kamermuziek/solorecitals

Evocación: Mengjie Han speelt Albéniz en Ravel. En hoe!

Evocaciom Mengije Han

De titel van het album,‘Evocación’, daar is goed over nagedacht. Het woord ‘evocatie’ betekent het  oproepen van beelden. Of gevoelens, en dat is precies wat deze cd met je doet. Het is tevens ook de titel van één van de stukken uit de pianosuite ‘Iberia‘ van Isaac Albéniz. De anderhalf uur durende cyclus is ontstaan als een hommage aan het geboorteland van de componist.

De – zeer impressionistische – compositie combineert Spaanse volksmuziek met het transcendentale idioom van Liszt. Koren op de molen van Mengjie Han, de jonge Nederlandse pianist die in 2014 één van de winnaars was van het Liszt-concours.

Hieronder het optreden van Mengjie Han tijdens het Finale-Gala van de Liszt Competitie op 8 november 2014:

Maar ook achter Ravels ‘Le tombeau de Couperin‘ staat een verhaal. Of eigenlijk: zes verhalen, want elk deel van dit werk is opgedragen aan een van de zes vrienden van de componist die tijdens de Eerste Wereldoorlog waren gesneuveld.

Han is een zeer tot de verbeelding sprekende pianist, iets wat zonder meer door zijn kleurrijke, fantasievolle spel komt. Doordat hij het technisch volkomen beheerst kan hij zich op de verhalen achter de noten concentreren en ze – ogenschijnlijk moeiteloos – naar de luisteraar overbrengen.

Zijn spel is zo uitermate boeiend dat ik er eindeloos naar zou kunnen luisteren. Iets, wat ik ook doe: de ‘reapeat-knop’ staat aan.


EVOCACIÓN
ISAAC ALBÉNIZ: Selection from Iberia
MAURICE RAVEL: Le Tombeau de Couperin
Mengjie Han
Cobra Records 0058 • 63′

Mélancolie van Miki Aoki is gewoon waardeloos

Melancolie

Ik had gewaarschuwd moeten zijn. Wie zijn recital Melancholie noemt stevent met voorbedachte rade op beoogd effect: de potentiële luisteraar bij voorbaat in de gewenste stemming te brengen.

Maar ook op de verkoopcijfers want niets verkoopt zo goed als zieligheid en tristesse. Als het maar in mineur staat! Nu is er helemaal niets mis met beiden, maar dan moet men kwaliteit kunnen bieden, want de zak met treurigheid is werkelijk onuitputtelijk. Laat dat nou net niet het geval zijn: het niveau van de mij onbekende Miki Aoki is werkelijk bedroevend.

Het  eerste nummer al, de ‘Mélancolie’ van Francis Poulenc is niet anders dan een cascade van lege klanken, van een nietszeggende gepingel. De noten staan er wel op, dat wel, maar verder?

Hier wordt ik hysterisch van en krijg de neiging om te gaan gillen, al was het om de iele pianoklanken te doen verstommen. Ik pak even de opname van Julien Lellac er bij en kan weer ademhalen.

Hieronder trailer van de opname:

‘Souvenir de Chopin’ van Arthur Honegger zou de reminiscentie aan de grote Pool moeten zijn, maar dat is het niet. Wat moet ik nog meer zeggen? Dat haar Satie ronduit saai is? En dat de ‘Prélude’ van Georges Auric (onderdeel van Album de Six) zo hard klinkt dat de door haar beoogde melancholie met schrik is verdreven?


MÉLANCOLIE
Pianowerken van Eric Satie, Francis Poulenc, Darius Milhaud, Arthur Honegger, Louis Durey, Georges Auric, Germaine Taifferre
Miki Aoki, piano
Profil Hänssler PH15023 • 66′

Piano werken van Sergei Bortkiewicz: wat een ontdekking!

Bortkiewicz

Lieve mensen: deze cd is gewoon grandioos! Stiekem betrap ik mij op de gedachte dat het wellicht één van de mooiste pianorecitals van de laatste tijd is. Niet dat Sergei Bortkiewicz nu echt een onderkende genie is, maar sinds wanneer is genialiteit de voorwaarde voor de waardering en – belangrijker – voor het pure genot?

