Eberhard_Wächter

De Amerikaanse opera’s deel 2: The Consul (Der Konsul) van Giancarlo Menotti

Tekst: Peter Franken

Gian Carlo Menotti’s vluchtelingendrama stond in het seizoen 2016/17 op het programma van het Theater Krefeld – Mönchen Gladbach. Hoewel geschreven eind jaren 1940 is het beklemmend actueel. De enscenering van Katja Bening is echter geheel conform Menotti’s eigen libretto en regie aanwijzingen, zonder een spoor van transpositie naar het heden. Deze integere benadering bleek zeer effectief.

Naar verluidt las Menotti in 1947 in de krant een berichtje over een Pools-joodse vrouw die op Ellis Island zelfmoord had gepleegd toen ze niet langer tegen de bureaucratische machine was opgewassen die haar de intocht in het beloofde land, de Verenigde Staten, versperde. Dit was aanleiding tot het schrijven van een libretto waarin ook eerdere persoonlijke ervaringen werden verwerkt. In een korte toelichting wordt gesteld: ‘De opera speelt ergens in Europa, maar de handeling is niet aan een bepaald land gebonden. Het is een aanklacht tegen tirannie, in elke vorm.’

Het verhaal draait om Magda Sorel, de vrouw van John Sorel die strijd voert tegen een repressief regiem. Als John moet vluchten naar het democratische buurland probeert zij via het consulaat van deze staat een visum te krijgen voor zichzelf en haar zoontje. Aangezien ze door de geheime politie in de gaten wordt gehouden en de benodigde papieren haar worden geweigerd, staat ze op het consulaat met lege handen. Haar openingszin luidt dan ook: ‘Is de consul te spreken?’

Tamelijk voorspelbaar lukt dat niet. De consul is druk bezet, is nooit te spreken. Een in het vak geharde secretaresse staat iedereen te woord en laat geen uitzonderingen toe. Papieren moeten worden ingevuld en als ergens niet aan de zeer precieze eisen wordt voldaan kan betrokkene gelijk weer de volgende dag terug komen.

Zo komt meneer Koffner al zo lang in het kantoor dat hij verzucht dat hij dat over een jaar nog steeds te horen zal krijgen. Diezelfde Koffner neemt een Italiaanse vrouw onder zijn hoede die de landstaal niet machtig is. Hij vertaalt voor haar en helpt bij het invullen van een formulier. Op voorhand nutteloos want eigen papieren heeft ze niet.

Verder is er een vrouw die haar dochter in het buitenland wil bezoeken. Haar kind is met een soldaat van het betreffende land meegegaan, is bevallen en vervolgens in de steek gelaten. Het gaat haar slecht en haar moeder moet dringend naar haar toe. Dat kan wel een half jaar duren, krijgt ze te horen. Moeilijk geval ook omdat ze drie jaar in een concentratiekamp heeft gezeten. Dat moet goed uitgezocht worden. Verder zijn er talloze gevallen die op de hare lijken: ‘Een naam is een nummer, een verhaal is een geval’. Waarop de wanhopige vrouw uitroept: ‘Moeten wij dan sterven omdat er teveel van ons zijn?’

Comic relief komt in de persoon van de illusionist Nika Magadoff die met allerlei trucs de secretaresse ervan probeert te overtuigen dat zijn status als artiest toch belangrijker is dan een paar papieren. Hij moet tot de conclusie komen dat ook een beroemdheid als hijzelf zijn eigen weg in het leven moet zien te vinden.

Ondertussen is Magda al een maand bezig door dagelijkse bezoeken voor elkaar te krijgen dat ze een onderhoud met de consul mag hebben. Als het voor de zoveelste keer wordt geweigerd gaat ze door het lint en houdt ze een tirade over de onmenselijkheid van het bureaucratische systeem dat papieren hoger aanslaat dan mensen:

To this we’ve come:
that man be born a stranger upon God’s earth,
that he be chosen without a chance for choice,
that he be hunted without the hope of refuge.’

Het is het dramatisch hoogtepunt van de opera.

To this we’ve come, gezongen door de eerste Magda Sorel, Patricia Neway:

Deze uitbarsting heeft tot gevolg dat de secretaresse besluit toch maar eens te kijken of de consul niet een momentje beschikbaar heeft. Hij heeft net een belangrijke gast op bezoek maar die staat op het punt te vertrekken. Als die gast de inspecteur van de geheime politie blijkt te zijn die Magda al geruime tijd onder druk zet, valt ze flauw. Daarna gaat het snel bergafwaarts tot Magda besluit zelfmoord te plegen. Inmiddels zijn haar moeder en zoontje overleden en is John gearresteerd. Als ze met haar hoofd in de oven zit, hallucineert ze en ziet alle spelers in het drama voorbijkomen. De doden wenken haar, kom naar ons toe.

