindt.
Lorin Maazel 1977
Alleen al het lezen van de recensies over Gianni Schicchi, doen mij verlangen naar de uitvoering eerdaags op de bühne van de Nationale Opera. Het is namelijk zo’n geweldig, komisch en typisch Pucciniaans werk.
En nu maar hopen, dat het niet weer om zeep wordt geholpen door een regisseur. Het besluit om Puccini’s drieluik te scheiden is op zich al een doodzonde. Wat niet wil zeggen, dat ik de Florentinische Tragödie geen mooi werk vind, maar die had beter gekoppeld kunnen worden aan een andere opera van Zemlinsky.
LikeLiked by 1 persoon