Ik kende de componist voornamelijk van zijn vocale werken en meen mij ooit een of ander pianowerkje van hem te hebben gehoord, zonder dat het een bijzondere indruk op mij heeft gemaakt. De reden dat ik zonder veel animo de cd in mijn speler heb gestopt en zie maar! Daar zat ik dan op mijn bank, met ingehouden adem schaamteloos te genieten.

Pavel Gintov speelt ‘Chaos’ uit de Esquisses de Crimée van Bortkiewicz:

Bortkiewicz werd in 1877 geboren in Charkov, een Oekraïense stad bekend door zijn vele opstanden, onder andere die van de kozakkenleider Chmielnicki. Sinds 1667 behoorde de stad, samen met het oostelijke deel van Oekraïne tot de tsaristische rijk en toen de bolsjewieken Charkov overnamen werd de Bortkiewicz-familie volledig beroofd.

Samen met zijn vrouw vluchtte de componist eerst naar de Krim en daarvandaan, samen met andere honderdvijftigduizend Russische vluchtelingen naar Constantinopel.

Geholpen door vrienden vervolgden de Bortkiewiczs hun weg naar Sofia en Belgraad om uiteindelijk Wenen te bereiken. In 1925 verwierven ze de Oostenrijkse nationaliteit. Na de tweede wereldoorlog werd de componist benoemd tot hoofd van het onderwijsprogramma aan het Weens conservatorium.

In 1952 werd Bortkiewicz kortstondig populair maar algauw werd hij gewoon vergeten. Zijn zeer toegankelijke pianostukken zijn sterk geïnspireerd door Chopin, Liszt en vroege Scriabin, maar ook Schumann is nergens ver weg. De Esquisses de Crimée op. 8 componeerde Bortkiewicz in 1908 als een ode aan de prachtige natuur van de schiereiland Krim waar hij toen verbleef.

De Oekraïense pianist Pavel Gintov speelt zeer beeldig, zijn aanslag is soepel en zijn interpretatie vurig.


SERGEI BORTKIEWICZ
Esquisses de Crimée op. 8 – Minuit op. 5 – Lyrica Nova op. 59 – Lamentation and Consolation op. 17 nr. 3 & 4 – Étude in gis, op. 15 nr. 6 – in e, op. 15 nr. 10 – in cis, op. 29 nr. 3 – in Es, op. 29 nr. 6 – Prélude in b, op. 40 nr. 2 – in Fis, op. 40 nr. 4 – in E, op. 40 nr. 7 – Consolation in Es, op. 17 nr. 8
Pavel Gintov (piano)
Piano Classics PCL0120 • 65′

 

MUSIC OF ANOTHER WORLD: SZYMON LAKS

 

Laks archief André Laks

Szymon Laks © Archiv André Laks

 

How many music lovers, even seasoned ones, have heard of Szymon Laks? Let alone of his music? Fate has been unkind to the Polish-French composer. Laks survived the hell of Auschwitz thanks to music: after he was taken captive, he was appointed conductor of the concentration camp’s orchestra.

Laks book

Laks wrote a book about his time in the camp, after which he became known as the ‘kapellmeister of Auschwitz’. Extremely painful. Like his son André stated: it may be true his father survived the war thanks to music, it should never be forgotten he mainly lived for music as well.

Laks Klüger

Ruth Klüger © Kerrin Piche Serna, University Communications

Ruth Klüger, a famous author, Germanist and Holocaust survivor wrote about Auschwitz in her book ‘Still Alive: A Holocaust Girlhood Remembered’ : “The name itself has an aura, albeit a negative one, that came with the patina of time, and people who want to say something important about me announce that I have been in Auschwitz. But whatever you may think, I do not hail from Auschwitz, I come from Vienna.”

Laks Polska Orkiestra Radiowa

© Polska Orkiestra Radiowa

Szymon Laks did not hail from Auschwitz, he was born in 1901 in Warsaw. He left for Paris in 1926 to finish his musical studies there. He studied with Pierre Vidal and Henri Rabaud and soon became part of the “Paris School.” A group consisting mainly of young, Eastern European composers like Bohuslav Martinů and Marcel Mihalovici,  with composers like Honegger, Milhaud and Poulenc as central figures.

This French school with its formal structures and neoclassical lines was a great influence on Laks, especially in his earlier works, but his oeuvre was also strongly rooted in the Polish tradition. Polish music, both classical and folk music was his biggest inspiration.