Muzikaal leunt het werk sterk op Puccini en de filmmuziek van Korngold. Dramatische scènes doen sterk denken aan La fanciulla del West en de begeleidende muziek van de Italiaanse vrouw is puur Butterfly. Als Magda hallucineert over een toekomst zonder barrières klinkt er revolutionaire marsmuziek.

De voorstelling in Mönchchen Gladbach werd gezongen in het Duits, geheel conform de wens van Menotti om overal de landstaal te gebruiken. Het werk is dan ook al in ruim 20 talen vertaald. Het decor wisselde tussen het huis van de familie Sorel en het bureau van de consul. Wisselingen vonden plaats met gesloten doek waarbij soms verbindende muziek te horen was.

De hoofdrol was in handen van de Poolse sopraan Izabela Matula, een goede keuze. Ze excelleerde in de grote aria en voor het overige was haar spel zeer overtuigend. De rest van de cast was duidelijk van wat minder niveau maar voor een provinciaal theater alleszins toereikend.  De goed spelende Niederrheinische Sinfoniker stonden onder leiding van Diego Martín-Etxebarría.

In 1963 werd een enscenering van Der Konsul verfilmd voor televisie, een medium dat toen nog in zijn kinderschoenen stond. In 2010 is deze opname door Arthaus op dvd uitgebracht. De zwart wit beelden dragen sterk bij aan de beklemmende sfeer van de handeling en maken het tot een prachtig document uit de geschiedenis van verfilmde opera’s. Het werk is voor televisie geënsceneerd door Rudolph Carter.

Magda Sorel wordt schitterend vertolkt door Mekitta Muszely, je ontkomt er niet aan je geheel met haar problemen te vereenzelvigen. Eberhard Wächter neemt de rol van haar echtgenoot John Sorel voor zijn rekening. Gloria Lane is fenomenaal als de onbuigzame secretaresse die als een Cerberus iedereen bij haar chef vandaan houdt, ondoorgrondelijk vanachter haar zonnebril.  Willy Ferenz overtuigt als een ‘creepy’ agent van de veiligheidspolitie.  Franz-Bauer Theussl staat voor het Orkest van de Volksoper Wien.

Alban Berg’s Wozzeck

Wozzeck Buchner
Georg Büchner

The true story of the young soldier Woyzeck, who was found guilty of murdering his girlfriend in 1824 and sentenced to death, inspired the young Austrian Georg Büchner to write his play. The work remained unfinished, Büchner died of typhus in 1837 at the age of 24, and Woyzeck was not staged until 1913. Alban Berg saw the play a year later in Vienna and decided to turn it into an opera. The premiere on 4 December 1925 in Berlin was an overwhelming success.

Wozzeck Alban&HeleneBerg
Alban and Helene berg after the premiere in Berlin

“Fragmentary, hallucinatory and extremely pessimistic’. This is how the play was described and this is an exact description of the opera also. This work – perhaps the most moving opera of the last century – always comes with an unprecedented inaccessability The music is highly expressive and cannot be defined by a single definition: Berg used both dodecaphony and the sweetest violin sounds, and alternated the sprechgesang with melancholic ‘arias’.

Wozzeck Berg met performers van Wozzeck premiere in Oldenburg
(Alban Berg wth the Wozzeck – cast after the première in Oldenburg 1929

Masterpiece or no (for me an absolute masterpiece) everything depends on the performance and there are many.
A selection:


DVD’S:

Hamburg 1970

Wozzeck Blankestein

Under the direction of Rolf Liebermann, the Hamburg State Opera grew into one of the best and most talked-about opera houses in the world. Liebermann ensured a good, thorough and diverse repertoire with extra attention to contemporary works.

Fortunately for those of us who did not experience those years (consciously), Liebermann also thought about the future and commissioned the director Joachim Hess to record about thirteen of his productions for TV. Most of the recordings were made in a studio, but with Wozzeck they went to a castle in southern Germany and also its environs.

