Leo_Smit

Verboden componisten komen weer uit de vergetelheid tijdens een prachtige tentoonstelling in het Stadsarchief van Amsterdam

Tekst: Neil van der Linden

Leo Smit, Henriette Bosmans, Rosie Wertheim, Marjo Tal, Dik Kattenburg, Pál Hermann, Paul Seelig en Theo Smit Sibinga zijn componisten en uitvoerenden uit Nederland en Nederlands Indië die aan bod kwamen tijdens de opening gisteren 14 april van de wonderschone aangrijpende tentoonstelling ‘Verboden muziek’ in de kelderverdieping van het Amsterdamse Stadsarchief. 

De tentoonstelling staat verspreid over de kluizen van het gebouw van de voormalige Nederlandsche Handel-Maatschappij, een gebouw de jaren twintig van de vorige eeuw, toen de meeste van deze musici nog jong waren en een prachtige toekomst voor zich leken te hebben. 


De onvolprezen mede-initiator van de Leo Smit Stichting, fluitist Eleonore Pameijer, speelde bij de opening een fluitsonate van Smit, uit februari 1943. Zij memoreerde dat werk dateert van twee maanden voordat Smit in Sobibor werd vermoord, op 30 april 1943.

Eleonore Pameijer en Frans van Ruth spelen de fluitsonate van Leo Smit:

De Leo Smit Stichting, die deze tentoonstelling heeft opgezet, documenteert ook componisten die werkzaam waren in de Indonesische koloniën. Eleonore Pameijer speelde een stuk van Theo Smit Sibinga (1899-1958), die op Java werd geboren en een Japans concentratiekamp overleefde. Hij was een leidende muziekpersoonlijkheid in de kolonie, maar verhuisde meteen na de Tweede Wereldoorlog naar Nederland. Eleonore Pameijer wees op de Javaanse invloeden die in het stuk zijn te horen. Een zoon van Smit Sibinga was aanwezig bij de opening.

Schrijver Jan Brokken gaf een inleiding waarin hij uitdrukte wat een schande hij het vindt dat zoveel van deze muziek en zoveel van deze componisten tot op de dag van vandaag verborgen zijn gebleven of worden genegeerd. Eerder liet hij in de concertlezingen muziek van Henriëtte Bosmans,  Rosy Wertheim, Pál Hermann, Dick Kattenburg en Leo Smit horen.

Jan Brokken schreef ook het voorwoord bij het door Eleonore Pameijer en Carine Alders samengestelde standaardwerk ‘Vervolgde componisten in Nederland’ uit 2015.

Hij begon met een lofprijzing aan het adres van de Leo Smit Stichting, zonder wie de onder het Nazi-regime verboden en deels vermoorde componisten misschien nog steeds geheel vergeten zouden zijn. Hij memoreerde dat Smit één van de grootste componisten van zijn tijd was en nog groter zou zijn geworden, roemde ook het vernieuwende oeuvre van Kattenburg, die dankzij het werk van de stichting inmiddels al weer enigszins bekend zijn.

De tentoonstelling bevat ook een sectie gewijd aan drie vrouwen: Henriette Bosmans, Rosie Wertheim en Marjo Tal. Brokken beschouwde deze aparte afdeling voor vrouwelijke componisten wel als een overgangssituatie. Ooit zal het niet meer uitmaken, hoopt hij; de cellosonate van Bosmans is immers één van de beste twintigste-eeuwse werken voor cello.

Sonate voor cello en piano van Henriette Bosmans:

Marjo Tal zingt haar chanson A Paris:

Jan Brokken ging ook uitgebreid in op Pál Hermann, van Hongaarse komaf, die zich achtereenvolgens in Berlijn, Brussel en Frankrijk vestigde, geregeld in Nederland optrad, onder meer ook samen met Geza Frid. Hij trouwde met Ada Weevers, een Nederlandse, vandaar de band met Nederland, en hij had ook Nederlands leren spreken. Na tijdens een zwempartij door een zeestroming meegesleept te zijn overleed Ada op 25 jarige leeftijd aan een longinfectie.