Laks deportatie

 

In May 1941 Laks was arrested and interned in the French camp Pithiviers as a foreign Jew. On July 16th 1942 he was deported from there to Auschwitz. In 1944 he was transferred to Dachau. After his liberation he returned to Paris.

Laks document

Before the war Laks worked in cinemas as an accompanist of silent films, and also played the violin in cafés. After the war all he composed, with a few exceptions, was film music.  In 1962 he started to compose again, but this period did not last very long.

Laks with son

Szymon Laks with his son André © Archiv André Laks

 

In 1967 Laks stopped composing altogether. The Six-Day War played a role in that decision, as well as the huge antisemitic wave that followed it in Poland. He told his son that he felt composing music was no longer of any use at all. The events in the Middle-East and the antisemitic excesses in Poland meant to Laks that the existence of the Jewish people was under threat once again.

The exodus of the remaining Polish Jews in  1968 did not only embitter him, but also worsened his attacks of depression which had plagued him for a long time.

Szymon Laks was an assimilated Jew who always felt more Polish than Jewish. For this reason his pre-war works were not influenced by Jewish traditions, something which changed shortly after the war.  In 1947 Laks composed his song cycle ‘Huit chants populaires juifs’ followed soon afterwards by stage music for ‘Dem sjmiets techter’ by Peretz Hirschbein.

 

ARC ENSEMBLE

Laks

The Canadian ARC Ensemble has been working on a series “Music in Exile”  for several years now. After the first two volumes with music by Paul Ben-Haim and Jerzy Fitelberg (the latter was nominated for a Grammy) they have now dedicated volume three to the music of Szymon Laks.

This CD is worth buying for the Fourth String Quartet from 1962 alone. This rhythmical work shows strong jazz influences in a classicist form. Diverse styles are affectionately combined without actually merging. Almost like passersby in a park,  greeting each other warmly, exchanging a few words, and then continuing their way. Fascinating.

How different from his “Polish” Third String Quartet from 1945 which the Canadian Ensemble recorded in the version for Piano Quintet from 1967! The Quintet has a less serious tone, parts of it are nothing more than pure entertainment. Polish folk melodies are combined with dancing passages, with every now and then time standing still, allowing you to wipe away a tear.

‘Passacaille’ from 1945 is in fact a vocalise, originally composed for voice (or cello) accompanied by piano. Here the piece is performed by a clarinet, a choice I am not entirely happy with because a clarinet simply sounds less warm than a human voice.  Simon Wynberg, the artistic director of the ARC Ensemble, sees the work as Laks’s reaction on his concentration camp experiences, expressing them in his music. Can this be true? I would like to believe it.

Passacaille, in the version for cello and piano:

Almost all pieces get their CD premiere here, but other factors make this CD a real must have as well. The quality of this long neglected music is high, of course, as are the excellent performances by the musicians. Consider buying this CD as a late reparation to the composer, who was definitely more than “kapellmeister of Auschwitz.”

ARC Ensemble records works by Laks:

LEO SMIT ENSEMBLE

Laks Pameijer

In case you want to hear more by Szymon Laks: several years ago the Leo Smit Ensemble recorded a CD with works by Laks (Future Classics 111), which includes the “Huit chants populaires juifs.” The Passacaille is included as well, in the version for flute and piano, masterly performed by Eleonore Pamijer and Marcel Worms.

 


 

 

SZYMANOWSKI QUARTET

Laks Szymanowski

Much recommended as well is the recent recording by the Polish Szymanowski Quartet (Avi 8553158). In addition to the Third String Quartet on Polish themes by Laks from 1945 it includes the String Quartet by Ravel and the Nocturne & Tarantella op. 28 from 1915 by Karol Szymanowski. It is fascinating to compare their performance of the “Polish Quartet” with the adaptation for Piano Quintet by the ARC Ensemble.

 

A few years ago Apple Republic Films started a series of documentaries on Polish-Jewish composers: the Masters Revival Series. In 2012 they made a film on Szymon Laks in collaboration with the composer’s son:

English Translation Remko Jas

Dutch original:  SZYMON LAKS. Muziek uit een andere wereld

MIECZYSŁAW WEINBERG: ‘THE PASSENGER’. English traslation

Entartete Musik, Teresienstadt and Channel Classics

Voice in the Wilderness: music as salvation

BETWEEN TWO WORLDS

Muziek uit een andere wereld: Szymon Laks

Laks portret

Szymon Laks ca. 1965 © André Laks

Hoeveel zelfs doorgewinterde muziekliefhebbers hebben ooit van Szymon Laks gehoord? Laat staan van zijn muziek? Het lot is voor de Pools-Franse componist ongenadig geweest. Dankzij de muziek heeft Laks de hel van Auschwitz overleefd, na zijn gevangenneming werd hij als dirigent van het kamporkest ingesteld.

