Leo_Kok

Johnny & Jones

Johnny and Jones artiestenfoto

Artiestenfoto Johnny and Jones. Foto: PR © Achterhoek Nieuws b.v

In het echt heetten zij Nol van Wesel en Max Kannewasser. Max had een gitaar en Nol een goede stem en allebei hielden zij van jazz. Vóór ze ontdekt werden  – tijdens een personeelsfeestje in 1934 – werkten ze voor de Bijenkorf. Twee jaar later traden zij voor het eerst professioneel op en gaven ze definitief hun banen op. Nol (Johnny) was toen 18 en Max (Jones) 20 jaar oud.

Johnny & Jones waren de eerste echte Nederlandse tieneridolen, ze werden dan ook door hun achterban op handen gedragen. Zij traden in de beste clubs op, ook in het buitenland.

Johnny en Jones Antwerpen

Johnny and Jones in de Dierentuin Antwerpen, fotograaf onbekend, 1932

Hun laatste optreden dateert van 24 augustus 1941. Op 9 oktober 1943 werden ze naar Westerbork gedeporteerd, waar zij bleven optreden. In augustus 1944, tijdens een kort uitstapje naar Amsterdam hebben ze een zestal nummers – allen geschreven in kamp Westerbork – voor de plaat opgenomen. Toen werd hen een onderduikadres aangeboden, maar zij weigerden. In het kamp waren hun families achtergebleven bovendien waren zij immers Johnny &Jones?!

Johnny en Jones Leo Kok

Van Wesel en Kannewasser tijdens sloopwerkzaamheden in Westerbork,tekening van Leo Kok uit 1944

Op 4 september 1944 werden ze naar Theresienstadt gedeporteerd, vanwaar ze via Auschwitz uiteindelijk in Bergen Belsen terecht kwamen. Max stierf er op 20 maart 1945, Nol op de dag van de bevrijding van de kamp op 18 april 1945.

In 2001 werd hun grootste hit ‘Meneer Dinges weet niet wat swing is’ samen met nog een paar van hun populairste nummers op cd gezet (Two kids and a guitar Panachord DH 2051)

Enkele maanden later kwam een tweede cd uit met nooit eerder uitgebrachte materiaal, waaronder ook liedjes, die zij op een huwelijksfeest in maart 1942 zongen alsook de verloren gewaande opnamen van die bewuste dag in 1944 (Maak het donker in het donker NJA 0101)

Daar zit ook de Westerbork Serenade bij, een loflied op het kamp. Werden zij ertoe gedwongen? Niemand zal het ooit weten.

 

Het wordt tijd dat de wereld Leo Kok leert kennen. Om te beginnen in Nederland

Kok
 

Als je sterren zou kunnen geven voor het ‘belang’ van een cd, dan had deze cd met
Lieder und Kammermusik van Leo Kok (1893-1992 ) van mij ************** gehad.
De naam van de componist heb zelfs ik, een doorgewinterde Entartete Music  (of zo u  liever wilt ‘Verboden’of  ‘Vervolgde’ muziek) verzamelaar nog niet eerder gehoord.

 

leo-kok-portret.jpg

© Leo Smit Stichting

Het is aan de onvolprezen Leo Smit Stichting te danken dat, nadat de ene na de andere schat uit het donkere verleden werd geopenbaard ook de naam van Leo Kok terug tot het leven werd gewekt.

Kok verloor zijn beide ouders toen hij nog maar een kind was en werd grootgebracht door zijn oma. Hij speelde piano, componeerde en … voetbalde, alle drie als een prof. Hij zat in het verzet en overleefde de hel van Buchenwald. Na de oorlog vestigde hij zich in Ascona, waar hij een klein antiquariaat dreef.

Kok Libreria_della_Rondine_Ascona

Leo Kok voor zijn antiquariaat Liberia della Rondine in Ascone

Wat kan ik u nog meer vertellen? Dat zijn stijl eigenlijk geen stijl is, want hij was van alle markten thuis?  Dat de prachtige Mémoires uit 1935 onder de handen van Marcel Worms je aan een aquarel penseeltekening doen denken en dat de Trois Danses Exotiques het bloed in je aderen sneller doen stromen?

Marcel Worms Foto: Rivka Worms

Irene Maessen is een zeer overtuigende pleitbezorgster van zijn liederen, al had ik persoonlijk wat meer expressie willen horen.

Ursula Koch (viool) mist een beetje dat ‘smachtende’, maar is zeer ontroerend in de twee werkjes uit het Enfence -cyclus

Kok nfents

Alleen al het prachtige boekwerk met veel foto’s, muziekfragmenten, facsimile’s van de partituren, affiches en de begeleidende tekst in vier talen verdient meer dan lof. Op naar de winkel, zou ik zeggen. Deze uitgave mag niemand missen

Een kort documentaire over Leo Kok:

Leo Kok
Lieder und Kammermusik
Marcel Worms (piano), Irene Maessen (sopraan), Ursula Schoch (viool)
Deutschlandfunk gb 006 • 75’