The now almost completely forgotten baritone Toni Blankenheim was one of the pillars of the Hamburg opera. He sang numerous roles, but only became truly famous as Schigolch (Lulu), in the production with Teresa Stratas.

His very charismatic appearance, his enormous acting talent and his agile, warm baritone made him more than suitable for singing roles of “complex characters”. A character like Wozzeck. Better than anyone, Blankenheim is pretty much the personification of the “simple soul”; his despair is not played and you can really see the incomprehension on his face.

Sena Jurinac is a beautiful, slightly timid, but very sensual and erotically charged Marie.

Bruno Maderna has never been a champion of conducting other people’s works, but he certainly has a great affinity with Berg’s idiom.

The production is very realistic and the tension is palpable. It is as if you are watching an unadulterated thriller.

Liebermann is now seen as the father of Regietheater (directing theatre), but his vision was quite different from today’s conceptualism and its search for (and often crossing) the boundaries of the permissible and the ridiculous. Anyway: see for yourself. That recording is an absolute must (Arthaus Music 101277)


Vienna 1987

Wozzeck Abbado


This production was my first ‘Wozzeck’ ever. It made me sick; the opera evoked so many emotions and feelings in me. I was most touched by Hildegard Behrens’ performance of Marie. I still find her performance extremely impressive, but now that I know the opera better, I also have some reservations. Now and then I find her a little too much. Too exaggerated in her acting and also in her singing. As if she is challenging the outer limits of her voice. In her creation, she reminds me – don’t take it too literally! – of the Italian actress Anna Magnani, which is actually a great compliment.

Franz Grundhebber portrays an embittered Wozzeck, but one not devoid of pathos. Heinz Zednik is an unequalled captain and the young Philip Langridge a brilliant Andres.

That Abbado has an affinity with Berg’s music is obvious. He conducts fiercely and compellingly; the tension is palpable from the very first note. And yet the lyricism is never far away.

Can you still remember that magical moment when the curtain opens? You can experience it again here. And then a world that you know from the libretto is revealed: we are in the captain’s room, with, behind the window, a view of what could become a crime scene. And then the lighting! It is so beautiful!

This fascinating production (directed by Adolf Dresen) should be mandatory for any director’s course. If only to show all those aspiring directors that traditional does not automatically mean boring or museum-like (incidentally: there is nothing against that either).

And how young Abbado is here! (Arthaus Musik 109156)




Moscow 2010

Wozzeck Nigl Tcherniakov


I have to be brief about this. After more than four minutes of staring at a kind of doll’s house with lots of boxes, in which all kinds of people playing house and looking bored (televisions were on) – all this accompanied by an orchestra tuning its instruments – I had had enough. But I did watch it for a while because I was quite curious. Unfortunately, I did not get very far.

If you want an evening of exciting theatre with lots of video images and even more music, then this is the DVD for you. However, you do have to forget about Wozzeck, because this production has nothing – absolutely nothing – to do with either Alban Berg’s opera or Büchner’s play. Teodor Currentzis, the darling of Russian audiences, who is famous (and notorious) for his strange tempi, here really lives up to his reputation (BAC068).



CD’S

Berlin Classics 1973

Eterna - Berg: Wozzeck / Kegel, Adam, Schroter, Goldberg, Herbert Kegel |  CD (album) |... | bol.com


This recording, reissued on Berlin Classisc, was recorded live in 1973 during a concert performance in Leipzig (then GDR).

What strikes one immediately is the clarity of sound and the fantastic diction of the singers. Reiner Goldberg (the drum major) has a somewhat “embarrassing” height, which underlines his sillyness as a failed macho.

The truly incomparable Horst Hiestermann (Hauptmann) confirms his reputation as one of the best character actors in history and Helmuth Klotz is delightful as the totally messed-up doctor.

Gisela Schröter is moving as Marie and Theo Adam is a thoroughly tragic Wozzeck, who cannot understand the ‘why’.

The orchestra under the sublime direction of Kegel sounds alternately screeching and loving, exactly as this music was meant to be (0184422BC).


Decca 1981

Wozzeck Wachter


Eberhard Wächter is one of the best Wozzecks I know. His anti-hero sounds resigned and desperate, but also fierce and terrifying. And although his voice sometimes sounds a little unbalanced, his portrayal is solid.

Anja Silja is a wonderfully light, childlike – naive Marie. Very lyrical and clumsy, someone to feel sorry for. She is not a mature woman, more a child who is full of life and looking for challenges.