Laks book

Daar heeft hij een boek over geschreven, waarna hij bekend is geworden als de ‘Kapelmeester van Auschwitz’. Buitengewoon pijnlijk. Zoals zijn zoon André het formuleerde: het is dan wel waar dat zijn vader een deel van zijn leven door de muziek heeft overleefd, maar hij leefde ook en misschien voornamelijk voor de muziek.

Ruth Klüger, een beroemde schrijfster, Germaniste én Holocaust-overlevende in haar boek ‘Verder leven: een jeugd’: “Het woord Auschwitz heeft tegenwoordig een krachtige lading, zij het een negatieve, die in hoge mate bepaalt hoe je denkt over een persoon die er gezeten heeft… Maar zo simpel is dat niet, want wat jullie ook denken mogen, ik kom niet uit Auschwitz, ik kom uit Wenen”.

Laks archief André Laks

© Archiv André Laks

Szymon Laks kwam niet uit Auschwitz, hij werd in 1901 in Warschau geboren. In 1926 vertrok hij naar Parijs om daar zijn muziekstudie af te ronden. Hij studeerde bij Pierre Vidal en Henri Rabaud en al gauw maakte hij deel uit van de zogenaamde ‘Parijse School’. Een groepering die voornamelijk uit jonge Oost-Europese componisten – denk aan Bohuslav Martinů en Marcel Mihalovici – bestond en waar de componisten zoals Honegger, Milhaud en Poulenc het voor het zeggen hadden.

Deze Franse School met zijn formele structuren en neoklassieke lijnen heeft Laks, zeker in zijn vroege werken beïnvloed, maar zijn oeuvre was voornamelijk sterk geworteld in de Poolse traditie. Poolse muziek, zowel de klassieke als de volksmuziek was voor hem de grootste inspiratiebron.Laks deportatie

In mei 1941 werd Laks opgepakt en als buitenlandse Jood geïnterneerd in Pithiviers. Van daaruit werd hij op 16 juli 1942 naar Auschwitz gedeporteerd. In 1944 werd hij overgeplaatst naar Dachau en na zijn bevrijding keerde hij terug naar Parijs.

 

Laks document

Vóór de oorlog werkte Laks in de bioscopen als begeleider van stomme films, hij speelde ook viool in cafés. Na de oorlog schreef hij, op enkele stukken na eigenlijk alleen maar filmmuziek. In 1962 pakte hij het componeren weer op, maar lang heeft het niet geduurd.

Lakas szymon_andre_paulina_lask

Szymon Laks met zijn vrouw en zoon © © Archiv André Laks

In 1967 zette Laks een punt achter zijn componistenleven. Daar is de Zesdaagse Oorlog van invloed op geweest, alsook de daarop volgende grote antisemitische golf in Polen. Hij vertrouwde zijn zoon toe dat muziek componeren in zijn ogen totaal geen zin meer had. De gebeurtenissen in het Midden Oosten en de antisemitische hetze in Polen betekenden voor Laks dat het bestaan van het Joodse volk opnieuw bedreigd werd. De exodus van de laatste Poolse Joden in 1968 heeft hem niet alleen verbitterd maar ook zijn depressie-aanvallen, waar hij al een tijd aan leed, verergerd.

Szymon Laks was een geassimileerde Jood die zich meer Pool dan Jood voelde. Zijn werken van vóór de oorlog werden dan ook niet beïnvloed door de Joodse traditie, iets wat kort na de oorlog veranderde. In 1947 componeerde Laks zijn liederencyclus ‘Huit Chants Populaires Juifs’ en kort erna schreef hij toneelmuziek bij “Dem sjmiets techter’ van Peretz Hirschbein.

ARC ENSEMBLE

Laks

Het Canadese ARC Ensemble is al een paar jaar bezig met de serie ‘Music in Exile’. Na de eerste twee delen met de muziek van Paul Ben -Haim en Jerzy Fitelberg (de laatste werd genomineerd voor de Grammy-award), hebben ze nu hun deel drie aan de muziek van Szymon Laks gewijd.