Vanaf 1937 vestigde hij zich definitief in Frankrijk, waar hij in 1938 een concert voor de Franse radio gaf met werk van Pijper, Andriessen, Van Lier, Julius Hijman en Max Vredenburg, Joodse componisten die na de oorlog zijn vergeten, en Badings, de NSB-sympathisant.

Paul Hermann – Grand Duo for Violin and Cello:



Hermann dook onder maar werd tijdens een razzia in Toulouse toch opgepakt en vermoedelijk op transport gesteld naar een werkkamp in Litouwen, waarna niets meer over hem bekend is. Zijn dochter Corrie was aanwezig bij de opening van de tentoonstelling.

Met veel empathie sprak Jan Brokken ook over de in Duitsland geboren Paul Seelig (1876- 13 juni 1945). Paul Seeligs vader vestigde zich in Bandoeng, waar hij een succesvolle muziekwinkel zou opzetten. Paul Seelig zou de zaak overnemen maar studeerde ook cello in Leipzig. Terug in Indonesië verdiepte hij zich ook in Javaanse muziek en begon hij met het vastleggen van gamelanthema’s in westers notenschrift.

Paul Seelig: Wireng:

Na het overlijden van zijn vader zette Paul de muziekhandel voort en maakte die tot een pleisterplaats voor internationaal bekende musici op tournee in de archipel. Hij schreef een pianoconcert voor de moeder van Hella Haasse, een in Nederlandse Indië gevierde concertpianiste.

Hij kwam in contact met de Russisch-Litouws-Joods-Amerikaanse klaviervirtuoos en componist Leopold Godowsky toen deze in de jaren twintig Java bezocht. De kennismaking via Seelig met authentieke Javaanse muziek inspireerde Godowsky tot één van zijn bekendste stukken, de Java Suite. Deze geschiedenis kom ook allemaal voor in Brokkens boek De Tuinen van Buitenzorg.

Leopold Godowsky speelt ‘The Gardens of Buitenzorg’ uit de Java Suite. Opname is gemaakt rond 1935.

Seelig kwam terecht in een Japans interneringskamp. Hij overleefde het maar was na de bevrijding zodanig zodanig verzwakt dat hij een paar weken later toch overleed, op 12 juni 1945. Veel van zijn manuscripten waaronder de uitgebreide Indische muziekgeschiedenis uniek foto- en documentatiemateriaal en composities gingen verloren, en ook de orkestpartijen van dat pianoconcert voor de Hella Haasses moeder.

De tentoonstelling is prachtig verzorgd. Unieke foto’s, partituren en documentatie, onder meer ook filmmateriaal, met een in warme kleuren uitgevoerde grafische vormgeving, wat allemaal geweldig tot uiting komen in het in art-deco kleuren uitgevoerde interieur van de zogeheten ‘kofferkluizen’ van het gebouw.

De tentoonstelling is opgebouwd volgens vier thema’s: vluchtelingen, met documentatie over Géza Frid, Pál Hermann, Zoltán Székely, Hans Krieg, Hans Lachman en James Simon, beroemde vrouwen met Henriëtte Bosmans, Marjo Tal en Rosy Wertheim, Indonesië, over Paul Seelig, Theo Smit Sibinga en Max Vredenburg en Jazz, Blues & Foxtrot over Dick Kattenburg en Leo Smit.

Ik zou niet alleen vinden zoals Jan Brokken dat het thema over vrouwen eigenlijk betrekkelijk is, maar dat de ook de categorie waarbij Kattenburg en Smit ook relatief is. Maar een andere indeling zou dan misschien geen recht doen aan het feit dat beiden de jazz serieus namen, en dat jazz de Nazi’s ook een gruwel was.

Extra indringend is dat je de tentoonstelling bereikt via een zaal vol draperieën met tientallen foto’s en familiegeschiedenis van Joodse inwoners van Amsterdam, waarbij je bij negen van de tien leest dat ze in een Nazi-kamp of op onbekende bestemming zijn opgekomen, en bij niet meer dan één op de tien dat ze de oorlog hebben overleefd.