Heinz Zednik (Captain) sounds even better here than in the Hamburg recording. He does not sing his role as terribly caricatured as many of his colleagues, proving once again that a good character tenor is perhaps one of the most difficult voices to find.

There is nothing but praise for the Vienna Philharmonic; under the inspired leadership of Christoph von Dohnányi, they show that they really know and master this score (4173482).



Warner 1998

Wozzeck Skovhus


Under Ingo Metzmacher, the opera sounds more modern than it really is. Not that it is bad, but it makes it a bit more unapproachable. He does keep the momentum going, which is very beneficial to the tension. And in the scenes with Marie, he keeps the orchestra surprisingly lyrical.

Bo Skovhus should perhaps have waited a little longer to sing his first Wozzeck. He sounds a tad too young and too healthy; fortunately, he is able to camouflage these “flaws” with his excellent voice-acting.

Angela Denoke is, in my opinion, the star, although she is more a cool blonde than an alley cat. Think of Marlene Dietrich in Der Blaue Engel.

I do not listen to this recording very often, for this I blame Chris Merritt’s captain. The amount of ugly notes this man can produce almost borders on the impossible. But this is actually the only real flaw in this splendid performance, recorded live in Hamburg 1998 (6406622).


Naxos 2013


Wozzeck Naxos



Naxos’ 2013 performance recorded live in Houston is also more than excellent.

Roman Trekel’s dry baritone and his nervous singing make him an almost ideal Wozzeck. He relies mainly on his very impressive voice-acting and his intelligibility and his handling of the text are more than sublime. Hats off!

Anne Schwanewilms is an excellent Marie. Perhaps a tad too neat and a little understated, but she is able to compensate for this with her velvety singing.

With the concert performance of his favourite opera, Austrian conductor Hans Graf bid a spectacular farewell to his orchestra. The recording is highly recommended for the orchestral part alone. (8660390-91)



Wozzeck van Alban Berg: discografie.

Wozzeck Buchner

Georg Büchner


Het waargebeurd verhaal over de jonge soldaat Woyzeck, die in 1824 schuldig werd bevonden aan de moord op zijn vriendin en ter dood werd veroordeeld, heeft de jonge Oostenrijker Georg Büchner geïnspireerd tot het schrijven van zijn toneelstuk. Het werk is onafgemaakt is gebleven, Büchner is in 1837 op 24-jarige leeftijd aan tyfus overleden en Woyzeck werd pas in 1913 op de planken gebracht. Alban Berg bezocht het toneelstuk een jaar later in Wenen en besloot er een opera van te maken. De première 14 december 1925 in Berlijn was een overweldigend succes.

Wozzeck Alban&HeleneBerg

Alban en Helene Berg na de première in Berlijn


“Fragmentarisch, hallucinerend en uiterst pessimistisch”. Zo werd het toneelstuk omschreven en zo is de opera zelf ook. Dit werk – misschien wel de aangrijpendste opera van de vorige eeuw – gaat altijd vergezeld van een ongekende ongenaakbaarheid. De muziek is zeer expressief en niet in één definitie samen te vatten: Berg gebruikte zowel de dodekafonie als de zoetste vioolklanken, en wisselde het sprechgesang af met melancholieke ‘aria’s’.

Wozzeck Berg met performers van Wozzeck premiere in Oldenburg

Alban Berg met de Wozzeck – cast na de première in Oldenburg 1929

Meesterwerk of niet (voor mij een absolute meesterwerk): alles staat of valt met de uitvoering en dat zijn er best veel.
Een selectie:

DVD’s

HAMBURG 1970

Wozzeck Blankestein

Onder leiding van Rolf Liebermann groeide de Hamburgse Staatsopera tot één van de beste en spraakmakendste operahuizen ter wereld. Liebermann zorgde voor een goed, gedegen en gevarieerd repertoire met extra veel aandacht voor de hedendaagse werken.

Gelukkig voor ons, die de jaren niet (bewust) hebben meegemaakt, dacht Liebermann ook aan de toekomst en liet de regisseur  Joachim Hess een dertiental van de toenmalige producties voor de TV vastleggen. De meeste opnamen vonden plaats in een studio, met Wozzeck is men uitgeweken naar – en rond – een kasteel in Zuid Duitsland.

De tegenwoordig vrijwel helemaal vergeten bariton Toni Blankenheim was één van de pilaren van de Hamburgse opera. Hij zong er tal van de rollen, maar echt beroemd werd hij pas als Schigolch (Lulu), in de productie met Teresa Stratas.