Alleen al voor het vierde strijkkwartet uit 1962 is deze cd het aanschaffen meer dan waard. Het ritmische werk verraadt sterke, in een classicistische vorm gegoten jazz- invloeden. Diverse stijlen staan hier broederlijk naast elkaar zonder dat ze met elkaar mengen. Denk aan passanten in een park die elkaar hartelijk groeten, een paar woorden met elkaar wisselen en dan weer hun eigen weg vervolgen. Fascinerend.

Hoe anders dan zijn ‘Poolse’ derde strijkkwartet uit 1945, die het Canadese Ensemble in de versie uit 1967 voor pianokwintet heeft opgenomen! Het kwintet is minder serieus van toon, het is bij vlagen zelfs niet meer dan puur entertainment. Poolse volksdeuntjes gaan hier hand in hand met dansante passages, alleen blijft de tijd af en toe even stilstaan en je zo de kans te geven om een traantje weg te pinken.

Passacaille’ uit 1945 is eigenlijk een vocalise, oorspronkelijk gecomponeerd voor zang (of cello) met pianobegeleiding. Het stuk wordt hier uitgevoerd door een klarinet, een keuze die ik als minder gelukkig bestempel, een klarinet klinkt immers minder warm dan een menselijke stem. Simon Wynberg, de artistieke directeur van het ARC Ensemble beschouwt het werk als Laks’ reactie op zijn kampervaringen, alsof hij zijn ervaring hier in de muziek wilde vatten. Of het inderdaad zo is? Ik wil het graag geloven.

Passacaille, hier in de versie voor cello en piano:

Bijna alle werken beleven hier hun cd-première maar dat deze opname echt een must have is ligt aan meer factoren. Dat de kwaliteit van de zo lang zo verwaarloosde muziek hoog is staat buiten kijf, alsook de uitstekende prestaties van de musici. Beschouw het kopen van deze cd als een verlate genoegdoening voor de componist die meer was dan een ‘kapelmeester van Auschwitz’.

ARC Ensemble neemt werken van Laks op:

 

LEO SMIT ENSEMBLE

Laks Pameijer

Mocht u wat meer van Szymon Laks willen horen: het Leo Smit Ensemble heeft al een paar jaar geleden een cd met werken van Laks opgenomen (Future Classics 111), waaronder ook de Huits Chantsa Populaires Juifs. Ook de Passacaille staat er op, hier in de versie voor fluit en piano, meesterlijk gespeeld door Eleonore Pameijer en Marcel Worms


 

SZYMANOWSKI QUARTET

Laks Szymanowski

Zeer aanbevolen is ook de recente opname van het Poolse Szymanowski Quartet (Avi 8553158). Behalve het derde strijkkwartet op de Poolse thema’s van Laks uit 1945, staat er ook het strijkkwartet van Ravel en het Nocturne & Tarantella op.28 uit 1915 van Karol Szymanowski op. Het is fascinerend om hun vertolking van het ‘Poolse kwartet’ met de bewerking voor het pianokwinten door het ARC Ensemble te vergelijken.


Apple Republic Films is een paar jaar geleden begonnen met een serie documentaires over Pools-Joodse componisten: de Masters Revival Series. In 2012 maakten ze samen met de zoon van de componist een film over Szymon Laks:

Zie ook:

PAUL BEN-HAIM
JERZY FITELBERG
DIE PASSAGERIN (Пассажирка)

English translation:
SZYMON LAKS. MUSIC OF ANOTHER WORLD

Dirk Fock: muziek van uitzonderlijke schoonheid

DirkFockSplendor

En alweer duikt er een onbekende naam uit de archieven. Ik weet niet hoeveel mensen ooit de naam van Dirk Fock hebben gehoord, voor mij is hij een grote onbekende.

De Nederlandse dirigent en componist Dirk Fock werd in 1886 geboren in Nederlands-Indië. Zijn vader was een advocaat en provinciebestuurder, een carrière als musicus lag niet voor de hand.

Fock studeerde in Berlijn bij onder anderen Artur Nikitsch. In 1917 verving hij Mengelberg bij het Concertgebouworkest, het orkest dat hij nog vele malen zal dirigeren. Zijn werkterrein breidde zich tot aan de Verenigde Staten waar hij vanaf 1939 permanent ging wonen. Om begrijpelijke redenen veranderde hij daar zijn naam in Foch.