Samenstelling tentoonstelling: Eleonore Pameijer en Anne Houk de Jong
Vormgeving RO ontwerpers: Monique Rietbroek en Josephine Oudijn
Grafisch ontwerp: Tijl Akkermans
Films: Patricia Werner Leanse
Foto’s: © Neil van der Linden

Gezien: 14 april
Kofferkluizen Stadsarchief Amsterdam
Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

De tentoonstelling is gratis te bezichtigen van 15 april tot en met 3 juli 2022

https://www.amsterdam.nl/stadsarchief/agenda/verboden-muziek/

https://leosmitfoundation.org/

https://www.forbiddenmusicregained.org/search/composer/id/100027

https://www.theosmitsibinga.nl/over-theo-smit-sibinga/

https://leosmitfoundation.org/paul-seelig

Over Pál Hermann:
https://basiaconfuoco.com/2018/03/09/paul-hermann/

Marcel Worms takes care of piano works by Jewish composers

Worms pianowerkem

We can safely call Marcel Worms the ambassador of persecuted and forgotten composers. For his latest CD, he has recorded piano works by composers from various European countries: the Netherlands, Poland, Hungary, Czechoslovakia, France and Austria. Not only the countries of origin are different, the compositions written between 1922 and 1943 also vary a lot. From jazzy and swinging through romantic, virtuoso and modest to an attempt at serialism.

The composers all have one factor in common: they were Jewish and all but three (Weinberg, Laks and Urbancic) did not survive the war. Weinberg fled to the Soviet Union, Urbancic (who was not actually Jewish but his wife and children were) to Iceland. And Laks was very lucky to survive Auschwitz, as the bandmaster of the camp orchestra.

The CD starts spectacularly with ‘Blues’ by Szymon Laks. It is unknown when this wonderful work was composed. For myself, I think of the early 1930s. Dick Kattenburg’s ‘Novolette’ from 1941 fits in perfectly with this work. As well as the very rhythmic ‘Toccata’ by Paul Hermann.

The ‘Prelude’ by Mischa Hillesum (Etty’s brother) is another story. The composition is strongly anchored in romance: never are Chopin and Rachmaninoff far away; and the two Hommage-pieces (to Sherlock Holmes and to Remmington) by Leo Smit, that you can’t actually ‘store’ anywhere, are simply delightful.

Victor Urbancic is a big unknown to me, it is the first time that I hear from him. That is not very strange: his compositions are completely forgotten and the 1922 ‘Sonatine’ has its recorded premiere here. I don’t really love it, which may be due to my unfamiliarity with his idiom.

Worms

What I really do love is the irresistible playing by the pianist. Marcel Worms plays as if his life depended on it. Full of conviction and a real pianistic zest.


Szymon Laks (1901 – 1983), Dick Kattenburg (1919 – 1944), Paul Hermann (1902 – 1944), Mischa Hillesum (1920 – 1943), Nico Richter (1915 – 1945), Erwin Schulhoff (1894 – 1942), Viktor Urbancic ( 1903-1958), Gideon Klein (1919 – 1945), Leo Smit (1900 – 1943), Mieczyslaw Weinberg (1919 – 1996)
Marcel Worms, piano
Zefir Records ZEF 9669

English translation: Frans Wentholt

Marcel Worms ontfermt zich over pianowerken van Joodse componisten

Worms pianowerkem

Marcel Worms kunnen we rustig de ambassadeur van vervolgde en vergeten componisten noemen. Voor zijn nieuwste cd heeft hij pianowerken opgenomen van componisten uit verschillende Europese landen: Nederland, Polen, Hongarije, Tsjechoslowakije, Frankrijk en Oostenrijk. Niet alleen de landen van afkomst zijn verschillend, hun composities geschreven tussen 1922 en 1943 zijn het ook. Van jazzy en swingend via romantisch, virtuoos en ingetogen tot een poging tot serialisme.

Er is één verbindingssector: allemaal waren ze Joods en op drie na (Weinberg, Laks en Urbancic) hebben ze de oorlog niet overleefd. Weinberg vluchtte naar de Sovjet-Unie, Urbancic (die eigenlijk niet Joods was maar zijn vrouw en kinderen wel) naar IJsland. En Laks had de enorme mazzel om Auschwitz te overleven, als de kapelmeester van het kamporkest.