Zijn zeer charismatische verschijning, zijn enorm acteertalent en zijn buigbare, warme bariton maakten hem meer dan geschikt voor het zingen van rollen van “complexe karakters”. Zoals Wozzeck. Als geen ander is Blankenheim zowat de personificatie van de “simpele ziel”; zijn wanhoop is niet gespeeld en zijn onbegrip staat op zijn gezicht getekend.

Sena Jurinac is een mooie, licht getimbreerde, maar een zeer sensuele en erotisch geladen Marie.

Bruno Maderna is nooit een kampioen geweest in het dirigeren van andermans werken, maar met het idioom van Berg heeft hij zonder meer veel affiniteit.

De productie is zeer realistisch en de spanning is om te snijden. Het is alsof je naar een onvervalste triller zit te kijken.

Liebermann wordt tegenwoordig gezien als de vader van het regietheater, alleen bedoelde hij er iets anders mee dan het huidige conceptualisme en het opzoeken (en vaak overschrijden) van de grenzen van het toelaatbare en de belachelijke. Afijn: kijkt u maar zelf. Die opname is een absolute must (Arthaus Music 101277)

WENEN 1987

Wozzeck Abbado

Deze productie was mijn eerste ‘Wozzeck’ ooit. Ziek werd ik er van, van de emoties en de gevoelens die de opera bij mij opriep. Het meest werd ik toen geraakt door de vertolking van Marie door Hildegard Behrens.

Nog steeds vind ik haar optreden buitengewoon indrukwekkend, maar nu ik de opera beter ken heb ik ook mijn twijfels. Zo nu en dan vind ik haar namelijk een beetje té. Te chargerend in haar spel, maar ook te chargerend in haar zang. Alsof ze de grenzen van wat haar stem aankan is aan het opzoeken. In haar creatie doet ze mij – neem het niet al te letterlijk! – aan de Italiaanse actrice Anna Magnani denken, wat eigenlijk een groot compliment is.

Eerste acte:

Franz Grundhebber zet een verbitterde Wozzeck neer, maar dan één die niet gespeend is van enige pathos.

Heinz Zednik is een ongeëvenaarde kapitein en de jonge Philip Langridge een schitterende Andres.

Tweede acte:

Dat Abbado affiniteit heeft met de muziek van Berg, is nogal wiedes. Hij dirigeert fel en dwingend, de spanning is al vanaf de eerste noot voelbaar. En toch is de lyriek nergens ver weg.

Kunt u zich nog het magische moment herinneren als het doek opengaat? Dat kunt u hier weer beleven. Waarna zich een wereld voor u openbaart die u uit het libretto kent: we bevinden ons in de kamer van de kapitein, met achter het raam een uitzicht op wat weleens een plaats delict zou kunnen worden. En dan de belichting! Om te zoenen zo mooi!

Deze fascinerende productie (regie Adolf Dresen) zou als verplichte kost op alle opleidingen tot operaregisseur vertoond moeten worden. Alleen al om al die regisseurs in spe laten zien dat traditioneel niet automatisch saai of museaal (overigens: daar is ook niets op tegen) betekent.

Derde acte:

En wat is Abbado hier nog jong! (Arthaus Musik 109156)

 

MOSKOU 2010

Wozzeck Nigl Tcherniakov

Hier moet ik, noodgedwongen, kort over zijn. Na ruim vier minuten staren naar een soort poppenhuis met veel boxen, waarin allerlei mensen gezinnetjes speelden en zich verveelden (televisies stonden aan) – dat alles begeleid door een orkest die zijn instrumenten stemde – had ik er al schoon genoeg van. Toch heb ik nog even gekeken want ik was best nieuwsgierig. Helaas, ver ben ik niet gekomen.

Mocht u zin hebben in een avondje spannende theater met veel videobeelden en nog meer muziek, dan is deze dvd iets voor u. Vergeet Wozzeck echter, want deze productie heeft niets, maar dan ook helemaal niets noch met de opera van Alban Berg, noch het toneelstuk van Büchner te maken.

Teodor Currentzis, de lieveling van de Russische publiek, die beroemd (en berucht) is vanwege zijn vreemde tempi, maakt ook hier zijn faam waar(BelAir Classics BAC068)

 

CD’s

BERLIN CLASSICS 1973

wozzeck AdamWozzeck Ad

Deze opname, heruitgebracht op Berlin Classisc, werd in 1973 tijdens een concertante uitvoering in Leipzig (toen nog DDR) live opgenomen.