Portrait of Dutch conductor Dirk Fock and Russian composer Igor Stravinsky (b/w photo)

Dirk Fock met Igor Stravinsky in 1926 © Bridgeman Images (via Zefir Records)

Als componist was Fock grotendeels een autodidact. Zijn nagelaten oeuvre is niet echt groot, maar zeker bijzonder te noemen. Hij heeft werken voor piano en viool gecomponeerd, maar met zijn vele liederen, een opera en een mirakelspel op zijn naam verraadt hij een bijzondere fascinatie en liefde voor de menselijke stem.

Zefir Records heeft nu een hele cd met zijn composities laten opnemen. Alle drie de liederencycli vind ik mooi en zeer aangenaam om naar te luisteren, verrassend zijn ze ook.  Zowel Irene Maessen die de Sieben Lieder en Trois Chants voor haar rekening neemt als Mattijs van de Woerd kunnen mij er ook in bekoren. Zeker de bariton, die de Songs of Glory bovendien fascinerend weet te acteren.

DirkFock Maurice

Maurice Lammerts van Bueren

Java Sketches, Focks laatste werk waarin hij de geluiden uit zijn jeugd in Nederlands-Indië heeft verwerkt vind ik van een uitzonderlijke schoonheid. Ze worden ook zeer inspirerend en sprankelend gespeeld door Maurice Lammerts van Bueren. Als u het mij vraagt: een absolute must.


Dirk Fock
Songs and Sketches
Irene Maessen (sopraan), Mattijs van der Woerd (bariton)
Maurice Lammerts van Bueren (piano)
Zefir Records ZEF 9651

Claire Chevallier & Jos van Immerseel: transparante klank maar weinig emoties

Jos van Immerseel

Het repertoire voor piano vierhandig lijkt bijna onuitputtelijk en toch hoor je het niet vaak in de concertzalen. De reden is nogal logisch: vind nou eens een tweetal gelijkgestemde pianisten van formaat, tweelingen en/of andere familieleden daargelaten, die het podium en alle aandacht bereid zijn te delen! Anders is het met de studio-opnamen gesteld, die zijn namelijk niet te tellen.

Dat er dan bijna altijd om de Hongaarse Dansen van Brahms en de Slavische Dansen van Dvořák gaat is niet meer dan begrijpelijk. Het zijn fantastische, emotionerende stukken, makkelijk verteerbaar en met een grote oorwurmfactor.

Het duo Claire Chevallier en Jos van Immerseel is een grote uitdaging aangegaan om al die andere opnamen zo niet te overtroeven dan zeker van een verrassingsfactor te voorzien. Dat laatste is ze zonder meer gelukt. Van Immerseel en Chevallier bespelen een Bechstein uit 1870, een concertvleugel met parallel–besnaring (gewone hedendaagse instrumenten hebben een kruis-besnaring), waardoor, onder andere, de bas-kant veel transparanter klinkt.

En dat klopt aardig, de klank is inderdaad zeer transparant en helder, waardoor het zeer prettig is om er naar te luisteren. Je zou zelfs kunnen stellen dat de opname een zekere rust ademt. Heerlijk, dat wel, maar zijn rust en de – zeker de Hongaarse – dansen niet een contradictio in terminis?


JOHANNES BRAHMS, EDVARD GRIEG, ANTONÍN DVOŘÁK
Music for piano four hands
Claire Chevallier & Jos van Immerseel • 71’

Anna Magdalen Kokits zet Ernst Toch op de kaart. En hoe!

Toch

Ernst Toch (Wenen 1887 – Santa Monica 1964) was, naast Paul Hindemith, Hanns Eisler en Ernst Krenek één van de voornaamste vertegenwoordigers van de Nieuwe Zakelijkheid. Of de Nieuwe Objectiviteit zoals de stroming ook werd genoemd.

De stroming ontstond in de jaren na de Eerste Wereldoorlog als een soort ‘anti-romantische reactie tegen het expressionisme’. Denk aan het Bauhaus in de architectuur en verisme (én het magisch realisme) in de schilderkunst.