De cd begint spetterend met ‘Blues’ van Szymon Laks. Het is onbekend wanneer het heerlijk werkje werd gecomponeerd, zelf denk ik aan begin jaren dertig. De ‘Novolette’ van Dick Kattenburg uit 1941 sluit daar perfect aan. Alsook de zeer ritmische ’Toccata’ van Paul Hermann.

De ‘Prelude’ van Mischa Hillesum (de broer van Etty) is een andere koek. De compositie zit sterk in de romantiek verankerd: Chopin en Rachmaninoff zijn nergens ver weg; en de twee Hommage-stukken (aan Sherlock Holmes en aan Remmington) van Leo Smit die je eigenlijk nergens kunt ‘opbergen’ zijn gewoon verrukkelijk.

Victor Urbancic is voor mij een grote onbekende, het is voor het eerst dat ik iets van hem hoor. Zo raar is het niet, zijn composities zijn totaal vergeten en de ‘Sonatine’ uit 1922 beleeft hier zijn plaatpremière. Echt kapot ben ik er niet van, wat onder andere aan mijn onbekendheid met zijn idioom kan liggen.

Worms

Waar ik wel kapot van ben is het onweerstaanbare spel van de pianist. Marcel Worms speelt alsof zijn leven er van afhangt. Vol overtuiging en een echt pianistiek elan.


 

Szymon Laks (1901 – 1983), Dick Kattenburg (1919 – 1944), Paul Hermann (1902 – 1944), Mischa Hillesum (1920 – 1943), Nico Richter (1915 – 1945), Erwin Schulhoff (1894 – 1942), Viktor Urbancic ( 1903-1958), Gideon Klein (1919 – 1945), Leo Smit (1900 – 1943), Mieczyslaw Weinberg (1919 – 1996)
Marcel Worms, piano
Zefir Records ZEF 9669

Looking East: vooruitstrevende traditie verpakt in goede noten

hamburg-cover

Goede muziek is veel meer dan alleen maar een klank, een melodie of een akkoord.
Tonaal of niet – het moet je hersenen prikkelen, je ziel raken, of je diepste gevoelens en verborgen verlangens naar boven brengen. Zulke muziek schrijft Jeff Hamburg.

Werkend vanuit zijn achtergrond (hij werd in Philadelphia geboren in een familie van Joodse immigranten uit Oekraïne), creëert Hamburg een wereld waarin traditie geen doel op zichzelf is, en waarin eigen herinneringen verstrengeld raken met een soort collectief geheugen.

In 1984 schreef Hamburg de muziek voor de voorstelling Dibboek van toneelgroep Baal, die ik me nog wezenlijk herinner, niet in de laatste plaats vanwege de muziek.

Een paar jaar geleden was hij een van de initiatiefnemers van een groep componisten die af wilden van ‘de piep-knormuziek’, maar behoudend is hij allerminst. Zijn uiterst melodieuze composities zijn behoorlijk vooruitstrevend, niet zozeer in vorm, als wel in instrumentatie.

Op het Nederlandse label Future Classics zijn veel van zijn composities verschenen, waaronder de in 2003 opgenomen liederen en kamermuziekwerken. Parels zijn het, stuk voor stuk, beginnend met de door sopraan Nienke Oostenrijk in drie talen prachtig gezongen ode aan Jerusalem, en eindigend met het wondermooie strijkkwartet Hashkivenu. Het strijkkwartet refereert aan een Joods Vrijdagavondgebed en vrijelijk voortborduurt op de niet zo lang geleden gevonden schets van de in Sobibor vermoorde Leo Smit.

Marcel Beekman. Foto: Sarah Wijzenbeek

Marcel Beekman zingt de ‘Twee Hebraïsche Melodien’ zoals we van hem gewend zijn: wonderschoon. Zijn hoge en wendbare tenor lijkt geschapen voor de door Hamburg gecreëerde melodieën. Ik kan mij dan ook niet aan de indruk onttrekken dat Hamburg ze componeerde met Beekmans stem in zijn hoofd.

Jeff Hamburg
Looking East
Nienke Oostenrijk (sopraan), Marcel Beekman (tenor), diverse instrumentalisten
Future Classics 051

Marcel Beekman: als karaktertenor kan ik de hele wereld veroveren!

CALLIOPE TSOUPAKI: Oidípous