Wat meteen opvalt is de helderheid van de klank en de fantastische dictie van de zangers. Reiner Goldberg (de tamboer majoor) heeft een ietwat “pijnlijke” hoogte, wat zijn bespottelijkheid als een gesjeesde macho nog onderstreept.

De werkelijk weergaloze Horst Hiestermann (kapitein) bevestigt zijn reputatie als één van de beste karaktertenors uit de geschiedenis en Helmuth Klotz is kostelijk als de totaal verknipte dokter.

Gisela Schröter ontroert als Marie en Theo Adam is een door en door tragische Wozzeck, die het “waarom” maar niet kan begrijpen.

Het orkest onder de sublieme directie van Kegel klinkt afwisselend snerpend en liefdevol, precies zoals deze muziek bedoeld moest zijn. Als je daar niet kapot aan gaat dan heb je geen hart (0184422BC)


DECCA  1981

Wozzeck Wachter

Eberhard Wächter is één van de beste Wozzecks die ik ken. Zijn antiheld klinkt gelaten en wanhopig, maar ook fel en angstaanjagend. En al klinkt zijn stem soms een beetje onevenwichtig: zijn portrettering staat als een huis.

Anja Silja is een wonderlijk lichte, kinderlijk – naïeve Marie. Zeer lyrisch en onbeholpen, iemand om medelijden mee te hebben. Zij is geen volwassen vrouw, meer een kind dat vol leven is en op zoek gaat naar uitdagingen.

Heinz Zednik (kapitein) klinkt nog beter dan in de opname uit Hamburg. Hij zingt zijn rol niet zo verschrikkelijk karikaturaal zoals veel van zijn collega’s, waarmee hij weer eens bewijst dat een goede karaktertenor wellicht een van de moeilijkste stemsoorten is.

Over het Wiener Philharmoniker niets dan lof: onder de bezielde leiding van Christoph von Dohnányi laten ze horen dat deze partituur ze alles behalve vreemd is (4173482)


WARNER CLASSICS 1998

Wozzeck Skovhus

Onder Ingo Metzmacher klinkt de opera moderner dan het in werkelijkheid is. Niet dat het erg is, maar dat maakt het iets afstandelijker. Wél houdt hij er de vaart in, wat de spanning zeer ten goede komt. En in de scènes met Marie houdt hij het orkest verrassend lyrisch.

Bo Skovhus had misschien  nog even mogen wachten met zijn eerste Wozzeck. Hij klinkt een tikkeltje te jong en te gezond; gelukkig weet hij de ‘euvel’ met zijn voortreffelijke stem-acteren te camoufleren.

Angela Denoke vind ik de ster van de opname, al heeft zij iets meer van een koele blondine dan van een straatkat. Denk aan Marlene Dietrich in ‘Der Blaue Engel’.

Dat ik deze opname niet zo vaak beluister, daar is de kapitein van Chris Merritt aan schuldig. Wat die man aan lelijke noten kan produceren grenst bijna aan het onmogelijke. Maar dat is eigenlijk het enige echte minpunt in deze schitterende uitvoering, live opgenomen in Hamburg 1998 (6406622)

 

Naxos 2013

Wozzeck Naxos

Ook de door Naxos in 2013 in Houston live opgenomen uitvoering is meer dan uitstekend.

Roman Trekels droge bariton en zijn nerveuse manier van zingen maken van hem een zowat ideale Wozzeck, die het voornamelijk van zijn zeer imponerende stem-acteren moet hebben. Zijn verstaanbaarheid en zijn tekstbehandeling zijn meer dan subliem. Petje af!

Anne Schwanewilms is een voortreffelijke Marie. Misschien een tikkeltje te netjes en een beetje onderkoeld, maar dat weet zij met haar fluwelen zang te compenseren.

Met de concertante uitvoering van zijn lievelingsopera nam de Oostenrijkse dirigent Hans Graf spectaculair afscheid van zijn orkest. Alleen al voor het orkestrale aandeel is de opname zeer aan te bevelen. (8660390-91)


WOZZECK ZaterdagMatinee

‘Wozzeck’ uit Salzburg: veel Kentridge, weinig Berg

MANFRED GURLITT en de vergeten Wozzeck

Discografie Lulu:
LULU: discografie:

Meer Alban Berg:
Renée Fleming zingt BERG, WELLESZ en ZEISL