Toch zei hij over zichzelf dat hij “the most forgotten composer of the XXth century” was en dat klopt aardig. Want zeg nou eerlijk: heeft u ooit zijn muziek in een concertzaal gehoord? Een frappant feit eigenlijk, want zijn muziek werd best vaak opgenomen. Zijn symfonieën en zijn kamermuziek verschenen (onder anderen) op CPO en Naxos en zijn ‘Joodse’ composities werden uitgebracht door het Amerikaanse Milken Archive. Al die opnamen kan ik u zonder meer aanbevelen.

En nu heeft Toch een nieuwe verdediger van zijn muziek er bij gekregen: de jonge Oostenrijkse pianiste Anna Magdalena Kokits. Kokits is sinds jaren een vurig voorvechtster van hedendaagse muziek, met een sterke voorkeur voor de minder bekende of vergeten repertoire van met name Joodse componisten. Naast haar Toch-project (Kokitis gaat al zijn pianowerken opnemen) staat ook een cd met kamermuziek van Mieczysław Weinberg in de planning.

https://i0.wp.com/www.keowell.com/covers/wp-content/uploads/2017/06/WTtnlMsrotI.jpg

Alle werken die op haar eerste cd staan zijn gecomponeerd tussen 1923 en 1931. Al die composities zijn buitengewoon fascinerend, want bij al zijn zakelijkheid wist Toch de emoties niet uit de weg te gaan. Zoals hij het zelf zo mooi formuleerde: “we kunnen niet ontkennen dat de muziek in essentie romantisch is. Waarbij we de emoties niet mogen verwarren met sentimentaliteit“.

En dat is precies wat Kokitis ook doet. Haar spel is niet alleen virtuoos (luister even naar de derde Burlesque ‘Der Jongleur’ of de hondsmoeilijke ‘Zehn Mittelstufen-Etuden’: wedden dat u naar adem gaat snakken?) maar ook bijna kinderlijk lief in ‘Kleinstadtbilder’. Een aanwinst.


ERNST TOCH
Burlesken op.31, Capricetti op.36, Kleinstadtbilder op.49, Drei Klavierstücke op.32, Sonate op.47, Etüden
Anna Magdalena Kokits, piano
Capriccio C5293 • 61’

Jascha Nemtsov en de Joodse muziek

Jascha Nemtsov - Pianist

Jascha Nemtsov © Susanne Krauss

Het was Nikolaj Rimski-Korsakoff, die in St. Petersburg aan het begin van de vorige eeuw zijn Joodse leerlingen aanspoorde om wat meer interesse te tonen voor hun nationale cultuur. Het was niet tegen dovemansoren gezegd: men begon met het verzamelen van synagogale- en volksmuziek, en algauw verwerkten zij het in hun eigen composities. Zo ontstond het Gezelschap  voor de Joodse Muziek, dat in 1929 door Stalin werd verboden. Sommige van de componisten werden naar de kampen verbannen, enkelen is het gelukt om te emigreren, maar allen werden vergeten.

De hernieuwde belangstelling voor hun muziek is voornamelijk te danken aan de pianist Jascha Nemtsov, één van de grootste ambassadeurs van de Joodse muziek.

Jewish

Op de cd getiteld Jewish Chamber Music treffen wij werken aan van componisten, die tot deze Joodse School behoorden, aangevuld met één van de beste composities van Ernest Bloch: de ‘Suite voor altviool en piano’ uit 1919.

Niet alle composities zijn van hetzelfde hoge niveau. Een echte uitschieter is voor mij  de ‘Totenlieder’ van Alexander Weprik, maar de hele cd is zeer de moeite waard, niet in de laatste plaats vanwege de voortreffelijke uitvoering.

De altvioliste Tabea Zimmerman weet een prachtige toon aan haar instrument te ontlokken: laag, warm en zangerig maar het is de pianist die duidelijk aan het roer staat.

Hieronder: Tabea Zimmermann en Jascha Nemtsov spelen ‘Ornaments – 3 Songs without Words, op. 42 van Alexander Krein:

 


Alexander Weprik, Alexander Krejn, Michail Gnesin,  Grigorij Gamburg, Ernest Bloch
Jewish Chamber Music
Tabea Zimmermann (altviool), Jascha Nemtsov (piano)
Hänssler CD93008

 

Jewish songs

Kent u Abraham Krejn, een klezmer-muzikant en zijn zeven kinderen? De Joodse Bachs werden ze genoemd en daar zit iets in, al klinkt de vergelijking u vreemd in de oren. Zeker, omdat de kans groot is dat u de naam nooit eerder hebt gehoord. Daar bent u trouwens niet alleen in.

Alle zeven kinderen Krejn zijn de muziek ingegaan. Het beroemdst werden broers Alexander en Grigori, beiden actieve leden van het Gezelschap voor de Joodse Muziek.

De meest originele composities op Jewish Songs Without Words zijn van de hand van Grigori Krejn. Op basis van synagogale gezangen schiep hij een eigen wereld, vol weemoedige verlangens.

De ‘Three Hebrew songs without words’ van Grigori’s dertienjarige zoon Julian verraden niet alleen een bijzonder talent, maar ook de invloeden van Berg en Debussy.

Simeon Bellinson, één van de beroemdste klarinettisten van zijn tijd, werkte ook als componist en arrangeur. Voor zijn Suite bewerkte hij de oorspronkelijke composities van Grzegorz Fitelberg, Jacob Weinberg en Boris Levenson.

De klarinettist Wolfgang Meyer is een voortreffelijke musicus, maar zijn toon had voor mij wat warmer mogen klinken.

Bijna alle composities op deze cd beleven hier hun wereldpremière. Het zijn fascinerende werken, een reminiscentie van de wereld die onherroepelijk verloren is gegaan. Jewish Songs Without Words is de vierde cd in een reeks, die Jascha Nemtsov voor Hånssler maakte en zoals altijd is zijn vertolking niet alleen onberispelijk maar ook hartverwarmend.


Grigori Krejn, Julian Krejn, Israel Brandman, Simeon Bellinson
Jewish Songs Without Words
Wolfgang Meyer (klarinet), Jascha Nemtsov (piano)
Hänssler Classic CD 93.094

ZIJN LIED ZAL NIET VERSTOMMEN *

JOSEPH ACHRON. Muziek om verliefd op te worden

 

 

MIECZYSŁAW WEINBERG: Complete Sonatas for Violin and Piano

Weinberg vioosonatas

Ik weet wat ik riskeer door een ‘nieuwe Weinberg’ alweer de hemel in te prijzen, maar gelooft u mij maar: ik kan niet anders.

Niet dat ik niet twijfelde. Zeker bij de eerste beluistering had ik een beetje moeite met de violist, want om te zeggen dat zijn viool zingt.. nou, nee. Ik vond zijn spel te fel, te recht voor zijn raap.. . gewelddadig soms.

Het zingen kwam voornamelijk vanuit de piano, althans op het eerste gehoor, want hoe meer ik naar de cd’s luisterde hoe meer lagen ik in de vertolking van de – beide – solisten ontdekte.

Neem alleen al de ontroerende Lento in de tweede sonate, hier stond de tijd even stil. Ook, omdat het werk mij het meest aan filmmuziek deed denken. Als vanzelf doemden zwartwit beelden uit ‘Als de kraanvogels overvliegen’ voor mijn ogen, één van de ontroerendste films ooit, waar Weinberg muziek voor heeft gecomponeerd.

En wat een verschil met de Lento uit de derde sonate uit 1947! Hier zie je Sjostakovitsj al om de hoek kijken en toestemmend glimlachen. En hier was het dat ik Kalinovsky op zijn viool hoorde zingen en mij alweer over de prachtige aanslag van Goncharova verwonderde.

De eerste vier sonates zijn ontstaan tussen 1943 en 1947 en zijn, ondanks de grote Sjostakovitsj invloeden nogal behoudend van aard. Zeker nummer vier, voor mij de minst interessante van het viertal: ondanks het vurige pleidooi van beide solisten merkte ik dat ergens gaandeweg mijn aandacht verslapte.

Pas in de vijfde sonate uit 1953 komt de echte genie Weinberg weer te voorschijn: het was zijn eerste compositie dat hij voltooide nadat hij uit de gevangenis werd ontslagen. Luister naar het Allegro moderato waarin hij totaal verschillende thema’s tot één geheel weet te smeden.

Zijn zesde sonate is een beetje een buitenbeentje. Weinberg componeerde het in 1982, de première vond pas in 2007 plaats, elf jaar na zijn dood.


MIECZYSŁAW WEINBERG
Complete Sonatas for Violin and Piano
Grigory Kalinovsky (viool), Tatiana Goncharova (piano)
Naxos 857320-21  • 129’ (2cd’s)